donderdag 31 mei 2007

Bij het Groot Spaghetti Saus Schandaal

Mijn vrouw liet me deze morgen weten dat iemand haar een mail had gestuurd met de vraag wat ik in 's hemelsnaam met de spaghettisaus had uitgespookt (1). Twee collega's zijn me hetzelfde komen vragen. Lezer Axxyanus inspireerde het verhaal tot wijsgerige analyses, en Smetty (2) kan haar nieuwsgierigheid nauwelijks bedwingen.

Menselijke psychologie... Het Ontstaan van het Universum? Geen kat die bougeert. Het zou de eerste keer niet zijn dat doorbraken in dit onderwerp een revolutie in onze energievoorziening inleiden, maar geen kat bougeert. Het Ontstaan van het Leven en de Geschiedenis van de Mensheid? Medische doorbraken liggen achter de hoek te wachten, maar er is niemand thuis. De Geschiedenis van het Westen in parallel met de Islam? De vraag waarom de mensheid almaar oorlog voert is niet ver weg, maar als je een commentaartje krijgt is het al veel.

Maar als het Groot Spaghetti Saus Schandaal losbreekt, ho maar! De halve wereld hangt aan de bel! Zijn wij toch een bende roddeltantes en kwebbelaars, ja.

Wel, bespaar je al die moeite. Ik zit hier met mijn armen over elkaar geslagen en mijn lippen stijfdicht. Ik zwijg als het graf. Er is al teveel over gezegd.

-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/puber.html
(2) Bekend van http://www.smetty.be/

woensdag 30 mei 2007

Over Walen, Socialisten, en "Solidariteit"

Vandaag vertellen de kranten over het nieuwste schandaal van de PS in Charleroi. Als ik de verhalen mag geloven hebben de Waalse Liberalen daarop een zo harde uitdaging geplaatst, dat de kans reëel is op een PS die niet langer “incontournable” zou zijn! Als dat eens waar was! Wat zal ik met plezier een hoop van mijn eigen profetieën (1) terug inslikken!

Het onderwerp komt vervolgens ter sprake onder collega’s, en ik hoor de fameuze “solidariteit” vermelden, die Wallonië “vroeger” aan Vlaanderen zou betuigd hebben. Dus misschien zijn wij nu wel iets soortgelijks verschuldigd? Ik laat even passeren: indien Wallonië vroeger die solidariteit betuigd had, dan is Vlaanderen nu het onderhoud van de vetpotten van de Waalse Socialisten verschuldigd. Gewoon for the sake of argument.

Maar hebben ze die “solidariteit” vertoond? Het onderwerp is één van die vele, zeer vele onderwerpen waarin iedereen eerst zijn standpunt kiest, en vervolgens de feiten zodanig selecteert, en de logica zodanig verwringt, dat het standpunt in kwestie er als de gewenste conclusie uitrolt. Dus ik vertrouw de “cijfers” niet, zoals ik de sofismen niet vertrouw – en elke hoop op vorderingen lijkt een hopeloos geval. Ik weet, van de creationisten (2), hoe moeilijk het is punt per punt tegen propaganda in te gaan, en ik kan dat niet ook beginnen doen voor al die andere onderwerpen. (Het Klimaatdebat! De beschaving van de Islam in de middeleeuwen! De Belgische Transfers!)

Nu ja – “hopeloos geval”... We kunnen de tactiek proberen waarbij we het pathetisch weinige dat we wel weten inventarizeren, en zien waar we uitkomen. Wat zou die verleden “solidariteit” zoal kunnen geweest zijn?

Vroeger, zo denk ik te weten, hadden veel Vlamingen een job in de Waalse zware industrie: we praten negentiende eeuw of zo. Neoliberalen als ikzelf denken er natuurlijk niet aan te pruttelen over “slechtbetaald slavenwerk” en andere “uitbuiting”. Zoals dat goed genoeg is voor de hedendaagse sweatshops, waren die Waalse jobs voor Vlaamse proletariërs een godsgeschenk! Het heeft ze geholpen (over de generaties, weliswaar) hun kinderen naar school te sturen, en zo de grondslag te leggen voor de welvaart van hun eigen streek, zodat die nu wel een beetje mag terugbetalen, enzovoort.

Hmmmm. Ik vrees dat ik het volgende patroon zie. “Solidariteit” in 1,900 betekent dat Waalse werkgevers betalen om Vlaamse arbeiders aan het werk te zetten. Maar “solidariteit" in 2,000 betekent dat Vlaamse belastingplichtigen betalen om de clownerijen van Flahaut en Van Cau te financieren. Daarnet op de A12 bouwbedrijf De Meeuw gepasseerd: op een groot bord zoeken ze een monteur en een mechanieker. Benieuwd hoeveel solicitanten uit Charleroi ze vandaag weer over de vloer hebben gekregen?

Dus als het die solidariteit was die Vlaanderen nu moet vergoeden, dan vrees ik dat we een elementair sofisme kunnen ontmaskeren: hetzelfde woord “solidariteit” heeft een heel andere betekenis gekregen. Hopelijk probeert niemand dat soort trucs in de hoop dat wij dat niet doorhebben?

Maar misschien bedoelden ze wel degelijk datgene waarvoor wij nu ook betalen: Sociale Zekerheid voor werklozen en invaliden. Alleen... Pensioen, bijvoorbeeld, is bij mijn weten iets dat is bedacht door Bismarck, in de latere negentiende eeuw, en op 65 jaar (toen - surprise, surprise - de levensverwachting ook 65 jaar was, maar dit terzijde). Dus dat zal toch niet zo heel snel naar heel Europa geglobalizeerd zijn?

Ziekteverzekering, misschien? Het zou kunnen... De vraag is wat de geneeskunde van toen waard was, in termen van wat het kostte. Als we daar het antwoord op weten kunnen we ons afvragen of, en hoeveel, Franstalig België destijds heeft afgedragen om de Vlaamse zieken te ondersteunen. Ik weet het niet – maar mijn beetje historische kennis doet me vermoeden dat daar niet al te veel van in huis zal gekomen zijn.

Ik krijg het moeilijk te geloven dat Wallonië in (pakweg) de negentiende eeuw zo veel heeft gedaan, dat rechtvaardigt dat Vlaanderen de werklozen betaalt, die niet echt de moeite lijken te nemen om de gaten op de vullen die Poolse werkzoekenden blijkbaar wel opvullen. (Nu ja, we moeten eerlijk zijn, Warschau ligt ook maar op twee uur vliegen van Brussel, nietwaar?)

“Investeringen”, komt nog snel in me op, bijvoorbeeld in de haven van Antwerpen. Alleen, ik denk te weten dat negentiende eeuwse investeringen, waar dan ook, gebeurden met het oog op rendement, in geld, en niet in ondersteuning van achtergebleven gebieden.

Kijk, ik weet het niet. Dit alles staat hier enkel om te omschrijven wat ik allemaal niet weet. Als iemand denkt dat de Waalse solidariteit van destijds de Vlaamse solidariteit van vandaag rechtvaardigt, en hij mij daarvan wil overtuigen, dan weet hij welke vragen hij moet beantwoorden.

--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/no-taxation-without-representation.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/de-dwazen-die-ons-regeren.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/de-assymetrie-in-de-propagandastrijd.html

dinsdag 29 mei 2007

Puber

"Als een puber zich zo had gedragen" zei mijn vrouw boos (zeer boos, eigenlijk), "hij zou nogal een uitkaffering gekregen hebben."

Het schaamrood stijgt me naar de wangen. Het komt het hardste aan als het waar is, heb je dat ook al gemerkt? Het was zeer raak, dat van die puber.

Nee, ik vertel jullie niet wat ik mispeuterd heb. Het zal moeten volstaan dat het met de spaghettisaus te maken had.

maandag 28 mei 2007

De Volgende Schok voor de Islam

Als je kijkt naar “de grote beschavingen” die Eurazië gedurende de laatste zes millennia heeft geproduceerd, dan zie je dat ze op bepaalde momenten van hun geschiedenis allemaal zware klappen hebben geïncasseerd. De invallen van de Mongolen voor China, Indië en de Islam. De val van Rome en de val van Constantinopel voor het Westen. En veel van de invasies van de één bij de ander. In feite lijkt me niet onwaarschijnlijk dat wat wij vandaag “de grote beschavingen” noemen alleen maar een kleine restant zijn van veel meer culturen, die we “groot” noemen op basis van (de facto) geen ander criterium dan dat zij de crisissen hebben overleefd.

Het lijkt me duidelijk dat de meeste van die grote beschavingen van vanouds vandaag (AD 2,007) in goede doen zijn. Het Westen is sinds eeuwen sterk bezig, maar het goede nieuws is nu juist dat China en Indië dezelfde weg beginnen op te gaan. Met spectaculaire resultaten voor het terugdringen van de armoede als gevolg! En het lijkt er op dat we nog maar aan het begin staan...

En het is nog evidenter dat één van die grote beschavingen, ook sinds verschillende eeuwen, een crisis doormaakt die doet twijfelen aan de vraag of ze er wel zullen doorspartelen. Ik bedoel vanzelfsprekend de Islam. Het is misschien hoopgevend dat veel moslims zelf beseffen dat er iets echt diep scheef zit, als Bin Laden het grote spirituele voorbeeld van je beschaving voorstelt, maar intussen is het toch maar zo.

Nu ben ik daarover altijd nogal optimistisch geweest. Ik zal wel al enkele keren iets gezegd en geschreven hebben als “binnen 50 tot 100 jaar zullen ze zich ofwel serieus herpakt hebben, ofwel hoor je er alleen nog van zoals van het Paaseiland”. En je voelt, hoop ik, dat ik van dat laatste niet veel geloof.

Maar toch schoot me te binnen dat de Islam momenteel druk bezig lijkt met het berustend afwachten van de volgende, nu al zichtbaar naderende tsunami. Want plaats nu eens de hedendaagse gebeurtenissen in dat kader van een ontwikkelend “China en Indië”. De Islam zelf ervaart sinds een hele tijd in het bijzonder het Westen als probleem. Dat bedoel ik maar in zeer beperkte mate militair: ze hebben heus niet met het Westen alleen slaande ruzie. Iedereen heeft met de Islam slaande ruzie; laten we dat maar als een symptoom van de huidige cisis zien. Ik bedoel wel dat het Westen een spirituele, of morele, of filosofische crisis veroorzaakt. Natuurlijk vertellen ons linkse vrienden dat elke cultuur onuitputtelijk is en zijn eigen waarde heeft, etcetera etcetera, maar intussen blijft de Islam culturen dragen die blijven steken in de armoede, waar de vrouw een sterk ondergeschikte rol heeft, waar een heel groot deel van de opleiding gewijd is aan religieuze studie, waar democratie een verre toekomstdroom lijkt, en vele vele andere...

En aan het einde van de lange keten causaliteit ervaren ze onze materiële welstand, onze vrije seksuele moraal en onze verhoudingsgewijs onbeperkte politieke en intellectuele vrijheid als een dodelijke bedreiging voor (wat zij tot) “de fundamentele waarden van hun cultuur” (hebben uitgeroepen). Vanzelfsprekend is dat - vermits jonge moslims jonge mensen zoals iedereen (ooit eens geweest) zijn, even slim als alle jonge mensen, zodat ze dezelfde conclusies kunnen trekken als iedereen - doodeenvoudig ook zo. En dus veroorzaakt het Westen die “morele crisis”, alleen maar door er te zijn.

Bijgevolg besteden de Mollahs hun kostbare tijd met het zich afzetten tegen het Westen, en een deel ervan probeert zelfs een regelrechte beschavingsoorlog uit te lokken. In de mate dat onze eigen mollahs daar ook in lopen lukt het ze zelfs om ons nog schade toe te brengen ook. Maar vermits ongeveer iedereen nu wel door heeft dat we beter ophouden met dat soort Bushiaanse cadeau’s, denk ik dat we daar vrij snel ook zullen mee ophouden – en waar staan die Mollahs dan?

Daarmee zijn we bij het punt. Totaal onafhankelijk van de vraag of de Mollahs er zullen in slagen het Westen (zelfs maar gedeeltelijk) mee te sleuren in hun val is mijn vraag hier waar ze dan zullen staan. Vandaag beginnen China en Indië pas aan hun opmars, en dus vertonen ze nog op veel plaatsen het soort zeden en gebruiken die horen bij de armoede. Dus: ongelijke behandeling van mannen en vrouwen, patriarchale seksualiteit, weinig politieke en intellectuele vrijheid. Het zijn precies die zeden en gebruiken die de Mollahs niet als bedreigend ervaren – waardoor ze enkel het Westen als bedreigend zien. Maar het zijn ook die zeden en gebruiken die altijd wegsmelten naarmate het inkomen stijgt. En dus zullen de Mollahs, binnen enkele decennia, ofte hoop en al één (1!) generatie, wakker worden in een wereld waarin ze misschien het Westen hebben beschadigd (maar volgens mij haast zeker niet significant). Maar het zal tegelijk een wereld zijn waarin overal rondom hen (China, Indië en iedereen die maar heeft willen volgen) de mensen precies dezelfde politieke, morele en intellectuele vrijheid zullen hebben, die de mollahs zo bedreigend vinden, om geen andere reden dan dat ze er (in het Westen) zijn.

Dat is waarom ik nu opnieuw, een beetje fronsend, zit te kijken naar mijn “ze zullen zich binnen 50 jaar wel herpakt hebben”. Niet dat ik nu ineens iets heb ingezien dat me van mening doet veranderen. Maar het schiet me te binnen dat de tijd misschien dringender is dan ik dacht. Als de Mollahs en hun aanhangers (die eigenlijk hun slachtoffers zijn: godsdienst is hier echt wel opium voor het volk) al zo gefrustreerd zijn als één enkele beschaving hen zo hopeloos heeft gepasseerd – hoe zullen ze zich dan voelen als ze er maar één enkele beschaving overblijft, zijzelf, die zo ver achterop is geraakt?

Ik weet niet of ze in staat zouden zijn die schok te boven te komen. Het zal weer allemaal de schuld van de anderen zijn, en bovendien zal de achterstand zo ver zijn opgelopen dat het straatje definitief zonder einde is. En dus denk ik dat ze er goed aan zouden doen het niet zo ver te laten komen. Alleen, het is niet met het stampen tegen de schenen van het Westen dat ook maar iemand een stap vooruit zal raken.

zaterdag 26 mei 2007

De Profetische Blik van de CIA

Weet je het nog, goed drie maand geleden, toen ik een post schreef over "als we dat toch eens hadden geweten" (1)? Weet je nog hoe ik daar verwees naar een eerdere post van mij, van geen drie maand, maar drie jaar dààrvoor, over wat ze allemaal, zogezegd, niet wisten?

Je weet wel, een post op usenet uit 2,004, waarin Powell opmerkte dat, "als hij had geweten wat hij toen, in 2,004 wist", hij een "ander beleid" had willen voeren. En daarbij mijn vraag hoe het nu precies kwam dat de Bushbende in 2,003 nog meewerkte aan een boek waarin we vernamen dat, en ik citeer nog maar eens:

“Mylroie describes how the C.I.A. and the State Department have systematically discredited critical intelligence about Saddam's regime, including indisputable evidence of its possession of weapons of mass destruction."

Immers, als de Bushbende in 2,003 voorwoorden schrijft bij boze boeken die de CIA beschuldigen van het wegmoffelen van de bewijzen van Saddams WMD's, hoe konden ze dan in 2,004, en tot op de dag van vandaag, volhouden dat ze over die WMD's allemaal op het verkeerde been waren gezet door de CIA?

Wel?

Alleen al het aantal keren dat ik die vraag op het internet heb gesteld is al een opzoeking waard, maar soit. Onnodig te zeggen dat ik nog niet één antwoord heb gekregen van de nochtans ooit talrijke voorstanders van de oorlog.

Vandaag krijg ik een nieuwsbericht te zien:

http://www.msnbc.msn.com/id/18873612/

En, je raadt het nooit, de CIA heeft destijds "vooruitziende" dingen gezegd over de negatieve gevolgen van de oorlog! Dezelfde CIA die al tegelijk probeerde de bewijzen van Saddams WMD's te verdoezelen, en er tegelijk de oorzaak was dat Bush en de rest van de meute zich zo vergisten in hun geloof dat die WMD's er waren, diezelfde CIA, dus, is nu ook tegelijk de oorzaak van het debacle en heeft voor de oorlog exact de dingen beschreven die we nu te zien krijgen!

Je weet wel; al die dingen waarvan ze nu zeggen dat, als we ze toch eens hadden geweten, ze hen tot een heel ander beleid hadden doen besluiten.

En als de aanhangers van Bush van destijds nu nog niet doorhebben hoe ze zich hebben laten vangen; wanneer gaan ze het dan doorhebben?
--------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/als-we-het-toch-eens-hadden-geweten.html

De "Drake Equation"

Eén van de interessantste discussies op usenet die ik me kan herinneren ging over de mogelijkheid dat intelligent leven ook op andere plaatsen dan de Aarde is ontstaan. Dat is een onderwerp waar we zo weinig over weten dat ik er veel begrip voor heb als mensen zich daar niet mee bezig willen houden. Zelfs dan blijft het een onderwerp waarover je, als je bereid bent om wat speculatie mee te nemen, nog verrassend interessante dingen kan vernemen.

De Vergelijking zelf, zoals ik toen al zei, is me te moeilijk. Sommige elementen die je in de echte formule kan vinden komen me zo betekenisloos over dat ik ze maar wegsimplifiëer (1). Voor wat ik er over wil zeggen is het voldoende dat de “Drake Equation” ongeveer de volgende vorm heeft. Zeg dat de melkweg 100 miljard sterren heeft. Zeg dat één percent daarvan planeten heeft; dat zijn er dan 1 miljard. Zeg dat één percent daarvan parameters (massa; afstand van de lokale ster,...) heeft die maken dat er leven mogelijk is: dat zijn er dan 10 miljoen. Zeg dat op één percent daarvan ook werkelijk leven ontstaat: dat zijn dan 100,000 sterren waar zich leven rond bevindt. Zeg dat één percent daarvan ook complex wordt: dan zijn er duizend sterren in de melkweg waar complex leven zit. En als één percent daarvan tot intelligent leven ontwikkelt, dan zijn wij één wereld tussen negen andere waar levensvormen naar de sterrenhemel staren en zich afvragen: waar komt het allemaal vandaan?

En waar halen we al die “één percenten”? Simpel: uit de natte vinger! Het gaat er namelijk helemaal niet om die tien gevallen met ook maar enige sérieux te prezenteren. Het gaat er om de aandacht te trekken op hoe je met bescheiden lijkende cijfers nog altijd tot de conclusie komt dat er nog wel intelligent leven kan zijn.

Maar het werd interessant toen andere posters probeerden te argumenteren waarom zij dat erg onwaarschijnlijk vonden. Neem gewoon aan dat je één of ander stuk kennis hebt dat je vertelt dat één van die parameters helemaal niet in de orde van grootte van één percent zit, maar pas heel, heel veel nullen na de komma een ander cijfer laat zien. Leven (om maar dat voorbeeld te noemen), zo vertelt je inzicht je, dat is eigenlijk helemaal niet mogelijk, en het feit dat het er toch van gekomen is, is alleen maar een zo onwaarschijnlijke gebeurtenis dat het niet redelijk is aan te nemen dat het meer zal voorgevallen zijn. Natuurlijk, daar kan je evengoed een heel andere mening over hebben (2). Hier gaat het er me alleen om één voorbeeld te geven van hoe je in een vermenigvuldiging (in dit geval: van al die probabiliteiten dat er X planeten zijn waarvan er Y levensvatbaar zijn, zodat het Z keer tot stand komt) maar één element op nul hoeft te zetten, en je uitkomst is ook nul.

Hetzelfde geldt bijgevolg voor al je andere “percenten” uit die natte vinger. Als ik me goed herinner was het vooral het tot stand komen van intelligentie die in vraag werd gesteld. Toch is dat precies hoe je over een bijna belachelijk speculatief onderwerp interessante onderwerpen kan aansnijden. Het forceert je je ratio’s in vraag te stellen. Wat weten we over het ontstaan van planeten? Wat weten we over het ontstaan van leven, en van complex leven, en van intelligentie? We denken te weten dat een grootte-orde van 100 miljard sterren in de melkweg er niet ver naast zal zijn – en we kunnen tegenwoordig al zien dat er nog sterren met planeten zijn. En dat soort operaties moet je proberen voor elk van de andere factoren.

Dus, één van die factoren die volgens sommige posters “eigenlijk” nul was, was de kans dat intelligentie ontstond. Maar dat brengt je meteen in problemen met het feit dat wijzelf nu eenmaal bestaan – en dus is intelligent, complex leven minstens één keer ontstaan, en dus zijn alle parameters groter dan nul: het is niet “onmogelijk”. En over de moeilijkheden waarin je kan terechtkomen wanneer je van probabiliteiten groter dan nul gaat beweren dat ze “eigenlijk” gelijk zijn aan nul hebben we het al eerder gehad (3). Let wel, ik ontken daarmee niet dat ze geen punt kunnen hebben; dat het feit dat het gebeurd is wel degelijk een zodanige “fluke” was dat je er niet opnieuw op mag rekenen. Ik denk alleen dat ze evenmin kunnen ontkennen dat het ook meer kan geweest zijn dan alleen maar een “fluke”: we weten het niet.

Dus concludeerden allerlei serieuze mensen iets als “onze bestaande kennis suggereert dat het ontstaan van intelligentie een probabiliteit heeft met heel veel meer nullen na de komma dan er sterren zijn in het heelal”. Ergo, vergeet het. Maar ik vind andere mensen even serieus, als ze iets zeggen als “we weten niet hoeveel sterren er in het heelal zijn, en we weten niet werkelijk hoe groot de probabiliteit is dat leven ontstaat is, en idem voor intelligentie (enzovoort), terwijl we wel weten dat de probabiliteit niet gelijk is aan nul, want als dat wel zo was, dan zaten wij hier niet”.

Zo krijg je believers (“natuurlijk is er nog intelligent leven in het heelal”), en non-believers (“vertel toch geen onzin, man”), en daartussenin heb je de agnosten (“met de beste wil van de wereld valt er niets zinnig over te zeggen”). En hoewel misschien niet iedereen het wilde toegeven leek me er toch een soort eensgezindheid te ontstaan dat de enige rationele positie die van de agnosten was. Dat nam niet weg dat je iets anders mocht geloven, maar “geloven” en “weten” zijn nu eenmaal totaal verschillende dingen.

Uiteindelijk was ik met dat resultaat tevreden. Het komt nog voor dat ik me het best voel wanneer ik agnostische stellingen kan verdedigen. Had ik al verteld over mijn opinie over financiële voorspellingen (4)? Bovendien laat het me toe een “believer” te zijn, want dat is nu precies waar fantasie voor dient. Het is ontspannend, en onschuldig zo lang je de juiste verhouding met de realiteit maar niet vergeet. En dus ben ik een believer om een veel betere reden dan al die mislukkende pogingen tot rationalisme. Voor mij is de reden om een believer te zijn dat al die dagdromen over science fiction veel spannender zijn wanneer er “Aliens” (5) in kunnen voorkomen.

---------------------------------------------------
(1) Wel degelijk een “simplificatie”, en geen “vereenvoudiging”, ik geef het toe. Zie:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/entropie-tussen-vereenvoudiging-en.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/hoe-onwaarschijnlijk-is-leven.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/nul-is-niet-gelijk-aan-nul.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/een-bruikbaar-nederlands-woord-voor.html

donderdag 24 mei 2007

Een Machientje om Geld te Drukken (het proces van LHSP)

Het proces van “Lernout en Hauspie” is begonnen. Zoiets zet natuurlijk alle hobbyfilosofen die ook nog één en ander van financiële markten weten aan het mijmeren...

Neem een economie met twee bedrijven. De één maakt broodjes, de andere worstjes (voorbeeld ontleend aan Paul Krugman, ergens, ooit...). De consument koopt broodjes en koopt worstjes, en consumeert hotdogs.

Zeg dat de twee bedrijven winstgevend zijn en op de beurs noteren. Er zijn van elk 10 aandelen en die kosten 10 per stuk, dus hun beurskapitalizatie is 100 en de totale beurskapitalizatie is 200.

Abstractie makend van geruchten, speculatie en andere overname premies is 100 de prijs waarvoor je die twee bedrijven kan kopen. Of als één van de ondernemers aan het hoofd van één van de bedrijven wat visie heeft is 100 de prijs waarvoor de ene de andere kan kopen. Schaalvoordelen! Het nieuwe, eengemaakte bedrijf zal zelf de hotdogs maken van eigen worstjes en eigen broodjes. (De consument zal de schaalvoordelen uitgekeerd krijgen onder de vorm van even dure producten maar minder inspanningen om ze zelf te maken, iets dergelijks...).

Dus kan bedrijf A op zoek naar fondsen. Bijvoorbeeld, ze lenen 100 en kopen B. Of ze doen een kapitaalsverhoging. Ze creëren 10 nieuwe aandelen, de aandeelhouders schrijven daarop in voor 10 per stuk, met de 100 kopen (en vernietigen) ze de tien aandelen van B voor 100, en nu zijn er 20 aandelen A die allemaal 10 kosten en de totale beurskapitalizatie is nog steeds 200.

En wat is dan het verschil tussen dat laatste of gewoon met de aandeelhouders van B overeenkomen dat hun bestaande aandelen worden omgezet in aandelen A, aan de prijs van 10 per stuk? Er is geen verschil: er zijn aan het einde nog steeds 20 aandelen die 10 kosten en dus is de totale kapitalisatie nog steeds 200. Het enige verschil zou kunnen zijn dat de oude aandeelhouders van B nu de helft van het nieuwe bedrijf in handen hebben – als ze tenminste niet gewoon hun aandelen verkopen. Maar dat doet er allemaal niet toe: financiëel maakt het geen verschil uit wie de aandeelhouders zijn. Ofwel moeten de aandeelhouders het geld voor de overname op tafel leggen ("kapitaalverhoging"), ofwel zal iemand anders de helft van het nieuwe bedrijf in handen hebben (of iets daartussenin).

So far, so good.

Maar nu heeft ne grote slimmerik in A een lumineus idee. Hij start een gerucht, creëert wat fictieve omzet, koopt een krantenartikel, laat mooie glanzende dozen met zijn product in de winkelrekken plaatsen, en het doet er niet toe dat niemand ze koopt: je noemt het “dot.com” en het ziet er heel indrukwekkend uit. De prijs van de aandelen A stijgt van 10 naar 100! Het is gebakken lucht, maar van de beleggers heeft niemand heeft het gezien! De Nieuwe Kleren van de Keizer!

(Dit alles is overigens absoluut niet denigrerend aan het adres van andere mensen bedoeld. Ik durf gewoon niet zeggen hoeveel aandelen LHSP ik bij mij thuis als behangpapier heb gebruikt.)

En heb je het al in de gaten, hoe je nu niet langer 10 nieuwe aandelen A moet inleveren om B te kopen (zodat je de helft van het nieuwe bedrijf uit handen geeft)? Immers, aan de nieuwe koers hoef je maar één aandeel A voor alle tien de aandelen B te geven. Of afgerond, je lijft heel B in, in ruil voor slechts 10% van je bedrijf. En als B nu een degelijk product heeft en je kan daarmee de beloftes waarmee A zijn eigen aandelen de lucht heeft ingeprezen waarmaken... Dan eindig je als 90% eigenaar van het nieuwe, succesvolle bedrijf AB en iedereen vind dat je een groot genie bent.

Terwijl, als het schip op de zandbanken loopt voor het verhaal succesvol is afgerond, dan vraagt op een dag een zakenkrant zich af waarom er eigenlijk 100 wordt betaald voor een bedrijf dat onverkoopbare producten maakt. Dan begint iedereen tegelijk te verkopen, en op het einde van het verhaal zijn de deelnemers een hoop geld kwijt. En in plaats van als groot genie eindig je als iemand over wie in één adem gesproken wordt met John Law, de South See Bubble en de Tulpenbollenmanie.

In de mate dat dit scenario ook aan de historische realiteit van LHSP beantwoordt, lijkt me dat we de fraudeurs iets kunnen verwijten dat hetzelfde is als valsemunterij. Hun fictieve omzet en de rest van het arsenaal aan kermistrucs is immers een machientje om geld te drukken. Ze creëren met waardeloos papier iets waarmee ze toch andere dingen kunnen kopen, en zolang de mensen erin lopen behoudt het vals papier een soort waarde. Wat ik niet weet is of “Lernout en Hauspie” inderdaad aan die historische realiteit beantwoordt. Was het verhaal met dit soort bedoelingen opgezet? Ik weet het niet. Maar ik vraag het me wel af.

woensdag 23 mei 2007

Op het Kruispunt van de Karavaanroutes (The Quirks of History)

In (ruwweg) 500 BC brak er oorlog uit tussen een antieke beschaving die de voorloper van "het Westen" zou worden, en een antieke beschaving die de voorloper van Perzië/Iran, en dus (mee) "de Islam" zou worden. Aan de Westerse kant stonden "de Grieken", en aan de Perzische kant stond de dynastie van de Achaemeniden, en dit blog heeft er een hele serie aan gewijd (1). In de eeuwen daarna zou het geregeld slaande ruzie blijven ("Romeinen" versus "Parthen", iemand?) en een vol millennium later, in 500 AD, vochten ze nog altijd: "Byzantijnen" versus "Sassaniden".

Het eeuwendurende spel van oorlog, koude oorlog, gewapende vrede en echte vrede had een merkwaardige impact op de wereldgeschiedenis. We zitten in "het Vierde" en "het vijfde" millennium (2) sinds de eerste beschavingen, en heel Eurazië is al (min of meer) verbonden door een gecultiveerde gordel, van Europa over Egypte, Mesopotamië, Perzië en Indië tot China. Dus liepen doorheen heel die uitgestrekte gordel handelsroutes. Als je vanuit Constantinopel (het Europese vertrekpunt) een "rechte" lijn trekt naar die andere beschavingen, dan loopt je Romeinse karavaan dwars door Perzië. Je kan je gemakkelijk inbeelden hoe, naarmate de verhouding tussen (noem ze) "de Romeinen" en "de Perzen" meer of minder gespannen was, de handelsroutes inderdaad recht door Perzisch gebied liepen, of integendeel probeerden de randen van de Perzische invloedssfeer af te tasten.

Ideaal is dat je er op dit punt je wereldbol bijhaalt, en meetast naar wat zoal de alternatieven zijn, als je vanuit Rome naar Peking wil reizen. Je kan noordelijk gaan. Daar stuit je op al die steppevolkeren te paard die af en toe veel ellende veroorzaakten, en die niet altijd beter waren dan de Perzen. In het bijzonder wanneer ze nieuwsgierig werden naar waar al die karavanen vandaan kwamen en allemaal tegelijk op hun paard sprongen om een kijkje te komen nemen... Wel, dat is een ander verhaal.

De verste alternatieve route langs het zuiden liep per schip tussen Egypte en het Arabisch schiereiland, en dan langs de kust tot in de Indische oceaan. Parallel daarmee, iets meer naar het noorden en oosten, was er ook een landroute, bruikbaar per kameel, die liep naar de havens van Yemen, en vandaar weer per schip langs de kust. In periodes waarin het antieke Westen op zoek was naar alternatieve routes kwamen steden als Petra en Palmyra tot bloei. Quasi Romeinse nederzettingen aan de noordelijke rand van de woestijn, waarmee ze probeerden de Perzische invloedssfeer zo ver mogelijk terug te dringen, door vandaar uit de zuidelijke routes te kiezen. We houden deze route, tussen de Egyptische en Arabische kusten even in het achterhoofd.

Intussen waren dat allemaal omwegen, door gevaarlijke gebieden, primitieve volkeren, woestijnen en zeeën... Niet het soort routes die je koos als het niet nodig was. Dus in periodes waarin er langdurige vrede was - en dat kan, in een tijdperk dat een vol millennium duurt; het verschil tussen de Kruistochten en de digitale computer - vielen steden als Palmyra weer in onbruik en de zuidelijker culturen vervielen terug in nomadisme. Dat was nu eenmaal het primitievere, maar enige alternatief voor deelnemen aan de beschavingen zelf.

Ruwweg in 400 AD sluiten "Romeinen" en "Perzen" een vrede die het een eeuw zal volhouden. De handelsroutes verleggen zich dus weer naar het centrum, en het relatief belang van de grensstaten en -culturen in het hoge noorden en diepe zuiden neemt af. Ruwweg in 500 AD breekt de oorlog echter weer volop uit, en nu winnen de handelsroutes langs de marges terug aan belang. Eb en vloed van de wereldgeschiedenis. Opnieuw bloeien de nederzettingen, steden en culturen in de grensstreken. Na enkele decennia van bloei kan de ene natuurlijk al wat meer opvallen dan de andere, daar aan die handelsroutes tussen Damascus en Yemen.

Neem bovendien in overweging dat ook het oosten van Afrika, Ethiopië, in die periode opbloeiende culturen kent, zodat ook daar handelsroutes vertrekken, en wel naar het noorden. Mesopotamië! De route die van de Hoorn van Afrika naar de Perzische steden bij Tigris en Eufraat loopt, kruist de landroute die parallel met de Rode Zee naast Egypte loopt: we hielden die daarnet even in het achterhoofd. In de eeuw na 400 AD zal het er een saaie bedoening geweest zijn: vrede tussen Romeinen en Perzen. In de eeuw na 500 AD zal er meer te beleven geweest zijn: oorlog tussen Romeinen en Perzen.

Het volstaat dat ergens bij dat kruispunt een oase ligt, en je kan je voorstellen hoe daar een geürbanizeerde cultuur opbloeit, met karavanen en "stedelijk kapitalisme" en al die bijhorende dingen die een groot verschil kunnen maken. Bijvoorbeeld, wanneer de één of ander van die uitzonderlijk begaafde, uitzonderlijk charismatische persoonlijkheden die de mensheid af en toe overkomen, geboren wordt in de verlaten woestijn van het jaar 480 AD, dan lijkt er toch veel kans te zijn dat het effect daarvan, uim... "verzandt"? Terwijl, als diezelfde uitzonderlijke persoonlijkheid, op exact dezelfde plaats, maar een eeuw later in dat bruisende stadje op het kruispunt van actieve handelsroutes geboren wordt, de gevolgen er wel eens heel anders kunnen uitzien. Voel je het komen? Dat stadje op het kruispunt van die handelsroutes heet "Mecca", en de man die daar rond 580 AD geboren wordt is niemand anders dan de profeet Mohammed.

En dus opnieuw: voel je de vragen rijzen? Wat als de Perzen en de Romeinen een kleine eeuw daarvoor eens een definitieve vrede hadden gesloten? Wat als Mohammed 1,000 kilometer in de richting van nowhere was geboren? Het verhaal van de geschiedenis, sinds ca. 500 AD tot nu, had er heel anders kunnen uitzien, afhankelijk van het humeur van enkele Romeinse en Perzische diplomaten van die tijd. Ik kan me voorstellen dat sommigen daar Goddelijke Voorzienigheid in zullen zien.

-------------------------------------------------------------
(1) de hele reeks url's staat netjes bij elkaar onderaan de post:
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/300-de-perzen-zijn-boos.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html

maandag 21 mei 2007

"Gelijk"? Of "Geluk"?

Een collega vindt dat er iets belangrijks ontbreekt in mijn posts over de "belastingbetaler wil weten" (1). Zoals het er staat, vindt hij, is het heel duidelijk dat mijn voorstel tot nu toe (op een nominaal bedrag van 100 miljoen euro, wat voor dit onderwerp een peulschil is) 1 miljoen euro zou gekost hebben. En het is ook heel duidelijk dat het ongeveer 15 maanden na het voorstel niet langer geld zou kosten, maar er ook nog geen oplevert. En het is duidelijk dat het afhangt van de verder evolutie van de interestvoeten - die onzeker is - of we er bij het verder verloop van de tijd geld aan zouden verdienen (namelijk indien de rente verder zou stijgen), dan wel of we er weer aan zouden gaan verliezen (indien de rentes weer zouden zakken).

Dus dat is allemaal perfect duidelijk. Maar er is één ding dat daarbij ontbreekt, en dat ik (zo "beschuldigt" hij) actief heb proberen te verbergen. Dat is het feit dat naar alle financiële maatstaven mijn "voorstel" een spectaculair succes was. En ik biecht op dat ik dat inderdaad heb proberen te verbergen! Het is immers zo simpel om te laten zien dat het (ondanks al die andere dingen die ik er over gezegd heb, en die heus wel juist waren) een spectaculair succes was, dat het feit dat ik het niet gedaan heb niets anders kan zijn dan een poging tot wegmoffelen. Laat ik dus eerst dat succes tonen, en vervolgens zeggen waarom ik het probeer weg te moffelen.

Het succes is heel simpel te tonen. Stel dat "de Staat" mijn voorstel van destijds had uitgevoerd. Zoals ik al zei, na de eerste vijftien maanden zou dat (aan "de belastingbetaler") ongeveer 1 miljoen euro gekost hebben. Maar intussen zou "de Staat" dat financiëel instrument in handen hebben, dat garandeert dat we de volgende 585 maanden (het was immers een voorstel op vijftig jaar) niet meer dan 4.00% moeten betalen. Aangezien ik over een instrument praat dat zich afspeelt in zowat de meest liquide markten van de wereld, zouden we dat heel eenvoudig weer kunnen verkopen in de markt. Het gaat over een zeer elementair product, en uitrekenen wat de waarde van dat instrument is, is in mijn job een kwestie van seconden. Dat is géén overdrijving: seconden. 35 seconden om precies te zijn.

Zo gezegd, zo gedaan. Het antwoord op de datum van mijn laatste post daarover is: 10 miljoen euro.

Dus: de staat die 15 maand geleden mijn voorstel had opgevolgd, had de eerste vijftien maanden één miljoen euro betaald, en had vervolgens het zaakje kunnen "omdraaien" (zoals wij dat noemen), en daar 10 miljoen euro voor kunnen ontvangen. Tien miljoen opbrengsten min één miljoen kosten is negen miljoen euro winst: niet slecht voor één postje op Speels maar Serieus.

Natuurlijk, "de Staat" die dat allemaal had gedaan, inclusief het incasseren van de 9 mio euro, heeft nu het openstaand risico dat ik de hele tijd beschrijf.

Maar "de Staat" die helemaal niets gedaan heeft, heeft ook dat openstaand risico (dat is nu juist waar ik me de hele tijd over beklaag), maar geen 9 miljoen euro.

En meer dan dat zit er niet aan vast.

Maar waarom probeer ik dat dan allemaal zo hard te verbergen, of toch minstens te verzwijgen?

Wel, het antwoord daarop zit in mijn posts over "financiële voorspellingen" (2). Dat "spectaculair succes" is op zich precies even indrukwekkend als iemand die bij één of ander spel uitroept "ik voel dat het een zes zal zijn!", met een dobbelsteen werpt, en vervolgens nog een zes werpt ook. Daarmee heeft hij geen "gelijk" gekregen, hij heeft alleen maar "geluk" gehad. En daar hoog over van de toren blazen is precies even kinderachtig als de dobbelspeler die begint te kraaien van "zie je wel, ik wist het!". In spelletjes als "Advanced Dungeons and Dragons" deed ik het ook; in serieus bedoelde teksten liever niet.

De reden waarom ik dat "succes" verzweeg was dat het me niet te doen is om één of ander "gelijk". Dat zou neerkomen op het verwarren van "gelijk" hebben met "geluk" hebben. Mijn posts gaan niet over de vraag wat de interesten zullen doen, de komende vijftig jaar (omdat niemand dat weet), maar wel over de vraag welke risico's we aan het nemen zijn. En hoe hard onze bewindvoerders daarover hebben nagedacht. En of ze misschien een heel kortzichtig beleid aan het voeren zijn, waarbij ze mogelijke (zware, heel, heel zware) kosten naar de toekomst verschuiven, om het budget van dat jaar er beter te laten uitzien.

Nu, mijn collega begrijpt al die dingen, hoor. Dit is voor mensen die in de financiële markten werken even elementair als de buitenspelval voor een professionele voetballer. Mijn collega verwart dus niet "gelijk" met "geluk". Mijn collega pleit ervoor het geluk dat ik heb gehad aan te vullen met de "winst" die ik ook heb - tenminste in de virtuele wereld waarin iemand mijn voorstel had uitgevoerd.

Het verschil, zegt mijn collega, is dat dat mensen die al die posts nu lezen waarschijnlijk denken dat het nog altijd een zeer twijfelachtig voorstel was. Zoals ik het tot nu toe had verteld hebben we er nog geen euro aan verdiend. Dus vragen de niet ingewijde lezers zich waarschijnlijk af waarom ik er maar over blijf doorzeuren. En dat is heel gemakkelijk op te lossen door er op te wijzen dat er niet alleen "geluk" in het spel is, maar wel degelijk ook winst; veel winst. De "winst" die je had kunnen hebben door iets te doen is, vanzelfsprekend, hetzelfde als het verlies dat je hebt omdat je het niet hebt gedaan. Dat kan perfect zonder over "gelijk" te beginnen. En het laat nog steeds toe als belastingbetaler de vraag te stellen waar we mee bezig zijn.

Straks gaat hij me nog beschuldigen van overdreven bescheidenheid. Ach, eens moet de eerste keer zijn, nietwaar?

----------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/een-belastingbetaler-wil-weten-deel-5.html plus de eerdere afleveringen
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/nog-eens-financile-voorspellingen.html plus de eerdere afleveringen

zaterdag 19 mei 2007

Tim Willocks, The Religion

Het boek is nog maar een kwart gevorderd, maar het lijkt me nu al een indrukwekkend verhaal. Het is Anno Domini 1,565 en de Opperturk, Suleiman "the Magnificent", heeft besloten een groep van zijn ergste vijanden definitief uit te schakelen. Het is de bloeiperiode van de Ottomanen, ze zijn de schrik van hun (groot) deel van de wereld, en laten we niet vergeten, nog een eeuw later zouden ze voor de poorten van Wenen staan. Een eeuw nog zou het duren voor duidelijk werd dat de lange strijd tussen het Christendom en de Islam in het voordeel van de eerste was beslecht.

De doodsvijanden van iemand als Suleiman zijn zelf natuurlijk ook niet zomaar om het even wie. Het zijn de Hospitaalridders van Malta! Bij eerdere confrontaties met een supermacht als de Ottomanen van de zestiende eeuw zijn ze onderuit gegaan - dit is tenslotte een tijdperk waarin de Christenheid zich teruggedrongen voelt. Kijk gerust zelf maar even naar de kaart, en vergelijk de Reconquista van Spanje met het verlies van het gebied van Constantinopel tot Wenen.

Maar de Hospitaalridders zijn van plan te leren van hun eerdere fouten. En Malta is hun hoofdkwartier: van nature een burcht, en gebruik makend van de tijdige waarschuwing wordt het eiland in die eerste bladzijden in ijltempo omgebouwd tot een echt stekelvarken. De Jannissaren zullen er plezier aan beleven!

Ik moet op mijn tanden bijten om niet snel even een "hoe zat het ook alweer" te doen. Hoe is dat verhaal eigenlijk afgelopen - Google zou het me in een wip vertellen. Zoals ik al zei, het (tweede) beleg van Wenen is een eeuw later dus die Turken zouden dat best wel eens gehaald kunnen hebben. En toch, de hoofdfiguren zijn de Europeanen. Het is nochtans geen "wij zijn de goeden en zij zijn de slechten" boek; van bij het begin zit in karakter nummer één (Mattias Tannhauser) het vermogen ingebouwd om de Turkse kijk op de zaak even goed te begrijpen als die van de ridders. Maar het zal moeilijk worden het boek "goed" te doen aflopen als Malta uiteindelijk gevallen is. Wel, ik wil het even niet weten...

Het valt me op dat vele karakters aan dat begin van het boek zwaar "larger than life" zijn. Je hebt de Grootmeester van de Hospitaalridders, die honderd land- en zeeslagen heeft overleefd, en je hebt de Inquisiteur met zijn donkerzwarte ogen die zijn enorme macht met een diepgevoelde nederigheid uitoefent, en je hebt Mattias zelf en zijn twee kompanen waarover ik verder maar niets zeg, maar die ik als karakter voor een verhaal niet eens zou durven verzinnen.

Een inquisiteur met doordringende, koolzwarte ogen, komaan zeg.

En ik vergeet Gravin Carla en haar compagnon Amparo, wiens muziek zo aangrijpend is dat de verenigde talenten van Mozart en Beethoven er op een blokfluit bij lijken.

En of het nu daardoor is, of ondanks die pathos is - mijn gevoel voor verhaal is niet ontwikkeld genoeg om het te kunnen zeggen - maar feit is dat heel die cast me meevoert in een onstuitbare nieuwsgierigheid naar de vraag hoe het nu zal aflopen. Je voelt hoe van overal in Europa Hospitaalridders zich naar Malta haasten: de meest gevreesde strijders van het Westen, door hun Turkse vijanden de Hellehonden genoemd. En je voelt hoe Turkse vloten zich verzamelen in de wateren van de Middellandse Zee dat de golven ervan trillen, en terwijl je het leest begrijp je dat er een botsing bezig is die dat deel van de wereld niet meer gezien heeft sinds Rome en Carthago elkaar in het oog hadden.

Ik moet opbiechten, ik ben jaloers op de auteur. Als ik mijn eigen fantasieën kon in woorden uitdrukken, tegen de prijs dat mijn karakters clichés worden, desnoods met de goeden in het wit gekleed en de slechten in het zwart; het zou wel geen literatuur zijn, maar het zou wel enorm fun zijn.

Voorlopig ziet het er naar uit dat ik beter de boeken van anderen lees...

---------------------------------------
Deze post heb ik even later nog opgevolgd met de post:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/bloederig-of-realistisch.html

Ik ben terug online! Ik besta terug!

Met de hulp van een gewaardeerd familielid is de computer terug actief. De laatste fase van de verbouwingen zal gaan aanbreken, en in theorie (en per contract) moet dat binnen twee weken voorbij zijn. Natuurlijk wacht er dan een hoop her-verhuiswerk, maar soit, het einde van de tunnel is in zicht.

Dus kan ik terug bloggen, en dat is ook de bedoeling. Ik blog omdat ik het wel geestig vind om die overpeinzingen uit te schrijven, die mensen zoals ik nu eenmaal voortdurend overkomen. De laatste tijd is er in ons Vlaamse blogwereldje wat beroering over mensen die lijstjes maken van "meest populair blog" en "blogs met invloed" en zelfs trucs om je blog hoger op dat soort lijstjes te krijgen. Volgens mij is dat soort beroering de uitdrukking van het feit dat mensen om de verkeerde reden met bloggen bezig zijn. Wie blogt om er rijk of beroemd mee te worden zal (volgens mij) wel nooit heel veel inhoud te bieden hebben, en ik twijfel er sterk aan dat je er in dat geval rijk en beroemd mee kan worden.

Natuurlijk, als je het doet als allerindividueelste expressie van je allerindividueelste emotie zal je ook alleen maar dat deeltje van de mensheid bereiken dat uitgerekend jouw soort inhoud en stijl kan waarderen. Dus daar word je ook niet rijk en beroemd van. Ergo, bloggen is niet zo'n goed medium om rijk en beroemd mee te worden. Natuurlijk, enkele mensen zijn rijk en beroemd geworden met bloggen, maar (steeds volgens mij) is dat nogal analoog aan de lotto. Je kan niet plannen ermee te winnen, je kan hoogstens geluk hebben. In elk geval, ik vind dat je moet bloggen omdat je dat geestig vindt, zoals anderen een muziekinstrument bespelen en zo, en niet om jezelf groter te maken dan je bent, want dat laatste lukt toch niet. En op het einde zit je nijdig te kijken naar iemand die - hijg! - meer gelezen wordt dan jijzelf. Tsk, tsk...

Merk op, dat betekent niet dat ik het fout vind om die lijstjes te maken. Ik vind het alleen fout om daar zo sterk bezorgd om te zijn. Die lijstjes zijn zelfs heel interessant om het verschijnsel van de "fat tails" te bekijken. Die term beschrijft het verschijnsel dat dingen die vroeger nooit aandacht, laat staan "succes" zouden gekend hebben, dank zij internet toch kanalen naar buiten vinden. Vroeger konden alleen de Richard Dawkins-en van deze wereld hun ideeën publiceren, nu kan zelfs ik het ook. Dawkins haalt miljoenen lezers, ikzelf haal er tien - maar vroeger zouden het er nul geweest zijn. (Ik blog, dus ik besta - of had iemand dat al gezegd?)

Dus is het heel interessant om lijstjes van "bezoekers" en "invloed" en "populariteit" te hebben. Alleen (just my two cents) juist die fat tails krijgen we daarvan nooit te zien. Dus lezen we er wat iedereen al wist, LVB heeft een veelgelezen blog en er bestaat een kring rond "gentblogt" die ook veel gelezen wordt, enzovoort. Terwijl ik het wel interessant zou vinden om iets te weten te komen over al die kleine clubjes die zich dank zij het open internet kunnen verzamelen. Zijn er nog blogs voor "luciede rechts"? Interesseren nog andere bloggers zich voor antieke en middeleeuwse geschiedenis? Waarschijnlijk hebben de makers van die lijstjes deze informatie, maar jammer genoeg verspreiden ze alleen hun top drie (of zoiets), waarmee niemand verrast wordt.

Soit. Ik hoop vanaf nu opnieuw geregeld te bloggen. Gewoon omdat ik dat een aangename tijdsbesteding vind.

dinsdag 15 mei 2007

Geen Computer, deel II

De laatste fase van onze verbouwing zal stilaan aanbreken, en wij breken ons hebben en houden op uit de ruimte waarin we ons hadden teruggetrokken, en verhuizen (grotendeels dit weekend) alles naar de plaatsen die intussen zijn opgefrist. De keuken staat er zo ongeveer, de helft van het huis is gevloerd en (vooral) de eethoek die nog een structuur uit de jaren vijftig was heeft nu isolerende ramen en een buitendeur gekregen.

Nu is de ruimte waarin ik momenteel zit te computeren aan de beurt: stenen opbreken en beton gieten en opnieuw vloeren. Daarmee zal er weinig of geen plaats zijn voor een computer, en bovendien raak ik er waarschijnlijk niet mee aan de telefoonlijn verbonden. En dus zou het wel eens kunnen dat het hier heel erg stil wordt, tot ongeveer begin juni.

Een zeer bittere pil, ongetwijfeld. Om het leed een beetje te verzachten grijp ik terug naar een tweelingpost van ook alweer een klein jaar geleden, waarvan ik nog altijd vind dat ze er mochten zijn.

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/op-de-stranden-van-colleville-sur-mer.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/hier-liggen-hun-lijken-als-zaden-in-t.html

En in afwachting van mijn behouden terugkeer wens ik de virtuele wereld (en de andere ook, daar niet van) van harte het allerbeste toe.

maandag 14 mei 2007

Nogmaals "Natuurlijke Selectie"!

Een hele tijd geleden, in februari 2,005, kwam op het blog van LVB het onderwerp evolutie ter sprake, alsook de vraag of "andere theorieën" (zoals "Intelligent Design") in de wetenschapsles moesten onderwezen worden. Daar heb ik toen een commentaar op gepost, die Luc kort daarna als "gastbijdrage" op het blog zelf plaatste. Nu valt mijn oog daar nog eens op terug, en ik moet zeggen, mijn omschrijving van "natuurlijke selectie" van toen lijkt me beter dan mijn tekst op mijn eigen blog (1), toch alweer een jaartje later.

Daarom volgt hier nog eens die tekst terug, als "oldie but goodie". Hier gaan we:


Gelukkig is de evolutietheorie een erg gemakkelijk te begrijpen theorie, zodat iedereen kan te weten komen wat die eigenlijk zegt. Om meteen de conclusie te verklappen: evolutietheorie is niet iets dat je moet "geloven" of "aannemen", omdat evolutietheorie iets is dat je kan weten.

Kijk even mee:

Als je even om je heen kijkt kan je zien dat geen twee individuen van een populatie perfecte copieën zijn van elkaar. ("variatie")

Als je even om je heen kijkt kan je zien dat veel kenmerken van individuen erfelijk zijn. ("erfelijkheid")

Als je even om je heen kijkt kan je zien dat niet alle individuen nakomelingen krijgen. ("selectie")

So far, so good? Dat is fijn, want daarmee is 90% van het werk gedaan! Immers, als de kenmerken van de individuen verschillen, en als ze niet allemaal evenveel nakomelingen krijgen; dan is het toch niet gewaagd te concluderen dat die verschillen in kenmerken een impact (kunnen) hebben op de kans dat een individu nakomelingen heeft, wel? Of zou een blind konijn echt evenveel nakomelingen hebben als een konijn met uitstekende ogen?

Wel, beschouw dan nu een kenmerk waarvan de variatie inderdaad een effect heeft op de kans op nakomelingschap EN dat bovendien erfelijk is. Als het kenmerk op een gunstige manier variëert, dan moet dat leiden tot meer nakomelingen dan wanneer het kenmerk variëert op een ongunstige manier. Immers, konijnen met betere ogen leven langer dan konijnen met slechtere ogen, en omdat konijnen kweken gelijk de konijnen hebben de eersten meer nakomelingen.

En aangezien we een kenmerk beschouwden dat ook nog erfelijk was, hebben in de volgende generatie meer individuen dat gunstig gevariëerde kenmerk; bijvoorbeeld: betere ogen.

En natuurlijk variëren ook in die nieuwe generatie, waarin het gunstige gevariëerde kenmerk meer voorkomt, wéér alle kenmerken - vermits geen twee individuen een perfecte copie zijn - en er zullen wéér enkele van die variaties bijzijn die een gunstige impact hebben, en dus zullen die wéér (als ze erfelijk zijn) meer in de volgende generaties voorkomen...

Enzovoort.

En dat is alles! Variatie, erfelijkheid en selectie, en verder de logische conclusie die daaruit voortvloeit, inclusief het feit dat variatie cumulatief is. Nieuwe gunstige variatie komt niet "zomaar toevallig" terecht bij individuen die al andere gunstige variatie bezitten, maar omdat individuen die die "andere gunstige variatie" niet bezitten er al niet meer bij zijn.

Dat is logisch waterdicht, en toen het principe ("natuurlijke selectie", Darwin, The Origin of Species, 1859, hoofdstuk 4) gepubliceerd werd, was het een echte sensatie.

Omdat het logisch waterdicht is, is het een theorie. Is het ook wat er in de praktijk is gebeurd?

Eerst een vooral kan je je voor jezelf afvragen wat er zoal in de realiteit moet gebeuren opdat het mechanisme zoals beschreven zich niet zou afspelen. Aangezien over alles wat ik hierboven heb geschreven al 150 jaar quasi consensus bestaat, lijkt dit punt me wel het beste punt om kritieken te bedenken. Als het je lukt... ik garandeer onmiddellijke wereldberoemdheid, ja, ik garandeer de Nobelprijs!

Dus: wat zou bij variatie van erfelijke kenmerken die een impact hebben op de kans op nakomelingschap, kunnen verhinderen dat met het verstrijken van de generaties de gunstige variaties meer en meer in de populatie voorkomen?

Wereldberoemdheid, Nobelprijzen... ik neem er geen woord van terug!

Maar desondanks zijn wetenschappers een stelletje kritische en sceptische zuurpruimen, en dus vonden ze theoretische waterdichtheid en onweerlegbaarheid niet goed genoeg. Was het eigenlijk meer dan zomaar een "theorie"?

En ze stelden kritieken op die de vorm hebben van "ALS de theorie waar is, DAN moet noodzakelijk [zus en zo]".

Bijvoorbeeld: ALS de theorie waar is, DAN moet de aarde noodzakelijk veel ouder zijn dan wij (in 1859) denken.

Dat is het "falsificatieprincipe", een veelgebruikt criterium om "wetenschap" te onderscheiden van geloof. Om een betekenisvolle uitspraak te zijn moeten er gevallen zijn waarin we toegeven dat onze theorie fout is. Bijvoorbeeld, als de aarde slechts zesduizend jaar oud is, dan is de evolutietheorie zeker fout, wegens te weinig tijd.

Wel, tot ca. 1920 of zo was dat een probleem voor de theorie, en toen ontdekte men (aan de hand van radioactiviteit) dat de aarde veel ouder was dan altijd gedacht, en de voorspelling (Darwin maakt die in hoofdstuk 9 van The Origin of species) kwam uit.

Nog een voorbeeld. ALS de theorie waar is, DAN moeten er doorheen de tijdperken voorouders van de huidige soorten geleefd hebben, die verschillend waren van hun huidige nakomelingen, EN die meer beginnen te lijken op die huidige nakomelingen naarmate ze in recentere tijdperken leefden.

Merk op dat dit in lijnrechte contradictie is met het boek Genesis, hoofdstuk 1, dat immers verschillende malen zegt dat elke soort zich voortplant "naar zijn soort". Blijkbaar is deze frontale contradictie één van de redenen waarom de creationisten het zo moeilijk hebben met de theorie.

Welnu, met het verloop van de tijd doken ook werkelijk fossielen op (of ze waren er al, maar ze konden, bijvoorbeeld in 1800, nog niet gedateerd worden), die inderdaad verschuivende kenmerken vertoonden, en wel meer op vandaag levende organismen leken, naarmate ze zelf in recentere tijdperken hadden geleefd.

Daarmee heeft de theorie een voorspelling gedaan, en waargemaakt, die zo spectaculair moeilijk is, dat je tot vandaag mensen zich in allerlei bochten ziet wringen om te ontkennen wat ze zelf met hun eigen ogen kunnen gaan zien, bijvoorbeeld, in het Natuurkundig Museum in Brussel :-)

Om deze, en soortgelijke, redenen, is de evolutietheorie een wetenschappelijke theorie, en geen geloof. Het is iets dat je niet hoeft te geloven, omdat het iets is dat je kan weten. Het heeft hetzelfde wetenschappelijk statuut als, zeg, de relativiteitstheorie, of de quantumfysica, of het "Standaardmodel" van de kosmologie: het is naar onze beste pogingen, gebaseerd op waarnemingen (variatie, erfelijkheid en selectie) en logisch nadenken, het beste model dat we hebben om het onderzochte onderwerp te beschrijven.

Vergelijk hoe het scheppingsmodel slechts een geloof is. We bekijken, dus, de reeks evoluerende fossielen die de theorie al had voorspeld, en we concluderen dat God ze heeft gemaakt. En als de reeks fossielen nu eens helemaal anders was geweest, en wel zo dat de evolutietheorie absoluut niet klopt? Wel, dan had ze God ze ook gemaakt. Dus God is iets dat het altijd gedaan heeft. Hoe de feiten er ook uitzien, en dus totaal los van die feiten, God heeft het altijd gedaan. Het model kan nooit gefalsifiëerd worden, want wat je ook meemaakt, God heeft het altijd zo in elkaar gezet.

En dus is het scheppingsmodel een geloof, en geen wetenschap. Terwijl voor de evolutietheorie moet voldaan zijn aan bepaalde feiten, en anders is de theorie gefalsifiëerd. En daarom is de evolutietheorie een wetenschap, en geen geloof.

En daarom mag van mij het scheppingsmodel gerust onderwezen worden in de scholen: maar dan wel in de godsdienstles, en liefst als hoofdstuk tussen een aantal andere hoofdstukken "scheppingsmythes van de mensheid". Dus na de scheppingsmythes van de Noormannen met Odin en Thor, maar voor de scheppingsmyhen van de Azteken met Quetzàcoatl.

En daarom mag het van mij niet onderwezen worden in de biologieles, alsof het model aanspraken kan maken op een wetenschappelijk statuut. Want dat is niet zo.

-----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html

zondag 13 mei 2007

Hoe onwaarschijnlijk is leven?

Als je staat op de kusten van de kosmos en uitkijkt over de oceanen van het universum (ik bedoel gewoon: je staat op het oppervlak van de planeet Aarde en je kijkt naar de hemel) dan zie je een grotendeels dooie boel. We zien lege ruimte, we zien sterren, we zien planeten, maar we zien geen leven – toch niet in de fractie van het universum die we kunnen zien. Alleen wijzelf - en zelfs dat voor zover we kunnen zien – op dat heel kleine bolletje dat onze planeet is, vormt een uitzondering

Als slechts een heel kleine fractie van een veel groter totaal een bepaalde eigenschap (leven, dus) vertoont, dan lijkt het er op dat die eigenschap niet erg waarschijnlijk is, maar integendeel heel erg uitzonderlijk. Bovendien komen we vanuit een heel ander perspectief tot dezelfde conclusie. De evolutietheorie biedt een kader dat ons laat terugkijken in de tijd, waarbij we geleidelijk de levensvormen zien terugvloeien, van hun huidige verscheidenheid naar één enkele gemeenschappelijke voorouder – het moment van “het ontstaan van het leven”.

Elke levensvorm die we kennen is gebaseerd op een genetische code die zich, telkens en telkens opnieuw, uitdrukt in dezelfde, of zeer sterk verwante chemische moleculen: DNA en RNA. Terwijl, als leven verschillende malen was tot stand gekomen en wist te overleven, aan de basis daarvan telkens heel andere moleculen hadden kunnen liggen, die tot een heel andere soort complexe moleculen zouden evolueren. Dan zouden we niet één, maar twee of drie of vijfhonderd afstammingslijnen zien, allemaal gebaseerd op een heel andere chemische basis.

Deze en andere overwegingen doen ons besluiten dat er maar één enkele afstammingslijn bestaat, en dat alle aardse leven bijgevolg aan elkaar verwant is. Verder weten we dat de Aarde een 4.6 miljard oud is, en dat leven ongeveer 1 miljard jaar daarna is ontstaan. En als een planeet 1 miljard jaar (1,000,000,000 jaar!) bestaat voor je leven ziet, en daarna nog eens 3.6 miljard jaar zonder dat hetzelfde nog eens opnieuw gebeurt, dan lijkt het er opnieuw op dat het tot stand komen van leven een zeer, zeer uitzonderlijke gebeurtenis was, nietwaar?

Wel, daarmee is de vraag gesteld, en dat is hier het belangrijkste. De waarheid is: we kennen het antwoord niet, we kunnen hoogstens speculeren. Dus om de show weg te geven: de rest van dit artikel is speculeren.

De conclusie dat het ontstaan van leven erg uitzonderlijk moet zijn klinkt plausibel, maar het hoeft niet juist te zijn. Laat me even aannemen dat onze planeet een omgeving is waar leven integendeel (erg) waarschijnlijk is, wegens de samenstelling, de massa, de afstand tot de zon, de zon zelf, dat soort dingen. Die assumptie (“speculeren”) laat toe een probleem te schetsen: Als het zo waarschijnlijk is dat leven tot stand komt, waarom gebeurt het dan maar één keer, op al die tijd? We praten tenslotte over mil – jar – den – jaren!

Alleen, misschien is leven helemaal niet slechts één keer tot stand gekomen! Misschien is leven wel degelijk heel erg vaak tot stand gekomen. Of beter gezegd, misschien zijn de ketenen van chemische reacties en moleculen die de stappen naar leven konden zetten heel erg vaak tot stand gekomen. En misschien zijn al die ketenen vervolgens geaborteerd, op één enkele na. Dat zou betekenen dat wat wij als een uiterst zeldzame gebeurtenis zien, niets anders is dan een geval van “selectie effect” (1). Wat we vandaag zien is niet representatief voor wat er ooit is geweest, omdat de meerderheid van wat er ooit is geweest spoorloos is verdwenen.

Bijvoorbeeld, tijdens dat miljard jaar voor er leven tot stand kwam was de Aarde quasi voortdurend een kokende massa, gebombardeerd door rondvliegend puin, vermoedelijk van kalibers om de komeet die de dinosaurussen heeft uitgeroeid het nakijken te geven. In die omstandigheden is het heel goed mogelijk dat (per onze assumptie) werkbare basismoleculen voor leven de hele tijd ontstonden, maar al gauw weer opkookten in de volgende interstellaire smak. En als we daarvan geen spoor van terugvinden, dan is het niet omdat het er nooit is geweest, maar omdat het al lang weer is verdwenen.

En hoe ziet het plaatje er uit na die ene keer dat leven is ontstaan? Dus, in “mijn” theorie zijn die basisketens al een miljoen keer ontstaan en weer weggevaagd, en dan, één miljard na het ontstaan van de Aarde, komt voor de zoveelste keer een molecule tot stand die vatbaar is om tot leven uit te groeien en... deze keer wordt die niet weggevaagd! Er knalt even géén komeet op de Aarde, of de kometen zijn niet langer zo groot, of wat dan ook, en onze molecule wordt complexer, en kan nog steeds zichzelf copiëren.

Vanaf dan hebben we alleen maar “samengestelde interest” en het bijhorende “constante verdubbeling” (2) nodig om de vraag (“als leven zo waarschijnlijk was, waarom gebeurde het dan niet de hele tijd?”) te beantwoorden. Dat bestaande leven bestaat uit bouwstenen, en als het zich vermenigvuldigt dan worden er steeds meer bouwstenen verbruikt. De wet van de constante verdubbeling vertelt je dat bouwstenen als snel schaars zullen worden. Een beetje variatie zal volstaan om te maken dat de ene al wat sneller copieën maakt van zichzelf dan de andere, en de evolutionaire calculus (3) doet de rest. Je hebt (zeker in verhouding genomen) maar fracties van tijd nodig, en het bestaande leven is heel goed in het (a) sneller in beslag nemen van bouwstenen dan concurrerende levensvormen, en (b) het opeten van concurrerenden levensvormen die zelf al bestaande bouwstenen hebben verwerkt tot, bijvoorbeeld, interessante pakketjes proteïnen (“vlees”).

Kortom, je hebt maar heel weinig tijd nodig om in een toestand te komen die met onze “wet van de jungle” nog véél te zacht is uitgedrukt. Dus beeld je nu in dat het ontstaan van leven op een planeet als de onze een waarschijnlijk iets is. Wéér komen bouwstenen tot stand, wéér bestaan er moleculen die in staat zijn uit die bouwstenen copieën te maken van zichzelf... Alleen, wat zal het droeve lot zijn van die nieuwe keten mogelijk leven, in een omgeving waarin zich een concurrent bevindt die generaties voorsprong heeft? De concurrent zal heel veel beter zijn in het in beslag nemen van de bouwstenen. Bovendien zal hij wel, en de nieuweling niet, goed uitgerust zijn om andere levensvormen te verslinden. Ik spreek nog niet van andere, soortgelijke effecten, ik zeg maar iets: het in beslag nemen van beschikbare ruimte. Of het overwoekeren van beschikbaar licht. Etcetera.

Dus als ik even aanneem dat leven heel vaak tot stand is gekomen, dan kan dat perfect consistent zijn met een plaatje waarbij het er bijna vier miljard jaar later op lijkt alsof het maar één keer is gebeurd. Voor het de eerste keer gebeurde was de omgeving niet geschikt. En nadat het voor de eerste keer gebeurde werden de ontwikkelingen zo snel in de knop gebroken, dat er geen sporen meer van terug te vinden zijn. Het bestaan van een meer geavanceerd leven – pure chronologie, door evolutionaire calculus omgezet in roofdierschap – had de omgeving al even ongeschikt gemaakt als toen er nog voortdurend kometen neerknalden. En zo blijf ik maar bij mijn conclusie: we weten het niet. We kunnen er over speculeren, we kunnen er plausibele verhalen bij bedenken, maar het is even goed mogelijk dat even doordenken je laat zien dat je verhaal helemaal niets bewijst.

----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/selectie-effect.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-evolutionaire-calculus.html

zaterdag 12 mei 2007

Eigendom

Een tijdje geleden zag ik in een blogcommentaar (dat moet dan haast bij LVB geweest zijn, maar ik heb het niet onthouden) de vraag hoeveel hoogmoed de mens wel moest hebben, om zich ten aanzien van de natuur zoiets als “eigendomsrechten” aan te matigen. Dat vind ik een zeer goede vraag: “thought-provoking” vragen zijn per definitie “goed”. Ik loop dan ook al een tijdje na te denken over de vraag.

Het kader was niet meer dan een mooi verhaal. De natuur, dat was iets waar we moesten “mee” leven, en waar we moesten “in” leven, en kwam helemaal niet in aanmerking voor “absolute” en “exploiterende” ideeën als eigendom, dat toch altijd een soort “meester- slaaf” relatie impliceerde. En omdat wij mensen nog lang niet aan goddelijke status toe zijn, was het hele idee van eigendomsrechten misplaatst. OK, ik vertel het uit het blote hoofd na, en dan nog eens in mijn eigen woorden, maar volgens mij was dat de teneur.

Het heeft iets plausibels, nietwaar? Plausibel is evenwel niet goed genoeg. Het hele verhaal gaat mis zodra je beseft dat eigendomsrechten helemaal geen relaties uitdrukken tussen de mens en de natuur, maar wel tussen mensen onderling. Zeker, zeker, als je in het Burgerlijk Wetboek kijkt, dan gaat het om het recht voorwerpen “op de meest volstrekte wijze” (of zoiets) te exploiteren (of zoiets). Blijkbaar toch een relatie met de natuur, niet?

Niet, dus. Lang, zeer lang, voor er van “eigendomsrechten” sprake was, waren er mensen die lucht inademden, planten zaaiden en oogstten en opaten, of verzamelden en opaten waar ze niet eens gezaaid en geoogst hadden, of stenen en rivierbeddingen verlegden... Kortom, al die vele dingen die neerkomen op het exploiteren van de natuur. En als opeten geen exploiteren is, laat staan “op de meest volstrekte wijze,” tja, wat blijft er dan nog over om “exploiteren” te heten?

Dus eigendomsrechten hebben niets te maken met het exploiteren van de natuur, omdat dat laatste onafhankelijk is van die rechten. Maar wel merkten mensen ooit dat leven van de vrije natuur niet erg rendabel is. Als we ook nog toevoegen dat populaties groeien tot het punt waar de ecologie ze nog net kan dragen, dan heersen er bijna altijd penibele condities. Dus zijn er goede redenen om de rendabiliteit van de natuur te willen verhogen. Dat kan door niet langer alleen te wachten tot we appelbomen passeren en de appels rijp zijn, maar alsnog te zaaien, en oogsten, en op te slaan, en beschermen, kortom, er is werk aan.

Maar dat impliceert dat wanneer iemand een stuk grond zaairijp heeft gemaakt door er alle stenen uit te wroeten, er bescherming moet zijn tegen iemand anders die hem vervolgens wegjaagt, en het land inpikt. Merk op: het gaat nog steeds over datzelfde exploiteren van de natuur, want daar gaat het sinds het ontstaan van het leven om. Maar vanaf een bepaald niveau komt daarbij dat mensen “rechten” moeten krijgen tegenover andere mensen, en dat zijn de eigendomsrechten. Die gaan niet over de exploitatie van de natuur, maar wel over de vraag hoe de resultaten daarvan verdeeld worden.

vrijdag 11 mei 2007

Noreena Hertz, The Silent Takeover

Vele jaren geleden waren de extreem-linkse "anti-globalisten" één van mijn favoriete groep gesprekspartners op usenet. En hoewel daarbij geregeld de pluimen in het rond stoven was er af en toe genoeg ruimte voor wat diplomatieke communicatie, waarin iemand me aanraadde toch ook eens een boek van "de andere kant" te lezen. Noreena Hertz, bijvoorbeeld. En dat heb ik destijds gedaan en, al die jaren geleden, heb ik er zelfs een bespreking van op de nieuwsgroepen gezet.
En ach, sinds ik een "boeken"label heb dacht ik, waarom zou ik dat niet eens heropvissen?

Het volgende is dus de tekst van die bespreking van destijds, met hoogstens wat typefouten er uit gehaald.

-----------------------------------
Noreena Hertz, The Silent Takeover, Global Capitalism and the Death of Demoracy, 2001

Bij het lezen van dit boek heb ik voortdurend met het beeld van een, jawel, beurskoers (!) voor ogen gezeten. Als je een grafiek opmaakt van de verschillende noteringen doorheen de tijd, krijg je ook het beeld van een lijn die op- en neergaande bewegingen vertoont, en als je er je tijd/geld in hebt gestoken zie je in één oogopslag of je aan het einde beter af bent dan aan het begin.

In twee woorden. Gedurende de eerste hoofdstukken vertoonde de koers een dalende lijn, soms sterk dalend, met af en toe mooie heroplevingen, maar toch ook wel momenten waarop de ontwikkelingen, gegeven deze onzekere tijden, voor een geestelijk faillissement deden vrezen. Tamelijk snel volgt, zonder zelfs veel nood aan stabilizering een krachtig herstel. De neergaande momenten die nog volgen zijn op geen enkel moment meer dan wat blipjes, en er zijn altijd enkele krachtige punten die geen twijfel over de uiteindelijke richting laten.

Als je maar een beperkt aantal boeken kan lezen zou ik het niet bovenaan plaatsen, maar vanaf het moment dat je één van die mensen bent die altijd wel één boek aan het lezen zijn mag het volgens mij zeker op de stapel.

De titel zegt al veel. Er is een zorgwekkend verschijnsel, "death of democracy", en er is een ander verschijnsel, een "silent takeover", en het ene verschijnsel is de oorzaak van het andere. De vraag is dus hoe goed dat wordt gemotiveerd en hoe constructief de ideeën zijn, gegeven dat we het oorzakelijk verband zouden aanvaarden.

Het begin is niet altijd veelbelovend. De techniek is die van de litanie. Een reeks voorbeelden, problemen en soms geïnterpreteerde feiten passeren de revue, en het oorzakelijk verband blijft impliciet. De omzet van ondernemingen wordt vergeleken met het BNP van staten, en o wee die omzet is in sommige gevallen groter. Maar of dat nu werkelijk zo doorslaggevend is lijkt me nogal in het midden gelaten. Er is, natuurlijk, het obligate "zoveel miljarden dollar per dag worden verhandeld op de geldmarkten", want we weten al lang dat dat simpele feit zonder meer mag gerekend worden tot "oorzaak" van de problemen, en de noodzakelijke redding van het LTCM fonds - een zeer terecht doelwit voor maatschappijkritiek, overigens - wordt geprezenteerd als iets dat illustreert hoe de golden boys de gemeenschap dreigen met onoverzienbare problemen op te zadelen; terwijl er in dezelfde zin bijstaat dat die redding wel degelijk door privaat kapitaal is gefinancierd.

Maar het is in zo'n dingen dat je het herstel al een beetje voelt aankomen. OK, het is een kanjer van een "geselecteerd feit", maar de hele waarheid staat er tenminste bij. Een beetje analoog verneem je nogal summier, terloops bijna, dat de auteur wel beseft dat "kapitalisme" en "vrije handel" de enige systemen zijn die een aanvaardbare welvaartcreatie mogelijk maken. Het is een opluchting het te vernemen, maar tijdens die eerste hoofdstukken is "lippendienst" de term die in je opkomt.

En dan, als een uitklarende hemel, slaat het om. De litanie aan jammerklachten verandert in concrete feiten. Bedrijf X heeft in land Y smeerlapperij Z onder de mat willen vegen, plus bronvermelding. Die politieke partij heeft van dat bedrijf zulke gift aangenomen, plus bronvermelding; en tegen de officiële ideologie van de partij in heeft ze dàt project van dat bedrijf gesteund, plus bronvermelding. Het maakt dat je van de ondertitel "death of democracy" iets kan beginnen maken.

Ook wordt het boek nu constructief. In zijn hoedanigheid van consument heeft de brave burger meer macht dan je zou vermoeden, en hij heeft die macht al meer gebruikt dan je zou denken. Er zijn voorbeelden, er zijn resultaten, er zijn verdere ideeën. In het verlengde hiervan, maar een absoluut cruciaal punt apart, is er ook ruimte voor zelfkritiek. (Linkse maatschappijkritiek lijkt erg gemakkelijk over het hoofd te zien dat kritiek wel degelijk ook zelfkritiek moet omvatten.) De consument kan dus veel invloed uitoefenen via allerlei campagnes, maar hoe weet hij welke campagnes de juiste campagnes zijn? Hoe kwetsbaar is hij voor misleiding, deze keer niet van bedrijven, maar van actievoerders? Het geval van het booreiland dat uiteindelijk toch beter was afgezonken, wordt niet onder de mat geveegd; korte termijn politiek blijft ondergeschikt aan lange termijn geloofwaardigheid.

Een andere vorm van zelfkritiek is het besef dat de burger die als consument zijn macht uitoefent, slechts werkt indien die burger al verondersteld mag worden een zeker niveau van welstand te behalen. Voor mij in het bijzonder was het een opluchting het te vernemen, want precies hetzelfde, uitgedrukt in de termen "Vrije Markt" viel bij links niet bepaald in goede aarde. Het zal dus toch maar een terminologiekwestie geweest zijn.

En dan zijn er een aantal verrassende ontwikkelingen. Op verschillende plaatsen waar overheden het laten afweten, zijn het wel degelijk bedrijven geweest die hebben ingestaan voor het opstarten van sociale projecten. Een mengsel van publieke druk en welbegrepen eigenbelang maken dat bedrijven meer hebben aan stabiele en welvarende structuren dan aan plundering. Daarnaast zijn er verrassend veel "nieuwe rijken" die uitkijken naar manieren om met hun middelen een verschil te maken, waar ze het gevoel hebben dat ze op de klassieke structuren niet teveel moeten rekenen.

Hetgeen dan weer aanleiding geeft tot nieuwe reeksen interessante kwesties als: dat is fijn als de economie goed gaat, maar hoe hard kunnen we daar op rekenen als het niet goed gaat? Het blijkt geen internationaal kapitalistisch complot, maar simpelweg menselijk gedrag te zijn, wanneer we daar inderdaad niet erg hard op kunnen rekenen. Kortom, de verrassende ontwikkelingen mogen dan verheugende ontwikkelingen zijn, maar daarom zijn we nog niet aan de nieuwe patatjes. (Mechelse uitdrukking, sorry.)

Naar het einde leek er wel wat vermoeidheid op te treden. Als een grote wolk op een mooie dag dreven daar beschouwingen binnen over hoe de economie de nieuwe politiek was geworden. Alsof we ons zorgen moeten maken over het feit dat territoriumuitbreiding eindelijk wat minder doorslaggevend wordt. Ook is verbazend te zien hoe die twee nog steeds als tegengesteld aan elkaar worden gezien. In werkelijkheid hebben we alle reden om ons te verheugen in het feit dat politiek minder een kwestie is geworden van breed met de armen zwaaiende alfa-mannetjes, en meer van wat er haalbaar is, en hoeveel, en wanneer. Of om het met mijn beeld van in het begin te zeggen, het werd stilaan tijd afscheid van deze investering te nemen, het is mooi geweest.

donderdag 10 mei 2007

Afscheid van een Poedel

Tony Blair. Vandaag heeft hij aangekondigd op te stappen als Prime Minister van Het Verenigd Koninkrijk. De grootste politieke teleurstelling die ik in mijn eigen bewust leven heb meegemaakt.

In de woorden van de krant De Standaard: zijn aantreden in 1,997 was dat van een politieke god. Zelf geen vriend van het socialisme zag ik met belangstelling zijn stijl, zijn visionaire ideeën, de zeer reële belofte van vernieuwing, het enorme enthousiasme van zijn aanhangers. Maar het was niet bepaald “dom links” dat hier aantrad! Zeker, “cultureel élan” en “het primaat van de politiek” en de maakbaarheid van één en ander; het hoorde er allemaal, en zeer nadrukkelijk, bij. Maar Tony en de zijnen wisten waar de welvaart vandaan kwam, en ze waren niet van plan de slogans te herhalen waarachter, oh, niet veel dieper dan twee percent van een millimeter, de terugkeer naar middeleeuwse toestanden verborgen zat. Of, wat nog pathetischer is, ze waren niet van plan dat laatste niet eens te weten. Hij had het potentiëel om een Bill Clinton te zijn, en de wereld heeft destijds niet lang gewacht om de vele gelijkenissen op te merken en uitgebreid te becommentariëren.

En ja, ik veronderstel dat het normaal is dat de glans met de jaren een beetje afbleekt. Het blijven tenslotte politiekers, nietwaar, zoek het op onder trefwoord “alfamannetjes”. Maar toch, er zullen in Europa, laat staan de rest van de wereld, dwazere dingen gebeurd zijn dan in het VK van Tony Blair. Er was een aura van jeugd, van dynamiek, van weten wat ze willen. De laatste keer dat ik keek (enkele uren geleden) was de Londense City toch nog altijd het hart van de financiële wereld.

En toen kwam Irak.

Wat bezielde hem? Wat bezielde hem? Wat - bezielde - hem? Was het werkelijk een vorm van idealisme, dan toch gekoppeld aan een onwetendheid en een verblinding die waarlijk niet past bij dat soort verantwoordelijke posities? Was het een adembenemende naiviteit, dat oude socialistische ideaal van de overheid die eens flink ging ingrijpen en met de middelen van de belastingbetaler niet alleen de eigen samenleving maar meteen ook maar die van de hele wereld ging maken? Of was het gewoon de verblinding van het alfamannetje, voor de valse glorie van de speech voor het Amerikaanse parlement en het bezoek aan de ranch van Bush?

Kijk, als Bush zijn mond opentrekt, en de wereld moet achter uitgestreken, beleefde gezichten verbergen dat ze hem net niet in zijn gezicht uitlachen – dan is daar niet veel aan verloren: er kwam hoe dan ook toch niks uit. Maar als een politieke leider met het potentiëel van Tony Blair elke credibiliteit met vuilbakken tegelijk op straat heeft gezet, dan is dat voor de beschaving waarvan hij één van de leiders was een reëel verlies. En dat allemaal om een militaire, economische en morele ramp te ontketenen, waarvan optimisten als ikzelf hoogstens kunnen denken dat het Westen veel te sterk is om er fatale schade door op te lopen.

Als Blair destijds zijn karretje roestvrij had vastgeklonken aan dat van Pipo de Clown, hij had er op geen enkel moment dwazer uitgezien dan nu. En wij, die niet kunnen weten wat hem bezield heeft, kunnen alleen maar naar de droevige puinhopen kijken die de feiten nu eenmaal zijn. De feiten zeggen dat hij zijn karretje heeft vastgeklonken aan een nog veel grotere nar dan Pipo, en mogelijk weet hij zelf niet eens waarom. En zo kunnen we voor de man die een Bill Clinton had kunnen zijn, een politieke grafzerk voorstellen met daarop de tekst:

Tony Blair, de poedel van Bush
Tony Blair, de poedel... van een poedel.

woensdag 9 mei 2007

Ons bijenproject: einde van fase één

Ons bijenproject in Kameroen (1) heeft het einde van zijn eerste fase bereikt. Een dertig deelnemers heeft een serie cursussen (gegeven door een landbouwingenieur en een expert in bijenteelt) gevolgd. Er is gezorgd voor hout, en dat hout is gezaagd in planken, en de bijenkorven zijn stilaan klaar. Verder zijn de deelnemers voorzien van de nodige uitrusting, zoals pakken, handschoenen en de dingen die je je kan inbeelden bij het probleem om de imkers tegen de bijen te beschermen.

Voor het opzetten van de cursussen, de lesgevers, het hout en de nodige uitrusting had onze VZW een budget van (uit het blote hoofd) een 5,000 euro voorzien. Daarvan zijn er uiteindelijk een 4,500 uitgegeven. Meer details staan in onze nieuwsbrieven, maar je weet hoe dat gaat; “ik zou dat eens allemaal moeten uitzoeken”.

Daarmee kijken we uit naar fase twee. De bijen mogen komen, maar ze mogen niet ziek worden – maar daarover hebben de deelnemers les gekregen. Ze moeten de bloemen gaan bezoeken en daar honing van maken. De dorpelingen moeten die honing vervolgens oogsten, en opslaan, en vervolgens ook nog verkopen. En dat is het punt waar de “neo-liberaal” en “marktfundamentalist” in mij met grote ogen zit te volgen.

Je moet geen genie in de economie zijn om te weten dat er een enorm verschil bestaat tussen de productiviteit die je haalt als je dieren (zelfs al zijn het bijen) exploiteert op een georganizeerde manier, of daarentegen leeft van wat je toevallig tegenkomt: je weet wel, “jacht” en zijn varianten. Maar daarnaast hoef je niet veel kranten gelezen te hebben om te weten dat er al veel ontwikkelingsgeld is geïnvesteerd in allerlei projecten, waar vervolgens niets van in huis kwam omdat de volgende fase gewoon nooit op gang kwam (2). Je krijgt dan wel een grote productiviteit, en het resultaat ligt te beschimmelen in de pakhuizen: “er is geen markt”.

En dus wil die neo-liberaal in mij nu wel eens weten hoe dit gaat aflopen. Toch zie ik nu al een heel groot verschil met dat ontwikkelingsgeld in het algemeen. Als, pakweg, de Wereldbank op het idee was gekomen om Kameroenese dorpelingen te laten leven van bijenteelt, zodat ze niet meer hoeven te jagen op chimpansees, dan waren er aan hotelkosten en voorstudies alleen al gemakkelijk 5,000 euro besteed, voor er zelfs maar een bij was gezien. Er zouden uiteindelijk miljoenen dollars in het project gepompt zijn, en die zouden allemaal terechtgekomen zijn bij mensen die leven van het feit dat het project dollars uitkeert als manna uit de hemel. Niemand zou op het idee gekomen zijn dat het belangrijk is ook nog voor bijen en honing te zorgen, omdat dat tenslotte is waar ze op de langere duur moeten van leven. En al dat geld verdwijnt in bodemloze putten en op de duur treedt een enorme vermoeidheid op.

Vergelijk met onze 5,000 euro. Niet bepaald een som waarmee je de ontwikkelingsindustrie in gevaar brengt, indien het slecht afloopt. Een zeer klein risico, zeg maar, en tegelijk een heel redelijk risico, met als potentiële opbrengst dat je een markt in een nieuw product (voor die producenten) op gang brengt, en dat de druk op het woud afneemt. Lukt het niet, dan zal het geen dure les van zoveel miljoen dollar zijn, maar een experiment dat de kosten wel waard was.

En fase één is nu eenmaal wel gelukt. Van de 30 beginnende cursisten waren er enkele maanden later, aan het einde, nog 29 over. De korven zijn klaar. De bijen mogen komen. Wijzelf, die onze overschotten van een paar honderd euro hebben uitgekeerd aan een schooltje voor de mensen uit dezelfde dorpen (3) zijn natuurlijk op zoek naar financiële steun voor die tweede fase (een goed verstaander...). Er moet opslagcapaciteit voor de oogst komen, en er moeten transportmogelijkheden zijn. Met een beetje geluk bieden we u binnen afzienbare tijd een potje echte Kameroenese honing aan.

---------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-bijen-van-kameroen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/william-easterly.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/een-schooltje-in-kameroen.html

Ik zou het niet beter kunnen zeggen...

... dan Ivan Janssens op zijn blog:

http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=335

En dus laat ik het maar zonder commentaar...

dinsdag 8 mei 2007

No Taxation Without Representation!

Frankrijk heeft het nog maar pas gedemonstreerd. Een socialistische partij die haar eigen dogma’s nog niet in vraag heeft gesteld, die nog niet gemodernizeerd is zoals, pakweg, de SP in Vlaanderen zichzelf gemodernizeerd heeft, komt niet meer aan de bak. Ik kan niet verbergen dat ik dat op zich goed nieuws vind. Jaja, ik weet het, simplistische visies, we zullen de nuances hier maar achter de schermen laten.

Waar ik het over wil hebben is de (voor zover ik daar iets van weet, natuurlijk) enige socialistische partij van Europa, die nog altijd even fris en vrolijk de dogma’s van het socialisme kan verdedigen, en die toch met quasi mathematische zekerheid de naderende verkiezingen (van volgende maand) zal winnen met cijfers die aan absolute meerderheid doen denken. Ik heb het, vanzelfsprekend, over de Waalse Socialisten.

En de vraag is: hoe komt dat?

Wel, het antwoord is pathetisch simpel, maar deze keer lijkt het simplisme me de waarheid. De andere socialisten kunnen de verkiezingen niet winnen, omdat hun filosofie de materiële middelen niet bezit, noch genereert, die hun wereldbeeld moet ondersteunen. En voor de Waalse socialisten geldt dat niet, omdat ze parasieten zijn op een systeem dat hen een externe geldbron bezorgt. Waar andere socialisten aan de macht komen faalt het beleid, en worden ze ofwel weggestemd, of ze passen zich aan aan de realiteit, of het eindigt met een dictatuur, gevolgd door een totale ineenstorting.

Niet zo voor de Waalse Socialisten! De Waalse Socialisten hoeven de middelen voor hun wereldbeeld niet zelf te kunnen genereren, omdat ze die middelen doodeenvoudig via het Belgisch staatsbestel krijgen uitgekeerd. En tegelijk worden ze niet weggestemd omdat de mensen die de puinhoop financieren niet de mensen zijn die op de Waalse Socialisten stemmen. Andere socialisten hangen wel af van de goedkeuring van de mensen die de rekeningen moeten betalen, maar de Waalse Socialisten niet. Bij de Waalse Socialisten zijn het enkel de mensen die de uitkeringen ontvangen die aan het woord komen.

Maar dat betekent dat er mensen zijn die hun belastingen zien gaan naar plaatsen waar ze niet vertegenwoordigd worden. Zoals ik al eerder heb gezegd, dat - en het bijhorende misbruik van fondsen en macht – lijkt me een veel grotere bedreiging voor de Belgische Staat (1) dan alle officiële “gevaarlijke partijen” bij elkaar. Er is zelfs een belangwekkend historisch precedent. Toen de Amerikaanse kolonisten van hun toenmalige Britse vorst belastingen opgelegd kregen waarin ze geen inspraak hadden, brak prompt de Amerikaanse revolutie uit. "No Taxation without Representation!” luidde de slogan, en die slogan is lang genoeg door de geschiedenis blijven galmen.

En beginnen de jongste golven daarvan niet stilaan op de Belgische kusten aan te spoelen? Hoe lang moeten wij nog clowns als Flahaut en de postjesjagers uit Charleroi blijven onderhouden? Hoe lang moeten wij voor dat soort potverdeerders en feestneuzen, die zichzelf nog ontzettend serieus nemen ook, blijven betalen, zonder dat we ze zelfs om de zoveel tijd naar huis mogen stemmen, zoals in een fatsoenlijke democratie? Laat me raden: op 10 juni heeft het ontvangende deel van de bevolking weer op de socialisten gestemd, en het betalende deel van de bevolking kan er weer niets aan doen? Hoe ze zich op die manier inbeelden dat België kan blijven bestaan – het is me een raadsel.

--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/02/de-dwazen-die-ons-regeren.html

Een aangenaam soort propaganda

W.E.B. Griffin was, als ik dat goed begrepen heb, een generaal in het Amerikaanse leger, die het patriotisme, de geest van kameraadschap, ideeën over moed en eer en trouw en nog zo een paar, via zijn literaire begaafdheid voor een breder publiek heeft toegankelijk gemaakt. Hier bij mij staat een serie paperbacks die begint met The Lieutenants, en na een voorlopig einde met The Generals zelfs nog een aantal vervolgen heeft gezien. En ik moet zeggen, hoewel het mijn wereld niet is – hey, stel je bij mij niets anders voor dan de bijziende boekenwurm – slaagt hij er in bij mij, en dus ongetwijfeld bij een hoop andere lezers, een soort begrip en een hoop sympathie voor die wereld op te wekken.

Dat zal een hoop mensen die vertrouwd zijn met mijn Irakstandpunt wellicht verbazen. Maar die mensen wil ik vragen: beeld je in dat er een engel voor je neus staat, en die vertelt je dat je naar een willekeurig stuk wereldgeschiedenis zal gestuurd worden, waar jij aan de verliezende kant een leven in oorlogstijd zal leiden, met een familie, een vrouw (ik ga er voor het gemak maar even van uit dat de lezer een mannetje is) en kleine kindjes, en jijzelf aan het front, met alle bijhorende ongerustheid over je ouders, je kinderen... enzovoort. Het enige wat nog niet is ingevuld is in welke oorlog, en dus tegen welke overwinnaar, je in dat leven een rol zal gaan spelen. En jij mag zelf kiezen! De Romeinen? De Mongolen? De Zoeloes? De Azteken? Je zegt het maar: door wie wil je overweldigd worden en door wie mag de wereld waarin je familie het verder moet uitzingen daarna bestuurd worden?

Mag ik opmerken dat ikzelf, zonder maar een seconde te twijfelen, zou kiezen verslagen te worden door een Amerikaans leger, vanaf ergens kort na de vroege twintigste eeuw?

Overigens gaat het daar in de boeken van Griffin niet eens om. Waar het om gaat is dat een leger een intens sociaal gebeuren is. Er is een sterke hiërarchie, er is een sterke neiging tot ritualizering, er zijn duidelijke tradities waar groot belang aan wordt gehecht, en er is heel die atmosfeer van idealisme en patriotisme waarover ik het al had.

Wat er gebeurt is dat Griffin aan de hand van verhalen die zich grotendeels in vredestijd afspelen, de sociologie van dat leger schetst. En hij doet dat vanuit een honderd percent sympathiserend standpunt, waarbij generaals werkelijk de belangen van hun manschappen boven alles stellen (of anders zwaar op hun neus krijgen) en waarbij lagere officieren werkelijk vol vertrouwen de opdrachten van hun superieuren afwerken en daarbij zichzelf maximaal wegcijferen (en anders evengoed zwaar op hun neus krijgen). En alle activiteiten, die af en toe betreurenswaardig maar noodzakelijk gevechten impliceren, zoals de invasie van Cuba of Vietnam, gebeuren vanuit het nobelste idealisme, het beschermen van de wereld tegen de gevaren van het communisme.

Je krijgt inzicht in de subtiliteit van heel dat hiërarchisch systeem, waarbij mannen nauw samenwerken en vaak vrienden zijn, maar waarin af en toe toch aan de regels en het systeem wordt herinnerd: zodat de kolonel zijn beste vriend de majoor aanspreekt met zijn titel “majoor”, hetgeen van zijn voorstel een bevel maakt, en waarop de majoor onveranderlijk “yes sir” antwoordt. En op analoge manieren domineren de generaalsvrouwen de kolonelsvrouwen, die op hun beurt de majoorsvrouwen domineren, enzovoort. Had ik op dit blog al iets over mijn belangstelling voor alfamannetjes gezegd?

Maar terwijl heel die wereld respectvol en zelfs liefdevol beschreven wordt is Griffin ook niet blind voor de problemen die er natuurlijk zijn met dat soort systemen. Pas nog zat ik te genieten van de scène die eindigde met “het bevestigde zijn opinie dat veel sergeant-majoors eigenlijk kolonels hoorden te zijn, en omgekeerd”. En nog subtieler wordt het wanneer een van de hoofdfiguren (laten we hem “kolonel Felter” noemen) via de inlichtingendiensten van de president zoveel invloed verwerft, dat zelfs generaals naar hem luisteren en alleen de allerhoogste generaals – met minder dan vier sterren komen ze er niet – hem als gelijke kunnen behandelen. Kolonel Felter spreekt al die hogere officieren aan met de beleefdheid en het ontzag dat hij hen als “lage” kolonel verschuldigd is – maar wanneer ze denken het anders aan te pakken dan hij, en proberen de hiërarchie uit te spelen, dan komen ze steeds van een kale reis terug.

Overigens vinden we af en toe wel eens een inconsistentie terug. In The Colonels stelt kolonel Felter voor om Che Guevara (een communistische agitator met meer dan een paar moorden op zijn geweten, zo vertelt deze uiterst charmerende propaganda ons, en ik ben wel geneigd het te geloven) te elimineren, waarmee hij op de grootst mogelijke verontwaardiging stuit van de hogere kringen. Maar in Special Ops zijn het juist de betweterige hogere kringen die Guevara willen elimineren. En is het kolonel Felter, de man die altijd het verst vooruit kijkt, die inziet dat dat alleen maar een martelaar van Che zal maken, de man die eigenlijk maar die ordinaire moordenaar was. Maar alles bij elkaar blijven dat maar kleinigheden die het plezier om die blik in het wereldje niet kunnen bederven, en waarvoor ik glimlachend de prijs – mijn beeld over het Amerikaanse leger wordt er in positieve zin door beïnvloed! – betaal.

Geen serie, dus, voor mensen die de zoveelste tirade tegen het machogedrag van de marines of de knotsboemdiplomatie van de VS wilden horen. Maar wel een reeks schetsen van een wereld door een man die zich door die wereld geabsorbeerd voelt; die er zijn levensvervulling in heeft gezocht, en gevonden. Een man die voor die wereld een liefde heeft opgevat die doet denken aan de passie van de kunstenaar voor zijn onderwerp. En in zo’n geval, ook al voel je dat het jouw wereld niet is, en ook al voel je dat je op een verborgen manier een bepaald perspectief wordt bijgebracht – mogen we bij die oprechte gevoelens van die man niet een zekere sympathie, en een zekere tolerantie, en zeker begrip gaan koesteren? Wat mij betreft, een warme aanrader, met een klein korreltje zout en op het einde een vrolijke knipoog.

maandag 7 mei 2007

You can fool 28% of the people all of the time

Ik lees dat Bush' "approval rating" tot 28% is gezakt. Dus 28% van de ondervraagden denkt in mei 2,007 dat Bush een goede president is!

Dus:

You can fool all of the people some of the time, and
You can fool some of the people all of the time, but
You can fool only 28% of the people all of the time.

Dat zou kunnen kloppen met het feit dat Carter in 1,979 ook aan 28% zat. Natuurlijk blijft het moeilijk om een geschikt criterium te vinden. Practisch precies een jaar geleden dacht ikzelf nog dat het geen 28, maar wel 30% was:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/you-can-fool-some-people-all-of-time.html

Dus is het geen vast cijfer, zoals de lichtsnelheid, maar eerder iets dat aan schommelingen onderhevig is. Ik had vorig jaar duidelijk niet aan Carter gedacht. Als we bijgevolg ons blikveld verder verruimen vinden we zelfs aanwijzingen dat een nog juister cijfer 25% is. De volgende grafiek is al van een hele tijd geleden (als iemand een recentere grafiek kan vinden...) maar je kan gemakkelijk genoeg extrapoleren.

http://pollkatz.homestead.com/files/BNCapp_12756_image001.gif

Het punt is, zelfs op het moment dat Nixon impeached (impeached! im - pea - ched!) haalde die nog 25%. Maar Bush heeft wel nog een pak maanden te gaan: wie weet waar die nog allemaal in slaagt?

Of misschien is 25% een absoluut minimum. Misschien doet het er niet toe hoe diep een president kan zinken, misschien doet het er niet toe hoe luid de feiten voor zichzelf spreken, en zal er altijd een harde kern van 25% zijn, van mensen die niet op het idee komen dat ze het mis hadden. Je weet wel, de mensen die al gezegd hebben dat het buitenlandse "beleid" van Bush de schuld is van de terroristen (1), of van de Europeanen, of van de Democraten (url's beschikbaar, zij het mogelijk mits enig zoeken. Maar als iemand er enkele tientallen euro per url voor wil verwedden...), maar nooit van de mensen die het hebben aangericht.

Want wat had je nu gedacht: ze hebben het immers zelf aangericht.

----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/blair-irak-is-een-ramp.html

QUOTE

"Hey, Tony! Hier is een oefeningetje voor je! Morgen schaf ik alle politiediensten van het VK af, allemaal, tot op de laatste. Van de eerste de beste extreem-linkse anti-globalist tot het Republikeins establishment van de VS vertelt de hele wereld me, zeer gedetailleerd, dat dat een idioot idee is, en dat plunderingen en onveiligheid het gevolg zullen zijn. Ik zet toch mijn zin door, en plunderingen en onveiligheid zijn het gevolg. En ik verklaar: dat is mijn schuld niet, dat is de schuld van de dieven en geweldplegers.

Denk je dat de je fout in de redenering kan terugvinden? Herbekijk je dan nog eens opnieuw wat je de laatste tijd zoal allemaal hebt uitgekraamd?

En denk je dan misschien ook eens na over de schade die je hebt aangericht?"

UNQUOTE

zondag 6 mei 2007

Feodalizering en een "Theorie van de Geschiedenis"

Een tijdje geleden stond hier een post over verschillende manieren waarop vroegere beschavingen het probleem van de verhouding tussen een centraal gezag en onderhorige gebieden oplosten (1). Om zich te verdedigen tegen barbaren en nomaden was een georganizeerd bestuur nodig, dat onder meer een geregeld leger moet ondersteunen. De post van destijds beschreef verschillende manieren om dat te organizeren, met een vlugge hint naar de invloed van de respectievelijke economieën waarop de verschillende beschavingen zich baseerden.

Recenter kwam er een post die verwees naar een boek van Bernard Lewis, een historicus die beroemd is geworden als historicus van het Midden Oosten en de Islam (2). Ik zei nog dat ik het interessant genoeg had gevonden om nog boeken van hem te lezen. En nu ik een heel eind zit in een tweede (3) merk ik een interessant verband met die vroegere post op.

In de eeuwen voor het jaar 1,000 AD vormde de Islam een politiek quasi eengemaakt gebied, met een bloeiende handel en de bijhorende cultuur, zoals je die van soortgelijke beschavingen (de Romeinen, de Chinezen, de Perzen en noem maar op) in soortgelijke omstandigheden al vaak had gezien – en in de toekomst nog vaak zou zien. Handel, industrie, een geldeconomie, een centraal gezag... En dus ook een bijhorende militaire organizatie, die zich waarlijk geen zorgen hoefde te maken over vreemde veroveraars. Gedurende die eeuwen waren de Arabieren en de volkeren die in de Islam waren ingelijfd zelf de vreemde veroveraars.

Vanaf de elfde eeuw begon één en ander mis te gaan. In feite een beetje zoals in de post over de verschillende maatschappelijke organzaties al stond. Er ontstond politieke versnippering, de druk van nomadische volkeren (zowel uit het noorden, in de gedaante van Turken, als uit het zuiden, in de gedaante van Bedouïenen) werd veel groter, de materiële basis van de beschaving brokkelde af, de geldeconomie brokkelde mee af, de militaire slagkracht idem ditto, en het was hervormen of tenonder gaan.

En wat er gebeurde was dat de Islam vanaf de elfde eeuw hervormde in de richting van een feodalizering. In het bijzonder de Turken werden in de Islambeschaving geabsorbeerd door middel van het toekennen van land in ruil voor militaire dienst. Feodalizering dus, als antwoord op twee van de problemen uit die vorige post. Er was niet langer een geldeconomie om het centraal gezag te dragen, en de vreemde invallers werden zelf gerecruteerd als deelnemers aan, en verdedigers van, de beschaving.

Die ontwikkeling doet vervolgens denken aan een ander boek waar het hier al eerder over ging (4). In dat boek stond hoe het Westen in het jaar 1,000 een feodaliteit was (sterk gesimplifiëerd: in reactie op invallen door de Vikings). Door de loop van de eeuwen ontstond een geldeconomie, ontstonden steden, ontstond technologie... En volgens dat boek is het verhaal van de successen van Europa het verhaal van hoe de ontwikkeling van de Europese sociaal-politieke instellingen tot staten al die andere ontwikkelingen mogelijk maakten.

Maar in dat geval krijg je een heel interessante vraag. Recapitulerend: om redenen die te maken hebben met vreemde invallers evolueert Europa tussen het jaar 1,000 en (pakweg) 1,700 van een feodaliteit tot een systeem van naties en staten. En in dezelfde periode, met een soortgelijke causaliteit, evolueert de Islam van een Imperium van “naties en staten” (Arabieren, Perzen, Egyptenaren, Byzantijnen, later ook Turken, Noord-Afrikanen en Indiërs,...) naar een feodaliteit. Het gaat blijkbaar om een historische ontwikkeling die in beide richtingen kan gaan. En die richting hangt blijkbaar af van de aard van vreemde invallers, de impact die ze hebben, en in welke fase van ontwikkeling ze precies optraden. Noem dit punt één.

Punt twee is dan het idee van North & Thomas, namelijk dat de ontwikkeling van politieke instellingen de ontwikkeling van technologie en wetenschap bepaalt. Tellen we één en twee bij elkaar op, dan krijgen we (behalve drie) een “theorie van de geschiedenis”; laat ik het maar snel een hypothese noemen. Die zegt dat de relatieve periode waarin resp. “Vikings en Turken” (in werkelijkheid waren er aan beide kanten veel meer vreemde invallers, natuurlijk) resp. Europa en het Midden oosten binnenvielen, bepaalde welke van deze twee beschavingen – die in zovele opzichten op elkaar lijken, zie ook (5) - een Renaissance (1,500) , een Wetenschappelijke Revolutie (1,600), een Verlichting (1,700) en een Industriële Revolutie (1,800) kende, en welke niet.

Dat geeft ons een theorie naast meer bekende theorieën, die gaan over hoe blanken het beter deden omdat zij superieure genen hebben, of hoe Europeanen het beter deden omdat ze een superieure cultuur hebben, of hoe Europa het beter deed omdat het een beter klimaat heeft, of omdat Europa veel meer oceaankust (“vrije handel”) heeft . De lezer merkt hoe ik de theorieën gerangschikt heb naarmate ze in mijn ogen van "lachwekkend" naar "interessant" opklimmen. Wie me een beetje kent weet overigens ook wel dat ik helemaal niet voorstel om de serieuze theorieën er uit te gooien en te vervangen door de “nieuwe” (het boek van Lewis dateert van 1,950 en North & Thomas is van 1,973...) hypothese. Wat ik wel denk is dat we het probleem van de “resolutie van de geschiedenis” (6) beter aanpakken naarmate we meerdere geloofwaardige invalshoeken weten toe te voegen. Bij dat hoofdstuk dat ik net van Bernard Lewis aan het lezen ben krijg ik in dat verband toch een beetje een “aha-gevoel”...

------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/01/enkele-soorten-maatschappelijke.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/03/dom-rechts-islam-en-beschaving.html
(3) Lewis, The Arabs in History, 1,950 (1,993)
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/rechts-maar-toch-goed-north-thomas.html
(5) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/de-baarmoederstrategie.html (6) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/de-resolutie-van-de-geschiedenis.html