David Landes, The Wealth and Poverty of Nations, Why Some are so Rich and Some so Poor, 1998.
In mijn opinie is één van de prangendste vragen van onze tijd hoe sommige delen van de wereld, aan het einde van zes millennia beschaving, de armoede van die vorige zes overwonnen hebben. En steeds in mijn opinie is “liberaal rechts” op zijn best wanneer het op die vraag probeert te antwoorden. Namelijk, denk ik, geven ze antwoorden die vertellen hoe het gebeurd is, en tegelijk suggereren wat andere samenlevingen, die nog niet op dat punt zijn, (ook) kunnen doen. Liberaal rechts lijkt me zo belangrijk omdat ze een economische geschiedsschrijving hebben die veel overtuigender overkomt dan die van het Marxisme, en omdat ze toelaten klaarder te zien in onze eigen noden voor een economische beleid. En daarvan is David Landes een voorbeeld, dat ik – knipogend naar mijn “rechts, maar dom” thema van de laatste weken (1) – durf omschrijven met “rechts, maar toch goed”.
Voor deze context deel ik de wereld in naar “links” en “rechts”, naargelang het soort antwoord dat ze geven. “Links” zoekt de oorzaken van de divergentie van “het Westen” bij “het Westen is rijk omdat ze de welvaart van de rest plunderden”. “Rechts” heeft het daarentegen over “het Westen werd rijk omdat ze iets deden dat de rest van de mensheid niet deed en nog niet doet.” En in dat geval willen we graag weten wat “iets” was, en hoe de rest “iets” kan nadoen.
Landes’ opinie, naverteld in eigen woorden, is dat het Westen van vandaag meer heeft dan andere samenlevingen omdat het meer maakt. Geworteld in een vooruitgang die dateert uit de middeleeuwen bereikt Europa, vanaf pakweg 1,750, het stadium van de Industriële Revolutie – en uiterlijk vanaf dat moment is de divergentie tussen Europa en al de rest een onbetwist feit. Die industriële Revolutie leidt tot de massaproductie van goederen als voeding, of textiel, of zeep, of hygiëne, of bakstenen, en vele vele andere. Dat doet de prijzen dalen en maakt de producten bereikbaar voor een veel breder publiek dan in al die vroegere “grote beschavingen”. De Europeanen hebben zeep en textiel en bakstenen, want de Europeanen maken zeep en textiel en bakstenen.
En meteen zitten we kniediep in mogelijke controverses. Wanneer we zeggen dat de Europeanen iets “beter dan de anderen” deden, dan is het woord “superioriteit” niet ver weg. En op het niveau van de semantiek (“een puur verbale kwestie”) is dat woord vanzelfsprekend bruikbaar. Maar zoals ik schreef in de post van enkele dagen geleden (2), laat de bedoeling zijn een ingebeelde lezer van “luciede links” bij de hand te nemen, en een conversatie te hebben die niet degenereert in verbale provocaties. Als een luciede rechts het heeft over “superioriteit”, dan gaat het over praktische, pragmatische superioriteit. Het “iets beter” is niet het gevolg van één of ander gedetermineerd proces, maar is iets dat even goed anders had kunnen zijn – zowel voor zij die het “beter” hebben gedaan, als voor zij die dat niet deden.
Een eerste soort deterministische superioriteit die Landes weet te vermijden, is de “biologische superioriteit van het blanke ras”. In dat verband is het significant dat klimaat (“omgevingsfactoren”) niet de belangrijkste factor van Landes’ causaliteit uitmaken, maar in het boek wel als eerste factor verschijnen. Beschouw alle welvarende samenlevingen van de planeet, zegt hij aan het begin, en je vindt ze allemaal in de gematigde klimaatzones. Als we al op zoek willen naar een simpel determinisme, dan is dit wel de eerste kandidaat. (Merk terzijde op dat we weten (maar dat is een ander verhaal) dat organismen zich qua uiterlijk snel aanpassen aan omgevingsfactoren; verder dat een lichte huid een selectievoordeel zal hebben in zonarme streken en omgekeerd, en de notie “blanke ras” is al een simpele afgeleide van klimaat.)
Maar Landes is juist niet op zoek naar simpele determinismen. Er zijn troeven die je hebt, maar er is ook hoe je ze gebruikt: Europa was niet de enige streek ter wereld met een gematigd klimaat. Maar Europa was wel de enige streek ter wereld waar vanaf het jaar 1,000 AD (ronde getallen helpen enorm om het verhaal te vertellen in termen van “het Zesde Millennium” (3), terwijl de ene arbitraire afbakening niet slechter is dan de andere) een technologische revolutie op gang kwam, die zich later vertaalde in een wetenschappelijke revolutie, die op zijn beurt uitliep in de Industriële Revolutie. Andere beschavingen die vergelijkbare ontwikkelingen doormaakten, hetzij in ruwweg dezelfde periode (China, Indië, de Islam), hetzij in eerdere periodes van de geschiedenis (Grieks Alexandrië) raakten telkens weer ingehaald door het armoede evenwicht.
Dus de vraag is nog steeds: hoe komt dat? We hebben al klimaat, maar dat kan niet het enige zijn. We hebben nu ook “cultuur”; een elan van innovatie, maar ook dat is iets dat wel meer voorkomt. Nog een factor die Europa onderscheidt van andere beschavingen was het relatieve politieke pluralisme, in vergelijking met de alleenheerschappij van de Sultan of de Keizer in de Islam en China. Het klopt dat in omstandigheden van politieke concurrentie wel vaker culturele en wetenschappelijke bloeiperiodes voorkwamen, zoals in het China van Confucius of het Griekenland van Socrates (4).
Stilaan ontstaat een lappendeken van factoren, die de vraag naar het ontsnappen aan de armoede beantwoordt met een complexe causaliteit. Deels bepalen toevalsfactoren de gebeurtenissen. Klimaat heeft niemand in de hand, politieke structuren door de eeuwen heen beïnvloeden we maar in beperkte mate, maar een cultuur van nieuwsgierigheid en innovatie kunnen we meer zelf stimuleren. En dat maakt de “liberaal rechtse” boodschap tot een optimistische boodschap. Iedereen vertrekt met troeven en handicaps – het Europa van voor de beschaving was een moerassig of met wouden overdekt, moeilijk toegankelijk gebied, en de eerste culturen die er voor het jaar 1,000 op gang kwamen lagen open voor voortdurende plunderingen vanuit letterlijk de vier windstreken – en er zijn geen a priori redenen (zoals “inferieur ras”) waarom er niets van te maken zou zijn.
Dat zien we in een tweede determinisme dat Landes omzeilt. De vergelijking van de Europese geschiedenis met die van de Islam laat een relatieve neergang van de Islam zien in de periode van de opkomst van Europa. Ligt het aan een “inferieure cultuur” van de Islam? Als dat zo is, hoe hebben Islamculturen dan bloeiperiodes kunnen vertonen, in een periode waarin de “superieure cultuur” van Europa tot quasi-barbarij was vervallen (5)? Wat wel werkt is de juist opgenoemde elementen toepassen op dit concrete voorbeeld. De Islam miste de Europese materiële cultuur van technologie, wetenschap en (later) winst; en de Islam werd overheerst door relatief monolithische politieke structuren. Voeg er het klimaat juist noordelijk van en zelfs middenin de woestijngordels van de evenaar aan toe, en zonder te beweren dat we een heel preciese causaliteit hebben, zijn we niet verbaasd wanneer deze culturen het op de duur moeilijker hadden dan de Europese culturen.
Het is een erg dik boek, dat zich behoorlijk “rechts” op het politieke spectrum bevindt, en het staat vol met razend interessante ideeën: rechts, maar toch goed! Eigenlijk heb ik de conclusie aan het begin verklapt. Liberaal rechts brengt een positieve boodschap. We kennen het recept, want het heeft al gewerkt. Het kan zijn dat er handicaps (klimaat, sociaal-religieus fundamentalisme) te overwinnen zijn, maar ze zijn overwinbaar, want het westen heeft ze overwonnen. Landes heeft dan ook niet veel geduld met filosofieën als “het is de schuld van de anderen” en “het is de schuld van de omstandigheden”. De Europeanen hebben meer, want de Europeanen maken meer, en zijn daarbij een pad voorgegaan dat iedereen kan volgen.
------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/rechts-en-toch-dom.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/arnold-toynbee.html
(5) Het is interessant dat deze vraag, waarop niet echt een antwoord is, door “dom rechts” dan maar wordt afgehandeld met de simpele ontkenning dat het zo was. David Landes zelf is altijd erg amusant in het sarcasme waarmee hij dat soort houding hekelt; zij het dat hij dat gewoonlijk met Marxiaanse standpunten doet.
1 opmerking:
''Het westen heeft ze overwonnen''
Het is enkel maar te hopen dat het zo blijft. Teveel westerlingen neigen naar zelfvernietiging, vooral door de grote boodschap dat we ons overal schuldig moeten om voelen, dat we in alles eerst aan een ander moeten denken en in alles solidair moeten zijn.
Solidair met de sukkelaars tot we er zelf een zijn.
Een reactie posten