zondag 29 maart 2009

Zo'n frisse knokpartij... :-)

Ik heb vaak gelezen dat als mensen een "crisis" doormaken, ze vaak in een "primitiever" niveau terugvallen. De aanhalingstekens staan hier om aan te geven dat het nu echt wel om een miniatuur crisisje gaat dat niet in de krant zal komen, en niet om (bijvoorbeeld) mensen die in langdurige oorlogsgebieden terugvallen op de "jagers-verzamelaarseconomie". Ik krijg geen fatsoenlijke blogpost meer op het scherm, en onder het motto "als het niet vanzelf gaat, dan maar niet"... Ziedaar.

Het "primitievere niveau" is in dit geval "Usenet". De nieuwsgroepen, waarvan ik nog altijd (verschillende jaren na ze van ellende praktisch te hebben verlaten) vind dat ze een enorm potentiëel voor discussie en gedachtenwisselingen hebben, raken zo verzand in oeverloos geklets en domme ruzies, dat heel dat potentiëel verloren gaat, en het wachten blijft op de nieuwe ontwikkeling die dit deel van het internetpotentiëel zal ontsluiten.

Maar als je ook wel eens kan genieten van zo'n frisse boksmatch, puur verbaal gesproken, dan denk je er als keurige blogger wel eens met heimwee aan terug. Oh, echt waar, niet eens zo heel vaak eigenlijk, voor iemand met mijn slecht karakter, maar toch voldoende vaak om het af en toe te voelen. En ook (zoals ik vaker heb gezegd) ben ik veel beter wanneer ik in een wisselwerking zit (waar het op usenet niet aan ontbreekt) dan wanneer ik de dingen in mijn eentje moet doen (wat met een blog toch wel erg het geval is).

En dus ging ik nog eens op de groep be.politics kijken, en daar staat een draad "Hoofdstad van Eurabië".

Ha! Haha! Juist wat ik zocht, in zekere zin. De soort posts die ik hier over dat onderwerp heb neergezet garanderen dat je (het daar overvloedig aanwezige) dom rechts ongelofelijk op de achterste poten krijgt. Dus ik heb er een paar van mijn url's neergezet, en ruim voor follow-up gezorgd toen de storm op gang kwam, en sindsdien heb ik gewoon geen tijd meer om te bloggen. Maar het blijft zo dat mijn schatting is dat ik ook met meer tijd momenteel beter niet probeer veel te bloggen.

Overigens hebben mensen me vaak gevraagd waarom ik me in godsnaam bezig houd met de dingen die dom links, of rechts, of de creationisten allemaal uitkramen. En het punt is, vaak verplicht het je heel erg terug te gaan naar "de fundamentals". Zelfs in onze overgespecializeerde wereld zijn er weinig dingen die je zo vooruit doen gaan als een goed begrip van die fundamentals. Altijd voor zover je tevreden bent met amateurniveau, weliswaar.

In dit geval "leerden" we dat "er binnen 36 jaar evenveel allochtonen als autochtonen zullen zijn" (bij "ongewijzigd beleid"). Even navragen leerde ook dat er van de huidige 9.5 mio autochtonen nog een 4.4 mio gingen over zijn, en dat de huidige .45 mio allochtonen met een kleine 4.5 mio gingen zijn.

En dus was het maar een kleine berekening om te weten dat de autochtonen vanaf nu, en voor de volgende 36 jaar, met jaarlijks 2.2% zouden krimpen, en dat de allochtonen vanaf nu, en voor de volgende 36 jaar, jaarlijks met 6.5% zouden groeien.

De volgende stap is dan je af te vragen of deze impliciete voorspelling op één of andere manier in de buurt komt van reële cijfers, of van historische toestanden, of van om het even wat dat deze cijfers geloofwaardig kan maken. En zoals je onder andere kan zien door in de zoekfunctie van dit blog "Eurabië" in te geven, denk ik dat die laatste stap, om het rustig uit te drukken, moeilijk zal zijn.

Iedereen die met dezelfde zoekterm op recente conversaties op usenet terechtkomt zal merken dat dit soort dingen ook op iets, laten we zeggen, "minder rustige" toon kan uitgewisseld worden.

Hoe dan ook, er is ook haast altijd die "interessante" kern die je daar kan uithalen. Een deel van de voorspelde evolutie ligt dus aan die "krimp" die op 36 jaar de autochtone bevolking zal doen halveren. Ikzelf die me voor economische geschiedenis interesseer denk (uit het blote hoofd) te weten dat je voor dat soort "krimp" al naar de ergste crisissen uit de menselijke geschiedenis moet zoeken: de pest uit de veertiende eeuw, of het Duitsland uit de zeventiende eeuw, toen de godsdienstoorlogen woedden. Dus lijkt me dat stukje van het verhaal niet zo overtuigend. Maar ik wéét het natuurlijk niet. Het idee - tenminste, als ik probeer uit een nogal troebel water ideeën te distilleren - moet ongeveer als volgt zijn.

De Europese bevolking vergrijst. Dus zijn er relatief minder mensen die zich voortplanten, en dat doet de groeivoet dalen: een stabiliserend (laat staan dalend) aantal geboorten op een grotere bevolking = een kleinere uitkomst van een breuk. Dus, op het eerste gezicht, volstaat het toch dat er een voldoende aantal mensen de hoogbejaarde leeftijd bereikt, en het aantal sterften kan het aantal geboorten overtreffen? En dus krimpt toch de bevolking?

Kortom, op één punt van de voorspelling (er is volgens het verhaal de krimpende bevolking, en er is ook het hoge geboortencijfer van de immigrantenbevolking, en er is ook een hoog "importcijfer" van nieuwe immigranten) - die krimpende bevolking, dus - lijkt er een mogelijk contact met de realiteit te zijn. Natuurlijk, iedereen die niet eerst heeft besloten dat we bedreigd zijn door Eurabië, en dan de cijfers en argumenten daaraan aanpast, ziet een hele reeks vragen rijzen; vragen die in principe beantwoordbaar zijn.

Bijvoorbeeld: wat zijn de absolute geboorte- en sterftecijfers, en welke fractie van de bevolking maakt het netto resultaat uit? En als dat netto resultaat negatief is, hoe negatief is het dan? In mijn intuïtief beeld is minus 2.20% heel erg hoog, maar nogmaals, ik wéét dat niet. Nog een probleem is dat minus 2.20% in mijn intuïtief beeld moeilijk erg lang zal vol te houden zijn: en we praten hier over 36 jaar. Maar opnieuw, ik wéét dat niet, en dus is het misschien allemaal toch zo.

Maar dat soort dingen liggen al lang voorbij het punt waar je in dit soort usenetconversaties kan terechtkomen. Het simpele feit dat ik met de bronnen erbij opmerk dat groeicijfers als 3% wel heel erg hoog zijn in vergelijking met de realiteit, en dat er een "import" nodig is die voor landen die zelf al aan het stagneren zijn moeilijk te dragen zal zijn, maakt een geloei en gescheld los dat je op een zeer kalm blog als dit maar zelden ziet. Hoewel er in die dik drie jaar ook wel een paar voorbeelden geweest zijn.

Hoe het ook zit - en ik ben heus wel geïnteresseerd als iemand er echt iets meer over weet (en dus niet eerst van de "realiteit" van Eurabië vertrekt, en vervolgens de cijfers daaraan aanpast) - midden in deze "blogcrisis" ben ik op dat "primitiever niveau" teruggevallen, en het lijkt er op dat het nog wel even kan duren. En ik biecht het op, het is best wel eens aardig, af en toe zo'n beetje mentale krachtpatserij.

woensdag 25 maart 2009

Alweer een hele mooie van Brad DeLong

Gewoon, vijf historische grafiekjes, beginnend in 1,929 en eindigend in 1,937. Op de Y-as zien we de evolutie van de industriële productie voor die periode, en voor vijf verschillende landen, Duitsland, Frankrijk, het VK, de US en Japan. Zowat de industriële top van die tijd.

http://delong.typepad.com/sdj/2009/03/lessons-from-the-great-depression-i.html

En bovendien duidt de grafiek het moment aan, ergens in die periode (die je natuurlijk meteen herkend hebt als "The Great Deperession"; de enige periode uit het tijdperk van de moderne economie die nog een beetje de vergelijking met de huidige crisis kan doorstaan), waarop die vijf landen de "gouden standaard" hebben opgegeven. Dat wil zeggen, het moment waarop de geldhoeveelheid niet langer gekoppeld was aan de hoeveelheid goud.

Te oordelen naar de kramp die sommige hedendaagse goudkevers (1) krijgen van alleen al het idee, moeten die nu (vermits ze mijn url hierboven nog niet hebben aangeklikt) verwachten dat na die verdwijning van de gouden standaard de ramp pas echt moet begonnen zijn. In werkelijkheid gebeurt precies het omgekeerde, en krijg je een 100% zuiver verband: hoe sneller ze de gouden standaard opgaven, hoe hoger in 1,937 hun industriële productie zat.

Hoe reageren we op dat soort cijfers? Stel dat we inderdaad het "verwachte" effect hadden gezien, en de curves waren gecrashed. Twijfel je hoe hard ze zouden roepen over hun groot gelijk, en "de geschiedenis leert" en vele variaties op een thema? Ik twijfel er niet aan, want ik heb verschillende voorbeelden gezien, heel recent, waarin bloggers vonden dat was "aangetoond" dat de plannen van de regering Obama niet deugen, want nadat ze werden bekend gemaakt daalde de beurs, en de dollar en steeg het goud (ik lap ze hier maar allemaal samen). Ik heb een paar url's gesaved, just in case. Het punt is, we maken mee dat de beurzen (etcetera) al mààànden crashen, en als ze eens dagje verder dalen, dan bewijst dat zomaar ineens alle vooroordelen die ze al hun hele leven hadden.

Ik heb nog geen enkele keer het omgkeerde gelezen op de dagen dat de beurzen integendeel stegen. Zou het kunnen dat er een zekere selectiviteit in de waarnemingen zit, of ben ik weeral een socialist omdat ik het durf vragen?

Laten we ons afvragen hoe serieuze mensen reageren op dat soort cijfers. Natuurlijk kunnen we iets concluderen. We kunnen concluderen dat er kennelijk niet het simplistisch soort verband bestaat tussen het opgeven van de gouden standaard en de conomische rampen die sommigen ons elke dag weer willen voorhouden. Maar voor de rest? De jaren 2,000 lijken in heel, heel weinig opzichten op de jaren dertig van de twintigste eeuw. Net zoals je uit een dollardaling vandaag echt niet je eigen groot gelijk kan afleiden, kan je uit iets dat 70 jaar geleden niet al te slechte resultaten gaf niet afleiden wat je vandaag moet doen.

Dus kan je alleen maar concluderen dat je heel voorzichtig moet zijn in deze materie. Dat heb ik ook al eens eerder gezegd. Als je beseft dat economie geen natuurkunde is, met andere woorden, dat er geen modellen bestaan die zelfs maar bij benadering de kracht hebben van (sommige) natuurkundige modellen (2), dan weet je ook dat simplismen niet volstaan. Ze volstaan natuurlijk wèl als je al wéét wat de Waarheid is, en alle tegenvoorbeelden alleen maar dienen om uit te vlooien waarom ze irrelevant zijn. Serieuze mensen herken je aan het feit dat ze ook niet te vlug in bevestigingen van hun eigen vooroordelen gaan geloven. Kandidaten?

---------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/09/goud-kevers.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/02/als-economie-geen-wetenschap-is.html

maandag 23 maart 2009

Krugman en DeLong: een debat

Paul Krugman is niet te spreken over de Amerikaanse minister van financiën Geithner, en nog minder over zijn plan om de crisis aan te pakken. Ik geef maar gewoon de url van zijn pagina mee, want het puilt uit van de kritieken, de laatste tijd. Een mens zou nog gaan denken dat we nog in de tijd van de regering Bush zaten!

http://krugman.blogs.nytimes.com/

Hoe dan ook, zijn voornaamste kritiek is dat de regering van plan is "toxische assets" op te kopen aan prijzen die (veel) hoger liggen dan wat de markt ervoor wil geven, omdat de markt nu eenmaal met een zeer hoge probabiliteit van faillissement rekening houdt. En Krugman vindt: misschien denk je dat die assets toch ondergewaardeerd zijn, en misschien is dat ook wel zo, maar misschien ook niet. Dus netto komt hij tot de (zeer neo-liberale) conclusie cum kritiek: dit is een gigantische subsidie aan de mensen die de crisis veroorzaakt hebben, gebaseerd op wat niet meer dan een wilde gok is. Als de assets alleen maar ondergewaardeerd zijn wegens redeloze paniek, en als het plan effectief is, dan kan het gebeuren dat het plan de paniek doet overgaan, de assets naar redelijke niveau's terugstuurt, en een hoop problemen uit de balansen van de banken werkt.

Maar als het allemaal niet waar is heeft de staat kostbaar belastinggeld (en véél belastinggeld, hé) in putten gepompt, die voor een deel zelfs neerkomen op de zakken van de potverteerders. Als het niet allemaal zo goed op een kritiek op de toplonen leek, de neo-liberalen zouden Krugman nog omarmen!

Intussen hebben we tenminste een debat, daar aan de "linker"zijde (aanhalingstekens omdat je al behoorlijk ver weg zijn om welke mainstream Amerikaanse politiek ook "links" te noemen, maar goed, we leven in een tijdsgewricht waarin de laatste resten daarvan nog lang niet zijn doorgespoeld) van het politieke spectrum. Hier is Brad DeLong:

http://delong.typepad.com/sdj/2009/03/the-geithner-plan-faq.html


EN:

http://delong.typepad.com/sdj/2009/03/the-world-is-divided-into-four-groups-of-people.html


(En geef toe: zijn punten twee en drie klinken veel eleganter dan "dom rechts" en "dom links", nietwaar?)

EN:

http://delong.typepad.com/sdj/2009/03/i-think-paul-krugman-is-wrong.html


En wat nu zo jammer is, is de manier waarop een hoop luciede geesten aan de rechterkant zichzelf buitenspel gezet hebben in heel dit debat. Immers, ze hebben bij religieus dogma verklaard dat de staat onmogelijk ooit iets goeds kan doen, en dus passen ze nog liever de feiten aan dan hun theorie (vermits het een religieus dogma is), en weigeren ze te weten op wat voor ineenstorting de wereldeconomie afstevent. En als je weigert dat te weten ("scaremongering"), dan hoef je natuurlijk ook nooit onder ogen te zien dat er wel eens wanhoopsmaatregelen nodig zijn, zoals zelfs een overheid die inflatieverwachtingen probeert te creëren. Heeft iemand beweerd dat dat de normale gang van zaken moet zijn? Neen. Heeft iemand beweerd dat we vandaag een "normale gang van zaken" nodig hebben? Wel, iedereen die niet eens naar dit debat kan kijken omdat "de overheid het per definitie niet goed kan doen" lijkt me de facto te beweren dat we een "normale gang van zaken nodig hebben".

Misschien helpt het wel als de implicaties van wat ze beweren eens zo expliciet op papier staat?

donderdag 19 maart 2009

We hebben asperges gegeten!!!

Ik vond het wat vreemd aandoen, zomaar in maart terwijl het buiten al donker was. Normaal associëer ik asperges met zomeravonden in de tuin, maar ze waren toch heerlijk. Een paar eitjes, een paar aardappeltjes, en heel veel asperges...

Meer moet dat niet zijn.

OK, ik ervaar mijn eigen bloggerij als zeer licht, de laatste tijd, met weliswaar een regelmatige opflakkering, maar toch. Het kan aan veel dingen liggen: zeer druk, serieus slaapgebrek, premature seniliteit, peuter Thomas die hier net met grote oogjes op mijn schoot klimt, maar hoe dan ook: we halen vaak niet mijn eigen kwaliteitscriteria. Ik probeer dan maar af en toe gewoon een dagje over te slaan, of misschien een postje om te melden dat we onze eerste asperges binnen hebben. Dat laatste zal wel aan het feit liggen dat we in Mechelen wonen, zeker?

Ik zit nochtans enkele zeer interessante dingen te lezen. Maar als een mens dan pompaf thuis komt, dan krijg je dat niet altijd allemaal onder woorden...

woensdag 18 maart 2009

De Toplonen zijn in het nieuws!

De bonussen van AIG zijn niet van de voorpagina's weg te branden. Hier hebben we praktisch een schoolvoorbeeld van iemand die "het" gedaan heeft, en nu die ook nog "toplonen"(1) krijgen uitbetaald is de verontwaardiging enorm. De verontwaardiging om de verontwaardiging (je moet ook maar eens de commentaren bij (1) bekijken...) is overigens ook groot:

http://lvb.net/item/7200#77845


En ja, ik blijf het niet simpel vinden om de veroordeling van de toplonen zomaar zonder meer uit te spreken. AIG krijgt eerst (grootte orde) 100 miljard USD (!!) belastinggeld (!!) om alleen maar aan zijn verbintenissen te kunnen voldoen, en betaalt prompt 100 miljoen USD (grootte orde) bonus (!!) aan de mensen die die verbintenissen hebben aangegaan. Maar hoe hard je het ook draait of keert: het blijft zo dat je voor elke 1,000 dollar staatshulp 1 (één) dollar bonus uitbetaalt. En dus, zoals ik in de url's bij (1) ook al schreef, hoe verwerpelijk ik dat ook vind, ik zie moeilijk hoe het veel verschil kan maken.

Maar kijk, ik vind achteraf dat ik toch al twee keer een goede poging gedaan heb om er "voorbij de emotalk" ("verwerpelijk"...) iets zinnigs, en objectiefs over te zeggen. Het idee dat me momenteel het belangrijkste lijkt is dat de toplonen een "moral hazard" creëren. Dat is iets waar de rechterkant van het politieke spectrum vaak over preekt, maar om één of andere reden doen ze dat alleen als de overheid daar de oorzaak van is (2). Meestal is het verhaal ongeveer als volgt: overheidsinterventie maakt dat managers roekeloze beslissingen nemen, omdat ze weten dat ze, als het fout loopt, door de overheid gered worden. Maar als je nu nog niet gezien hebt dat precies hetzelfde geldt - als het niet nog veel méér is - met de miljoenenbonussen; wanneer ga je het dan zien?

Natuurlijk, mensen die iets niet willen zien, die zullen het ook niet zien, daar moeten we ons alvast niet over verwonderen...

Maar goed, overigens, dat ik van bij het begin ook gezegd heb dat die "toplonen" voor mij ongeveer zo ver van een "vrije markt" mechanisme verwijderd zijn als fysisch mogelijk... Hoe dan ook, ik denk dus een eerste argument te hebben tegen toplonen, in het feit dat ze een bron van "moral hazard" zijn, en volgens een criterium dat politiek rechts, zij het in andere omstandigheden, vaak inroept is "moral hazard" een serieus risico en moeten we er hard aan werken om er geen slachtoffer van te worden.

Verder was er laatst ook een postje dat me ook nu lang niet zo slecht lijkt, en waarin ik nadenk over het "model" (3). Neem aan dat "het communisme" ergens, op een zeer abstract niveau, een heel mooie theorie was. Idealistisch in de morele zin, rationeel, progressief, en vooral: het kan werken. Alleen (vinden wij, neo-liberalen), de "menselijke natuur" zit zo in elkaar dat het in de realiteit niet zal werken. Of we nu gelijk hebben of niet, we denken dat de menselijke natuur vereist dat we het gevoel willen voor een groot deel voor onszelf te kunnen werken, en anders werken we nog liever niet - of toch veel minder. Maar als we het idee van het communisme kunnen afwijzen omdat het in de levende menselijke realiteit niet werkt, dan moeten we hetzelfde concluderen over een wereld met toplonen, waarin de mensen in het algemeen niet willen werken.

Dat laatste is nu precies wat je kan zien, alle dagen, sinds vele dagen, in het nieuws. En als ik even nalees in de commentaren uit het blog van LVB waarnaar ik hier boven verwees, dan heb ik zo de indruk dat je niet iedere criticus van de toplonen kan rangschikken onder de "ideologisch of politiek bevlogenen die vinden dat een loon moet dienen om "in het levensonderhoud te voorzien", dat rijkdom immoreel is (...)" - kortom, links gespuis.

Ik heb mezelf vaak tot "links" zien rekenen omdat ik het niet met de rechtse conventional wisdom eens was, maar als ik nu de namenlijst zie denk ik niet dat het deze keer zal pakken.

-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/oh-die-toplonen.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/nog-eens-de-toplonen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/moral-hazard-de-schuld-van-de-overheid.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/02/als-economie-geen-wetenschap-is.html

maandag 16 maart 2009

Dead Cat Bounce?

Dead Cat Bounce is de plastische, voor mij wat lugubere, uitdrukking waarmee de markt plots opverende beurzen in een atmosfeer van depressie omschrijft. Een kat die van heel hoog tegen de straatstenen ploft kan nog best een heel fraaie opwaartse beweging maken, maar daarmee is het beestje niet minder dood. En zo ook, dus, kan de beweging van de beurs gemakkelijk niets anders zijn dan de stuiptrekking van een dode kat, eerder dan de lang verhoopte "bodem die is bereikt".

Maar misschien zie ik toch nog een lichtpunt. De bodem is immers werkelijk bereikt wanneer de laatste optimist zich heeft overgegeven; wanneer er met andere woorden helemaal niemand meer is die de koersen met dromen ondersteunt, en integendeel werkelijk iedereen die iets te verkopen heeft, ook werkelijk heeft verkocht. Wel, ik ken er stilaan geen meer; van die optimisten. Een hoop mensen die eerder zijn uitgestapt dan depressief, dat zeker, maar toch, niets meer van dat gevoel van "nu kan het niet meer zakken".

En dat is belangrijk, want destijds in de markten heb ik vaak zelf gezegd - en om goede redenen - dat als de mensen denken dat "het" niet meer kan zakken, dat vaak het moment is waarop het pas goed begint te zakken.

Vandaag denkt iedereen dat het alleen maar kan zakken, en als het eens een weekje stijgt beginnen ze allemaal in koor over de "Dead Cat Bounce".

Dat zijn dus dezelfden die een dik jaar geleden kochten toen de aandelen van 100 naar 95% van hun waarde waren gezakt, want dat was immers heel het idee: buy on the dips.

Oh, maar ik zit niemand uit te lachen, hoor, tenminste niet harder dan ik mezelf moet uitlachen. Ik vind wel jammer dat in de marken mensen nooit (nuance: "zelden") leren van hun ervaringen. Zou dat nu echt zo moeilijk zijn, om voor eens en altijd te beseffen: "het - is - on - voor - spel - baar"? De meeste mensen stappen echter met een boos gezicht weg, en ze komen pas terug wanneer ze zichzelf opnieuw hebben laten wijsmaken dat er toch zoiets bestaat als de magische formule.

Ondertussen zit iedereen toch maar te jammeren over de dode kat. Ik weet het, één zwaluw maakt de lente niet. Maar toch?

zondag 15 maart 2009

Kernenergie: de wind in de zei- oeps, in de neutronen

De website van de krant De Tijd maakt melding van een opinie onderzoek, waaruit blijkt dat 46% van de Belgen voor kernenergie is, en 15% tegen:

http://www.tijd.be/nieuws/binnenland/%27Belg_verrassend_pro_kerncentrales_%27.8156975-438.art


Toch blijven veel mensen grote bezwaren hebben tegen de kernenergie, en zou de grote meerderheid veel liever groene energie zien, zoals zonne- en windenergie. En daarmee staat "de Belg" verbazingwekkend dicht bij mijn eigen opinie: komt dat zien...

De reden waarom de meeste andere Belgen alsnog aan kernenergie denken is dat ze vrezen dat de groene energie onbetaalbaar zal zijn. Ik weet het gewoon niet. Zelf denk ik in dit verband in een andere richting, maar eigenlijk weet ik dat ook niet. Het is één van die dingen die ik me afvraag; mijn intuïtie zegt me het volgende, maar corrigeer me als ik dat mis heb.

Ik weet zeker dat er iets bestaat dat analoog is met de boekhouding van een bedrijf, die aan de ene kant van een blad papier zegt wat een bedrijf doet met zijn geld ("activa"), en aan de andere kant van dat blad zegt waar dat geld vandaan komt ("passiva") - waaruit volgt dat de totalen van de twee kanten altijd aan elkaar gelijk zijn, hetgeen op zijn beurt verklaart waarom we dat de "balans"van de onderneming noemen (1).

Welnu, ongetwijfeld bestaat er een energiebalans van de samenleving waarop je kan zien, aan de ene kant, hoeveel energie we verbruiken, en aan de andere kant waar die energie vandaan komt. En dat per rubriek: zoveel energie naar industrie, zoveel naar verkeer, zoveel naar verwarming of afkoeling, enzovoort, totaal: zoveel. En aan de andere kant, zoveel komt er van olie, zoveel van gas, zoveel van kernenergie, zoveel van groene energie... En de twee totalen moeten gelijk zijn.

Nu heb ik die energiebalans nooit gevonden, maar ik denk te weten dat landen als België en Frankrijk voor goed 50% afhankelijk zijn van kernenergie, terwijl Europa als geheel toch wel erg afhankelijk blijft van olie en gas, en dus het Midden Oosten en Rusland. En wat ik denk, als je die balans zou zien, is dat je zou merken dat groene energie maar zeer kleine fracties uitmaakt van ons totaal energieverbruik. Geen 50%, en ook geen 5%, maar bijvoorbeeld 0.50%.

In dat geval zou je, als je wil voorstellen de kernenergie te vervangen door groene energie, 100 keer meer uit zonnepanelen en windmolens moeten halen dan je nu doet. Maar als je nu al hoort hoeveel misbaar er opstijgt als je zelfs maar één windmolen wil plaatsen... En verder hoeveel twijfels er zijn bij de efficiëntie van de groene energie, tenminste bij de huidige technologie... En dus schaar ik me maar bij de 46% pro kernenergie.

In een ideale wereld zou nu iemand komen vertellen hoe de verhoudingen van de balans er werkelijk uitzien, alsook een beeld geven van hoe de technologie er werkelijk voorstaat, plus enkele beredeneerde extrapolaties... En we zouden met dank aan het internet weer een stuk wijzer geworden zijn. Toch vrees ik dat we eerder een politieke dan een economische "analyse" kunnen verwachten. Men beslist eerst voor of tegen kernenergie te zijn, en past vervolgens de technische analyse, de extrapolaties en zelfs de cijfers aan de gewenste conclusies aan. Dat klinkt pessimistisch op het cynische af, maar dat is nu eenmaal wat we van zowel links als rechts de hele tijd te zien krijgen: de crisis is de schuld van de vrije markt, respectievelijk de overheid, en als je het in twijfel trekt krijg je slechte scores (grijns).

Een tweede bezwaar dat ik niet deel is dat we niet weten hoe het met het afval moet. We slaan het nu wel op, maar soms blijft het zo lang gevaarlijk dat zelfs onze containers en zelfs onze kleilagen het niet zo lang zullen uithouden als het afval. Maar ik vraag me werkelijk af - en opnieuw, corrigeer me als ik het mis heb - of dat geen "Monster van Frankenstein" denken is: "als ik het niet begrijp zal het wel gevaarlijk zijn".

Als we vandaag dat afval kunnen opvangen en opslaan, welke reden is er dan om aan te nemen dat iemand in de (zeer) (verre) toekomst dat niet ook kan? Om te zwijgen van allerlei mogelijkheden dat het probleem al lang is opgelost - bijvoorbeeld omdat het "gevaar" van vandaag de nuttige energiebron van morgen is geworden? Je komt dan terecht bij verhalen waarin de beschaving van de toekomst niet meer in staat zou zijn onze waarschuwingen te lezen, en dus met open ogen eens even in onze nucleaire vaten gaat woelen. Maar om dat realistisch te maken moet je scenario zoveel laten vergeten en verloren gaan dat je verhaal geen rol meer kan spelen in je beslissingsproces. Tenzij, natuurlijk, je eerst hebt beslist dat je "tegen" bent, en vervolgens op zoek gaat naar iets waardoor je je wil laten overtuigen: "politieke, eerder dan economische analyse".

Het punt is gewoon dat de waarde van dat verhaal zo verloren gaat in zilliarden andere mogelijke scenario's dat je onmogelijk kan weten of je nu eerder met dit, dan wel één van al die andere scenario's moet rekening houden. Wat als we met onze anti-nucleaire houding een essentiële technologie laten verloren gaan, zodat onze eigen beschaving binnen 100 jaar ineenstort? Wat als het gevolg is dat een andere hedendaagse beschaving niet weigert de technologie te gebruiken en nog eens een millennium later, als gevolg daarvan, een superioriteit haalt, vergelijkbaar met die van het Westen een generatie geleden - en dat in combinatie met een kwaadaardige dictatuur?

Ik bedoel maar, als "jij" verhalen mag vertellen, en verwachten dat ze serieus genomen worden, waarin je tonnen factoren zo mag afstellen dat je gewenste conclusie er uit volgt - waarom zou "ik" dat dan niet ook mogen? En als "ik" dat wel mag, hoe zouden we dan ooit kunnen weten welke van die scenario's vandaag een impact op onze beslissingen mag hebben, en waarom?

Kortom, ik heb een nogal agnostische houding tegenover die zeer verre toekomstige onzekerheid. Als je er met geen mogelijkheid iets zinnigs over kan zeggen, dan kan het ook geen factor in ons beleid zijn. Ik wil best open staan voor correctie. Niet gemakkelijk, ik geef het toe, in onze gepolitizeerd discours, maar toch...

----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/goed-nieuws-voor-de-linkse-critici.html

zaterdag 14 maart 2009

William Dunham

William Dunham is de auteur van een aantal popularizerende boeken over wiskunde. Terwijl het voor de meeste populair-wetenschappelijke literatuur een axioma is dat er geen (of hoogstens één) formules mogen in voorkomen, kan je dat met wiskunde moeilijk maken. Maar zoals mensen zoals ik goed weten is dat axioma er niet voor niets. Kortom, popularizerende werken over wiskunde zijn een extra uitdaging. En naar mijn opinie is Dunham er in geslaagd die uitdaging met succes op te nemen.

Verschillende jaren geleden was zijn Journey through Genius: The Great Theorems of Mathematics (1,991) mijn eerste experiment met Amazon. Alleen al de titel is vertederend. Je kan zo een stuk geschiedenis van het boek aflezen. Dunham schreef dus zijn boek en noemde het "The Great Theorems of Mathematics". Maar de uitgever vond dat niet goed klinken en veranderde het in "Journey through Genius". Dat vond Dunham weer veel te melig, en als compromis kwam heel die kilobus tevoorschijn. Let wel, ik wéét niet of dat verhaal waar is, ik verzin het hier gewoon zelf, maar ik zou serieus durven gokken...

Hoe dan ook, het kostte de luttele som van 10 USD en ik bestelde dus Journey through Genius. Dan heb ik ontdekt dat er ook verzendkosten zijn, en die waren voor verzendingen uit de US: 10 USD. Vervolgens arriveerde het boek in Europa, en zo kreeg ik onze vriendelijke douane aan de lijn: invoerrechten: jawel: 10 USD. En het toppunt is, ooit, ergens, op een Europese luchthaven is het uit mijn zak geglipt, en aangezien ik wel denk het ooit opnieuw te kopen zal dat dan 40 USD zijn. Kleine irritaties...

In dat boek heb ik, ondanks de formules, een hoop dingen geleerd. Nog altijd herinner ik me een lange vlucht - voor dat noodlottig verlies op een andere luchthaven - naar huis, waarin ik de hoofdstukken over Cantor begon te lezen. Nu moet je weten dat ik luchthavens en vliegtuigen haat zoals iedereen, maar dan in het kwadraat. Maar die hoofdstukken over Cantor zogen me op naar een andere wereld, een ander universum, een andere realiteit, alsof er geen hoofdpijn, brandstofgeuren, luchtzakken of vliegtuigeten bestonden. Om één of andere reden kwam er een moment waarop ik uit dat universum ontwaakte, terug in mijn armzalig fysiek omhulsel verdwaasd om me heen keek, tussen de andere opeengepakte reizigers en het geluid van de airco of wat het ook is, kortom, de hele doffe ellende... En met een zucht van verlichting gleed ik weer weg in de koele wateren van de ideeën van Cantor: ik kan het zoals je al gevoeld hebt met geen woorden beschrijven. Ik veronderstel dat wiskundigen haast allemaal zo'n moment moeten meegemaakt hebben waarop ze tot de wiskunde bekeerd zijn. Mij is het allemaal altijd veel te ver boven mijn pet gegaan, maar tenminste kan ik een beetje met ze meeleven...

En ik herinner me een stuk over de kwadratuur van de cirkel. Kan je je voorstellen dat ik met mijn wiskundig "talent" op een bepaald moment werkelijk in staat was uit te leggen, nee; te bewijzen, dat je een figuur als een wassende maan kan kwadrateren, maar niet de cirkel? Ik bedoel maar: Dunham was in een opdracht geslaagd waarvoor ik hem op voorhand maar heel weinig kans had gegeven. Ach, en de priemgetallen en de Stelling van Pythagoras...

Kortom, dit soort boeken, op een eenvoudig niveau - maar mèt formules, dus voor mensen die toch een beetje een inspanning willen doen - daar zou ik er nog wel meer van willen proberen. Dunham zelf heeft er intussen verschillende geschreven, en uit The Mathematical Universe heb ik één en ander geleerd over het getal e, verder de wet van de grote getallen, en ook één ander over "reeksen" (1). Maar toen mijn schoonbroer me The Music of the Primes van Du Sautoy aanbeveelde ("dat was nu echt iets voor mijn niveau"...) oeioeioeioeioei... Een paar hoofdstukken lang kon ik een beetje, uit een zéér verre verte, volgen waar hij het over had, en vanaf bladzijde 50 had het boek evengoed in het Sanskriet geschreven kunnen zijn. Dat gaat zo met echte wiskundigen, ze kunnen zich niet voorstellen dat iemand het moeilijk had met de wiskunde van de Latijn-Griekse richting van de destijds.

En dus zie ik boekjes als "The History of Pi" of "The secret of e" staan in de boekhandel, maar ik durf ze niet meenemen. Zéér beperkte tijd, zéér bescheiden talent... In feite heb ik een "éénoog" nodig die wil koning spelen "in het land der blinden". Als iemand denkt me iets te kunnen aanbevelen zonder dat ik in de valstrik van die primes val: stel gerust iets voor.

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/08/12-13-14.html

donderdag 12 maart 2009

Schulden

Vaak, zeer vaak, hebben we de afgelopen maanden vernomen dat "de crisis is veroorzaakt door schulden, terwijl de overheden nu proberen de crisis te bestrijden met nog meer schulden".

Vandaag, en ook al sinds enige tijd, lezen we dat de banken zelf de crisis verergeren omdat ze veel strakker zijn geworden in hun kredietbeleid. Ik zit niet in een positie om de gecijferde ontkenningen door de banken te beoordelen, maar alleen al het feit dat het debat bestaat scoort het punt. Indien het waar was, dan verergerden de banken de crisis... etcetera.

Nu hoop ik maar dat niemand, over dat lange spoor dat hij of zij over het internet heeft getrokken, er zich op zal laten betrappen tegelijk te hebben gejammerd over hoe de overheid de crisis denkt te moeten bestrijden met nog meer schulden, en dat de banken de crisis verergeren door de kredietkraan dicht te draaien (los, dus, van de vraag of dat waar is of niet)... waarmee ze immers alleen maar minder schulden toestaan in hoofde van de kredietnemers!

Natuurlijk, ik hoor het een hypothetische gesprekspartner die zich daar wel op zal laten betrappen al zeggen: alles hangt er natuurlijk vanaf wie die schulden maakt, en waarom, en vele, vele andere...

(Waarmee het bange vermoeden rijst dat er alleen maar gejammerd werd over het feit dat overheden optraden, maar dat dat zo weinig overtuigend overkwam op zij die dat gejammer produceren, of moeten ontvangen, dat ze dat dan maar achter iets met "schulden" probeerden te verbergen...)

Maar mijn hele punt is: Precies. Absoluut. Helemaal. Alles hangt af van ["(...) en vele vele andere"]. Willen ze daar dan ook allemaal aan denken wanneer ze zelf nog eens met die slogans over schulden beginnen?

Dank u.

maandag 9 maart 2009

Waterschapsheuvel

Waterschapsheuvel van Richard Adams (in het Engels Watership Down) was een boek dat me als tiener deed beseffen dat ik als boekenlezer een herkauwer ben. Tientallen keren heb ik het verhaal van de konijnen gelezen, hoe ze een nieuwe kolonie moesten stichten en pas na veel omzwervingen, avonturen en listen hun doel bereikten. Een moderne Odyssee, veel meer dan het sprookje dat je misschien verwacht wanneer je verneemt dat de hoofdfiguren konijnen zijn.

Natuurlijk, ik heb het nog eens glimlachend herlezen als student en nog later, als volwassene, was de betovering er af gegaan, zoals je dat bij veel van die verhalen voor tieners meemaakt, als je ze zoveel jaar later nog eens opnieuw probeert.

Maar desondanks zit er toch meer aan vast dan alleen maar het sprookje. Als ik even aanneem dat de gemiddelde lezer helemaal niets weet van de biologie van konijnen: wel, je wordt er geen afgestudeerde bioloog mee, maar je weet op het einde toch een pak meer. En ook verhaaltechnisch is één en ander in orde. Net zoals je in een brede waaier stripverhalen bepaalde prototypes altijd ziet terugkomen - er is altijd een professor die alles weet en een kolos die buitengewoon sterk is - hebben we ook hier een zeer sterk konijn en een zeer slim konijn, en zo nog wel een paar. Het zouden geen konijnen geweest zijn als er niet ook eentje bij was die extra hard kon lopen, en natuurlijk mogen ze daar bij enkele gelegenheden allemaal heel erg van geluk om spreken.

Nu is die hardloper ook nog de verhalenverteller van de groep. De verhalen gaan haast altijd over de mythen van de konijnen: één of ander mythisch konijn dat larger than life avonturen beleeft en dan ook supernatuurlijke listen en lagen nodig heeft om uit dàt soort situaties te ontsnappen. En nog altijd denk ik met plezier terug aan het perspectief dat Adams met dat soort figuren aan zijn verhaal weet te geven. Wanneer de kolonie, na al die moeite en problemen, dan eindelijk op gang komt worden ze nog een laatste keer bedreigd door een vreselijke vijand, een concurrerende groep aangevoerd door een konijn, "zo groot als een haas".

De enige manier om het sterkste konijn van de Waterschapsheuvel in een gevecht daarmee een schijn van kans te geven, is in de beslotenheid van het gangenstelsel een configuratie uit te graven waarin het verschrikkelijk monster niet langer in het voordeel is. De confrontatie vindt plaats en terwijl de twee tegenstanders schoppend en bijtend en snikkend en hijgend tegenover elkaar staan horen ze van ergens achter een muur waar de hele kolonie verstopt zit een verhaal van ons mythisch konijn: hou ze bezig, denkt de laatste verdediger, leid hun aandacht af, laat me hier alsjeblieft niet nog eens in de rug aangevallen worden door het gejammer van moeders en kleintjes. Een hevig gevecht is natuurlijk altijd goede vertelstof, maar als je nog eens het grote belang van de uitkomst kan meegeven in termen van huis en haard...

Uiteindelijk zijn het die verhalen die het boek in dit blog doen terechtkomen. Je ziet voor je ogen iets gebeuren waarover ik het al heb gehad, maar dan in termen van zeer oude geschiedenis en diepzinnige filosofie. Helemaal op het einde zit het opperkonijn, dat vriendelijke individu dat "het" allemaal had zien aankomen en dus de hele onderneming moest leiden, te genieten van zijn welverdiend pensioen, glimlachend luisterend naar de verhalen die over ons mythisch konijn de ronde doen.

En er valt hem iets geks op. Het punt is dat ook de lezer datzelfde opvalt. De verhalen zijn niet meer dezelfde verhalen die hij zelf, als jonge leider van de groep, een generatie geleden heeft beluisterd. En toch komen ze hem, en de lezer, ergens vaag en tegelijk zo dichtbij, zeer vertrouwd over. Ik veronderstel dat je er als volwassene sneller doorkijkt dan als puber, maar uiteindelijk valt de euro. De onmogelijke problemen waarmee het mythisch konijn in de nieuwe verhalen wordt geconfronteerd, en de bovennatuurlijke listen waarmee hij zichzelf en zijn gezellen er weer uit redt, zijn niets anders dan de aangedikte avonturen die onze groep zelf doorheen heel het boek zijn overkomen, inclusief de manieren waarmee ze zich er uit hebben gered.

Ik ken niet genoeg van de literatuurwetenschap (helemaal niets, eigenlijk) of de analyse van de mythen in het algemeen, om te weten of een auteur als Richard Adams, helemaal op basis van zijn intuïtie, dingen heeft bedacht waarover ik met veel beroep op filosofen als René Girard ook al heb geschreven. Onze aloude verhalen bevatten typisch nog kernen van historische waarheid, en hoe ouder ze zijn, des te absoluter verschijnen de oorspronkelijke deelnemers als quasi bovennatuurlijke schepselen, verwikkeld in de strijd tussen licht en duisternis op het niveau van het universum zelf. Misschien had Adams zelf ook dat soort filosofie gelezen. Maar als het boek alleen maar dat illustreerde, dan zou ik het nog een heel mooie extra vinden, op het gesuikerde verhaal voor tieners dat het natuurlijk ook wel is.

zaterdag 7 maart 2009

Bibliografie

The Wealth and Poverty of Nations van David Landes is een boek dat bij mij maar weinig fout kan doen (1). Dus is het misschien alleen maar een wat irrelevant detail waar ik over struikel: de bibliografie. 67 bladzijden kleine druk, vol met titels van werken die er zeer indrukwekkend uitzien. Niet omdat ze er gewoon staan, maar omdat ik als amateur van het onderwerp een fractie van een percent van die titels zelf gelezen heb. Dus bladerend door die lange lijst zie ik geregeld een aha-boek staan, en niet één keer dacht ik toegefelijk glimlachend bij mezelf: zo kan ik het ook.

(Bijvoorbeeld, een beetje zoals ik hier een volledig schap boeken heb die allemaal gaan over apen en primatologie: Jane Goodall, Frans De Waal, Richard Wrangham, Craig Stanford... En gewoon, ergens tussen die reeks verstopt, staat het Suske en Wiske album De Apenplaneet. Een grapje dat ik mezelf jaren geleden heb veroorloofd, en nu ik er plots aan denk haastig heb gecheckt: het staat er nog. Zo krijg je je schap vol, maar daarom zet je het nog niet in je bibliografie... En dat doet Landes dan ook niet.)

Van toen ik rechten studeerde heb ik een groot ontzag meegekregen voor bibliografie. Al onze papers keken nauwlettend toe dat onze beweringen werden gesteund door verwijzingen naar wetsartikelen, vonnissen en arresten, handboeken en monografieën, en zelfs, ik denk er nog vaak met plezier terug, was er een student die zijn voetnoten opfleurde met citaten uit zijn eigen papers. Nu kan ik heus wel zien dat er vaak een soort snobisme gemoeid was met al die citaten, maar toch... Een goed onderbouwde stelling, dat juiste evenwicht met “no nonsense”... Ik blijf er toch met veel respect aan terugdenken.

The Wealth and Poverty of Nations, dus. 67 bladzijden bibliografie. Ik heb eens vlug geteld, en op genoeg van de 67 bladzijden rond de 25 titels gevonden om te zeggen: er staan een 25 titels per blad op, dus maal 67 maakt dat een bibliografie van 1,675 boeken. Zeg dat hij er een intellectuele carrière van 40 jaar heeft opzitten, dan heeft hij er elk jaar 42 van gelezen. Ofte drie en een half boek per maand. Kortom, vele tientallen bladzijden per dag, winter en zomer, vakantie en examenperiode, van echt wel hoger niveau dan Suske en Wiske, zonder ophouden...

Verhalen als dit komen af en toe voor bij één of andere publieke figuur en zijn niets anders dan personencultus; de afgoderij van één of ander alfmannetje dat om welke reden ook op een voetstukje moet worden gezet. Oostblokdictators probeerden er wel eens mee weg te komen. Maar iedereen die wel eens een echt, serieus boek heeft gelezen – en het is heus niet alleen het aantal bladzijden dat daarover beslist – wéét: dit bestaat niet, het bestaat ook niet bijna, het bestaat ook niet een beetje, nooit van z’n leven. Het is een tempo dat alleen door studenten, mensen op het hoogtepunt van hun mentale kunnen, en in volle examenperiode wordt gerealizeerd, en waarvan geweten is wat voor uitputtingsslag dat is. Het enige wat je kan bereiken met soortgelijke verhalen als personencultus is dat je als verteller demonstreert niet te weten wat je uitkraamt, of je toehoorders als dom genoeg beschouwt om ook niet te weten wat je uitkraamt. Of dat je de macht hebt iedereen die beweert dat de keizer geen kleren aan heeft naar Siberië te sturen, natuurlijk.

Hoe zit het dan met die 1,675 titels van een figuur als David Landes, die ik zeer beslist niet als een pseudo intellectueel beschouw, wel integendeel, en die ik zeer beslist niet verdenk het grootste deel maar verzonnen te hebben? Wel, zoals dat altijd gaat heeft hij ongetwijfeld in elk van die boeken gegrasduind, er hier en daar iets uitgehaald, en er zonder twijfel voldoende ook echt gelezen om me jaloers te maken. Geen “personencultus”, hier, maar wel de normale academische praktijk – zij dat Landes die extra weelderig etaleert. Dus uiteindelijk heb ik hem niet zoveel te verwijten. Maar mijn oog valt er op, en hoofdschuddend zit ik te mijmeren over zoveel verschil tussen schijn en werkelijkheid.

-------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed-david-landes.html

Mijmeringen in een menigte

Ik zit in het bedrijfsrestaurant, rond het middaguur wanneer veel mensen hetzelfde doen. Zoals me af en toe overkomt overvalt me een moment van afwezigheid, en blik op oneindig begin ik ineens te luisteren naar het gekabbel van de conversatie van honderden mensen.

Het eerste dat me opvalt is dat het geluid van dat gekabbel massaal, overweldigend aanwezig is - dat je enige moeite moet doen om er bovenuit te komen - maar dat je er eigenlijk nooit naar luistert. Het is iets dat we zo vanzelfsprekend vinden dat we het negeren terwijl het van alle kanten in onze oren toetert.

Dus ik begin te luisteren. Het volgende dat me opvalt is de toonhoogte - of de klank; ik weet niet precies hoe ik het moet noemen. Ik veronderstel dat je kan proberen er een gemiddelde klank, of zoiets, uit te distilleren, en dat zou dan een sol zijn, of een si, heel precies te situeren ergens op de notenbalk - en wat me opvalt is dat dat dan een eerder hoge noot zou zijn. Natuurlijk beweer ik niet dat dat de enige klank is die je er hoort, maar ik heb wel de indruk dat die gemiddelde klank het meest nadrukkelijk aanwezig is. En verder heb ik de indruk dat vrouwenstemmen het meest bijdragen aan die gemiddelde toon. Het is maar een indruk, maar zo klonk het bij mij toen ik er eenmaal begon op te letten.

Dat soort associaties gebeurt vrij snel, en ongeveer tegelijk begon ik aan het stromen van een rivier te denken. Dat gaat niet over het feit dat een rivier op dezelfde manier klinkt - want dat is niet zo - maar misschien meer over het ritme? Of is het gewoon zo dat een voortdurend stromen van iets, om het even wat, in dit geval net niet constant geluid, in ons hoofd zo verweven is met het voorbeeld van de rivier dat we daar spontaan beginnen aan te denken? In ieder geval ben ik lang niet de enige die op dat idee is gekomen. Ik kan het punt niet beter illustreren dan Smetana heeft gedaan, zoals je kan horen als je gewoon even de eerste minuten van het onderstaande stukje meeneemt (en zelfs de grootste hater van klassiek zal waarschijnlijk de melodie van na die eerste minuten herkennen):

http://www.youtube.com/watch?v=LlLPLO90fSk

Zeg nu zelf: als je het geluid van de conversaties van honderden mensen op muziek had moeten zetten had je het niet beter kunnen doen, zeker? En toch heb je waarschijnlijk wel het stuk "De Moldau" herkend; de rivier die stroomt door Praag...


vrijdag 6 maart 2009

Ik kan ook anecdotes vertellen

Op één van de vele forums die het internet rijk is vind ik een verongelijkte commentaar. Welke belegger, vraagt de schrijver zich af, heeft ooit aan zijn bank gevraagd naar al die ingewikkelde dingen die nu zo in ons gezicht ontploffen? Het is duidelijk dat de vraag meteen als antwoord bedoeld is. En het is duidelijk dat je ook verondersteld wordt te begrijpen: de bank heeft zoals de boze heks in het sprookje de klant alleen maar dingen aangesmeerd die wel moesten slecht aflopen. L'art pour l'art, zeg maar.

Het zondebokmechanisme doet vreemde dingen met de psychologie van de mens. Hier ligt de quasi voltallige bankwereld van de hele planeet voor hun voeten uitgeteld op de grond, gestruikeld over precies dezelfde crisis, en nog geloven ze dat de banken het allemaal altijd hebben geweten. En herinner je je nog de post waarin iemand schreef dat het allemaal de schuld van de overheid was, praktisch onmiddellijk gevolgd door de mededeling dat de overheid er niet voor mocht opdraaien (1)? Ik geloof niet dat hij ook maar één andere situatie zou kunnen verzinnen waarin hij vindt dat iemand die die iets veroorzaakt zeer zeker en in geen geval voor de consequenties moet opdraaien. Alleen op de planeet waar de overheid alleen maar fouten kan maken - zeg gerust: per quasi religieus dogma - kan iemand iets dergelijks schrijven, en slikt de hele wereld (alleen maar op die ene planeet, waar de lucht rood is, en de zon groen) het zonder dat iemand ooit iets vreemds opmerkt. Tja, als de mensen iets willen geloven, dan zullen ze het geloven - of had ik dit al eerder gezegd?

Maar in feite zijn we voor het eigenlijke onderwerp uitgerekend bij mij aan het juiste adres! Uitgerekend ikzelf heb ruim meer dan een decennium niets anders gedaan dan financiële derivaten verkopen, en inderdaad, zeker bij de eerste transactie is het haast nooit voorgekomen dat de klant bij mij kwam en sprak: verkoop me nu eens zus en zo (ik bespaar de onschuldige lezer de preciese namen). Natuurlijk hebben wij altijd eerst in geuren en kleuren uitgelegd wat het product deed, en waar het voor diende, enzovoort enzovoort. En nogmaals, tot vandaag kan ik zeggen dat ik in mijn auto kan stappen en iedereen met wie ik ooit gepraat heb durf bezoeken.

En natuurlijk, ook, zal je heus wel de nodige anecdotes vinden, waarin de stokoude weduwe heel haar pensioen ziet verdwijnen in één of ander "zeer dynamisch" product - toevallig juist datgene waarop de verkoper ook het meest commissie verdiende. Maar als we nu eens een beetje eerlijk zijn (probeer het desnoods bij wijze van experiment) dan weten we dat het niet daarmee is dat je verhalen vertelt die representatief zijn voor wat de financiële markten doen.

Daarbij, ik kan ook anecdotes vertellen, hoor! Heel veel zelfs. De telefoon gaat en "wat denk je van de ponden/yen?" klinkt het aan de andere kant. Als je me een euro wil betalen voor elke verschillende klant waarmee dit gesprek heeft plaatsgevonden: laat het vooral weten. Je hebt heus niet zo heel veel ervaring nodig om meteen de hele toestand te doorzien. De rente in pond was 5% en de rente in Yen was 0.50%, en dus heeft de spreker Yen geleend en daarmee ponden gekocht, en die belegd aan 5%, en netto levert het 4.50% op... Maar nu is het pond beginnen zakken, en 4.50% is iets wat rap in rook opgaat, en nu wil de spreker alleen maar horen dat mijn verwachtingen zijn dat zijn ponden terug zullen stijgen.

Misschien vraag je je af wat dat betekent, de klant die "alleen maar wil horen" dat dit en dat? Wel, dat is heel simpel. Als je me een beetje kent weet je dat er eerst een preek volgde die neerkwam op een post die ik een hele tijd geleden schreef (2). En weet je wat er dan gebeurt? Dan zegt de klant daarop "dus jij denkt dat het pond [zus en zo]. Waarop ik, een tikje verbluft: "neen, zoals ik net heb uitgelegd, ik denk dat het onvoorspelbaar is". Waarop de klant: "en wat denk je van de dollar?" en het hele cirus begint van voren af aan. Ze willen gewoon geloven dat iemand ze kan (en wil) (en zal) vertellen wat er zal gebeuren, en als iemand ze vertelt waarom dat niet eens mogelijk is, dan blijven ze zeuren en peuteren tot ze iets hebben waar ze zelf een aanbeveling in kunnen interpreteren.

En in de helft van de gevallen gaat het mis, en de waarheid is dat de meesten goed beseffen dat ze dat in de eerste plaats aan zichzelf te danken hebben. Maar af en toe ook is er eentje die het nodig vindt te beweren dat het de schuld is van de bankier. En om één of andere reden komt het hallucinante dààrvan nooit in de krant.

En precies zo gaat het met de beleggingen. "Twee percent is toch niet veel hé, meneer dem bankier, hebt ge niets beters?". Neenee, ze hebben nooit en jamais de la vie gevraagd om ze de Driedubbel Overgehaalde Turbo in het Kwadraat (min drie keer het verschil tussen de twee en de tien jaar, uitgedrukt in dollar maar met een floor op drie percent) te verkopen. Ze hebben alleen maar gezaagd en gezaagd en gezaagd dat twee percent niet veel was, en toen de bankier zei "om te proberen meer winst te maken moet je ook evenredig meer risico lopen", toen onthielden ze van heel dat discours alleen het woord "winst" en ze vergaten al de rest - en dat is hoe ze het in de krant of op het internet komen vertellen.

En ik heb het allemaal zelf gezien en zelf meegemaakt.

Nu kan ik me inbeelden dat op een dag iemand die geregeld met mij heeft gedeald deze tekst te zien krijgt en zich fronsend zit af te vragen: hé, in dat soort conversaties herken ik me helemaal niet". Tuurlijk, ik zei het toch al, ik kan ook anecdotes vertellen. Kijk, ik sta er bij deze zelfs mee op het internet.

--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/09/domino-effect-vervolg.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html

donderdag 5 maart 2009

De Etymologie van Militaire Rangen

Uit mijn kindertijd - de tijd dat ik zonder aanwijsbaar talent Stratego speelde - heb ik een bepaalde nieuwsgierigheid overgehouden. Wat zou toch de betekenis, etymologisch of whatever, kunnen zijn van al die militaire graden, zoals "sergeant" en "luitenant" enzovoort? Het heeft een half mensenleven geduurd, maar stilaan denk ik dat ik de juiste antwoorden gevonden heb...

Het begint met "Luitenant". Ik weet dat je met amateur etymologie heel naieve dingen kan krijgen, maar ik denk echt dat het Franse Lieutenant het allemaal zegt: het is de houder (tenant) van een plaats (lieu). Het is dus alvast afkomstig uit een wereld waarin grond, terrein, ruimte belangrijk is. Dat is geen grote vondst omdat dat geldt voor de hele pre-industriële wereld, maar toch...

De volgende domino die viel - zij het dat ik intussen al een volwassene was geworden - was de "Kolonel". Die heeft dezelfde wortel als de "kolonist" - in het Frans overigens een "colon" genaamd. We zien alweer een verwijzing naar het bezit van grond, even als terzijde meegegeven.

Mijn interesse voor economische geschiedenis dateert van hoop en al een vijf of zes jaar terug, dus als ik iets over de feodaliteit ben te weten gekomen, dan zal dat recent geweest zijn. En wat ik precies te weten gekomen ben was dat een leenheer verschillende soorten leenmannen onder zijn hoede kon hebben. Vaak moesten ze manschappen leveren, maar het kon ook geld zijn of zelfs nog andere diensten - ik weet het niet meer in detail. Hoe dan ook, één van de formules was Dat de leenman zijn leen ontving "in serjeantry". Als we niet proberen te ontkennen dat we daarmee onze "Sergeant" hebben teruggevonden is dat voldoende voor een lichtflits die de concurrentie kan aangaan met de revelatie op de weg naar Damascus.

Niet alleen hebben we nog maar eens de verwijzing naar de grond teruggevonden, we hebben daar ook de verklaring voor gevonden. De namen van onze militaire rangen lijken hun oorsprong te vinden in rangorden van de feodale wereld. Je kan zo bijna de hele geschiedenis verder aflezen. Oorspronkelijk ging het over - mogelijk zeer diverse soorten - posities die iets te maken hadden met wie welke grond voor welke reden in bruikleen had, waarbij militaire toestanden zeker tot de mogelijkheden behoorden. Geleidelijk vloeiden de verschillende werelden in elkaar en aan het einde was het enkel een kwestie van de relatieve rangorde te bepalen - voor zover die zelf al niet geleidelijk mee was gegroeid. Tegen die tijd waren ridders en feodaliteiten al lang vervangen door beroepslegers en nationale staten, maar de sporen van vroeger zinderen - zoals zo vaak nog door in de oude namen.

Kunnen we ons rijtje nog verder aanvullen? Ergens (gokje: Fernand Braudel) heb ik gelezen dat "Kapitein" terug gaat naar "caput", wat op zijn beurt "kop" betekent, en naar vee verwijst. In het Duits wordt een kapitein ook "Hauptmann" genoemd: wéér die verwijzing naar "kop". Om verbanden met de feodale grondverdeling te vinden zou ik enorm moeten gaan raden, maar dat de persoon die in de wereld van het vee iets vcorstelt dat niet met enkele vierkante meter zal gedaan hebben lijkt me vanzelf te spreken.

Nog vager wordt het met de "Majoor". Ik kan niets beters bedenken dan dat de naam van deze toch al wat hogere rang gewoon verwijst naar de "comparatief"; het tegendeel van "mineur". Natuurlijk, wat het nog te maken zou hebben met de feodaliteit weet ik niet - maar de theorie staat of valt natuurlijk niet met de vraag of het voor elke graad en elke naam tot in de tail klopt.

Ook voor de "Generaal" kom ik niet verder dan de algemene waarheid dat het woord verwijst naar de "globale" positie van de officier in kwestie. Net zoals de "Majoor", dus.

Maar alles bijeen vind ik het niet slecht. Er zijn nog, enigszins verwante, titels zoals Constable ("stable"!) en Maarschalk die naar de feodaliteit terugwijzen - hoewel ik de preciese link van "maarschalk" alweer vergeten ben. Dus ik denk werkelijk dat ik op het juiste spoor zit: onze militaire graden bevatten nog een hoop verwijzingen naar de lang vervlogen dagen en de lang vervlogen wereld waarin ze oorspronkelijk tot stand zijn gekomen. Een beetje zoals de dagen van de week... Hoe zou dat precies met de adel zitten?