woensdag 29 april 2009

Boek: Econoshock, eerste indrukken

Bijgeleerd door eerdere baby-ervaringen terwijl er al een ukkepuk thuis is, waren mijn vrouw en ik vastbesloten tijdens de voorbije, hectische week rustpunten in te bouwen. Dus geen bezoek in de vroege namiddag, en tijdens haar middagslaapje had ik dan ook tijd om iets te eten. En toen ik op een dag mijn leesboek was vergeten en een Mechelse boekenwinkel binnenstapte, bewees zich maar weer de kracht van de naambekendheid, en even later kwam ik buiten met Econoshock van Geert Noels onder de arm.

Natuurlijk ben ik nu niet in een positie om een grondige analyse van een serieus boek te maken, maar ervaren boekenlezers hebben vaak al snel een fatsoenlijke opinie bij elkaar. Mij viel meteen een enorm "to the point" gevoel op, een bijna staccato brengen van de boodschap, op een manier die ik nog niet vaak gezien heb. Als je geschiedenis leest krijg je vaak de andere kant van het spectrum te zien, een heel verhalende stijl, maar grote namen als een Fernand Braudel halen er ook vaak prachtige resultaten mee. De ervaren lezer van Speels maar Serieus ziet natuurlijk meteen dat die "andere kant van het spectrum" ook mijn kant van het spectrum is (over de resultaten zullen we maar zedig zwijgen) maar dat hoeft helemaal geen grote probleem te veroorzaken. Integendeel vult de stijl van Econoshock iets op dat ikzelf in de vertelstijl als een grote leemte ervaar, en dat is het verschil tussen een anecdote en een statistiek.

Daarmee zitten we bij het tweede punt dat me onmiddellijk opvalt, namelijk de kaarten, grafieken en tabellen waarmee het hele boek geïllustreerd wordt. Iedereen kan met grote ogen prachtige verhalen vertellen, maar als je er "de cijfers" meteen bijgeeft loop je weinig kans te blijven steken in irrelevante aandachttrekkers. Je ziet de evolutie van de prijzen, of je krijgt de omvang van een relevante oppervlakte, uitgedrukt op een kaart van Eur-Afrika voor je ogen te zien.

Dat waren de twee factoren - naast die naambekendheid - die me in de winkel deden besluiten het boek te kopen. Intussen heb ik al wat zitten lezen in hoofdstukken die me interesseren, en bij wijze van meer concrete illustratie pik ik er enkele momenten uit de "fossiele brandstoffen" uit. Ik was erg geamuseerd te lezen over de "ironie" van het feit dat woestijnen de oppervlaktes bieden waar het oogsten van zonne-energie rendabel zou zijn; zodat de olieleveranciers van vandaag de zonneleveranciers van morgen zouden zijn. Ik heb het punt eens bijna letterlijk geschreven in een post van toen dit blog nog jong was (1), maar ik geef toe dat ik er geen kaartje heb bijgezet van hoe weinig Sahara oppervlak je nodig hebt om de hele hedendaagse wereld van electriciteit te voorzien. En toch was juist dat kaartje uit Econoshock iets waar ik een hele tijd heb naar zitten staren.

Maar kom, dat is een voor mezelf grappige anecdote, die niet voorbij het niveau van "ik heb het altijd wel gezegd" komt. In datzelfde hoofdstuk komt ook één van die momenten waarbij ik hoofdschuddend zit te denken van "daar had ik nu eens nooit aan gedacht". We hebben dan al bladzijden en bladzijden analyses over alternatieve energiebronnen achter de kiezen, telkens met voor- en nadelen, en er komt geen magische oplossing in zicht... en dan ineens krijg je dit:

"We weten allemaal dat Amerikaanse auto's 50% meer verbruiken dan Europese. Als ze een voorbeeld aan Europa nemen, zouden de Amerikanen 8 tot 12 miljard vaten per dag besparen. De grootste oliebron ter wereld ligt dus in Detroit, en ze is makkelijk te ontginnen."

Kijk... Zeg nu zelf. "De grootste oliebron ter wereld ligt in Detroit"; ik zal de uitdrukking niet vlug vergeten.

Stilaan ga je misschien denken dat ik een nieuwe bijbel heb gevonden. Dat kunnen wij, gediplomeerde dwarsliggers, natuurlijk niet hebben! Snel naar een punt dat ikzelf heel anders zie! Aan het begin van dat hoofdstuk over energie schrijft Geert dat toegang tot (efficiënte) energie een soort voorspeller is voor welke samenlevingen voor bepaalde periodes de dominante beschavingen zullen zijn. Nu heb ik op dit blog al vaak gezegd dat ik dezelfde vraag tot heel andere factoren reduceer (2). Voor mij waren de voorspellende factoren voor wie de dominante beschaving zal zijn (a) de bevolkingsgrootte en (b) de economische productiviteit per hoofd van de samenleving in kwestie. Als ik dan het zeer plausibele idee van Econoshock vergelijk met mijn opinie, dan denk ik: zeker, natuurlijk zal de beschaving met de meest efficiënte energiebron de meest dominante beschaving zijn, maar dat blijft maar een afgeleide van de factoren "grootte" en "productiviteit". Immers, een heel klein land zou onrealistisch ver voorop moeten zijn in zijn energie om er de wereld mee te domineren. Terwijl landen met honderden miljoenen inwoners en alle olie of uranium(of wat dan ook) van de wereld, maar met een doodarme en onproductieve bevolking, niet meer het verschil zullen kunnen maken dan pakweg het Nigeria van het jaar 2,000.

Stof voor discussie, ongetwijfeld, en zo zullen er meer staan in het boek, dat ik nu eenmaal nog lang niet helemaal gelezen heb. Maar nu ik zo eens heb gesnuffeld aan mijn aankoop kan ik toch een eerste indruk formuleren: het ziet er zeer interessant uit, het lijkt op verschillende momenten het verstand en de verbeelding te prikkelen, en ik hoop zeker de tijd te vinden om er verder in te lezen. Een goed begin.

----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/speels-indien-serieus-zich-onthouden.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/europa-tussen-britannia-en-bokrijk.html

maandag 27 april 2009

Vaderinstinct

Maar goed dat we hetzelfde meegemaakt hebben met de (toenmalige) baby's Sarah en Thomas, of we zouden ons nog ongerust maken. Baby Simon is zo absoluut rustig dat je er schrik van zou krijgen: is dat kind nog wel normaal? Men heeft u gezegd dat alle baby's huilen, maar ik zeg u dat baby Simon niet huilt. Als het etenstijd is gaan zijn oogjes wijd open en ligt hij te spartelen met zijn knuistjes en zijn voetjes, en zijn "eh-eh-eh" (helemaal zijn zus, destijds) klinkt nadrukkelijk, maar huilen? De dag dat hij geboren werd, verder één keer twee dagen later, en voor de rest, niks, noppes, nada, nul. Hij is op een woensdagochtend geboren en het is nu maandagavond: twee keer gehuild; twee (2) keer.

Het speelt je op een eigenaardige manier parten. Misschien als vlug terzijde meegeven dat de windstilte hier van de laatste dagen te wijten is aan de knaller van de verkoudheid die begonnen is vrijdag, en die me heel het weekend slapeloze nachten bezorgde - en als je nog eens terugkijkt naar het lijstje taken uit de vorige post; waarmee een vader van twee ukken wordt geconfronteerd als zijn vrouw net een derde heeft gekregen... Er was echt geen energie meer over. Zelfs niet met de kindjes die opgevangen werden door een zeer bereidwillige familie.

Hoe dan ook, er speelde zich de volgende scène af. Ik zat op een rustig moment bij baby Simon en zijn mama, toen de laatste telefoon kreeg van een vriendin. Snatersnatersnater, natuurlijk, en ineens betrap ik mezelf er op dat ik de kamer ben buitengewandeld en al een eind de gang ben ingelopen. En dat had helemaal niets te maken met verveling bij al die "girltalk". Ik was integendeel die gang opgewandeld met de mentale gedrevenheid van iemand met een Plan. Restte nog de vraag te weten te komen wat dat plan dan precies was, want verder dan mijn onderbewustzijn was het duidelijk niet gekomen.

Maar het was helemaal geen diep verborgen plan. Op de gang klonk het typische gekrijs van borelingen, met lange uithalen en veel meer energie dan je van zo'n klein lijfje zou verwachten. En ikzelf, zoals altijd verzonken in Zeer Diepzinnige Gedachten (maar die jammer genoeg Te Briljant zijn om Ooit door de rest van de wereld Begrepen te Worden), maar met naast mij een pasgeboren zoon die in zijn bakske ligt te slapen, was door dat onderbewustzijn op mijn voeten gezet en de gang opgestuurd. De baby moest getroost worden! Je denkt toch niet, zei mijn onderbewustzijn op de sarcastische toon waar mijn onderbewustzijn zo goed in is, dat je vader kan worden en je vervolgens niets aantrekken van babygekrijs?

En dus stond ik daar zomaar ineens midden in de gang van de kraamafdeling, een man met een plan, maar zonder object om dat plan op af te reageren. Baby Simon sliep, en hij hield dat vol tot het weer etenstijd was. Elke dag opnieuw. Daar sta je dan met je vaderinstinct.

Geluk bij een ongeluk, dus, toen ik vandaag kleuter Sarah op de speelplaats met een zeer bedremmeld gezichtje op mij zag afkomen, en bleek dat ze lelijk gevallen was, en allebei haar knietjes helemaal opengeschramd waren. En zo kon papa al zijn koesterende warmte toch nog kwijt, zoals een ster die het geluk heeft dat één van haar planeten leven heeft ontwikkeld, zodat ze haar stralen niet voor niets de ruimte instuurt...

vrijdag 24 april 2009

Kleuter Sarah en Peuter Thomas en Baby Simon

Peuter Thomas is het gezinslid dat er het meest onwezenlijk bijloopt, deze dagen. De ene grootmoeder zit vol belangstelling te praten met haar dochter, terwijl de andere glunderend het babietje vasthoudt. Kleuter Sarah prutst snaterend een stoel tussen haarzelf en de baby en gaat er op staan en brengt iedereen aan het lachen met haar snedige commentaren. De twee grootvaders staan druk met elkaar te praten en papa overschouwt het allemaal met de blik van een adelaar: hij is tenslotte degene die het hele gebeuren in gang heeft gezet.

En peuter Thomas steekt met grote oogjes en een sip gezichtje zijn twee armpjes de lucht in, en er is niemand die hem pakt.

OK, OK, ik geef het toe, jullie weten immers toch al allemaal wat voor peperkoeken hartje dit groot bakkes heeft, dus natuurlijk had papa het wel gezien - hoe had ik het anders kunnen schrijven? - en natuurlijk heeft papa toen peuter Thomas gepakt en de lucht in gestoken; maar toch blijft het een definiërende scène. Peuter Thomas komt nog altijd niet verder dan het uitbrengen van een paar woordjes, doorgaans half vermoord, en je kan hem ook nog niet uitleggen dat zijn mama verschillende dagen in het ziekenhuis ligt. En dus dwaalt hij door alle vertrekken en vraagt overal "mama"? "Mama"? En het enige wat je als papa kan doen is hem zo goed mogelijk zijn normaal ochtend- en avondritueel geven, zodat er voor hem in deze chaotische tijden, waarin grote delen van het universum zelf aan het verkruimelen zijn, toch nog enkele eilanden van stabiliteit overblijven.

Kleuter Sarah daarentegen geniet van alle aandacht die haar status van grote zus met zich meebrengt. "Vandaag vond ik het heel leuk op school" zegt ze 's avonds zuchtend in de auto. En dat is niet moeilijk, want de hele eerste kleuterklas heeft de hele dag gewerkt aan een machtig kunstwerk. Een enorme tekening van een baby, geïnspireerd ingekleurd in diverse tinten geel en groen en rood en blauw, en waarbij duchtig is geëxperimenteerd rond antieke conventies waarin, bijvoorbeeld, mensen binnen de lijntjes moesten kleuren. Ook staan er wel twintig afdrukken in van kleurige vlekken in dikke verf, en die allemaal ongeveer het formaat hebben van kleuterhandjes. Al die aandacht voor haar broertje: van kleuter Sarah mogen er nog veel babietjes bijkomen.

Maar wat een werkschema! Opstaan om 07.00 uur, wassen, scheren en de rest, kleuter Sarah die uit haar kamer komt en informeert "waar is oma?", proberen te overtuigen kleedjes aan te trekken, wil niet, nogmaals proberen (tanden poetsen), wil weer niet, bubbubbubbubbubbu... klinkt het uit de kamer van peuter Thomas (sokken aantrekken) inpraten op kleuter Sarah, wil nog altijd niet, vlug flesje maken voor peuter Thomas, kleuter Sarah wil nog altijd niet, flesje op, Met kleuter Sarah naar de kleerkast, er weer weg om peuter Thomas van bij het trapgat weg te halen, tegenstribbelende kleuter aankleden, melk uitschenken, boterhammetje smeren met confituur, peuter aankleden, schoentjes aantrekken, boterhammetje smeren, appel schillen voor kleuter op school, boterhammetjes smeren voor ditto, drinkbus vullen voor ditto, koekje in brooddoos voor ditto (gisteren vergeten, "ma' ik was niet erg boos op jou, hoor, papa") luiertjes voor peuter in de tas, jasjes aan, tassen de auto in, peuter ook, kleuter ook, peuter afzetten in crèche met geboortepaashaasjes, kleuter afzetten in school, 09.00 uur terug thuis, papa ook boke eten, drukker bellen terwijl ik de koffie maak, mama in het ziekenhuis bellen terwijl ik de ijskast opentrek, naar ziekenhuis, vanuit de parking direct naar de drukker, 20 minuten stappen heen en terug, naar bakker voor de geboortepaashaasjes, aankomst in ziekenhuis, dag mama, dag Simon, hoeveel weegt hij vandaag? Kaartjes schrijven, baby verluieren, water halen, even rusten voor het middageten, nog kaartjes schrijven kleuter Sarah van school afhalen, peuter Thomas van crèche afhalen, erwtensoep opwarmen en te eten geven, peuter niet genoeg: flesje melk, jasjes terug aan, naar ziekenhuis, file, met peuter op de arm en kleuter aan het handje en een grote tas met flesjes en speeltjes door de garage en de liften en de gangen naar de kamer van mama (néé, Thomas! Afblijven Saartje"...)

Uimmm, het is op dat punt ongeveer zestien uur; de lezer gelooft het zo ook wel, zeker?

Intussen ligt het voorwerp van zoveel drukte zalig te slapen in zijn bedje. Het lijkt er op dat wij mensen zijn die onredelijk veel geluk hebben. Ik weet het, "prijs de dag niet voor het avond is", maar toch. Zowel kleuter Sarah als peuter Thomas kwamen ter wereld als zéér rustige babies, die de jaren daarna zeer goed sliepen, zelden ziek waren, je kent dat. Baby Simon kwam ter wereld terwijl hij een sireen opzette alsof hij vond dat er iets aan te kondigen viel, maar (echt waar) zodra hij in onze handen lag, tussen mama en papa in, werd hij heel rustig, en sindsdien, 60 uur later, schijnt hij te vinden dat er niets bijzonders meer is gebeurd in de kosmos: stilte bij baby Simon (behalve smakken als hij zijn melkske drinkt, en een boerke, natuurlijk).

En zo drijven wij verder door die heel bijzondere dagen, die zo snel voorbij zijn en die zich toch zo in je geheugen griffen, dat je er tientallen jaren later aan terugdenkt alsof het gisteren gebeurd was. En wie weet, wie weet, of het die dagen niet zal helpen als er ergens op het internet postjes staan over Kleuter Sarah en Peuter Thomas en Baby Simon?

woensdag 22 april 2009

Een nieuwe lente! Nieuw leven! Panta Rhei!

Ik heb me wel eens afgevraagd of er tussen de niet-ingewijde lezers enkele waren die hier destijds, bijna een half jaar geleden, een kleine dubbelzinnigheid hebben opgevangen. Het gebeurde in de post die vertelde hoe baby Thomas niet langer een baby was:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/baby-thomas-is-niet-langer-een-baby.html


De kleine dubbelzinnigheid zat in de staart. Die staart luidde:

"Intussen is baby Thomas toch maar peuter Thomas. We wensen peuter Thomas veel succes in de wereld van de peuters, en bedenken weemoedig dat we nu wel een peutertje en een kleutertje hebben, maar geen babytje meer. Maar ja, zoals de oude Grieken al zeiden, "panta rhei", niets blijft zoals het is..."

Het idee was natuurlijk dat baby's nu eenmaal geen baby's blijven, en als de formule "panta Rhei" van toepassing is, dan is dat omdat de baby intussen een peuter is geworden, terwijl de (vorige) peuter intussen al een flinke kleuter is, enzovoort. Dat gaat nu eenmaal zo in het leven...

Maar er is een tweede reden waarom mensen die "niet langer" een baby'tje hebben aan "panta rhei" kunnen denken. Ja, en de lezer die destijds niets vermoedde krijgt nu een tweede kans door snel een blik op de "tag" onderaan te werpen, waar hij zou verwachten "kleuter Sarah en peuter Thomas" te zien staan.

Nieuw leven dus! Het is hier inderdaad weer "B-day" (1)! En de "B" staat nog steeds voor "baby"! Simon Robeys, 3 kilo en 530 gram, en 53 centimeter. Moeder, kleuter, peuter en baby stellen het goed. Ook de papa stelt verwonderd vast dat de derde baby al even rustig en tevreden is als zijn twee voorgangers. En mooi, natuurlijk, heel mooi.

En baby Simon zelf? Die kijkt er nu al naar uit om met zijn deel van de aandacht van Speels maar Serieus aan de haal te gaan...

--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/b-day-de-tweede-al.html

dinsdag 21 april 2009

Ierland: de schuld van de overheid, of de schuld van de markt?

Wegens een hoop poespas te doen heb ik een dagje vakantie genomen, en nu ik (in tegenstelling tot de verwachting) niet uren in de rij heb gestaan volgt hier een teken van leven.

Het begint ermee dat Geert Noels op zijn blog enkele opmerkingen plaatst over de aanpak van de crisis door Ierland. Nu had ik daarover een bedenking die overigens verder gaat dan het oorspronkelijke punt, maar goed: zelf zou ik het iemand zeker niet kwalijk nemen als hij een randbemerking plaatst zodat er ineens er een hele draad op mijn blog staat.

Al was het maar ter registratie plaats ik hier die eerste opmerking van mezelf opnieuw, maar wie wil weten hoe het verder gaat verwijs ik naar Geerts Econoshock:

http://www.econoshock.be/2009/de-ierse-route/

Mijn eigen postje ging als volgt:

"Wat ik over “Ierland en de crisis” wel eens zou willen weten is het volgende.

We hebben lange tijd vernomen dat het Ierse mirakel het gevolg was van een bepaald soort liberale politiek: terugdringen van overheidsingrepen, vrij ondernemersschap enzovoort.

Op dit punt wil ik er wel op wijzen: iedereen kan van mij op het internet een tienjarig spoor terugvinden, waarin ik de voordelen van vrije markten bezing, (vaak bitsige) discussies met (”tegen”) communisten voer, relatief recent luid juichend Friedrich Hayek ontdek, enzovoort. Alleen vond ik, puur intuïtief, dat het verband tussen het Iers mirakel en het liberaal beleid nogal gemakkelijk getrokken werd.

Dus als we nu vaak vernemen dat de overheid de schuld is van de bankencrisis, en verder dat Ierland zwaar getroffen is door de bankencrisis, en verder dat Ierland staat waar het staat dank zij het liberaal beleid… dan lijkt me dat er enkele stukjes van mijn puzzel ontbreken.

Ikzelf zou het “vrije markt” denken willen versterken. Ik heb het altijd erg zwak gevonden om het telkens weer zonder veel kritisch denken aan successen te koppelen. Volgens mij is het een goed moment om na te denken over de beperkingen van het model. Veel zullen we niet bereiken door steeds krampachtiger verhalen te vertellen over hoe “we” toch gelijk hadden. Om te leren van tekortkomingen moet je natuurlijk wel eerst je tekortkomingen kunnen inzien."

Iedereen die denkt er iets zinnigs over te kunnen zeggen wil ik signaleren dat er op Geerts blog veel meer mensen het zullen zien dan hier. A bon entendeur...

vrijdag 17 april 2009

Afgaan op het uiterlijk

Het verhaal heeft nu al uitgebreid zowat elke nieuwssite gehaald die je maar kan indenken, maar ik kan het niet nalaten het ook te vertellen. Voor het geval je niet in sprookjes gelooft: je kan het live filmpje hier zien:

http://www.youtube.com/watch?v=9z0h1NNk1Ik&feature=bz302


Maar hier is het verhaal in mensentaal. Het is een tv-programma waarin "talent" zichzelf komt voorstellen aan een professionele jury. Nu heeft iedereen wel eens een dergelijk programma gezien, en hoewel je af en toe verbaasd bent over sommige amateurs allemaal kunnen is de conclusie meestal toch eerder een zuchtend "er loopt wat rond...". Wat ze niet belet allemaal te vinden dat ze heel erg goed zijn; anders deden ze immers niet eens mee.

Dus het zoveelste speciment wandelt, of beter gezegd, waggelt het podium op, en je ziet de drie juryleden denken: "hoe heette toch ook weer dat uitgestorven zoogdier, ze leken ook op olifanten en ze waren ook groter en plomper?". Maar goed, ze hebben er zo al heel veel zien passeren, en ze stellen beleefde de standaardvragen: hoe heet je, waar woon je, hoe oud ben je...

De mevrouw blijkt 47 jaar oud te zijn, en opnieuw, je ziet ze denken... Maar je moet zelf maar eens naar het filmpje kijken. Je ziet letterlijk rollende ogen, blazende monden, zo van "en hier gaan wij een hele song lang naar moeten luisteren...". En als ze op de vraag "wat is je droom" zegt "ik wil een professionele zangeres zijn" dan zit het publiek haar recht in haar gezicht uit te lachen. Maar goed, ze mag aan haar nummertje beginnen, en let vooral goed op die verbijsterde gezichten van de juryleden: "oh my God, wat hebben ze nu losgelaten?", en de man rechts die duidelijk van plan is het allemaal zéér gelaten te ondergaan.

En ze zingt haar eerste zin en weer komt dat gezicht van dat ene jurylid in beeld - terwijl jij die stem dus al een volle zin hebt gehoord - met nog altijd iets van die gelatenheid op zijn gezicht... En dan zie je die wenkbrauwen omhoog gaan, en je ziet die ogen zich opensperren, en dan springt het beeld naar de dame in het midden die nog maar pas meewarig zat te glimlachen en op wiens gezicht intussen al een uitdrukking van totale verrassing is verschenen. En haar mond valt letterlijk open! Het derde jurylid zie je pas als de tweede zin al gezongen is, en hij zit breed lachend met het nu al opgetogen klappende publiek mee te applaudisseren. De camera glijdt over dat publiek en je ziet dan al ongeveer de helft - dat zijn nog steeds diezelfde mensen die tien seconden daarvoor Het Nijlpaard nog zaten uit te lachen - uit hun stoel komen voor een staande ovatie.

Wel, je moet zelf maar eens kijken, zeker als je een beetje muziek kan smaken. Die gezichten van die jury: ongeloof, verbazing, verrassing, verrukking, en al die tijd die stem, van een soort die je toch echt maar heel af en toe te horen krijgt, en die opstijgt uit iemand waar je nooit of nooit een tweede keer naar gekeken zou hebben.

En op een paar dagen tijd is ze een wereldberoemdheid, en staat ze op sites als CNN en weet ik wat allemaal meer. Als je je ooit had afgevraagd waar dat cliché van "nooit op een uiterlijk afgaan" voor dient...

donderdag 16 april 2009

Meer bij "joden en Perzen"

Achteraf bezien was de vorige post over Perzische invloeden in het Christendom (1) veel te defensief. Wie maalt er om dat sommige mensen dat om allerlei redenen niet willen horen - willen we aan hedendaagse psychologie doen, of aan oude geschiedenis? OK, dus ik amateurde op een misplaatst moment een hoop ingebeelde psychologie: mea culpa.

Eén van de invalshoeken is intussen wel degelijk hedendaagse actualiteit. De "Perzen", dat zijn nu eenmaal de inwoners van het huidige Iran. En de "joden", die hebben een staat in het huidige Israel. En het zal lastig zijn (niet onmogelijk, maar toch lastig) twee staten te vinden die meer wederzijdse dreigementen uitwisselen dan uitgerekend Iran en Israel. En dus is het onderwerp alleen al vanuit dat standpunt uiterst boeiend. Uitgerekend de twee volkeren van die oeroude periode die tot op de dag van vandaag bestaan, en vriendschapsbanden onderhielden dat je de invloeden van de één nog herkenbaar bij de ander terugvindt, vliegen nu naar elkaars keel om de wereld voor nucleaire oorlogen te doen vrezen.

Maar hoe ze dat nu juist voor elkaar kregen is niet eens wat ik het meest "zou willen weten". Er is ook nog het aspect "oude geschiedenis" zelf. Waar stonden destijds die joden en Perzen precies in hun spirituele ontwikkeling? Wij, erfgenamen van het Christendom, bezitten uitgebreide bibliotheken over dat onderwerp, vol "experten die mekaar tegenspreken", alsook het "politiek" gemotiveerd discours waarover de "te defensieve post" het al had. Met andere woorden, we "weten" er wel erg veel over, maar het is toch altijd weer het "weten" van wat we willen "weten". Om maar een voorbeeld te noemen, Karen Armstrong vertelt in het boek waarover ik het laatst had (2) dat de joden in de periode voorafgaand aan de ballingschap nog maar tot een zeer dubieus "monotheïsme" waren gekomen. Jahweh was een soort stadsstaatsgod, zoals er in die periode en die plaats een hoop waren. De Phoenicische Baal op kop, maar ik denk wel dat ik er in een wip nog wat meer bij elkaar heb. En er is nu eenmaal een groot verschil tussen "de priesters vinden dat de andere goden niet aanbeden mogen worden" en "de priesters prediken dat de andere goden niet bestaan". Dus hoe zat dat nu precies?

Tenslotte, naast de hedendaagse actualiteit en de eruditie van de "oude geschiedenis" is er nog de dramatiek van de (noem het) demonologie. We weten allemaal (denk ik toch) dat het Christendom uitpuilt van de engelen en heiligen, en we weten veel minder (ik kan me vergissen, natuurlijk) dat daarin uitgewerkte hiërarchieën (Daar! Een woord met twéé koppeltekens: nu gij!) bestaan met "engelen" en "aartsengelen" en "machten" en "tronen" en ik vergeet er nog een hele serie.Voor zover we er iets van weten zien we dat als middeleeuwse uitvindingen - in de bijbel vinden we er alvast niet veel van terug. Maar ergens zegt iets me zeer vaag dat dat één van die Perzische invloeden is - waar of niet?

En naast de engelen en heiligen zijn er de nog veel spannender duivels en demonen! Ik weet nog dat ik me als speler van "Advanced Dungeons & Dragons" destijds bijzonder interesseerde voor figuren als Belial en consoorten - maar daar voel je al snel precies die antieke Phoenicische en Kanaänitische concurrenten van Jahweh weer opduiken. De goden van de vijandige volkeren waren natuurlijk al snel de duivels van het Uitverkoren Volk - of alweer nuance: ook dat is nu juist één van de dingen die ik graag had willen weten. Want ook daarvan heb ik me ergens laten vertellen dat je er veel Perzische invloeden in terugvindt.

Zuiver intuïtief, dus, neem ik aan dat we daar veel meer over zouden weten, als we de geschiedenis van die heel oude Perzen, nog voor die eerste dynastie van de Achaemeniden, zo'n beetje kenden, en wel vanuit cultureel-spiritueel oogpunt. En ja, ik neem ook aan dat wie een beetje zoekt ook op een wip een hele bibliografie bij elkaar heeft. Maar een bibliografie bij elkaar vinden is momenteel niet het probleem. Het probleem is in deze periode van zéér schaarse vrije tijd te weten welk onderdeel daarvan bovenaan de stapel boeken die ik aan het (her)lezen ben mag komen te liggen.

Maar ik blijf hopen.

----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/04/dingen-die-graag-had-willen-weten-van.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/02/karen-armstrong.html

woensdag 15 april 2009

En dat kan allemaal zomaar...

Luc Van Braekel laat ons een paasrapport zien dat een kind (acht jaar) van één van zijn lezers mee naar huis kreeg:

http://lvb.net/item/7286


Daar vernemen we dat de kinderen het volgende hebben geleerd:

"In de Wero-lessen werkten we rond Koning Rusttevree uit het nette en mooie land Intepedinte. Maar ook met het land van de geldwolven, het land van Koning Douwdzjoons, waar alles vervuild en vies was."

En na die sneer naar "de geldwolven van de Dow Jones" vernemen we ook nog dat "Piecegrientje" als held die geldwolven wist te overwinnen, of nog beter zelfs, "tot inkeer te brengen".

En ik moet zeggen, mijn maag gaat er even hard van keren als die van LVB. Ik moest aan iets denken waarvan ik wel weet dat het nog veel erger is - altijd voor zover het allemaal waar is, natuurlijk - maar volgens een Israeliër die bij mij een grote geloofwaardigheid heeft staan de tekstboeken van Palestijnse schoolkinderen vol formules als "één dode Israeli plus één dode Israeli is gelijk aan twee..." enzovoort. Het Belgische "schoolwerk"mag honderd keer minder bloederig zijn, maar als propagandatruc komt het uit dezelfde school. Bweikk.

Sommigen zullen zeggen - er is er tenslotte al één die dat in de commentaren van LVB ook werkelijk zegt - dat dat allemaal niet zo belangrijk is, en dat de kindjes immers toch niet weten waar het over gaat, enzovoort. Nu is dat misschien zelfs goed bedoeld, maar het blijft fout. Precies zoals LVB zegt is de kunst van de indoctrinatie nu juist om associaties te leggen waar het bewust denken er geen heeft. Zoals ook de commentator onmiddellijk zal inzien zodra hij bedenkt: als dat dan toch allemaal zonder enig effect is: waarom doen de makers dan zoveel moeite om uitgerekend niet-vertrouwde klanken als "Dow Jones" en "Greenpeace" in de geesten te sijpelen?

Minstens zo erg is dat het propaganda van het niveau "de Aarde is plat" is. Het is hier op dit blog al vaak het onderwerp geweest, dus ik herinner summier: de hele menselijke geschiedenis lang is de mensheid wanhopig arm geweest, met levensverwachtingen bij geboorte van minder dan 30 jaar, een kans van tien percent om te sterven in het kraambed, voortdurend weerloos tegen epidemieën of gewoon longontsteking, en als je tandpijn had (om van serieuze operaties te zwijgen) gedenk dan dat de verdoving uitgevonden is in de Westers kapitalistische negentiende eeuw. En sorry beste makers van dat soort programma's, maar er is maar één (1) uitzondering op die millennia durende vermorzelende armoede, en dat is het Westen van na de Industriële Revolutie.

Het zou niet de eerste keer zijn dat sommige mensen ietwat beteuterd van deze kennis op de hoogte raakten. Het zou ook niet de eerste keer zijn dat ze dan heel hard beginnen te spartelen, en dingen verklaren zoals dat er "vandaag veel meer hongersnoden zijn dan vroeger in Indië" (hetgeen ongetwijfeld de verklaring is van het feit dat de levensverwachting in Indië is gestegen van (uit het blote hoofd) 30 in 1,900 naar (ook uit het blote hoofd) 60 in 2,000). En als ze na nieuwe dosissen kennis ook nog beginnen te schelden, dan zijn alle condities vervuld, en dan zijn ze doodgewoon "dom links".

Maar eenmaal je al die dingen - en het gaat heus om zeer simpele, zeer eenvoudig aan te leren historische gebeurtenissen - wèl weet, dan zie je ook wel wat voor gevaarlijke propaganda hier achter schuilt. Ik geef toe dat ik moet rekening houden met de mogelijkheid dat die mensen gewoon niet beter weten, maar zeg nu zelf. Verwacht je dat ik onder dat motto zou goedvinden dat, bijvoorbeeld, kleuter Sarah op school krijgt opgelepeld dat de Aarde plat is, dat aderlatingen een deskundige medische praktijk zijn en dat de kindjes worden gebracht door de ooievaar? En als je dat niet verwacht, dan verwacht je toch ook niet dat ik het soort ideeën wil laten propageren die me zowat de beste garantie lijken voor een terugval naar de middeleeuwen?

En toch kan dat allemaal zomaar, en is het blijkbaar al tien jaar bezig. En over de mogelijkheid dat de makers wel degelijk goed weten wat ze allemaal aan het uitspoken zijn heb ik dan nog huiverend gezwegen...

dinsdag 14 april 2009

"De crisis is bezworen"

Sinds een dikke maand zitten de aandelen weer in de lift, en in het bijzonder de bankaandelen deden het goed. Zoals altijd slingeren de beleggers tussen "hoop en euforie" aan de ene, en "dead cat bounce" (1) aan de andere kant. En nu komen er goede kwartaalresultaten uit voor Goldman Sachs, en de bankaandelen stijgen als raketten, en ik hoor iemand zeggen: "de crisis lijkt bezworen".

Uimmm... Wellll...

Nee.

Kijk, de bankaandelen, die (bij mijn weten) het zwaarst hebben afgezien, zijn gezakt van 100% naar pakweg 5% van hun pré-crisis waarde. Voor zover ze niet failliet gegaan zijn, natuurlijk, al dan niet verpakt in "overnames" door de overheid of sectorgenoten. Maar goed: die "5%". Het punt is, tenzij we een crisis aan het doormaken zijn die praktisch het einde van onze beschaving betekent, zullen er een aantal banken niet failliet gaan. Omdat niemand weet welke dat zijn, en omdat de crisis echt wel heel serieus is, zitten er in de koersen van alle banken zware faillissementsdiscounts. In dat laatste woord betekent "discount" een negatieve "premie", terwijl dat dan weer "een extra waarde" voor één of andere reden betekent. In dit geval gaat het er om dat een bank die met die balansstructuur en cash-flow enzovoort normaal X waard zou zijn, vandaag maar de helft, of zelfs een kwart van Y zal waard zijn, of erger, om de simpele reden dat we niet weten of ze niet met de rest zal meegesleurd worden.

Maar de dag dat althans de dreigende bankfaillissementen overwaaien - en ik kan nu al aankondigen dat daarmee de crisis nog lang niet "bezworen" zal zijn - kunnen al die gezonde bankwaarden wel in snel tempo terug naar X. Ik denk wel dat het mogelijk is (en ik hoop het vurig) dat we aan die beweging al bezig zijn. In dat geval zijn de stijgende bankaandelen precies wat je in dat scenario zou verwachten, en ze kunnen nog een heel eind hoger.

Maar ze komen wel van "100". En ze zijn gezakt naar "5". Dus als ze nu na overwaaien van de faillissementsdreiging terug naar een X van "10" of "15" of "20" en meer gaan gaan - dan zal dat natuurlijk heel spectaculair zijn. Maar netto zullen ze nog altijd van 100 naar (pakweg) die 20 gegaan zijn. Of voor mijn part zelfs 50.

En ik denk dat iedereen het er over eens zou zijn dat een scenario, ergens op een willekeurig moment van de laatste zes of zeven decennia, waarbij je de bankaandelen collectief zag dalen van 100 naar 20 of 50, plus een hoop faillissementen, als dikke, dikke mizerie zou beschouwd worden. Iets heel anders dan "de crisis is bezworen", eigenlijk.

Het zegt iets, nietwaar, dat iets dat naar alle redelijke maatstaven "dikke, dikke mizerie" is, en waar we nog niet eens aan toe zijn, nu al aanzien wordt als een straal hoop van het kaliber van een zoeklicht?

Nee, de ineenstorting van de beschaving zelf, iets waarvan we pas binnen jaren officiëel zullen vernemen dat we er dichter bij waren dan we ooit dierven toegeven (met veel verhalen over van angst transpirerende centrale bankiers en toppolitici: let op mijn woorden) zou best wel "al" kunnen afgewend zijn: wie weet? Maar "de crisis is bezworen"? Ik zou mijn adem niet inhouden we dààr aan toe zijn...

--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/03/dead-cat-bounce.html

donderdag 9 april 2009

IPPON!

Ooit, toen ik ongeveer veertien jaar was, heb ik de edele judosport beoefend. Een heel mooie sport! Werkelijk, de manier waarop al die bewegingen waren uitgedacht, van de ene in de andere konden overvloeien, een fabuleuze techniek, en dus inzicht impliceerden... En natuurlijk de nood aan een beresterke fysieke conditie: als sport mag het er zijn.

En anders dan je nu waarschijnlijk van een boekenwurm als ikzelf zit te denken was er een onderdeel van judo waarin ik goed was. Heel, heel erg goed zelfs: vallen. Het aantal keren dat ik met een enorme zwaai door de lucht ben gezwiept en met die luide knal die je kent van tv tegen de grond ben gesmakt: het was binnen de kortste keren niet meer bij te houden. En echt waar, niet één enkele keer heb ik me daarbij noemenswaardig bezeerd. Hoe beter je tegenstander, hoe minder je je trouwens bezeert. En toen kwam onvermijdelijk de dag waarop dat maar goed was ook.

Elke club van een hoog niveau, in elke sporttak, heeft wel enkele absolute kneusjes die er lid zijn omdat het comfortabel dicht bij huis is. Zo ook judoclubs die kampioenen afleveren. In judoclubs herken je die kneusjes gemakkelijk aan het feit dat ze zo goed kunnen vallen: ze doen immers niets anders. En vaak nemen die clubs deel aan toernooien. Je stuurt dan een team van zes man naar de wedstrijd, en van die teams komt de eerste uit tegen de eerste van de tegenspeler, en je nummer twee doet hetzelfde tegen de nummer twee van de anderen, enzovoort. En zo kan je bijvoorbeeld winnen met 4 - 2 of verliezen met 0 - 6, en dan ga je wel, of juist niet door naar de volgende ronde.

De club waarvan ik lid was leverde niet minder dan vijf echte kampioenen af, allemaal precies in de relevante gewichtsklassen. Alleen voor de laagste gewichtsklasse was er niet alleen geen kampioen in de club, er was zelfs helemaal geen clublid van die klasse die ook nog de minimale kwalificaties had om aan toernooien van dat niveau deel te nemen. En inschrijven met een team met een man tekort, zelfs als dat waarschijnlijk met 4 - 1 of 5 - 0 kon winnen van om het even wie, kostte een hoop geld aan boetes. Er was dus een Probleem.

Nooit zal ik de dag vergeten waarop dat probleem ernstig besproken werd, door vijf spierballen van kerels in witte kimono's en donkere gordels, plus nog eens een coach die de grootste van allemaal was, en hoe ineens zes gezichten zich in mijn richting keerden, en er zes brede grijnzen verschenen, zoals wanneer je net de oplossing van een Probleem hebt gezien.

Om een lang verhaal kort te maken: weinig later stonden er op een judotoernooi van hoog niveau een enorme coach vergezeld van vijf beren van judoka's, plus Koen in een witte kimono en een aanzienlijk lichtergekleurde gordel. En temidden van een enorme ambiance en de nodige opwarmingen gingen we onze eerste kamp tegemoet.

En nu wil ik er nog aan toevoegen dat die dag voor mij altijd een heel mooie herinnering gebleven is. Daar temidden van al dat publiek rondlopen in je kimono, als lid van het gevreesde team uit Antwerpen, en dan in de besloten ruimtes voor de atleten (plus ikzelf) en dan weer gewoon tussen iedereen in de kantine: het had echt iets. Maar goed, al gauw kwamen we bij dat eerste gevecht.

Natuurlijk was me de tactiek, op zeer vriendelijke, joviale toon heel duidelijk gemaakt. Ons team hoopte al snel de nodige vier overwinningen op zak te hebben, zodat de kamp van de laatste deelnemer al geen enkel belang meer zou hebben. Het enige wat ik moest doen was de indruk wekken dat ik iets van judo afwist. Bijvoorbeeld: door op de juiste manier te verliezen. Iets waar ik toevallig heel erg goed in was. Verliezen in judo, dat doe je grotendeels door te vallen, en er was niemand die aan mijn manier van vallen ging zien dat ik daar alleen was als geldbesparende maatregel.

En de strijd begon. Vaak was het erg spannend, en duurden de gevechten minuten en minuten lang, en het ging van "yuko!" hier en "waza-ari" daar, en af en toe klonk ook de hoogste score. "Ippon!" roept dan de scheidsrechter luid, en het gevecht is dan en daar geëindigd. Ippon is die ene beslissende greep of worp die zo perfect is uitgevoerd dat het allemaal voorbij is. Natuurlijk duurde het dan nog vijf wedstrijden voor het aan mij was, en dus had ik toch de tijd om een tikkeltje nerveus te worden. Maar uiteindelijk stonden we 5 - 0 of 4 - 1 voor, en met kloppend hart stapte Koen de mat op, oog in oog met een menselijke beer die keek alsof hij- maar nee, we praten tenslotte over een mens, hier.

Hoe dan ook, de beer en de Koen stapten op elkaar af, bogen ritueel, grepen elkaar bij de mouw en de kraag zoals het hoort en de volgende fractie van de seconde zwaaide ik door de lucht en klapte op de meest voorbeeldige wijze tegen de mat. "IPPON!" riep de scheidsrechter met luide stem na een strijd van 1 punt 04 seconden, en we verlieten allemaal glunderend het strijdperk: geplaatst voor de volgende ronde!

Daar herhaalde het scenario zich nogal nauwkeurig, met dat verschil dat ik de mat opstapte, boog en de rituele greep aanvatte, en mezelf na 1 punt 04 seconden terugvond in wat de judosport zeer toepasselijk een "wurggreep" noemt. Zo'n wurggreep hoeft absoluut geen ernstige nadelen met zich mee te brengen, integendeel. Een beetje judoka herkent die greep natuurlijk meteen aan de gehanteerde techniek, en anders merk je het wel aan het feit dat je niet meer kan ademen. En al wat er nodig is, zoals ik met mijn judo-opleiding heel goed wist, zijn twee kleine klapjes tegen de mat, of tegen de tegenstander, waarna die tegenstander je onmiddellijk lost, en waarna de scheidsrechter met luide stem "IPPON!" roept, en wij allemaal glunderend het strijdperk konden verlaten: wéér geplaatst voor de volgende ronde!

En natuurlijk steeg de uitstekende stemming ten top toen we ook in de derde en beslissende ronde al snel vier of vijf wedstrijden voor lagen, en de laatste kamp, de mijne, enkel nog de formaliteit was waarin een lid van het nieuwe kampioenenteam nog pro forma het laatste gevecht van de dag zou aanvatten. En voor een gevulde zaal stapte Koen de tatami op, boog naar de tegenstander, stapte op hem toe, beschreef na 1 punt 04 seconden de vertrouwde brede boog door de lucht en kwam met een laatste overtuigende klap neer op de mat. "IPPON!" riep met luide stem de scheidsrechter, en glunderend nam ons team afscheid van het vechtgedeelte: een overtuigend kampioenenteam...

Nog eenmaal stonden we allemaal samen voor de zaal te wuiven. Een bekende politicus kwam de beker uitreiken, en één van ons team droeg de eer die beker in ontvangst te nemen. Vijf brede grijnzen keerden zich tot mij, vijf paar handen die allemaal samen die dag best een aardig verzamelingetje "ippons" hadden uitgedeeld duwden me naar voren ("ja, Koen", "komaan, Koen", "allez, Koen", "vooruit, Koen"...) en nog een beetje later sloot ik de dag van triomf waardig af door de kampioenenbeker in ontvangst te nemen.

In een opperbeste stemming reden we daarna allemaal samen weer naar huis. Het was een geslaagde dag geweest.

(Echt gebeurd, en vele jaren later naar best vermogen naverteld zoals ik het me herinner.)

woensdag 8 april 2009

Het was te mooi... maar was het een stomme grap?

Bladerend door de onderwerpen die me interesseren komt er een post van vroeger, over de structuur van de melkweg naar boven. En kijk nu, er staan niet minder dan acht "kwoteringen" (1) op. En nog wel over de hele waaier van mogelijkheden, van "dom" tot en met "briljant". Hoewel ik in principe [één "dom" plus één "briljant"] minder hoog schat (qua geloofwaardigheid) dan [twee keer "goed"] lijkt een complete waaier me ook iets waard. Smaken kunnen verschillen, maar blijkbaar maakt het iets los, etcetera etcetera, en ik bleef even zitten met een tevreden gevoel. Zo van "tjonge, op die oude post hebben alles bijeen acht mensen nog een score gegeven, het moet toch iets betekend hebben", je voelt het komen.

Helaas viel ik al snel uit de droom. Er stond ook een link naar een andere post over het onderwerp, en daar verscheen precies hetzelfde plaatje: acht scores, over de hele waaier aan mogelijkheden, en hoewel ze niet helemààl copieën van elkaar waren, was het eindresultaat toch zo, dat er drie keer "dom" drie keer "flauw" en ook drie keer "knap" en "briljant" stond, en verder ook vier keer "goed".

Hmmmmm... Om te geloven dat dat patroon zomaar tot stand is gekomen als resultaat van actieve lezers die doorheen de maanden over die posts zijn gestruikeld: dat is een eind voorbij het punt dat je mij met vleierij kan doen geloven. Af en toe stuit ik nog wel op andere oude posts met meerdere scores (meestal over "kleuter Sarah en peuter Thomas") en het blijft altijd deugd doen te zien dat zo'n tekst nog reacties losweekt. Maar wat me bij die melkwegposts is overkomen - ik heb er geen enkel idee van. Koen Vervloesem had er destijds nog voor gewaarschuwd: scoresystemen zijn best leuk, maar zeer kwetsbaar voor flauwe grappen makers. Iets dergelijks zal het hier ook wel zijn, zeker?

---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/een-nieuwe-feature.html

dinsdag 7 april 2009

Dingen die ik graag had willen weten: Van joden en Perzen

Snuisterend door wat oude geschiedenis kom ik bij de vergelijking terecht tussen Jezus en Mithras. Mithras was blijkbaar een Perzische godheid die op een 25ste december geboren was in een stal, geëxecuteerd werd en weer verrezen is... Soit, de tekst was alleen maar een reactie op de vergelijking, dus het fijne weet ik er niet van. De schrijver van die tekst vond het erg belangrijk te melden dat Jezus en Mithras toch wel erg verschillend waren, omdat, bijvoorbeeld, Mithras geboren was uit een rots: QED.

Maar dat er tussen verhalen verschillen zijn is natuurlijk niet verbazend. Vraag een miljoen mensen een verhaal te vertellen, en het spreekt vanzelf dat er verschillen zullen zijn. Het zijn wel degelijk overeenkomsten die ons moeten verbazen. Kennen die vertellers elkaar? Vertellen ze delen van hetzelfde verhaal? De verschillen zijn het normaal gevolg van het toevalsproces, de overeenkomsten zijn wat verklaring behoeft.

Bijvoorbeeld. Zeg dat er twee verhalen zijn, het één speelt zich af in Mechelen in AD 2,009; het ander op de planeet Zolt in het jaar 33,512 na de apotheose van de Grote Zebedebee. Maar laat nu in beide verhalen een roze teddybeer, genaamd Bonifaaz (1), en zijn bruine compagnon Barnabee voorkomen. Nu vraag je je toch af waar die overeenkomst vandaan komt? Het is dat "zoveel toeval; dat kan toch niet?" dat je op het spoor kan zetten van het feit dat, bijvoorbeeld, de vertellers broer en zus zijn, en dat tussen hun knuffels van destijds... enzovoort. Terwijl, het feit dat de ene een autobiografisch verhaal vertelt en de andere zich aan science fiction wijdt ("verschillen") je nooit op dat spoor hadden gebracht.

Waarom is dat allemaal belangrijk? Of beter, voor wie is zoiets belangrijk? Het is belangrijk wanneer je wil dat je verhaal voor waar wordt aangenomen, en dat er zoveel mogelijk zo letterlijk mogelijk in geloven, inclusief roze teddyberen, preken uit de wolken of mensen die vermoord worden en weer verrijzen. Als je wil dat de mensen geloven in het werkelijk bestaan van de roze teddybeer Bonifaaz (op de planeet Zolt in 33,512 na de apotheose van de Grote Zebedebee), dan gaan je kansen met sprongen naar beneden, wanneer de toehoorders te weten komen dat een (uitgerekend) roze teddybeer die (uitgerekend) Bonifaaz heette al voorkomt in een jeugdherinnering uit het Mechelen van 2,009 AD.

Dat is het probleem dat sommigen hebben met de overeenkomsten tussen de verhalen van Mithras en Jezus. In werkelijkheid zijn die buitengewoon interessant, bijvoorbeeld omdat ze een inzicht geven in hoe de verhalen gegroeid zijn, waar ze vandaan komen of wie er aan heeft bijgedragen. Dus begin je Mithras te vergelijken met Jezus, je krijgt de indruk dat er een hoop Perzische invloeden zitten in wat de joden daar allemaal bij elkaar hebben gespaard, en het schiet je te binnen dat het de Perzen waren die de joden hadden bevrijd, toen die zuchtten in hun ballingschap "aan de oevers van Babylon" (of zoiets).

Kan je het de leek kwalijk nemen dat hij dat minstens als een tantalizerende hypothese ziet - los van het feit dat de serieuze historici dat misschien allemaal al lang gefalsifiëerd hebben? Je ziet het voor je: de ballingen schreiden dus hete tranen aan de oevers etc etc, en daar kwam Cyrus met zijn Perzen en die liet ze gewoon naar huis gaan! En nu zouden we niet mogen vragen of de begunstigden van dat soort verlicht beleid niet meteen ook een blik op de spirituele ideeën van de bevrijders hebben geworpen, zodat het niet langer toevallig is als je later "25 december" en "de apocalyps" en engelen en weet ik veel wat nog meer in beide culturen aantreft?

Maar als je, zoals de Heilige Paulus Zelf, inziet dat zonder de verrijzenis het geloof geen voorwerp heeft - dan vestig je daar liever allemaal niet teveel de aandacht op. Of je probeert die desnoods af te leiden door snel te gaan wijzen op de verschillen: hij is geboren uit een rots. En je hoopt dat niemand in de gaten heeft dat het pas mirakuleus zou zijn als er helemaal géén verschillen waren, zodat we ons maar niet te veel over de overeenkomsten gaan verbazen.

---------------------------------
1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/bonifaaz.html

zaterdag 4 april 2009

De mens, een dier zoals de andere

Hier volgt een citaat:

"(...) éénzelfde lot wacht mensen en dieren: beide ademen hetzelfde leven, beide sterven dezelfde dood. De mens heeft dus niets voor op het dier. Alles is ijdel. Beiden gaan naar dezelfde plaats: ze zijn voortgekomen uit stof en keren terug tot stof. En wie weet of de levensgeest van de mens omhoog gaat en die van het dier omlaag naar de aarde?"

Een mens zou er depressief van worden, of in het beste geval nihilist! Maar hoe dan ook, de vraag is of je het citaat zou kunnen plaatsen? Wie heeft dit gezegd? Bijvoorbeeld...

De Griekse filosoof Herakleitos, in de paragrafen onmiddellijk volgend en voortbordurend op zijn wereldberoemde "panta rhei" (alles is in beweging)?

De negentiende eeuwse filosoof Friedrich Nietzsche, in de inleiding tot hoofdstuk twee van zijn Also sprach Zarathustra, als verklaring waarom hij teruggreep op een zeer antieke Perzische profeet?

De Bijbel, en wel in de verzen 3, 19 - 21 van het boek Prediker?

De twintigste eeuwse psycholoog Sigmund Freud, in zijn "Het Onbehagen in de Cultuur" voor zijn pessimistische conclusie "dat de mens gelukkig zou zijn is geen onderdeel van het plan van de schepping"?

donderdag 2 april 2009

Het is de schuld van de bankiers!

Op de site van Reuters vind ik een artikel dat zich verbaast over het verschil in behandeling van de banken (die de overheid probeert te redden) en de autobedrijven (waarvan de regering Obama meer en meer lijkt te vinden dat ze maar beter failliet kunnen gaan):

http://blogs.reuters.com/great-debate/2009/04/01/one-rule-for-banks-another-for-autos/

Het artikel betreurt dat blijkbaar niet iedereen gelijk is voor de wet. En kan je je inbeelden dat dezelfde vraag hier ook al eens is verschenen, ook alweer vijf maand geleden?

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/daar-heb-je-het-al.html


En ik vind het nog steeds: voor de werknemers, maar ook de leveranciers enzovoort is dat allemaal nagel op de kop. En dus moet je, wanneer je die toestand wil verdedigen, heel erg oppassen dat je niet terechtkomt in (zoals het artikel het noemt) "special pleading". Dat laatste heeft de vorm van "Koen pleit voor de redding van de banken maar past op de rest zijn klassieke kapitalistische moraal toe, Koen is zelf een bankbediende, ergo, niet te serieus nemen".

En juist daarom heb ik dan ook al geprobeerd om daar inderdaad redenen voor te geven, die niet afhangen van het feit dat ik inderdaad een bankbediende ben (1). Het komt er op neer dat banken (inderdaad) niet zoals de rest van de economie een sector zijn waar je wel of geen geld kan instoppen, omdat de banken als sector het geld zijn. Ik hoor vaak mensen zeggen dat "het geld toch niet in rook kan opgegaan zijn", en dat "het toch ergens moet zitten", maar dat is niet zo. Het is niet zo gemakkelijk kort uit te leggen, maar het overkop gaan van de banken komt zeer dicht in de buurt van een wereld waarin een tovenaar met zijn staf zwaait, en van het ene moment op het andere is er geen geld meer, geen rekeningen, geen kredietkaarten, geen bankautomaten, geen briefjes, geen muntjes: het - is - weg.

En good luck to us all.

Hoe dan ook, in die url's - en andere uit het groepje "financiële markten" - heb ik geprobeerd dat toch een beetje te laten zien. En eenmaal je het ook werkelijk ziet, zie je ook wat de overheden aan het doen zijn. Het is niet zo dat ze nogal willekeurig proberen één sector te redden, en de rest te laten stikken. Het is wel zo dat ze proberen te vermijden dat zomaar opeens "al het geld van de wereld" in rook opgaat. En inderdaad, naar strikt neo-liberale maatstaven moeten bedrijven die zich verbranden op blaren zitten. Dat werd in orthodoxe kringen dan ook vurig bepleit, tot het in september 2,008 met Lehman Brothers ook echt gebeurde... En bij wat er toen losbrak veranderde alles wat wij tot dat moment al een jaar als "zware crisis" beschouwden in iets dat er als een vriendelijke herfstwandeling in een verfrissende regenbui uitzag.

En dus denk ik dat de hedendaagse overheden, die in de ontwikkelde economieën natuurlijk allemaal zwaar neo-liberaal gekleurd zijn, inderdaad proberen de banken te redden, zij het met dichtgeknepen neus.

Op dat punt wil ook even verwijzen naar Paul Krugman, die zijn kritiek op de regering Obama bepaald niet gespaard heeft, en wel precies om de stank die uit de beerput opstijgt:

http://krugman.blogs.nytimes.com/2009/04/02/the-banks-versus-some-banks/

Je ziet dat ondanks alles ook Krugman niet beweert dat "de" banken failliet zijn, en dat de meesten dat zeer waarschijnlijk niet zijn. Op dat moment wordt het ontzettend belangrijk (het op zich bescheiden inzicht in) het verschil tussen "liquiditeit" en "solvabiliteit" te kennen. In combinatie met het domino-effect van (1) zie je dan dat heel de stapel solvabele banken via het liquiditeitsmechanisme door de paar insolvabele banken de put kan ingezogen worden, en we zijn weer op het punt waar "al het geld van de wereld zomaar in rook opgaat".

Maar als dat niet de schuld is van alle banken, maar wel van enkele banken, terwijl het verder afhankelijk is van de architectuur waarmee die allemaal met elkaar verweven zijn, dan zijn er (zoals vanzelf had moeten spreken) geen redenen om met dichtgeknepen neus te kijken naar de bankiers (en ik heb het nu echt niet over onschadelijke bankbedienden, maar wel over de echte bankiers) wiens instellingen niet insolvabel zijn. Dan zit je integendeel te kijken naar mensen die hun instelling ook in deze crisis op de been wisten te houden en dus, misschien, wie weet, uimmm... misschien iets goed hebben gedaan?

En als een overheid belastinggeld investeert om te maken dat die gezonde instellingen niet door het zogenaamde "systeemrisico" (wéér die architectuur die de hele groep naar de kelder kan dominoën) overkop gaan, omdat ze vrezen - best mogelijk terecht (3) - dat de problemen dan voor de economie véél zwaarder worden dan de nadelen van vergroot overheidsoptreden: dan is dat toch nog lang niet het Groot Socialistisch Complot waar ik dom rechts af en toe zie mee zwaaien? Laat staan het belonen van de "mensen die de crisis zelf veroorzaakt hebben"?

--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/de-financile-tsunami-en-de.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/vragen-van-de-financile-filosofie-geld.html
EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/09/domino-effect-zie-ik-nu-iets-over-het.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/liquiditeit-solvabiliteit-rendabiliteit.html

(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/en-dan-nu-een-inktzwart-scenario.html