Eén van die controversiële onderwerpen van de theoretische geschiedenis: “geografisch determinisme”. Dat is het idee dat historische ontwikkelingen in een bepaalde mate gedetermineerd worden door factoren als klimaat, ecologie, bergen en rivieren... Enzovoort.
Ik veronderstel dat niemand ontkent dat die geografische factoren inderdaad een grote rol zullen spelen. Ik veronderstel dat aan de andere kant van dat spectrum niemand beweert dat je een stel keien kan bekijken en uitrekenen wanneer ze (de lokale menselijke bevolking; niet de keien) de rode pottenbakkerij zullen uitvinden. En dus is er tussen die twee extremen ruimte voor heel interessante discussies.
Laten we ons begeven naar die zeer oude geschiedenis, toen de eerste beschavingen ontstonden. Je vertelt een heel fatsoenlijk verhaal als je beweert dat al die eerste beschavingen van een kleine zes millennia geleden ontstonden rond de dertigste graad noorderbreedte, en aan de oevers van goedgehumeurde rivieren. Egypte, Mesopotamië, de Indusbeschaving en de Chinezen... Als ik het goed zie zaten alleen die laatsten een tikje hoger, de andere elementen kloppen als een bus – en het geografisch determinisme komt er zeer goed uit.
En hoe ziet de geschiedenis er uit, eenmaal die zeer oude beschavingen er zijn? De Egypternaren zitten zeer gunstig. In alle richtingen beschermd door dikke lagen woestijn kabbelen ze rustig voort, millennium na millennium, ze blijven zichzelf tot de tijd van de Grieken en de Romeinen (echte laatkomers op dit toneel van zeer oude beschavingen) en zelfs na de overname door de Islam behouden ze tot de dag van vandaag herkenbare elementen van hun eigen alleroudste erfenis: zeer, zeer weinig volkeren kunnen dat nazeggen. Natuurlijk, boze tongen beweren dat dat succes serieus tussen aanhalingstekens moet gezet worden. Ze waren eigenlijk te goed beschermd, hebben zelden de nood aan echte verandering gevoeld, en zijn door de tijd tot hier gedragen op een vliegend tapijt van verstening, tot ze de geschiedenis meer en maar alleen maar ondergingen.
De Mesopotamiërs zaten geklemd tussen bergvolkeren in het Oosten, Semitische volkeren in het Zuiden, Zeevolkeren in het Westen, en Indo-Germanen (1) in het Noorden. Iedereen die zich aangetrokken voelde door de streken waar de legendes van “het aards paradijs” vandaan kwamen kon zijn kans wagen. En wie de rivieren beheerste domineerde de beschavingen van het Tweestromenland: zo zie je die beschavingen met het verlopen van de eeuwen en millennia naar het Noorden opschuiven: Na Sumer komt Akkad, later Babylon en als de Assyriërs het voor het zeggen hebben zitten we al heel veel verder. Maar het punt is: geografie is wat bepaalt dat al die culturen elkaar afwisselen, en dat deze bakermat van de beschavingen zelf nooit langdurige beschavingen heeft voortgebracht. Momenteel heet het daar “Irak”, en het gebied is ongeveer het hart van de Arabische Islam – daarbij vergeleken is zelfs het Christendom niet jong meer.
Als het er op aan komt “herkenbere elementen van de oudste beschavingen” tot vandaag te bewaren, dan geven de Chinezen zelfs de Egyptenaren het nakijken. Geen “dikke lagen woestijn”, hier, gewoon enorme afstanden. Als de heel vroege Chinezen veel last hebben van veroveraars, dan zijn dat meestal andere Chinezen – het paard waarmee nomaden in China (maar veel later) zoveel huis zouden houden was daar nog niet uitgevonden. De Chinese beschaving kreeg veel te diepe wortels om veroverd te worden. De Chinezen werden integendeel het schoolvoorbeeld van een cultuur die zo rijk was dat ze alle veroveraars absorbeerde en er ook Chinezen van maakte.
Blijft over die Harappan beschaving waar een recente post (2) het over had. Ontstaan in datzelfde “Tweede Millennium” waar je de anderen terugvindt, “dertigste breedtegraad”, aan de oevers van een rivier (of beter het complex van rivieren van de Indus) en met een stedelijke cultuur om Egypte en Sumer naar de kroon te steken – hoe is het die mensen vergaan? Wel, ze hielden het een goed millennium uit en maakten toen een ineenstorting door waarvan we vandaag, met de “jongste” archeologische inzichten” vermoeden dat het lag aan overstromingen: het blijft tenslotte Indië. Zo arriveerden de Indo-Europese volkeren in een streek waar ooit een machtige beschaving heerste, en trof er niets anders aan dan dorpen; een cultuur van simpele nederzettingen, die met de eeuwen steeds verder terugweek voor de toenemende “Aryanizering”; de overname door de volkeren die het Sanskriet meebrachten.
Maar zie je het gebeuren dat die rivieren iets meer betrouwbaar waren, zoals ze kennelijk waren in Mesopotamië, en nog veel meer in Egypte? Is het niet minstens mogelijk dat de haveloze zwervers uit de steppen tegen de bloeiende steden van de Harappan niet veel in te brengen hadden – als die steden er tenminste nog waren geweest? In dat geval – geen Aryanizering van Indië, geen Sanskriet, geen Vedische geschriften en geen Upanishaden, geen Boeddhisten en Jainisten... Een enorm; een gigantisch verschil voor de spirituele ontwikkeling van de mens; allemaal omdat een stel rivieren wel of niet om de zoveel tijd hun stroomgebied helemaal onder water zetten.
"The Quirks of History" (3) ... (Sta me toe even te mopperen dat deze post, die ik zelf één van de beste van de hele blog blijf vinden, haast nooit meer gelezen wordt.) Ik ben zelf niet erg aan simpele modellen voor zeer complexe onderwerpen als de geschiedenis zelf. Dus de term “determinisme” in dat geografisch determinisme lijkt me te hoog gegrepen. Maar dat de geschiedenis vaak op een massieve manier wordt gedragen door de ruimte waarin ze zich afspeelt: je zou moed nodig hebben om het te willen ontkennen.
-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/indo-germaanse-talen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/geschiedenis-de-tijd.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/op-het-kruispunt-van-de-karavaanroutes.html
Ik veronderstel dat niemand ontkent dat die geografische factoren inderdaad een grote rol zullen spelen. Ik veronderstel dat aan de andere kant van dat spectrum niemand beweert dat je een stel keien kan bekijken en uitrekenen wanneer ze (de lokale menselijke bevolking; niet de keien) de rode pottenbakkerij zullen uitvinden. En dus is er tussen die twee extremen ruimte voor heel interessante discussies.
Laten we ons begeven naar die zeer oude geschiedenis, toen de eerste beschavingen ontstonden. Je vertelt een heel fatsoenlijk verhaal als je beweert dat al die eerste beschavingen van een kleine zes millennia geleden ontstonden rond de dertigste graad noorderbreedte, en aan de oevers van goedgehumeurde rivieren. Egypte, Mesopotamië, de Indusbeschaving en de Chinezen... Als ik het goed zie zaten alleen die laatsten een tikje hoger, de andere elementen kloppen als een bus – en het geografisch determinisme komt er zeer goed uit.
En hoe ziet de geschiedenis er uit, eenmaal die zeer oude beschavingen er zijn? De Egypternaren zitten zeer gunstig. In alle richtingen beschermd door dikke lagen woestijn kabbelen ze rustig voort, millennium na millennium, ze blijven zichzelf tot de tijd van de Grieken en de Romeinen (echte laatkomers op dit toneel van zeer oude beschavingen) en zelfs na de overname door de Islam behouden ze tot de dag van vandaag herkenbare elementen van hun eigen alleroudste erfenis: zeer, zeer weinig volkeren kunnen dat nazeggen. Natuurlijk, boze tongen beweren dat dat succes serieus tussen aanhalingstekens moet gezet worden. Ze waren eigenlijk te goed beschermd, hebben zelden de nood aan echte verandering gevoeld, en zijn door de tijd tot hier gedragen op een vliegend tapijt van verstening, tot ze de geschiedenis meer en maar alleen maar ondergingen.
De Mesopotamiërs zaten geklemd tussen bergvolkeren in het Oosten, Semitische volkeren in het Zuiden, Zeevolkeren in het Westen, en Indo-Germanen (1) in het Noorden. Iedereen die zich aangetrokken voelde door de streken waar de legendes van “het aards paradijs” vandaan kwamen kon zijn kans wagen. En wie de rivieren beheerste domineerde de beschavingen van het Tweestromenland: zo zie je die beschavingen met het verlopen van de eeuwen en millennia naar het Noorden opschuiven: Na Sumer komt Akkad, later Babylon en als de Assyriërs het voor het zeggen hebben zitten we al heel veel verder. Maar het punt is: geografie is wat bepaalt dat al die culturen elkaar afwisselen, en dat deze bakermat van de beschavingen zelf nooit langdurige beschavingen heeft voortgebracht. Momenteel heet het daar “Irak”, en het gebied is ongeveer het hart van de Arabische Islam – daarbij vergeleken is zelfs het Christendom niet jong meer.
Als het er op aan komt “herkenbere elementen van de oudste beschavingen” tot vandaag te bewaren, dan geven de Chinezen zelfs de Egyptenaren het nakijken. Geen “dikke lagen woestijn”, hier, gewoon enorme afstanden. Als de heel vroege Chinezen veel last hebben van veroveraars, dan zijn dat meestal andere Chinezen – het paard waarmee nomaden in China (maar veel later) zoveel huis zouden houden was daar nog niet uitgevonden. De Chinese beschaving kreeg veel te diepe wortels om veroverd te worden. De Chinezen werden integendeel het schoolvoorbeeld van een cultuur die zo rijk was dat ze alle veroveraars absorbeerde en er ook Chinezen van maakte.
Blijft over die Harappan beschaving waar een recente post (2) het over had. Ontstaan in datzelfde “Tweede Millennium” waar je de anderen terugvindt, “dertigste breedtegraad”, aan de oevers van een rivier (of beter het complex van rivieren van de Indus) en met een stedelijke cultuur om Egypte en Sumer naar de kroon te steken – hoe is het die mensen vergaan? Wel, ze hielden het een goed millennium uit en maakten toen een ineenstorting door waarvan we vandaag, met de “jongste” archeologische inzichten” vermoeden dat het lag aan overstromingen: het blijft tenslotte Indië. Zo arriveerden de Indo-Europese volkeren in een streek waar ooit een machtige beschaving heerste, en trof er niets anders aan dan dorpen; een cultuur van simpele nederzettingen, die met de eeuwen steeds verder terugweek voor de toenemende “Aryanizering”; de overname door de volkeren die het Sanskriet meebrachten.
Maar zie je het gebeuren dat die rivieren iets meer betrouwbaar waren, zoals ze kennelijk waren in Mesopotamië, en nog veel meer in Egypte? Is het niet minstens mogelijk dat de haveloze zwervers uit de steppen tegen de bloeiende steden van de Harappan niet veel in te brengen hadden – als die steden er tenminste nog waren geweest? In dat geval – geen Aryanizering van Indië, geen Sanskriet, geen Vedische geschriften en geen Upanishaden, geen Boeddhisten en Jainisten... Een enorm; een gigantisch verschil voor de spirituele ontwikkeling van de mens; allemaal omdat een stel rivieren wel of niet om de zoveel tijd hun stroomgebied helemaal onder water zetten.
"The Quirks of History" (3) ... (Sta me toe even te mopperen dat deze post, die ik zelf één van de beste van de hele blog blijf vinden, haast nooit meer gelezen wordt.) Ik ben zelf niet erg aan simpele modellen voor zeer complexe onderwerpen als de geschiedenis zelf. Dus de term “determinisme” in dat geografisch determinisme lijkt me te hoog gegrepen. Maar dat de geschiedenis vaak op een massieve manier wordt gedragen door de ruimte waarin ze zich afspeelt: je zou moed nodig hebben om het te willen ontkennen.
-----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/indo-germaanse-talen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/geschiedenis-de-tijd.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/op-het-kruispunt-van-de-karavaanroutes.html
4 opmerkingen:
ik denk dat het probleem van de Indusbeschavingen niet alleen de overstromingen waren, als ook het feit dat, (al dan niet door die overstromingen of aardverschuivingen of instortende bergwanden of iets dergelijks) de rivierbeddingen daar om de zoveel tijd verlopen. Al de teruggevonden steden liggen aan een 'vroegere' rivierbedding.
Je maakt het maar mee. je stad ligt aan de oevers van de rivier, het vloeibare goud voor de stedelijke economie, en hop plots zorgt een voorval in de Himalaya ervoor dat je rivier een paar 100 kilometer verder loopt. en daar sta je dan met je stad.
wat natuurlijk uw punt van het geografisch belang van streken bevestigd.
Je schijnt er meer van te weten. Heb je enig idee van literatuur op mijn niveau over die Indusbeschavingen? Ik heb geen tijd om dat allemaal serieus te bestuderen, hé, het mag gerust wat inhoud hebben, maar toch ook nog redelijk leesbaar zijn. Stijl William McNeill of Fernand Braudel of zo...
ik zou zeggen: a peaceful realm van mc McIntosh. nogal archeologisch-technisch bij wijlen maar daardoor blijft het realistisch. (geen van de pot gerukte theorien over aliens ed dus)
dit voor zover ik me herinner, eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik het niet helemaal gelezen heb. ik had het nodig voor een paper in mijn tweede kan...
Hmmmm, op Amazon (UK, anders moet je nog kosten betalen) alleen maar tweedehands te krijgen aan 46 pond... Het ziet er anders wel interessant genoeg uit om in het achterhoofd te houden. Dat er geen theorieën over aliens instaan telt bij inderdaad als een plus :-)
En jij? Op het eerste zicht geen "dottore" in de geneeskunde, zeker? Historicus met interesse voor de oude beschavingen? Straks moet ik nog opletten over wat ik hier allemaal uitkraam...
Een reactie posten