zaterdag 31 januari 2009

Economie en... Creationisme?

Op het blog van LVb staat een citaat (hij heeft een hele rubriek aan citaten gewijd, en ik mag zeggen: dat is een goed, nee, veel sterker nog: dat is een verslavend concept) dat ik met grote belangstelling begon te lezen. Het ging over onderzoek naar de mate waarin het nuttig (in de economische zin) is dat een overheid in een economie tussenkomt. Volgens de simpele - maar volgens mij voor ons onderwerp ruim goed genoeg - formule dat wat niet door of via de overheid gepresteerd wordt dan wel afkomstig moet zijn van de vrije, actieve private deelnemer aan de economie, verwacht de Friedrich Hayek-enthousiast (in deze context: ikzelf) dat die mate laag moet zijn.

En we vernemen dat "onderzoek" heeft uitgewezen dat het overheidsbeslag "tussen de 17 en de 30%" moet liggen. Beter nog, nog nader onderzoek suggereert dat het niet boven de 25% zou moeten zijn. En als "onderzoek" uitwijst wat we toch al geloofden, dan heeft dat onderzoek gelijk, nietwaar? Hier is de url:

http://lvb.net/item/7072

En wat gebeurde er toen? Toen viel mijn oog op de volgende zin:

"Er is vrijwel geen enkel empirisch bewijsmateriaal - noch in de VS noch elders - om het Keynesiaanse geloof te ondersteunen dat een grote verhoging van de overheidsuitgaven de toestand verbetert eerder dan verslechtert."

En daarmee gaat het in de ogen van mensen zoals ik grondig mis. Je moet misschien wat gepokt en gemazeld zijn in de techniek van de "newspeak", in combinatie met de bereidheid het ook op te merken als die uit je eigen liberale kamp afkomstig is, maar het trefwoord is hier "geloof". Van het ene moment op het andere staat hier een verzameling uitspraken die er niet langer als argumenten, maar wel als geloofsstellingen uitzien. Want je mag het natuurlijk oneens zijn met economische theorieën als die van Keynes. Maar als je daar snel even het woord "geloof" op plakt, dan laad je minstens de verdenking op je dat je probeert de mensen te hersenspoelen.

Als je voldoende herhaalt dat het een geloof is, en geen wetenschap (naar de maatstaven van de economie, dan), dan raakt het publiek daar op de duur misschien wel van overtuigd? Zonder dat je daar argumenten bij hoefde te geven, die de vervelende consequentie hebben dat mensen die weten waar het over gaat daar wel eens op reageren? Ik heb nogal wat ervaring met de techniek zoals gebruikt door dom links, en ik heb nog veel meer ervaring met de techniek zoals gebruikt door de creationisten (1) en ik kan je verzekeren dat er in mijn hoofd rood alarm afging. Onmiddellijk komt in me op: "onderzoek"? Hoezo, "onderzoek"? Verwijzingen? En er staat "de meeste studies". Is dat zo? Zou een meer gematigd rechts, of een luciede links, niet met evenveel recht een heel ander verhaal kunnen vertellen? Zouden die mensen het eens zijn met de formule "er bestaat vrijwel geen empirisch bewijsmateriaal"?

Let wel, ik wéét dat allemaal niet, het kan best anders zijn, alleen deed de gebruikte techniek, die ik zo typisch uit de propaganda herken, al die vragen bij me loskomen. Hoe gemakkelijk het is om je geloofwaardigheid te verliezen; ik heb het er in de context van "het is de schuld van het kapitalisme" ook al over gehad (2).

Zo ver was ik in mijn eentje gekomen, en ik was een tikje neerslachtig weer weggesurft, en dezelfde dag kom ik op de site van de jongste Nobelprijswinnaar economie terecht (ik doe hier overigens alleen maar aan veel gezwaai met autoriteit, omdat de kringen die ik bekritizeer nooit aarzelen te beweren dat je er allemaal niets van begrepen hebt. Het is altijd fijn als je dan Nobelprijswinnaars of Friedrich Hayek kan citeren...). Hier is de url:

http://krugman.blogs.nytimes.com/2009/01/30/saving-investment-keynes-evolution/


En daarin lees ik over de theorie van Keynes:

"Getting to that realization was an awesome intellectual achievement. That’s why it’s deeply depressing to find, not that people like Eugene Fama disagree with Keynes’s conclusions — that’s OK, no theory is sacred — but that they’re obviously completely unaware of the whole argument."

Dat komt dicht bij wat ik zelf zat te denken, nietwaar? Maar het is nog niet gedaan! Krugman eindigt zijn post uitdrukkelijk met de vergelijking met de creationisten. Het is zelfs nog erger dan dat:

"but it’s actually worse than that: it’s like discovering that some eminent biologists have never heard of the theory of evolution and the concept of natural selection."

Ik besef dat sommigen op dit punt maar met moeite de neiging zullen kunnen onderdrukken om op de "dom"-knop te duwen. Op hetzelfde niveau zou ik dan antwoorden: "great minds think alike"! Maar als ik probeer op een serieus niveau te blijven lijkt me de boodschap heel anders. Wij liberalen van "Popper en Hayek" maken graag veel lawaai over principes als "kritisch rationalisme". Als we met creationisten of de hoeken waaruit "het is de schuld van het kapitalisme" klinkt geconfronteerd worden, dan hebben we geen enkele moeite om de problemen te onderkennen, en de kritiek te laten spuiten als een walvis.

Hoe komt het dan dat er in ons eigen kamp maar moet beweerd worden dat "het de schuld van de overheid" is, en iedereen (bij wijze van spreken, natuurlijk) slikt het alsof het evangelie is?

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/het-is-de-schuld-van-het-kapitalisme.html
Gevolgd door: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/de-kost-van-de-propaganda-de-schuld-van.html

donderdag 29 januari 2009

Liquiditeit, Solvabiliteit, Rendabiliteit... en héél veel "Leverage".

Laten we wat voortbouwen op enkele eerdere ideeën over de bankencrisis. "Leverage" betekende dat je je rendement op een eigen vermogen verhoogde door nog meer geld te ontlenen en mee in te zetten (1). Bijvoorbeeld, je hebt 10 en je gaat aan het werk in de markt van de woningkredieten, en die betalen 4%. Zoals uitgelegd in de post onder (2) is de "boekhouding" een systeem dat aan de linkerkant van een blad papier zegt wat de onderneming met haar geld doet. Dus schrijven we links op ons blad: "hypothecaire kredieten: 10". De rechterkant zegt waar dat geld vandaan komt, en dus schrijven we daar: "eigen vermogen: 10". Het totaal van de twee kanten is gelijk, en als dit systeem ook wel eens "de balans" wordt genoemd, dan is dat niet toevallig.

Daarna ontlenen we dus nog een extra 10 en neem aan dat we daarop een rente van 3% betalen. Aangezien we daarmee weten waar die 10 vandaan komt is dat iets voor de rechterkant van onze balans: "lening: 10". En waar gaat het geld dat we net hebben ontleend naartoe? We geven weer een woningkrediet van tien, en dus schrijven we nu links op ons blad: "hypothecaire kredieten: 20". De linkerkant van onze balans (20) blijft gelijk aan het totaal van de rechterkant (10 plus 10).

De typische manier waarop een bank die extra 10 ontleent is via spaarboekjes (de rechterkant van de balans wordt dus "spaarboekjes: 10" ipv "lening: 10"). En wat je nu moet zien is dat geld dat op spaarboekjes staat vaak wordt opgevraagd voor het geld dat de bank in het woningkrediet heeft gestopt terug komt. Dus, in de balans hierboven: "problema, problema"! Waarmee ga je de spaarders terugbetalen als al je geld in langlopende kredieten zit? Dat problema heet liquiditeit. Je activa (de elementen aan de linkerkant van je balans, waar je geld naartoe is gegaan) kunnen zo gezond zijn als een vis, maar als je onmiddellijke betalingen te doen hebt zonder dat je cashmiddelen hebt, dan heb je een probleem.


De wet van de grote getallen helpt dat probleem oplossen. Lange ervaring toont ook dat het aantal spaarders dat geld komt opvragen ruwweg in evenwicht wordt gehouden door nieuwe spaarders die geld komen storten. Zo functioneert een bank in zijn meest "klassieke" vorm ("we moeten terug naar het bankieren van vroeger!"): aan de linkerkant staan relatief vaste activa, die gefinancierd worden door de zichzelf voortdurend aflossende korte termijn leningen van de rechterkant. En dat is ook de reden waarom de bank aan die linkerkant meer (4%) kan verdienen dan ze aan de rechterkant (3%) moet betalen. Kleinere, kortlopende spaartegoeden worden omgezet in grotere langlopende investeringen, en het verschil tussen de waarde van het eerste en het tweede (in mijn voorbeeld: 1%) is de marge waarmee de salarissen, de energierekeningen, de computers, het onderhoud, de belastingen en vele andere mee worden betaald.


Je ziet dat het liquiditeitsprobleem wordt veroorzaakt omdat er leverage in het spel is. Als de bank geen schulden had was er ook nooit de vraag wanneer ze die terug moet betalen. Maar anderzijds waren er dan twee heel belangrijke dingen ook niet. Ten eerste was er dan geen mechanisme om vele kortlopende kleine spaaroverschotjes om te zetten naar langlopende financiële middelen voor investeringen. En ten tweede was er geen manier voor al die spaarders om hun spaaroverschotten ergens anders in te parkeren dan in een kous of een matras, en dus om er rente op te verdienen.


Een tweede potentiëel probleem (behalve dat spaarders wel eens geld opvragen) is dat kredieten af en toe niet terugbetaald worden, bijvoorbeeld omdat de ontlener dat niet kan. In mijn balans hierboven mogen er voor 10 kredieten verloren gaan, en nog altijd zal er genoeg overblijven om uiteindelijk de spaarders uit te betalen. Immers, de eerste verliezen gaan af van het "eigen vermogen", en pas wanneer dat eigen vermogen op is en er minder activa overblijven dan er schulden zijn komt het spaargeld in gevaar. Dat onderwerp heet solvabiliteit. Het is de mate waarin de activa (de rechterkant van de balans) een overschot vertonen tegenover de schulden (de linkerkant zonder eigen vermogen). Het gaat niet over de vraag wanneer die middelen vrijkomen om de schulden te betalen (dat is "liquiditeit"), maar wel over de vraag of die middelen er wel zijn.


Dus is het "eigen vermogen", bezien vanuit het standpunt van de spaarders de eerste buffer om hun risico op te vangen dat de bank niet meer terugbetaalt. Want dat is de manier waarop het werkt: zolang er eigen vermogen is, is het dat - en dus de aandeelhouder - die de (eerste) schokken opvangt. Waarmee je de vraag krijgt waarom iemand in een bank "eigen vermogen" zou pompen, gegeven dat hij er ook de eerste schokken mee moet opvangen. Het antwoord daarop is rendabiliteit. Zolang er geen of weinig schokken zijn en de inkomsten van al die kredieten de kosten van al die spaarboekjes overtreffen blijft er nog een rendement over om bij het rendement op het eigen vermogen te tellen: dat was die één percent die we bovenop de vier percent konden tellen die het eigen vermogen al "vanzelf" verdiende. De aandeelhouders die bereid zijn de schokken op te vangen doen dat omdat ze hopen dat hun kapitaal helemaal geen schokken zal moeten opvangen, maar integendeel een extra rendement zal opleveren. Geen drie percent, en ook geen vier percent, en het zal wel geen geheim zijn dat het, als het even kan, liefst ook geen vijf of zes percent moet zijn, maar nog veel meer.


Dat is precies wat je bereikt met "leverage". Voor de economie is dat de manier waarop spaaroverschotten worden omgezet in middelen om langlopende investeringen te doen. Voor de spaarders is dat het middel om geld tegelijk liquide te houden, en toch onder relatief weinig risico met een zeker rendement in de economie in te zetten. En voor de aandeelhouders is het de manier om ze ervan te overtuigen het kapitaal in te zetten dat maakt dat die twee andere mogelijkheden gerealizeerd worden.


En daarmee zijn we alweer ver voorbij het punt waar een post van Speels maar Serieus "te moeilijk, te veel, te lang en te luid" wordt. Je voelt, als je die dingen weet, hoe onmisbaar ze zijn om toch een béétje iets zinnigs te zeggen als je met alle geweld over het onderwerp je mond wil opendoen. Je voelt ook dat we hierbij pas aan het begin staan van de mogelijkheid om dat béétje zinnigs te zeggen - en geloof me, we zitten nog maar aan een héél klein beetje. Ik kan maar hopen dat dit voor iemand, ergens, ooit, nuttig is of zal zijn - misschien in combinatie met eerder verschenen posts onder het label "financiële markten". Ik geef veiligheidshalve maar even het adres mee:


http://speelsmaarserieus.blogspot.com/search/label/financi%C3%ABle%20markten


En met een beetje geluk komt het er binnen afzienbare tijd van om nog posts aan toe te voegen: torenhoge crisis, gepluimde aandeelhouders, gepluimde belastingbetalers, roekeloze bankiers (of juist niet)... Nog héél veel stof tot nadenken...


-------------------------------------
(1)
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/bc-en-ad.html
(2)
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/02/goed-nieuws-voor-de-linkse-critici.html

woensdag 28 januari 2009

Alweer een kaarsje erbij...

Misschien is het navelstaarderig, maar een verjaardag van Speels maar Serieus lijkt me nog altijd de moeite om er een post aan te wijden. Bij deze zijn er dus drie jaar volgeschreven, en zoals een veel machtiger brein dan ikzelf ooit schreef, het zou al "meer dan" geslaagd zijn als "iemand die het leest er genoegen aan beleeft". Momenteel vind ik het "gewoon" geslaagd, omdat ik er als degene die het schrijft zelf genoegen aan beleef.

Het blog lijkt me te zijn gestagneerd qua publiek. Vorig jaar heb ik een Googleteller geïnstalleerd, en er kwamen in die tijd een 70 lezers per dag. Dan, met het komen van de lente en de zomer(vakantie) daalden de cijfers geleidelijk tot rond de 50, en nu het weer winter is zitten we weer bij de 70. Op het eerste zicht, denk ik, zal dat een indicatie zijn voor het "natuurlijk potentiëel", of "de markt", voor een blog als dit? Je weet wel: te veel, te moeilijk, te lang en te luid, maar àls je er in slaagt je er helemaal doorheen te worstelen, af en toe best wel eens interessant - iets dergelijks?

Het zal misschien een slecht teken zijn dat ik me voor 2,008 niet zo direct een post (laat staan meerdere posts) kan herinneren die ik bij "the great hits" zou durven klasseren. Ook de kwantiteit is achteruit gegaan: van meer dan 300 in 2,006 en 2,007 naar 260 in 2,008. Voor die daling - misschien ook in kwaliteit, dus - kan ik hoogstens wijzen op mogelijke premature seniliteit, en anders op het zeer druk leven dat je als tweeverdiener met twee kleine kindjes onvermijdelijk hebt. Maar dat is nu eenmaal zoals het is, en (afbrekende) critici zou ik willen herinneren aan het verhaal met de eerste steen, alsook het feit dat er nog nooit iemand ook maar een cent heeft voor moeten betalen.

En als aanhanger van het vrije markt denken leg ik me er natuurlijkbij neer dat het product waard is wat je er voor wil, of moet betalen...

Het enige waarvan ik denk dat het zou helpen is dat ik gemerkt heb, uit de tijd van usenet, dat ik "op mijn best" ben als er meer interactiviteit is. Usenet was een forum dat (zoals LVB ooit ergens gezegd heeft) het meest uitnodigde tot debat en discussie, en je zou tien boekdelen kunnen vullen met mijn bijdragen. (Ik spreek louter over hoeveelheid, over de inhoud zullen we nu maar zedig zwijgen.) Een blog als dit kan echter moeilijk veel discussies uitlokken, omdat elke post nu eenmaal al snel wegzinkt naar "zoveel dagen geleden" en wie gaat daar nog naar kijken? Een veel actievere "blogosfeer" dan we momenteel in het Nederlands taalgebied hebben - tenminste voor de soort onderwerpen waar ik het over heb - zou ook helpen, maar tenzij ik er kompleet overheen kijk hebben we die actievere blogosfeer nu eenmaal niet. Weinig overnames en besprekingen van elkaars ideeën, dus, en bijgevolg nauwelijks een bron van inspiratie om bepaalde thema's met een zekere regelmaat te hernemen, verrijkt door bijdragen van anderen.

So be it. Zolang het kleine beetje vrije tijd dat ik er nog kan insteken er is blijf ik het doen. Omdat ik "er genoegen aan beleef". En omdat het, achteraf bekeken, vaak interessant is te kunnen terugblikken op bepaalde periodes, en te zien met wat voor onderwerpen ik op dat moment bezig was. Of welke vorderingen de respectievelijke peuters en kleuters gemaakt hebben. En die paar keren dat iemand een reactie plaatste die me echt een heel nieuw licht deed opgaan - het gebeurt maar af en toe, maar het is gebeurd, en voor die paar keren alleen zou iemand als ik al een blog onderhouden.

maandag 26 januari 2009

We worden weer eens bedreigd door de Islam...

LVB maakt melding van het onderzoek naar de Islamofobie in Vlaanderen:

-->

Temidden van veel meer elementen die aan bod komen, haal ik er een stokpaardje van me uit:

"Nog meer kiezers (48 procent) vinden dat de islamitische waarden een bedreiging zijn voor Europa"

Ik heb het zelf al vaak gehad over het idee dat de Islam een bedreiging is voor Europa. De meeste van die posts staan verzameld onder de "tag" 'Islam vs Europa', en omdat wij liberalen zo graag roepen over de noodzaak om ook eens een afwijkend geluid te laten horen geef ik die url maar even mee:

-->

Want ikzelf geloof er niet veel van, van die "bedreiging van Europa" door de Islam! Het meest voorkomende thema, namelijk dat we zullen "overspoeld" worden, en verdronken in de veel hogere geboortecijfers, bleek in die posts geen steek te houden - mèt statistieken en bronvermelding erbij! Maar omdat ik niet ga herhalen wat je nu eenmaal in die collectie kan vinden - ik zou zeggen, misschien is het moment daar om al die donkerblauwe kreten over het serieus nemen van "een ander geluid" ook eens echt serieus te nemen?

Nu is het zo dat de tekst van LVB het heeft over de waarden van de Islam, en niet de Islam zelf, die een bedreiging is voor Europa. Aangenomen dat dat niet hetzelfde is denk ik dat daarmee een ander thema uit mijn collectie ter sprake komt. Dat ander thema is dat we doorheen de geschiedenis vaak gezien hebben dat de botsing der beschavingen uitgevochten wordt op het niveau van "de waarden". Maar daarbij is het praktisch de definitie van de "superieure" resp. "inferieure" beschaving, dat de beschaving die qua waarden door de andere wordt overgenomen de "inferieure beschaving" is.

Kortom, je mag van mij geloven dat de waarden van de Islam een bedreiging vormen voor Europa, maar weet dat je de facto vreest dat Europa een "inferieure beschaving" is in vergelijking met de Islam. Terwijl ikzelf, die ervan overtuigd ben dat Het Westen een superieure beschaving is, integendeel van mening ben dat onze waarden een bedreiging zijn voor de Islam! En dàt is dan ook de reden waarom de fundamentalisten zo degenereren in letterlijke interpretaties van eeuwenoude teksten, alsook massamoorden en terrorisme. Als ze dààr indruk mee moeten maken in de ogen van de mensen...

Maar wie meer over die opinies wil weten bladert maar eens door het verzamelingetje. We kunnen toch niet allemààl meehuilen met de wolven in het bos?

zondag 25 januari 2009

"Rust zacht, lieve engeltjes".

We lopen door het centrum van Mechelen, achter onze buggy met daarin twee kindjes waarop we zo trots zijn als een pauw. Maar hoe kunnen normale mama's en papa's iets anders in het achterhoofd hebben dan de gebeurtenissen van enkele dagen geleden, toen een gek een kinderdagverblijf binnendrong en er twee kindjes en een verzorgster dood stak?

Hoe kan je lopen glunderen met de Kostbare Schattebouten als je weet dat twee families hun kindjes nooit meer zullen terugzien? Hoe kan je postjes schrijven van "peuter Thomas kan nog altijd maar drie woordjes: "mama", "ja" en "nee", en nog gebruikt hij ze niet eens altijd correct", als je weet dat binnenkort twee families hun kindjes onder overweldigende belangstelling - dààr zullen ze op zitten wachten - in hun grafje moeten leggen?

Hoe zou het voelen als je eerst, bijvoorbeeld op je werk, hoort dat dit zich heeft voorgedaan in de crèche waar jouw kindje zit, en je je er gek van angst naartoe haast, de hele tijd in je hoofd dat het misschien wel om jouw kind gaat, en dan moeten horen dat het nog waar is ook? Ik denk dat je zelf mama of papa van kindjes moet zijn om te weten dat je je daarbij gewoon niets kan voorstellen.

Veel mensen schrijven nu teksten als "Rust zacht, lieve engeltjes". Je moet zelf engeltjes hebben om te voelen... - ach, ik val in herhaling. Je voelt wat ik bedoel. En ze schrijven teksten als "we leven mee met de families". Ja, dat doen we. Hoewel. Hoe kan "meeleven met families" die dat hebben meegemaakt ooit meer zijn dan een stel holle woorden? En toch moeten we er geen moment aan twijfelen dat het allemaal oprecht is, en dat veel mensen echt verbijsterd en bedrukt stilstaan bij wat er gebeurd is.

"Meeleven met de families", zo hopeloos tekort als dat nu eenmaal schiet, wordt dan iets heel concreets. Je doet het, bijvoorbeeld, in de scène waarin kleuter Sarah vraagt "papa wat doe je?". En papa, die een boekje over kosmologie zit te lezen en zijn hersens pijnigt om in twee seconden iets te antwoorden waar een kleuter iets aan heeft zegt "ik lees iets over de vraag waar het einde is van de wereld". Waarop de kleuter, zonder een seconde na te denken, met één handje naar boven wijst en verklaart, met iets van triomf in haar stem: "in de lucht!".

"Meeleven met de families", dat is niet meer in de lach schieten bij één van die anecdotes die jij aan de hele familie gaat vertellen omdat je denkt dat dat erg grappig is, maar integendeel terneergeslagen bedenken dat twee families nooit zullen horen hoe hun kleuter heel erg ad rem kan zijn, en denken dat het allemaal uniek is.

Ik moet ineens denken aan de filosoof Hannah Arendt die in een boek over Eichmann mijmert over de doodstraf die Eichmann voor zijn aandeel in de holocaust heeft ondergaan. Uiteindelijk, vindt Arendt, heeft Eichmann die doodstraf gekregen omdat wij, mensen, doodeenvoudig hebben beslist dat wij, mensen, niet langer onze planeet willen delen met een schepsel als Adolf Eichmann. Daarmee zitten we meteen nog enkele ordes van grootte dichter tegen het eigenlijke "Menselijk Bankroet" (1) aan, nietwaar? Ik geef dat meteen toe. Maar tegenover de dader doet het me toch bedenken: als je er in geslaagd bent met je daden de mensen aan Eichmann te doen denken - misschien dat dat toch iets van onze opinie tot een zéér troebel bewustzijn doet doordringen?

-------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/07/het-menselijk-bankroet.html

EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/zelfs-de-hond.html

EN: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/07/en-niemand-heeft-het-gedaan.html


woensdag 21 januari 2009

"BC" en "AD"

De bovenstaande titel is niet het begin van een nieuwe post over zeer oude geschiedenis, en de afkortingen betekenen niet het standaard "Before Christ" en "Anno Domini" Ze verwijzen wel naar de financiële storm die nu al 18 maanden over de wereld raast. Stilaan neemt die proporties aan die werkelijk historisch kunnen genoemd worden. "BC" betekent "before crunch" en "AD" betekent "after deleveraging", en zoals dat gaat met intelligente koolstofverbindingen die ook nog met wat galgenhumor gezegend zijn, die uitdrukkingen hoor je tegenwoordig wel eens in de "beter geïnformeerde" kringen.

Een uitgelezen gelegenheid om even stil te staan bij wat "deleveraging" betekent, en dus, in feite, wat "leverage" betekent...

Wel, zeg je hebt een kapitaal van 100. Je belegt het aan vier percent. Dus je haalt een rendement van 4%, einde eerste bedrijf. Tweede bedrijf: je ontleent daar bovenop een kapitaal van 100 en je betaalt een rente van drie percent. Iedereen die zich onmiddellijk afvraagt: "hoezo, drie percent, en..." terwijl hij zelf een professional is: klep toe, we weten heus wel dat jij dit ook kent. Lees hier iets over de Mesopotamiërs of zo. Iedereen die geen professional is en toch onmiddellijk vragen ziet van "Ah ja? Drie percent?": heel goed, je maakt weinig kans dat iemand je iets komt wijsmaken. En als je helemaal geen vragen ziet rijzen: geen probleem, eigenlijk is deze post voor jou bedoeld. Neem het hoe dan ook even aan. Ik kom er op terug, natuurlijk.

Voorlopig is het punt: je had al 100 waarop je 4 hebt verdiend. Je hebt nog eens 100 ontleend die je nu ook aan 4% belegt, en na een jaar betaal je die 100 terug plus de rente van 3 die je beloofd hebt. Je houdt 1% over (per "4 - 3 = 1"). Je had 4, je telt er 1 bij, je hebt 5, en dat op een kapitaal van 100: je rendement is gestegen van 4 naar 5%. Als je het nog eens opnieuw kan doen stijgt je rendement naar 6, of wie weet ook naar 7, of naar 8... Enzovoort.

Alleen heb je natuurlijk die knagende vraag: waarom zou jij in godsnaam aan 4% kunnen beleggen als iemand anders bij jou aan 3% moet komen beleggen? Waarom doet die "iemand anders" dat niet ineens zelf aan 4%?

Een mogelijk, en heel goed, antwoord op die vraag kan zijn dat jij het geld belegt in leningen om (bijvoorbeeld) huizen te financieren, terwijl die "iemand anders" de hele serie mensen voorstelt die bij jou kleine bedragen komen beleggen, veel te klein om er huizenleningen mee te financieren, laat staan 20 jaar vast te zitten. De beleggingen heten dan "spaarboekje" en "jij" heet een "bank" en tout va pour le mieux dans le meilleur des mondes (kom, zonder filosofische knipoog zou dit blog niet meer "speels" zijn...).

Het bovenstaande impliceert een risico dat in 99 (gevolgd door een komma en een lange serie negens) percent van de gevallen uitstekend wordt gemanaged en dus werkt. U en ik smaken evenwel de eer en het genoegen te leven in een tijdperk waarin - ach, laat maar. Het is natuurlijk ook mogelijk om risico's te nemen die een heel stuk twijfelachtiger te zijn, maar potentiëel wel hetzelfde resultaat hebben. Bijvoorbeeld, een dik jaar en wat meer geleden was het heel goed mogelijk te ontlenen in Japanse Yen of Zwitserse Frank aan rentes die (noem het) één percent waren, daarmee vervolgens euro's of ponden te kopen waar de rente 4 of 5% was, en het verschil op zak te steken. Ooit al gehoord van de "carry trade" en nooit durven vragen wat het was? Wel, dat was het.

Natuurlijk, als je voor 10,000 ontleende Yen ooit 100 euro had gekregen, en de vraag is aan welke prijs je die 10,000 JPY moet terugkopen wanneer je de lening moet terugbetalen, dan is de kans niet denkbeeldig dat je ontdekt dat het antwoord is: 150 euro. Elke overeenkomst met reëel bestaande personen of gebeurtenissen is zo denkbeeldig als maar kan: het gaat om het principe! Je hebt enkele percenten verdiend aan het renteverschil tussen de euro en de Yen, maar je verliest 50% op koersverschillen... Het moment is aangebroken om te zeggen dat het de schuld is van het kapitalisme.

Intussen hebben we twee voorbeelden gezien van "leverage". Immers, in beide gevallen heb je ontleend om ergens aan een hoger rendement te investeren (en daarvoor een welbepaald risico gelopen) zodat je het totaal rendement op je ingezet eigen vermogen omhoog krikt: hefboomeffect, of in goed Amerikaans: "leverage". Dat kan op duizend verschillende manieren, ergo, het gebeurt ook op duizend verschillende manieren, en één van de manieren waarop het wereldwijd kan misgaan is als volgt.

Je had, dus, Yen ontleend om te beleggen in euro, en je ziet dat de koers van de JPY begin te stijgen. Tegen "de verwachtingen"; ik zou er geen moment aan durven twijfelen, maar "life is a bitch". Dus je koopt die JPY maar snel terug om het verlies beperkt te houden. Alleen, de wet van vraag en aanbod legt uit dat door die aankopen de Yen duurder wordt, waardoor ook anderen beginnen schrik te krijgen en maar snel de Yen beginnen terug te kopen, zodat hij nog duurder wordt...

En als het om echt laagrentende munten gaat (zoals de Yen) kan dat spelletje héél lang doorgaan, zelfs als de mensen verbluft aan de telefoon hangen: "hoe, het nieuws uit Japan was toch helemaal niet goed?". Als het systeem "leveraging" heet, dan is "deleveraging" dat iedereen tegelijk precies het omgekeerde doet, en je ziet de koersen van datgene waar iedereen uit wil zakken als bakstenen.

En als het gebeurt voor niet alleen de JPY of een paar andere onderdelen van de wisselmarkten, maar voor ongeveer alle financiële activa tegelijk, dan heet het de "wereldcrisis van het begin van de 21ste eeuw", of mits wat galgenhumor "AD". "After Deleveraging" zakken de prijzen naar de kelder, niet noodzakelijk gebaseerd op enige band met de economische realiteit. Ach, ja...

dinsdag 20 januari 2009

"Pek - en - ve - ren"! "Pek - en - ve - ren"!

"Soms zou ik nog bijna medelijden met Bush krijgen" liet ik nog maar enkele weken geleden ergens ontvallen. Als je die afscheidsinterviews ziet; dat klagelijke "this is no presidency where you ride off into the sunset", die bijna pathetische interventies van bijvoorbeeld zijn vrouw, om te zeggen dat het toch helemaal geen slechte president was... De waarheid is, het is hem allemaal ver, ver boven zijn pet gegaan; de krachten die hem bespeelden hoorden tot het kortzichtigste - zeg gerust: domste - rechts dat je maar kan bedenken, en het is dan ook allemaal verschrikkelijk in de soep gelopen.

Ik kan nog altijd hoofdschuddend terugdenken aan het grootste open doel dat ik ooit heb binnengekopt. De naderende verkiezing van Obama tekende zich al af, sommige mensen schreven over de ramp die zich zou gaan voltrekken, tussen nu en vier of acht jaar... en ik vroeg of ze vreesden dat Obama hun leger in een jarenlang moeras zou dumpen, hun economie aan de rand van het bankroet zou helpen, het Amerikaans prestige in de wereld naar ongekende dieptepunten zou doen dalen en zo waarschijnlijk nog wel een paar.

Het punt is, ze hebben het zelf, Bush incluis, door. Het gebeurde op een forum waarop je enkele jaren geleden nogal een storm had zien opsteken, maar deze keer kan ik me niet herinneren ook maar één reactie te zien. Is het niet tekenend, de manier waarop het "Bush betonneert de Republiekeinse machtsgreep voor meerdere generaties" is geëvolueerd naar "de geschiedenis zal zijn presidentschap beter evalueren dan het heden". Ja, dat is ook niet zo moeilijk, hé jongens, dat hij hoger zal scoren dan vandaag? De blunders en gemiste kansen van vandaag zullen doodgewoon geschiedenis zijn. Dat maakt die blunders niet minder groot, maar de mensen die er over oordelen zullen niet langer rouwen om de gemiste kansen, maar er berustend nota van nemen. In ieder geval, we noteren met belangstelling hoe zijn eigen entourage hem nu de facto in hetzelfde kamp als een Jimmy Carter plaatst. Zoals ik al zei, ze hebben het zelf door, en ik kreeg er bijna medelijden mee.

"Hohohohoho!" schaterde iemand die me zeer goed kent het uit, "zover moet je het nu ook niet drijven!". Hij heeft gelijk, natuurlijk. Eerder dan medelijden voel ik eeuwige spijt dat hij niet één van die twee schoenen tegen zijn gezicht heeft gekregen. "Komaan" zei diezelfde kennis, "je kan die schoengooier niets verwijten, allebei loepzuiver on target, zelfs met die veiligheidsagenten op zijn nek". En ik verwijt die schoengooier ook helemaal niets, ik had alleen nog liever dat beteuterde gezicht gezien waarmee hij over zijn neus had staan wrijven: hèt beeld waarmee je zijn presidentsschap kon uitdrukken.

Dus nee, medelijden zou inderdaad misplaatst zijn. Let wel, ik kan niet eens geloven, niet met de beste wil van de wereld, dat de financiële crisis de schuld van de overheid, en dus van Bush zou zijn. De financiële crisis lijkt mij immers de schuld van sommige deelnemers aan de vrije markt. Een stapje verder op weg naar het Bushbankroet lijkt het me opvallend dat het spectrum mensen dat Bush "serial incompetence" (had ik de plaats waar ik deze mooie omschrijving heb gelezen maar onthouden...) verwijt intussen heel breed is: inclusief veel Republikeinen. Ik zei het al: vele ogen zijn intussen open gegaan...

Ik vind tenslotte (kniediep in dat Bushbankroet) niet dat een oorlogstribunaal in de stijl van Nuerenberg hem en de rest van de bende moet veroordelen tot de strop: twintig jaar zou me al meer dan voldoende, zelfs enigszins overdreven lijken. En omdat het hoe dan ook wel nooit zo ver zal komen lijkt me de beste waardering die we deze miskleun van formaat kunnen geven: rij gerust weg in de richting van de zon - laat je vooral niet tegenhouden door onze enorme zucht van opluchting - maar dan wel bedekt onder de pek en veren. Heel veel pek en veren.

--------------------------------------------
Nog een url van een verwante post:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/afscheid-van-een-poedel.html

maandag 19 januari 2009

Girard en Dostojevski: (3)

We hebben hier al twee posts achter de kiezen waarin René Girard een Dostojevski liet zien, die diepe vragen wist te stellen over de aard van menselijk sociaal gedrag (1), maar daar in zijn vroege romankunst nog geen fatsoenlijk antwoord op weet te vinden (2). Dostojevski zag met zijn kunstenaarsoog hoe de held de heldin pas begerenswaardig vond als iemand anders haar eerst als zodanig had aangewezen, maar bleef intellectueel proberen het hele verhaal als een klassieke mannetje-vrouwtje relatie voor te stellen. In dit derde en laatste fragment van de oorspronkelijk tekst volgen we Girard die in de achtereenvolgende werken van Dostojevski de duisternis ziet optrekken...

Het vroege oeuvre van Dostojevski leent zich heel goed voor deze vorm van analyse. De verschillende romans schetsen ons de portretten van een serie helden die zich allemaal in deze zelfde positie bevinden. Allemaal zijn ze de wanhopige aanbidders van een uitverkorene, die echter maar als zodanig tot haar recht komt wanneer de verpletterende aanwezigheid van een rivaal haar onbereikbaar maakt. Dostojevski schetst deze toestanden op de meest verschillende manieren, nu eens als tragedie, dan weer als komedie, maar de onderliggende structuur blijft dezelfde. Ook het perspectief wisselt voortdurend, zodat we het verhaal vanuit de onderliggende held of vanuit het standpunt van een buitenstaander te zien krijgen. Op het einde van deze periode, met De Vernederden en Gekrenkten is er zelfs geen eigenlijke driehoek meer voorhanden, maar zijn er twee mannen en twee vrouwen die de begeerte als Schoppenboer voortdurend aan elkaar doorgeven:

"tandis que le jeune écrivain Vania pousse Natacha dans les bras d'Aliocha, Natacha, de son côté, pousse Aliocha dans les bras de Katia. Cette dernière, qui ne veut pas être en reste de grandeur d'âme, repousse Aliocha de toutes ses forces et le renvoie à la malheureuse Natacha." (3)

Deze "obsessie" spruit dus voort uit Dostojevski's besef dat de klassieke structuur waarbij de begeerte vloeit van het object naar het subject te kort schiet. Alleen slaagt Dostojevski er nog niet in uit te drukken hoe het dan wel zit. Het gevolg is dat Dostojevski zich wel bewust is van de feiten het mimetisch spel, maar ze van een interpretatie voorziet die de maag doet keren:

"Le roman se déroule d'un bout à l'autre, dans un climat d'idéalisme romantique qu'il faut bien qualifier de mystificateur. La rhétorique sentimentale place dans une fausse lumière d'effort moral et d'esprit de sacrifice une conduite qui relève de plus en plus visiblement du masochisme psycho-pathologique." (4)

Zo baadt het vroege werk in een schijn van romantiek, en zelfs een poging om een vorm van morele verheffing te vinden, op een plaats waar we in werkelijkheid niets anders dan achterbaks gekonkel aantreffen. En dat is een besef waar de klassieke kritiek nooit kan komen. Deze klassieke kritiek kan namelijk zelf ook niet meer dan in een kringetje om zichzelf heen draaien, en blijft alleen maar een nuttig instrument voor auteurs aan wie hetzelfde overkomt.

"Même en critique littéraire, d'ailleurs, rien ne me paraît plus fade et plus mystificateur, en dernière analyse, que l'insistance obsessive sur la diversité infinie des oeuvres, sur leur caractère ineffable et inépuisable, sur l'impossibilité de répéter deux fois la même interprétation, sur la négation de toute parole décisive, en somme. Je ne vois là qu'un vaste syndicalisme de l'échec." (5)

We moeten dus op een bepaald moment durven afscheid nemen van wat deze kritiek ons kon vertellen, en erkennen dat wanneer de auteur nieuwe dimensies gaat opzoeken, niet langer de overeenkomsten van de "obsessie" van tel zijn, maar wel de verschillen, die het nieuwe perspectief mogelijk maakt. Deze vooruitgang zet Dostojevski in met Herinneringen uit het Ondergrondse, waar het personage alweer "botst" op het onoverkomelijk obstakel dat een Ander voor hem neerzet:

“Un jour, dans un café, un officier dont notre avorton gêne les mouvements, saisit celui-ci par les epaules et le dépose un peu plus loin, sans même lui faire l'honneur de lui addresser la parole. Le souvenir de cette désinvolture hante le héros souterrain. L'officier inconnu prend, dans son imagination, des proportions aussi monstrueuses que Veltchaninov dans celle de Troussotzki." (6)

Daarbuiten wacht alweer die superieure "rivaal", die leidt tot het centraal stellen van precies die rivaal in de verdere psychologische processen van de held. Alleen, rivaal… voor wat? Voor een tijdelijk plaatsje in een druk café? Het is duidelijk dat het object verschrompeld is tot het niveau waar het de facto niet meer bestaat en geheel is vervangen door de persoon die dat plaatsje zelf inneemt.

In dit geval echter is het evenwicht van bij het begin voldoende verstoord om elke mogelijkheid tot ruzie op voorhand in de kiem te smoren, en juist daarom neemt de zegevierende officier in de ogen van de held die het onderspit dolf, gigantische proporties aan; terwijl hij zelf zich wentelt in de vernedering. In zijn dromen bevindt hij zich nochtans temidden van de grote literaire coryfeeën uit het verleden, maar de glans van deze roemrijke persoonlijkeden steekt schril af tegen het besef van onbeduidendheid waarmee de realiteit hem confronteert. En opnieuw, deze confrontatie en dit contrast wordt bemiddeld, het is het contact met de Ander, in dit geval de officier dat de plaats van de held in de wereld bepaalt.

Met deze verschrompeling van het object tot voorbij het punt waarop het nog waarneembaar is, zet Dostojevski de weg naar zijn eigenlijke grote werken in. Hij zet een reeks romans neer waarin het object zo goed als afwezig kan zijn, of van het kaliber van de literaire droom, maar waarbij het statuut van de hoofdpersoon, minstens in diens eigen ogen, bepaald wordt door wat de anderen ervan denken. Raskolnikov die om zijn Napoleontische souvereiniteit te vestigen een moord pleegt trekt aan ons oog voorbij, of De Speler die zich aan de grillen van de roulette onderwerpt en zijn successen en mislukkingen aan de speeltafel ziet als evenveel voortekenen van wat hem in de liefde te wachten staat. Nog steeds wisselt het perspectief van waaruit de verschillende romans de posities van de deelnemers bekijken, maar die posities worden nu niet langer bepaald door het bezit van het object, maar door de de verhouding tot de andere deelnemers.

Voor deze verschuiving van schijnbare motieven naar waar het in deze wereld werkelijk over gaat heeft Dostojevski een hoge prijs betaald, zowel in de inspanningen van het zoeken en tasten die we in de langzame vorderingen van de opeenvolgende romans vinden, als in de persoonlijke crisissen die hem zelf troffen wanneer hij zijn nieuwe besef weer uit het oog verloor. De manier waarop dit oeuvre de uitdrukking is van Dostojevskis onverklaarbare moeilijkheden in de literaire kringen van Sint-Petersburg doet ons vermoeden dat we een stap verder kunnen gaan. De vervanging van het object aan de oppervlakte door de persoonlijke verhoudingen onder dat oppervlakte helpt ons werkelijk bij het verklaren van het sociale gebeuren.

Op dit punt breekt de tekst van destijds, zoals ik het nu zie, nogal abrupt af. Het idee was: wanneer Dostojevski achter de oppervlakte in eerste instantie zoekt naar “het oeoude spel vande mannetjes en de vrouwtjes”, dan kiest hij voor een soort Freudiaanse interpretatie “avant la lettre”. Alleen slaat hij al snel nieuwe richtingen in wanneer hij beschrijft hoe het zogenaamde object zo verschrompeld raakt dat er niet echt iets meer van overblijft. Vanaf dan ziet hij in dat, en schrijft hij over hoe, sociale relaties niet bepaald worden door het genie van de kunstenaar of de bureaucratische talenten van de ambtenaar, maar door een heel eigen spel van streven en duwen, van blokkeren en dwarsbomen, dat juist door het ontbreken van het oorspronkelijke object zo onbegrijpelijk wordt, en zo gemakkelijk kan geïnterpreteerd worden in de termen die het officiële leven er aan geeft.

En zo vond ik destijds Girards analyse interessant genoeg om er dit verslag van te maken, niet alleen om de belevenissen en beschrijvingen van Dostojevski zelf, maar ook omdat in mijn ogen de overeenkomsten met onze eigen wereld van alfamannetjes versus officiële versies bijzonder verhelderend zijn.

-----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/ren-girard-en-dostojevski.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/girard-dostojevski-en-het-ondergrondse.html
(3) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2
(4) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 1
(5) Girard, Des choses Cachées, I, chap. 1,
(6) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2

zaterdag 17 januari 2009

Dreigen met "de lange termijn"

Sinds mijn boekenplankje met oude geschiedenis niet langer beperkt is tot Griekenland en Rome zwerf ik wel eens rond in dat heel oude Midden Oosten. Wanneer je in Mesopotamië terechtkomt valt al snel de naam Ur, en ineens gaat mij een heel ander licht op. Ur? Dat was toch de plaats waar Abraham, de stamvader van de joden èn de Arabieren vandaan komt? Waren de Semitische volkeren dan Mesopotamiërs - of waren de Mesopotamiërs misschien Semitische volkeren? Je ziet dat de vragen zich vermenigvuldigen als de broden en de vissen...

Ik sla dus maar eens een heel andere richting in, en ineens kom ik op een punt waarover ik bijna angstvallig probeer helemaal niets te zeggen: wegens totaal gebrek aan relevante kennis, en ook zeer hoog oplopende emoties. Want na enkele sprongen van ocharme een millennium hier en een millennium daar zit ik niet langer bij Abraham, maar wel in het hedendaagse Israel. En er bekruipt mij een ietwat contra-intuïtief idee.

Men heeft u gezegd dat de staat Israel zich in een precaire situatie bevindt. Omringd door vijandige volkeren in de ruimte ziet het er al niet beter uit in de tijd. Die vijandige volkeren zien Israel immers als een kruisvaardersstaat! En daarmee refereren ze aan het geduld waarmee de Arabieren destijds na verschillende eeuwen de kruisvaarders verdreven hebben. En ze refereren naar de duizend jaar die inmiddels voorbij zijn, maar die niet beletten dat de Arabieren de zaak nog vers in het geheugen hebben. Die paar decennia die Israel bestaat vallen daarbij in het niet, en de horizon ziet er donkerzwart uit.

Ziet er indrukwekkend uit, nietwaar? En toch, als je van geduld spreekt. Zomaar uit het blote hoofd komt Mozes in me op. Laat me er het jaar 1,250 op plakken: en dat is dan wel voor Christus. De Kruistochten zelf liggen dan nog even ver in de toekomst als wij in de toekomst lagen toen Hannibal over de Alpen trok. En tot de dag van vandaag vertellen de joden, als quasi dagelijkse kost, over hoe Mozes de ballingen uit Israel onder het juk van Egypte uithaalde, en terug naar Israel leidde.

En, steeds omdat ik van ronde getallen houd, laat ik 750 jaar voorbij gaan. De kruistochten liggen nog altijd even ver in de toekomst als wij in de toekomst lagen tijdens de Val van Rome. En de joden waren alweer in ballingschap, deze keer in Babylon, en de tempel was verwoest. De beroemde hete tranen aan de oevers van de rivieren worden geplengd, de beroemde profeten spreken hun woord... En hop! Nauwelijks een oogwenk - op deze tijdsschaal - gaat voorbij, en ze zitten weer allemaal in het Beloofde land.

En laat nog eens een half millennium passeren, en deze keer zijn het de Romeinen die er de boel kort en klein slaan, en de tempel is nog maar eens verwoest, en de joden raken verspreid over de ganse wereld, en deze keer gaan er tweeduizend (2,000!) jaar over... En waar zitten al de joden na die twee - dui - zend jaar zodra ze maar een beetje de kans zien? Waar?

Je hebt het.

En tegen die gasten gaan ze nu een propaganda oorlog beginnen, zodat uitgerekend de joden geïntimideerd moeten worden met de "lange termijn"? Iets zegt me dat ze het niet noodzakelijk met de juiste tegenstander aan het proberen zijn...

vrijdag 16 januari 2009

Over vastgoed en niet-transparante markten

Een studie door een vastgoedbureau verklaarde dat wat hen betreft de prijzen van het vastgoed niet daalden door de crisis, maar hoogstens stabilizeerden. Dat zorgde voor nogal wat spektakel op de commentaarpagina's van De Tijd. In twee woorden komt het er op neer dat de vastgoedkantoren ervan beschuldigd worden dat ze de prijzen hoog willen houden, om zo commissies te genereren: een vast percent op een hoger bedrag is nu eenmaal beter dan op een lager bedrag. Met andere woorden, de vastgoedprijzen zouden wel een dalende lijn te zien geven, als de makelaars dat tenminste wilden toegeven.

En de Belg, die de spreekwoordelijke baksteen in zijn maag voelt wegen, geeft luidkeels uiting aan zijn ongenoegen.

Wel, ik weet het niet, ik ken er niet veel van. Maar als veteraan van lange debatten met creationisten zat ik de gesprekken wat geamuseerd te volgen, en het viel me toch op: die markt is heel on-transparant. Als je vergelijkt met efficiënte markten als de dollar tegen de euro, dan krijg je daar voortdurend de prijzen te zien waartegen ook werkelijk gehandeld is. Maar op de vastgoedsites krijg je alleen maar zoiets als de "vraagprijs" voor dat concrete huis te zien. Wat er evenwel ook werkelijk betaald wordt voor soortgelijke huizen, dat kom je nooit te weten, want dat is een zaak tussen twee mensen. Dus is het mogelijk dat de crisis lelijk huishoudt onder prijzen, maar aan de schermprijzen krijg je dat niet te zien, want de vraagprijzen zitten daar rustig hoog en droog.

Is dat erg? Als koper voel je meteen dat je gemakkelijker gemanipuleerd kan worden. Je weet dat er vlot op een prijs valt af te dingen? Geen probleem, je lapt er zelf twintig percent bij, zodat je die met de glimlach weer kan weggeven. Terwijl, als er een statistiek bestond die liet zien aan welk niveau vastgoed werkelijk verhandeld wordt, je je met dat soort kermistrucs alleen maar belachelijk zou maken.

Maar ook voor de verkoper is gebrek aan transparantie niet aantrekkelijk. Als je zomaar het raden hebt naar waar de markt werkelijk is - hoe moet je dan weten hoeveel een realistische vraagprijs is? Toch niet op basis van wat de persoon die er een percent op zal verdienen je vertelt? En ook, zei mijn vrouw toen ik het onderwerp ter sprake bracht, kunnen ze misschien wel extra commissies genereren als ze verkoopprijzenkunnen bedingen die juist hoger liggen dan de verkoper had verwacht? Zij weet dat ook niet, hoor, het was maar een poging om een mogelijk nadeel van gebrek aan transparantie te genereren.

Listige katten zitten er tussen, als je het mij vraagt, bij die madammen.

Maar als je, met niet meer dan wat kennis van hoe markten in het algemeen werken en een blik op een immobiliënsite, kan zien dat de markt vreselijk ondoorzichtig is, en dat noch de kopers, noch de verkopers daaraan veel plezier beleven - wie heeft daar dan wel belang bij? En zo kom je weer bij die immobiliënkantoren terecht: precies zoals zoveel commentatoren op de site al beweerden. Als ik in de tijd dat ik dollars verhandelde in een even weinig transparante markt had gewerkt, ik zou het ook wel geweten hebben... $$$$$!

Maar het is ook wel mogelijk dat dit allemaal veel te goedkoop gekift is. Als je op hoge toon beschuldigingen ziet aan het adres van één enkele groep ("de joden hebben de waterputten vergiftigd"), hou je dan maar vast aan de takken van de bomen. Desondanks zou ik wel eens willen weten: waarom is die immobiliën markt zo ontransparant?

donderdag 15 januari 2009

De Kost van de Propaganda ("de schuld van het kapitalisme")

David Christian vertelt in hoofdstuk 14 van Maps of Time (1) enkele interessante dingen over de tijd van opiumoorlog. De Europeanen botsten al een tijd tegen het feit aan dat ze aan China niet echt veel te bieden hadden, en het gevolg was dat ze hun zilvervoorraden zagen wegvloeien in ruil voor de vele goederen die ze zelf wel in China kochten (uit het blote hoofd: thee, porcelein, zijde...). Dat lijken me een historisch correct vertrekpunt, want zelfs een David Landes, die benadrukt dat vooruitziende Chinezen toen al heus wel enkele dingen van de Europeanen hadden kunnen leren, weet ook wel dat het om nogal weinig dingen, temidden van een enorme waaier aan Chinese cultuurgoederen ging, of dat die vooruitziende Chinezen dan ook letterlijk eeuwen hadden moeten vooruit zien.

En dus sprak de achttiende eeuwse keizer van China de Europeanen bemoedigend toe, maar hij kon ondanks hun verdienstelijke pogingen echt niet veel met hun barbaarse producten aanvangen; toch bedankt. Terwijl in de negentiende eeuw de Europeanen (laten we hier haastig van maken: de Engelsen...) een militair overwicht hadden dat maakte dat ze China konden verplichten om niet langer zilver, maar wel opium te aanvaarden in ruil voor hun export. Waar dat in onze ogen doet denken aan de "handels"technieken van de Vikings lijkt het Chinese regime van die tijd daartegenover een mirakel van verlichting en bedachtzaamheid:

"We have heard that in your honourable country, the people are not permitted to inhale the drug. If it is so regarded as deleterious, how can seeking profit by exposing others to its malefic powers be reconciled with the decrees of Heaven?"

Maar Palmerston beweerde dat vrije handel het punt was, en niet opium, en de kannonneerboten arriveerden in China, en de rest van de zéér triestige geschiedenis is bekend. [Begin sarcasme] Wij, hedendaagse Westerlingen, zouden ons natuurlijk nooit een oorlog laten opsolferen waarvan iedereen in één oogopslag kon zien dat het om, bijvoorbeeld, dadels te doen was, terwijl onze regimes ons proberen wijs te maken dat het om vrije handel, of politieke democratie ging: dat gaat zo met intellectuele vooruitgang waarvan uitgerekend wij zulk goed voorbeeld zijn, maar toen waren we dus nog niet zo slim. [Einde sarcasme]

Je ziet hoe ik er van kan genieten, dat navertellen in deze termen van verhalen die toelaten te sneren aan het adres van Bush (de nar, niet de vader) en zijn aanhangers? Jammer, toch, dat we in enkele vorige posts (2) moesten toezien hoe Christian ondoordacht (en dat was dan nog mijn "zeer welwillende interpretatie") de soort propaganda navertelde, compleet met zwaar geselecteerde cijfers, die beweerde dat "het kapitalisme de oorzaak was van de armoede in de wereld"? Ik kan niet anders dan maar snel een toontje lager zingen met die sneren. Hoe weet ik of het niet even gemakkelijk is om dit verhaal over het welwillende Chinese regime versus de boosaardige Europeanen te doorprikken?

Geloofwaardigheid... Het is iets dat je maar met heel, heel kleine beetjes tegelijk kan opbouwen. Maar het is ook iets dat je met bakken tegelijk aan het groot huisvuil kan weggeven. Het is in onze democratie iedereen toegelaten om goedklinkende verhalen zomaar te slikken en na te vertellen in heuse bestsellers. Maar de kost die je oploopt als elke amateur ze zomaar als propaganda kan herkennen, terwijl je zelf niets in de gaten had...

Ik had niet beter kunnen illustreren waarom ik het jammer vind dat een heel redelijk boek in enkele paragrafen zo uit de bocht gaat, dan de manier waarop ik hoofdschuddend zijn verhalen over de opiumoorlogen zat te betwijfelen.

--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/09/niet-bescheiden-genoeg.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/het-is-de-schuld-van-het-kapitalisme.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/de-schuld-van-het-kapitalisme-vervolg.html

woensdag 14 januari 2009

Huishoudelijk

Voor het eerst sinds de mogelijkheid tot kwoteren (1) bestaat heeft iemand een post de kwalificatie "briljant" gegeven (2)! De ironie is dat dat ook de enige post op een kleine 900 is die ik niet zelf heb geschreven, maar van een gastblogger afkomstig is. Aangezien noch Wouter, noch ikzelf het soort mensen zijn die hun eigen teksten kwoteren zie ik hierin een boodschap die ik trouwens zelf ook al eerder heb proberen door te geven: Wouter zou beter zelf bloggen.

Maar los daarvan. In feite, beste lezer die ook nog de moeite doet om af en toe een kwotering mee te geven, heb ik een kleine klacht. Tegelijk begrijp ik best dat de post waarin ik mijn verwachtingen rond het systeem uitdrukte alweer een hele tijd geleden is geschreven. Dus sta me toe te proberen mijn "probleem" op te lossen door even iets in herinnering te brengen.

Het idee is dat iemand die een boodschap wil meegeven er goed aan doet in rekening te brengen hoe het beestje dat de boodschap ontvangt (ikzelf, dus) werkt. Welnu, het beestje werkt zo dat hij vindt dat op een schaal van 1 tot 5 elke score een betekenis moet hebben. Zoals ik in een heel andere contekst eens heb uitgelegd (3) moet dat betekenen dat de middelste score slaat op "wat je ongeveer had kunnen verwachten". En aangezien ik vermoed dat de overgrote meerderheid van de lezers van een blog dat toch niet tegen hun zin doen, denk ik dat ze naar hier komen met een zekere positieve verwachting. Ergo, de middelste score (3 op een totaal van 5) betekent "goed". Het bevestigt wat ik nog niet wist, maar wel hoopte: je druipt als lezer niet teleurgesteld weer af. De score "goed" lees ik als een compliment, een aanmoediging, en niet; ab - so - luut - niet als "middelmatig". Ik herhaal het nog maar eens, omdat ik wel begrijp dat iemand dat zou kunnen denken, maar zo is het niet.

Dus zoals ik al schreef in de post van voetnoot (1), "als je het goed vindt, noem het dan ook "goed". Ik merk trouwens dat ik het als een extra compliment beschouw dat er zelfs maar een kwotering verschijnt! Bijvoorbeeld, één "flauw" (2 op 5) en één "knap" (4 op 5) zie ik veel liever dan helemaal geen kwotering, of zelfs één enkele "goed". Dus aarzel niet, knal er een "goed" op als je het goed vindt, en weet dat ik tevreden zal zijn.

Dat is allemaal belangrijk omdat anders de betekenis van de andere scores afneemt ("alle scores moeten een betekenis hebben"). Als er, bijvoorbeeld, veel scores "knap" verschijnen, dan betekent dat bijna per definitie dat die lezers allemaal "goed" bedoelden, en het uit sympathie of enthousiasme nog wat bijkleurden. En met alle waardering voor die goede bedoelingen, maar hoe moet een lezer die op een bepaald moment een "waw" effect wil overbrengen dat doen als hij alleen maar een "knap" tussen tientallen andere kan lanceren, zodat hij eigenlijk alleen maar "goed" heeft gezegd?

Dat lossen we niet op met de score "briljant", want hoe kan een simpele blogpost die je nu eenmaal haastig en na (of tijdens) heel veel huiselijke beslommeringen bij elkaar typt met een zekere regelmaat "briljant" zijn? Die score moet toch voorbehouden blijven voor veel méér dan "kijk, daar had ik nu nog nooit aan gedacht"? Om de score "briljant" - voor zover ze er al komt - te kunnen serieus nemen wil ik die eigenlijk echt niet meer dan in één percent van de gevallen zien. En als geen enkele van mijn posts van de laatste twee maanden een "briljant heeft verdiend, dan is dat precies wat ik zelf ook vind.

Dus het systeem werkt. Maar toch is er die "kleine klacht". Er staan sinds een week of twee te veel "knap"'s tussen. Ik zou heus dolgraag heel vaak "knap" krijgen, maar dan wel omdat de posts die score verdienen. En dat is nu eenmaal iets anders dan iemand die in een genereuze bui is. Dus als je hier één ding van wil onthouden: als je het goed vindt, noem het dan "goed".

Waarvoor dank.

dinsdag 13 januari 2009

Girard, Dostojevski en "het ondergrondse"

De tekst van een tijdje geleden waarin René Girard bij de biographie van Dostojevski een aantal merkwaardige vragen stelde (1), had in zijn oorspronkelijke vorm ook een vervolg. Girard liet namelijk niet alleen zien dat die vragen er waren (je kan ons menselijk sociaal gedrag niet verklaren met simpele modellen gebaseerd op, bijvoorbeeld, rationaliteit). Een beetje zoals Freud of Marx een eeuw daarvoor probeerde Girard ook antwoorden te geven, door te graven naar wat er zich “onder de oppervlakte” van dat sociaal gedrag afspeelde. Want of het nu om de hoogstaande wereld van het artistiek genie ging, of de banaliteit van het leven als functionaris, de overeenkomsten waren opvallend groot… Ziehier dat vervolg.

Van het duwen en trekken in de wereld van literaire grootheid naar het onbeduidende gekonkel van de wereld van ambtenaren en bureaucraten blijkt maar een kleine stap te zijn. Of we nu de werkelijke aanwezigheid van grootmeesterlijk talent in de literaire hiërarchie in twijfel trekken, of de werkelijke aanwezigheid van verdienste in de administratieve huishouding; structureel ziet de toestand er precies hetzelfde uit:

"Pour comprendre les hantises des petits fonctionnaires dostoïevskiens, il faut songer à la bureaucratie tsariste au milieu du XIX° siècle, à sa hiérarchie très stricte, à la multiplication des emplois inutiles et mal payés. Le processus de 'dépersonnalisation' subi par la masse des fonctionnaires subalternes est d'autant plus rapide, efficace et sournois qu'il se confond avec les rivalités féroces mais stériles engendrées par le système." (2)

Veel fantasie om het verband met wat we ook in heel andere tijdperken te zien zullen krijgen is er niet nodig. De zorg om het bestaan duwt de mens in één van de vele "nutteloze en slecht betaalde" postjes van het systeem, van waaruit hij zich tenminste in de strijd om voedsel en onderdak in de rug gedekt weet. En waar nu juist Dostojevski oog voor had, was dat het opzoeken van deze rugdekking alleen maar het begin van nieuwe reeksen moeilijkheden betekende.

De verschillende onbeduidende ambtenaren krijgen elkaar niet minder in het oog dan de deelnemers aan literaire salons, en het spel van streven en blokkeren, van ondergeschiktheid en dominantie kan beginnen. En opmerkelijk genoeg bestaan alle persoonlijke problemen van al die mensen er in, dat ze zich meer van elkaar willen onderscheiden naarmate de buitenstaander minder in staat is het verschil te zien tusen al die individuele ambtenaren.

"L'orgeuil souterrain, chose étrange, est un orgeuil banal. La souffrance la plus vive provient de ce que le héros ne parvient pas à se distinguer concrètement des hommes qui l'entourent. Encore prend il peu à peu conscience de cet échec. Il perçoit qu'il est entouré de petits fonctionnaires qui ont les mêmes désirs et subissent les mêmes échecs que lui. Tous les individus souterrains se croient d'autant plus 'uniques' qu'ils sont, en fait, plus semblables." (3)

Ver weg dus van het punt waar het Streven van de Geest de vonken er doet afspatten ligt het domein van de ambtenaar, incarnatie van alles wat er maar gewoon of zelfs banaal is aan het leven. Desondanks blijkt dat het ook daar behoorlijk kan gisten. Ook wie zich alle dagen naar een werk begeeft waarvan het nut hem niet altijd even duidelijk is, ontwaart om zich heen de andere subjecten die zomaar de sleutel naar het onovertroffene, het sublieme, het goddelijke in handen lijken te hebben:

"Dans Le Double, il divise nettement en deux groupes les séries d'individuations délirantes qui paraissent défier le classement. Le second n'est que l'envers négatif du premier, l'esclave après le maître, le néant après la divinité. Il y a deux moments, l'un d'exaltation, l'autre de dépression et ils ne cessent d'alterner." (4)

Natuurlijk is het niet moeilijk om het onbeduidende van het spel van al die lagere ambtenaren te doorzien. Evengoed ziet het beeld er van binnen uit, bekeken door zij die aan het spel deelhebben, er heel anders uit. De fascinatie voor de positie van de anderen oefent een zodanige druk uit dat het gebeuren voor de deelnemers even belangrijk wordt als de vraag wie zich bevindt op het punt waarop hij zichzelf als het hoogste punt van creativiteit en originaliteit mag beschouwen.

In Dostojevski's vroege romans draait de begeerte nog enigszins voorspelbaar rond het man-vrouw strijdperk. Zo komt de traditionele visie in deze vroege romans haar plaats opeisen, het begeerde object wordt nog altijd begeerd op basis van de oude subject-object relatie. Alleen is er van bij het begin iets merkwaardigs aan de hand. De klassieke driehoek, waarbij het subject zijn begeerde object zal willen verdedigen tegen de opdagende rivaal, komt van bij het begin in een vreemd licht terecht:

"Dans la seconde partie de la nouvelle, Troussotzky décide de se remarrier; il cherche à mêler Veltchaninov à l'entreprise. Il ne peut pas adhérer à son propre choix tant que le séducteur patenté n'en a pas confirmé l'excellence, tant que celui-ci ne désire pas, en somme la jeune fille qu'il désire lui-même." (5)

De held kan maar niet besluiten wie het voorwerp van zijn verering zal worden, zonder dat iemand anders het hem aanwijst; de rivaal (die eerder met de eerste vrouw van de held was aan de haal gegaan) is een onmisbaar onderdeel van het tot stand komen van de begeerte. En dus zien we hoe zich op de oeroude kwestie van de mannetjes en de vrouwtjes iets ent, dat we gemakkelijk over het hoofd hadden kunnen zien, indien Dostojevski er niet zelf zo hardhandig met zijn neus was opgedrukt. Het streven naar de prijzen van deze wereld komt neer op het zich positioneren ten opzichte van de andere deelnemers.

Ziedaar; einde fragment. Bij het herlezen merk ik dat ik de redenering in nogal grote stappen neerzet; maar omdat ik de tekst wil laten zoals hij was vat ik het maar als commentaar achteraf samen. Het eerste fragment had al laten zien hoe de "rationele" benadering op problemen botste. De "rationele benadering" kan leven met opgehemelde genieën en neergehaalde windbuilen, maar het kan niet verklaren waarom genieën zouden neergehaald worden (of windbuilen opgehemeld). Hier zien we precies hetzelfde gebeuren op het niveau van het alledaagse gedrag van doordeweekse mensen (wijzelf, dus, evengoed als genieën als Dostojevski). We kunnen ons iets voorstellen bij de aantrekkingskracht van fascinerende persoonlijkheden of posities, maar we kunnen niet begrijpen waarom heel banale postjes of figuurtjes er in de ogen van anderen zo aantrekkelijk kunnen uitzien. Terwijl een blik onder het oppervlak de problemen oplost. Zoals de deelnemers aan het literaire spel op zoek waren naar erkenning van zichzelf, vermomd als "objectieve" en "rationele" verhoudingen, zo gaat de strijd om onbeduidende postjes om dezelfde erkenning, die er juist daarom niet minder subliem uitziet.

Maar, zegt René Girard, in zijn vroege werk doorziet Dostojevski nog niet met zijn verstand wat zijn intuïtie hem al heeft doen voelen. De adembenemende banaliteit van alles wat er in de ogen van de deelnemers zelf als "het sublieme" uitziet duwt ze genadeloos naar de moeder van alle paradoxen: "hoe meer ze op elkaar gelijken, hoe meer ze van elkaar willen verschillen". Dat kan Dostojevski, de kunstenaar, laten zien in beelden als de officier die zijn "geliefde" pas als geliefde herkent wanneer een ander dreigt er met haar vandoor te gaan. Maar Dostojevski, de filosoof, schiet nog tekort in zijn inzicht; blijft steken in een subject/object ("mannetje/vrouwtje") relatie, en dus raakt hij in verwarring als hij probeert te begrijpen en interpreteren wat hij zeer goed heeft gezien en gevoeld. Terwijl hij al laat zien dat een rivalizerend subject een doorslaggevende rol speelt blijft hij nog beweren dat het klassieke patroon de zaken bepaalt...

Daarmee was die oorspronkelijk tekst nog niet uitgeput. Eén dezer komt er nog een stukje waarin Dostojevski uiteindelijk toch nog een stuk verder raakt...

------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/ren-girard-en-dostojevski.html
(2) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2
(3) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2
(4) Girard, Système du délire - à propos de L'anti-Oedipe, in: Critique dans un souterrain, (VI)
(5) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2

maandag 12 januari 2009

IJslandse Kroon (“Waar is het geld naartoe?”)

Een vriend van me die zelf niet erg beleggerig is, maar me hoorde jeremiëren over mensen die aan de crisis geld hebben verloren (bijvoorbeeld: ikzelf) vroeg bedachtzaam: “maar zo’n landen als IJsland, komt dat op termijn niet terug goed?”. En dat is absoluut geen onredelijke vraag, integendeel. Maar het blijft alleen maar een vraag - iets heel anders dan een bevestiging.


Even wat achtergrondinformatie. Vraag je eerst af hoe het komt dat een vreemde munt, zeg de Japanse Yen, een zekere waarde heeft en die met voldoende grote waarschijnlijkheid behoudt om er in te sparen en beleggen en investeren, enzovoort. De eerste reden waarom iets waarde heeft is dat iemand er iets voor wil geven. Mensen zijn dan bereid je hun kostbare euro’s te geven tegen Yen omdat iemand anders ook weer bereid is hèn kostbare euro’s te geven voor die Yen... enzovoort... tot je op het punt komt waar je beseft een diepere verklaring nodig te hebben.


De diepere verklaring is dat jij, of de volgende koper, of de uiteindelijke koper, naar Japan kan gaan, en daar met die Yen dingen kan kopen: onroerend goed, of consumentenelectronica; om het even wat. Dat is de reden waarom je verwacht dat, wanneer een bepaalde economie het minder goed doet, de waarde van die munt daalt – abstractie makend van van het feit dat heel andere factoren heel andere gevolgen kunnen meebrengen.


Met dat in het achterhoofd vragen we ons af of het met economieën als IJsland, en dus beleggingen in IJslandse Kroon, “ooit nog goed komt”. En het enige juiste antwoord, van om het even wie, van ikzelf, tot de taxi chauffeur of Geert Noels (1), is: “ik weet het niet” (2).


Maar we kunnen wel een opinie hebben. En we kunnen daar redenen bij geven, zelfs als we goed voor ogen houden dat het uiteindelijke antwoord alleen maar kan zijn: “ik weet het niet”.


Een tijdje geleden vroeg ik iemand bij dit onderwerp hoeveel inwoners een “land” als IJsland wel zou hebben. Aangezien hij wist dat het een klein land was schatte hij iets van “een kleine twee miljoen” inwoners. Maar de waarheid is: IJsland is een land met niet meer dan 300,000 inwoners; amper een kleine stad. En een eerste benadering van de waarde van de IJslandse kroon is: “datgene wat je voor jouw fractie van alle IJslandse Kronen in omloop zou kunnen kopen in IJsland”. Als iemand bijvoorbeeld één percent van alle IJslandse Kronen bezat, dan zou je kunnen schatten (a) wat de totale opbrengst is van de IJslandse economie, (b) van die totale waarde zou je één percent kunnen nemen, je zou (c) kunnen uitrekenen hoeveel euro je zou willen betalen voor dat ene percent, en... je zou een antwoord hebben! Je zou immers weten hoeveel euro je zou willen betalen, je zou ook weten hoeveel IJslandse Kroon je hebt, dus je deelt die hoeveelheid IJslandse kronen door de hoeveelheid euro die je ervoor wil betalen, en je krijgt hoeveel IJslandse kronen er in één euro gaan. Simpel maar eenvoudig.


Kort voor de crisis was het antwoord op die vraag hoeveel kronen er in één euro gingen het ronde getal 100. Dus: mensen waren bereid jou één kortbare euro te geven in ruil voor 100 IJslandse Kroon, of ze waren bereid jou duizend kostbare euro’s te geven tegen 100,000 IJslandse kronen, enzovoort. Ze waren daartoe bereid omdat ze inschatten dat ze met die 100 IJslandse Kroon in IJsland ongeveer evenveel zouden kunnen kopen als met één euro in Europa.


Nu was dat op zijn beurt in nogal ruime mate gebaseerd op de financiële sector van IJsland. De “markt” dacht niet zozeer dat ze in IJsland consumentenelectronica konden kopen, als wel aandelen in de financiële sector van dat land, of misschien obligaties van de staat, waarna de inkomsten van die banken, respectievelijk de belastingen die al die IJslandse werknemers op hun inkomen betalen zouden zorgen voor het nodige rendement op hun belegging.


Alleen zijn die IJslandse banken intussen overkop gegaan. Geen bankwinsten meer om de beleggers uit te betalen, geen salarissen meer om belastingen op te heffen en rente op obligaties te betalen... Tja, als iemand in die omstandigheden aan jou (pakweg) een miljoen IJslandse Kroon zou aanbieden, zou jij er dan nog 10,000 van je eigen kostbare euro’s voor geven?


Vandaag, zo heb ik het ooit eens in een boutade samengevat, is het totaal van alles wat je op IJsland kan kopen gelijk aan de totale hoeveelheid schapen die er rondlopen, plus de verwachte hoeveelheid wol die ze zullen produceren. En toen iemand daarop opmerkte dat ik de lokale kabeljauw was vergeten had hij overschot van gelijk, maar hij bevestigde alleen maar mijn punt. De totale waarde van alle IJslandse schapen, verwachte wol, kabeljauw en alles wat ik nog vergeten ben, uitgedrukt in een tegenwaarde in euro, is een heel pak lager nu er géén bankinkomsten meer achterliggen, dan toen die bankinkomsten wèl nog bij al de rest konden bijgeteld worden.


En al die mensen die zich afvragen “waar hun geld naartoe is”; wat er gebeurd is met de euro’s die ze hebben geïnvesteerd in de hoop op IJslandse opbrengsten, zullen in mijn opinie even teleurgesteld worden als mensen die te veel geld betaald hebben voor om het even wat, waarvan ze achteraf ontdekken dat het minder waard (geworden) is dan wat ze ervoor hebben betaald.


Natuurlijk kan ik het mis hebben. Maar ik zou werkelijk niet zo direct weten wat er op korte of zelfs vrij lange termijn in de plaats zou kunnen komen voor de banken die tot vorig jaar het grootste deel van de waarde van de IJslandse economie uitmaakten.


------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/geert-noels-heeft-een-blog.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/financile-voorspellingen.html