zondag 27 juli 2014

Erfelijkheid en maatschappelijk succes

Op Twitter zat ik in een (zoals dat daar gaat: korte, chaotische) uitwisseling met een paar mensen die iets over het onderwerp weten: het verband tussen erfelijke bepaaldheid en (noem het) maatschappelijk succes. De aanleiding was een artikel dat vond dat je je als middenklasse ouder veel moeite kon besparen, want dat de toekomst van je kind toch werd bepaald door zijn of haar erfelijke aanleg.

Zéééér delicaat onderwerp, maar Twitter beschermt ons nogal tegen onszelf, in het bijzonder onze neiging om door te drammen en te muggenziften (ja, ik heb het in feite over mezelf). En dus vond ik het allemaal best interessant. Omdat ik uit die onoverzichtelijke massa onmogelijk de draad kan reconstrueren volgt hier alleen zoals ik het subjectief heb ervaren.

Ikzelf vertrek altijd van een soort jeugdherinnering, een scène van toen ik zeven jaar was, en een proef terug kreeg met iets als "negen op tien, flink, Koen!". Maar het kindje naast mij keek op zijn blaadje, zag daar "vier op tien" en reageerde op de rand van tranen met een zo teneergeslagen "God, zeg" dat ik er mijn hele leven geregeld aan terug gedacht heb; dat ik er tot vandaag iets van in mijn keel voel.

Dirk.

Maar geen macht ter wereld heeft me ooit voorbij dat gevoel van medeleven kunnen doen denken dat er iets anders aan de hand was dan een verstand dat nu eenmaal niet zo goed kon rekenen of lezen.

Dus ik "geloof" in de rol van genen, nuance: de zeer belangrijke rol van genen. Maar geloof ik daarom ook dat de ouders "zich veel moete kunnen besparen", of dat "er weinig ruimte is voor beleid"?

Het leuke was dat de "usual suspects", zijnde mensen met dezelfde opvattingen als ik, maar die bovendien iets over de academische achtergronden weten, in feite helemaal niet ontkenden (integendeel zelfs) dat er een groooote conditie was opdat dat verband tussen erfelijkheid en succes zou spelen ("luciede rechts"). Die conditie is dat er een materiële, sociaal-economische, (geef het gerust nog andere namen) minimum achtergrond moet zijn. Er stond, als het ware, niet voor niets in dat artikel dat het gold voor middenklasse ouders". Indien je een groep kinderen neemt die aan de start vertrekken met een gelijkwaardige voeding, affectie en intellectuele omgeving, dan zullen de "slimste" (ik probeer te doelen op die "erfelijke basis") ook de "beste resultaten" (ik probeer te doelen op die "maatschappelijke resultaten") halen.

En dus, vind ik zelf, krijgen we hier een punt waarop we (niet alleen luciede) links kunnen gelijk geven! Er is immers wel basis voor beleid! Het is wel een goed idee om ervoor te zorgen dat de kinderen zoveel mogelijk met een gelijkwaardige basis aan de start verschijnen, want het is wel zo dat maatschappelijk succes, in onze wereld waarin nog lang niet iedereen al middenklasse is, ook bepaald wordt door sociaal-economische achtergrond.

Natuurlijk kan ik daarmee alleen maar weer ruzie krijgen met praktisch iedereen. Links is immer helemaal niet blij met mijn conclusie omdat het gelijk dat ik ze geef alleen maar de aangeboren ongelijkheid zal bevestigen: en links wil toch zeker nooit van z'n leven onder ogen zien dat welke vorm van ongelijkheid ook bestaat? (Hé, kruip gerust weg achter mijn altijd overdreven formuleringen als je redenen zoekt om niet naar de boodschap te kijken, hoor!). En rechts is helemaal niet blij, omdat ze nooit van z'n leven onder ogen willen zien dat er wel eens ruimte voor een beleid door een overheid zou kunnen zijn, laat staan om een gelijke start te voorzien.

OK, ik geef het toe, zelfs ik weet heus wel dat er luciede links'en en rechts'en bestaan, die bereid zijn de grenzen van hun inzichten en zelfs van hun assumpties in vraag te stellen. Van wie zou ik anders immers de bovenstaande ideeën opgepikt hebben? Maar interessant vond ik het allemaal wel.

donderdag 24 juli 2014

De staatsschuld in de jaren voorafgaand aan de crisis

Hier is een tweet die ik laatst geplaatst heb:

 Wat je ziet zijn de curves van die drie landen in de tien jaren van 1997 tot 2007: de jaren voorafgaand aan de crisis. Wat je ziet is dat ze alle drie begonnen met een staatsschuld van een 60% van hun BNP, en dat één met de jaren evolueert naar een kleine 30%; één reduceert zijn schuld tot net geen 40%, en bij één stijgt het van iets onder de 60% naar een eind in de 60%.

En toen brak de crisis uit. Dus zullen de grafieken ons iets vertellen over de mate waarin staatsschulden een rol hebben gespeeld in de crisis, nietwaar?

Hier is de volledige grafiek (sorry, de kleuren zijn niet dezelfde) :



Interessant, nietwaar? De grafieken komen van http://www.google.com/publicdata/explore