maandag 1 mei 2017

Het basketbal seizoen is alweer voorbij



Anderhalf seizoen geleden, alweer, dat postje over scholier Thomas (1), die wat later dan veel andere kindjes was gaan basketbal spelen. Dus waren er een paar waarbij hij enkele jaren achterstand had, en op andere vele maanden, en dan waren er een paar lotgenoten... En laatst mijmerde een andere papa (die wèl "a thing or two" over sport weet) breed glimlachend over wat we zijn "kastje naar de muur" jaar noemen. Hoe hij probeerde te dribbelen maar wel telkens eerst moest wachten tot de bal van ergens ter hoogte van de nok van de sporthal weer voldoende ver naar de grond was gedaald om er een nieuwe stuiterende beweging aan te geven...

De moraal van het verhaal is dat je die achterblijvers absoluut op één of andere manier bij het ploeggebeuren moet betrekken. Want als je dat niet doet, dan hadden we nu geen Thomas in de ploeg gehad, en dat was jammer geweest . Nu twee jaar geleden, aan het einde van dat seizoen, was het verdict "Thomas heeft toch veel bijgeleerd". Het was dat zeer moeilijk stadium waarin hij en die  andere lotgenoten wel waren opgepikt, maar bijvoorbeeld nooit passen kregen. "Jij en ik" weten dat we ze moeten betrekken, maar die andere kindjes zien natuurlijk alleen maar dat kneusje die na een pas meteen de bal voor de ploeg kwijt is: dus wat denk je nu dat ze gaan doen?

Als die tijden voorbij zijn, dan komt dat door het jaar dat we "aansluiting" zullen noemen. Dat was het jaar waarin hij opvallend weinig zeurde over die passen die hij niet kreeg. Dat was het jaar waarin hij dan maar zelf probeerde aan de bal te komen. Dat kan je bijvoorbeeld doen door hem van de tegenstander af te pakken: "steal". Of dat kan je doen door hem bij elke gemiste worp naar de korf - bij basketbal een voortdurend gebeuren - op te vangen: "rebound". Het toeval wil dat dat soort "egoïstisch" gedrag ("ik wil die bal, het is mijn bal") zo ongeveer het beste is wat je voor de ploeg kan doen: echt waar zowat op het niveau van scoren zelf. Bij basketbal wordt er immers vaak gescoord, dus de individuele goal is op zich minder waard dan bij sporten die wel eens op 0 - 0 eindigen.

Natuurlijk was hij daar niet goed in. Maar het verdict bij het einde van het aansluitingsjaar was "Thomas leert snel". Hij "werkte" hard, hij verdedigde dus almaar beter, pakte ballen af, of uit de lucht, en anderhalf seizoen geleden lees je in die post over hoe hij al eens een eigen dribbeltje inzette en in feite zelfs elke wedstrijd een goaltje maakte ook.

Het verhaal van de daarop volgende maanden was hoe hij héél geleidelijk, héél aarzelend wel eens een pas kreeg, die dan wel eens door zijn handen liet glippen en daar zwaar werd voor afgestraft (in passen die hij weer niet meer kreeg)... daar allemaal heeft doorgebeten... en toen kwam de dag dat de beste spelers van de ploeg hem in feite best wel geregeld een pas bezorgden: hij was aanvaard.

Ik denk echt dat we het afgelopen, derde jaar het "volwaardig" jaar mogen noemen. Hij haalt nog lang niet de dribbelsnelheid van de scholieren Quinten of Aydan, maar het punt is dat hij wel al een heel behoorlijke snelheid haalt. Hij zeilt niet zo prachtig door de lucht als scholier Quinten, die daar enorm veel ballen mee onderschept, zelfs als hij niet eens op "zijn plaats" staat. Die vertoont een balinzicht waar wij nog niet aan toe zijn, maar het punt is, op zijn portie gevallen steken na is scholier Thomas een speler die je mag verwachten te zien staan waar hij moet staan: en dat is voor zo'n negenjarige iets dat hem naar de goede spelers stuwt. Hij slalomt ook helemaal niet zo heerlijk als scholier Aydan verdedigingen met ploegen tegelijk aan flarden (hey, de tegenstanders zijn ook nog maar negen jaar, hé), maar zoals één van de andere papa's zei: "aha, Thomas begin veel meer zelfvertrouwen in het dribbelen te krijgen": je voelt het komen. Combineer dat maar eens met hoe hij ook niet het niveau van scholier Douwe haalt, als het er op aan komt een aanstormende aanvaller te blokkeren, laat staan er twee tegelijk te blokkeren - zoals Douwe, op één of andere, mij volstrekt boven de pet gaande manier geregeld doet. Als je in verdediging mag kiezen tussen een betonnen muur en scholier Douwe, doe dan maar Douwe (dat is tenminste wat scholier Thomas zelf er van zegt). Het punt is dat Thomas geregeld ook wel al eens aanstormende aanvallers tot staan brengt. En als je in dit ploegje "nog niet zo goed als Aydan bent" (in dribbelen), en nog "nog niet zo goed als Douwe" (in verdedigen), dan kan je afleiden waarom zo'n coach best wel blij is dat hij hem kan opstellen.

Analoog scoort hij ook "nog niet zo vaak als Quinten", en evenmin is hij een scherpschutter als "den Aiko", maar de tijden dat iemand een gat in de lucht sprong omdat hij een goal maakte zijn voorbij. Als hij er vier maakt is het zo'n beetje de minimum norm, minder is een beetje teleurstellend. En zijn eigen specialiteit, behalve dan dat solide "staan waar hij moet staan", lijken me zijn passen. Van zijn verre passen zijn er de laatste tijd een paar nogal pijnlijk opvallend in de handen van de tegenstander terecht gekomen: leerpuntje! Maar noem me bevooroordeeld: ik vind dat een paar van zijn dichte passen opvallend vaak veranderden in "assists": je moet in die flits (want dat gaat bij negenjarigen ook al allemaal behoorlijk snel) niet alleen die goed geplaatste ploegmaat zien (voor de verdediging er iets aan doet), maar de bal ook daar krijgen waar hij er mee kan scoren (voor de verdediging er iets aan doet). Tenslotte is er nog dat harde werken. Ik denk terug aan een scène waarin de hele ploeg bij balverlies letterlijk met de neus in de verkeerde richting staat: komt bij basketbal ook vaag genoeg voor. Twee aanvallers, helemaal in hun eentje, op weg naar onze korf! In dat soort gevallen kan ons scholiertje Thomas wèl snel zijn. Heel snel. Hij gaat er achter, hij haalt ze in - normaal kan zo'n eenzame verdediger tegen twee aanvallers niet veel beginnen (hij is tenslotte Douwe niet: hahahahaha!). Maar, ze maken een fout, ze blijven bij elkaar, bijna aan de korf loopt Thomas nog tussen de twee door, draait zich om, breidt zijn twee armen in V-vorm uit...

Ze zijn allebei geblokkeerd, ze verliezen een kostbare seconde, de hele verdediging is terug, dankbaar applaus op de bank. OK, ze maakten een fout, normaal maakt het niks uit, maar ze nu zelf... Gegeven dat ze de fout kunnen (en dus af en toe zullen) maken: als hij niet zo "hard gewerkt" had, hoeveel kans had hij dan gehad er nog iets aan te doen?

Hmmmmmm?

Ik heb nog geen echt verdict gehoord, dit jaar, maar ik zou verbaasd zijn als Thomas dat "volwaardig" niet kreeg. Overigens was dit jaar ook heel geslaagd omdat er letterlijk niet één ploegmaat was, of ze konden een pas aannemen (zonder meteen de bal kwijt te zijn), een dribbel inzetten, een tegenstander afblokken, etc. Ze maken ook allemaal goals, duidelijk verder dan Thomas, niet zo lang geleden. Soms, met dat systeem van "je moet iedereen oppikken" sleur je wel eens een speler mee (die geheel buiten zijn of haar schuld) meer bijdraagt aan de tegenstander dan aan het eigen resultaat (maar waar zou Thomas zelf anders gestaan hebben?): maar dit jaar kwamen we niet in de buurt van dat soort toestanden. Dat maakt het best wel boeiend om uit te kijken naar volgend jaar, wanneer ze als U12 in een "echte" competitie terechtkomen. Het is niet dat we een topclub zijn, maar Pitzemburg Mechelen combineert een gemoedelijke sfeer met opvallend veel aandacht voor jeugdwerking, en dat maakt dat ik ze best wel zie overleven, die atleten van ons. Duimen maar.

------------------------------------

donderdag 27 april 2017

Conversatie tussen papa en dochter

"Papa", zegt scholiertje Sarah ernstig, terwijl ze met aandachtige oogjes een wijsvinger ongeveer halverwege mijn neus zet, "weet jij dat je een dikk-..."

Elf jaar is ze nu, volgend jaar gaat ze naar de humaniora, er is in feite best wel wat veranderd sinds het hier ging over "peuter Sarah" en "kleuter Sarah", enzovoort...

"Oppassen, hoor!" zegt papa waarschuwend, "héél, héél voorzichtig zijn! Jij gaat hier niet zeggen dat ik een dikke neus heb, of dat gaat hier niet goed aflopen!".

Scholiertje Sarah zegt niets. Haar oogjes reiken naar de horizon, op haar gezichtje verschijnt de ietwat dromerige uitdrukking die we heel goed kennen. Zelf kijk ik altijd zuur en nors wanneer ik in een filosofische bui ben, maar goed, bij geruchte kijk ik altijd zuur en nors. Hoe dan ook, scholiertje Sarah kent haar papa al wel een beetje, en ze weet dat er nu iets van haar verwacht wordt. Zeker nadat ik haar had verteld van de gouden munt waar "250 voor Christus" op was gedrukt, en zij, met het diepe stemmetje die ze voor dat soort gelegenheden reserveert, meteen de oplossing gaf.

"Nee hoor", zei ze toen met nog altijd die aandachtige blik en het gezicht van een dokter die een diagnose aan het stellen is, "hier (tikt met haar vinger net onder mijn voorhoofd) is je neus in feite heel smal. Maar hier... (glijdt met haar vinger weer over de neus naar beneden, nog steeds met dat stalen gezicht) wordt hij wel heel wat breder huhhuhhuhhuhhuhhu...!"

Die breed openbrekende glimlach, die glunderende oogjes... Nee, er is in feite nog niet zo heel veel veranderd, sinds de beste dagen van Bonifaaz... (1)

---------------------------------------
(1) quasi op de kop af elf jaar geleden al... http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/04/bonifaaz.html

donderdag 20 april 2017

Het voelt haast aan als nostalgie!

Weemoedig glimlachend snuister ik nog eens over het blog van destijds, en kijk, 't is alweer zes maanden geleden, en kijk, het was een late opflakkering van die episode die zelf al meer dan twee jaar oud is, mijn commentaren (1) bij dat nogal, uim, eigenaardige boek van Blommaert en Zahidi, De Paradox van Hayek. Een mens komt er in een nostalgische bui van!

Die jongste post ging dan weer over de spuwende haat die je te zien kreeg, gewoon omdat ik toon, met citaten en voetnoten erbij, dat Blommaert en Zahidi, in het beste geval, Hayek nooit gelezen hebben. En specifiek vernamen we dat mijn "meest futiel lulkoekverhaal" ging over het onderscheid tussen "positieve en negatieve vrijheid".

En daar had ik het inderdaad over gehad! Om precies te zijn had een eerdere post (2) een paar citaten uit "De Paradox" gehaald, als volgt:

p42 "Wanneer Hayek het over vrijheid heeft, bedoelt hij steeds individuele negatieve vrijheid"
p43 "door vrijheid te reduceren tot negatieve vrijheid"
p54 "Een duidelijker afwijzing van het positieve vrijheidsconcept kan moeilijk gegeven worden."
p65 "De belangrijkste daarvan is dat Hayek een uiterst beperkte kijk op vrijheid heeft. Hij ziet vrijheid nagenoeg uitsluitend als negatieve vrijheid - de vrijheid van beperkingen door derden"

Het "futiel lulkoekverhaal" moet dan wel geweest zijn dat ik deze beweringen maar eens naast enkele echte opmerkingen van Hayek heb geplaatst - en het resultaat was die spuwende haat. Het boek had gezegd dat Hayek "vrijheid nagenoeg uitsluitend als negatieve vrijheid - de vrijheid van beperkingen door derden" ziet en dus was dat zo.

Nu moet je weten dat je in Hayeks The Fatal Conceit, Hoofdstuk 4, §5 kan zien wat hij werkelijk denkt over negatieve vs positieve vrijheid. Hier gaan we, met een weglating van met name genoemde denkers (Voltaire, Bentham, Bertrand Russell) die (met citaat) vrijheid werkelijk met "freedom of restraint" identificeren:

"But confusion has been created by the common supposition that it is possible to have this kind of freedom without restraints (...). General freedom in this sense is nevertheless impossible, for the freedom of each would founder on the unlimited freedom, i.e., the lack of restraints, of all others."

En dus, niet voor het eerst, zien we dat Hayek niet, en ook niet "nagenoeg uitsluitend" vrijheid als negatieve vrijheid ziet. We zien dat, niet voor het eerst, Hayek in letterlijk tegendeel tot wat Blommaert en Zahidi beweren die negatieve vrijheid tot zijn eigen contradictie herleidt. We zien dat, niet voor het eerst, wat Hayek werkelijk schrijft door Blommaert en Zahidi éérst 180 graden, en geen graad meer of minder, wordt verdraaid, dat de blind gelovige parochianen daarop luid juichend een staande ovatie uit hun keel persen, en als je even gewoon toont wat er werkelijk staat...

... wel, dan krijg je het soort reacties als uit die vorige post. Je huivert, nietwaar, bij de conclusies die je zou moeten trekken, mochten ze ooit moeten opbiechten dat ze hem toch gelezen hadden...?


-----------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2015/04/de-paradox-van-hayek-die-mannen-beweren.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2015/05/de-paradox-van-hayek-v-dat.html

vrijdag 21 oktober 2016

Kijk eens waar ik nu over struikel!

Surfend naar "waar heb ik toch weer over Hayek gezegd..." stuit ik op een Facebook artikel waarin, behalve Einstein en Hume, ook ikzelf wordt vernoemd! Hier is de url:

 https://www.facebook.com/deparadoxvanhayek/posts/877346905712233

En hier is een screenshot:



Even inventariseren: "volhardt in eigen boosheid", "flutideetjes, een ad hominem over hoe weinig volgers ik wel heb, "futiel", "lulkoekverhalen", "het mannetje", "niet eens in staat", "onwaarschijnlijke prietpraat" en "grenst aan het onwaarschijnlijke". Punt.

De man heet Jan Bel, en ik vraag me af wat ik hem verkeerd heb gedaan. Het staat alvast niet in de tekst. Een litanie van een scheldpartij, een uitbarsting van enorme frustratie, van iemand waarvan ik me niet kan herinneren hem ook maar één keer gezien of gehoord te hebben, zonder verdere zichtbare aanleiding: een mens zou er haast nieuwsgierig van worden.

Maar we zien nogal in het begin een verwijzing naar Hayeks Road to Serfdom. Ik denk dat ik het al weet. Ik denk dat het een tot razernij gebrachte religieuze fundamentalist is, die niet kan verdragen dat ik zijn profeten Blommaert en Zahidi heb doorprikt. Let wel, behalve de symptomen zelf, en behalve twee verwijzingen naar Hayek heb ik geen andere aanwijzingen. Maar het staat niet in de tekst, dus ik moet raden, en dit is mijn beredeneerde gok.

Want inderdaad, één van de posts waarin ik liet zien dat Blommaert & Zahidi's beweringen over wat Hayek zegt zo lijnrecht ingaan tegen wat Hayek werkelijk zegt, ging over "positieve en negatieve vrijheid". Daar hoef ik niet eens zelf onderscheid tussen positieve en negatieve vrijheid voor te kunnen maken, en daar zal geen bibliotheek Isaiah Berlin iets aan veranderen: Iedereen kan beweringen over teksten vergelijken met die teksten zelf, en in dit geval zal hij zien dat het niet goed is.

Maar de vergelijking van het credo dat ze moeten kunnen opzeggen met de werkelijkheid, dat interesseert die mensen natuurlijk niet meer dan een Getuige van Jehovah naar "natuurlijke selectie" wil kijken, en het gevolg is die uitbarsting van enorme frustratie. Alleen: zonder ook maar één concreet probleem te kunnen aanwijzen, laat staan me dat recht in mijn gezicht te kunnen zeggen.

Ik zou zeggen: neem een voorbeeld aan mij! Ik heb Jan Blommaert op Twitter wel recht in zijn gezicht gezegd dat zijn boek van de eerste tot de laatste bladzijde niet klopt en met url erbij niet klopt. Het resultaat daarvan verdient ook wel een screenshot.


Tja, dat open vizier en zo... het blijft toch moeilijk voor sommige mensen.

zondag 26 juni 2016

Google Maps archeologie?

Starend naar de Google Map van onze buurt was me al een paar keer een eigenaardig stukje weg opgevallen. Je ziet de brug van Heffen waar de N16 de Zenne oversteekt: de gele lijn. Maar je ziet ook de veel kleinere baan die een beetje rond die N16 slingert, en die nogal abrupt bij de Zenne stopt: de witte lijn waar ik een rode streep heb naast getrokken. Ook een paar andere kenmerken van het plaatselijk beeld geven me de indruk dat er vandaag een paar rechte lijnen liggen die ooit heel anders gelegen hebben: of waarom denk je dat ik er eens via de Maps naar gekeken heb?




Meer precies zie je dat ik de rode lijn tot over de Zenne heb getrokken: want wat me zonder Google Maps nooit was opgevallen is dat er van het vlak nabij gelegen dorpsplein van Heffen een stukje weg loopt tot aan de westelijke oever van de Zenne - maar daar ophoudt. Zomaar, zonder reden, terwijl een paar huisjes toch suggereren dat het een gewone straat was.

De Google Maps, dus, laten je zien dat dat in het verlengde was van de doodlopende straat aan de oostelijke kant van de Zenne. Het voelt alsof die twee doodlopende einden wel degelijk een bona fide straat waren, ergens op de baan tussen Battel en Blaasveld, gescheiden door een rivier, op het punt waar een brug ooit Mechelen en Willebroek verbond. Een brug die dan wel intussen vervangen is door de recentere brug op de veel rechtere lijn die de steenweg N16 is; je weet wel, die gele lijn op mijn screenshot hierboven.

Dat is natuurlijk puur speculeren, van de soort die je doorheen de jaren wel eens voor de geest komt en je daarna weer vergeet, tot ik bij het snuisteren op het web door oude foto's van de streek bots (1) op de volgende foto:



Dat lijkt nu echt precies op wat het onderschrift zegt: de brug - de nieuwe - over de Zenne bij Heffen, met zicht op de kerk bij dat dorpsplein. Maar majestueus in het midden van die duidelijk oude foto... zie je nog wat de oude brug van destijds moet geweest zijn! Precies op de juiste afstand!

Dus ik concludeer maar dat mijn half glimlachend, half weemoedig vraagje nog het juiste antwoord heeft opgeleverd ook, en dat je van dat soort processen soms sporen terug kan vinden: door de vorm van mysterieus doodlopende straten en oude rijhuizen waar die minder voor de hand leken - en dat uiteindelijk in combinatie van de luchtfoto's van de Maps. En omdat dat tegelijk echt iets spannends en amusants heeft, en tegelijk in dit geval niet precies een diep verborgen waarheid aan het licht brengt, vermoed ik niet dat ik de eerste ben die dit soort puzzels "oplost". Het helpt als je de buurt goed kent - en dus vraag ik me af: zouden er niet nog meer van dit soort plaatsen zijn, waar je Google Maps Archeologie zo mooi oplosbare vragen kan beantwoorden?

---------------------------------------
(1) http://www.mechelenblogt.be/2012/01/raadselachtige-steen