maandag 31 juli 2006

Kinderarbeid

Tijdens de barbecue van PGS (de post van gisteren) raakte ik even met iemand in gesprek over de onderwerpen rond exploitatie en armoede die je bij die gelegenheid kan verwachten. Op een bepaald moment viel het woord “kinderarbeid”, en toen gebeurde er iets merkwaardigs. De neo-liberale bankier (ikzelf) en de sociaal bewogen sympathisant (hij) raakten in gesprek en vlogen elkaar niet naar de keel! Real life; het heeft toch iets in vergelijking met de virtuele wereld...

Natuurlijk hoefde hij mij niet te overtuigen dat kinderarbeid niet iets is om trots op te zijn. Mijn punt was dan weer dat kinderarbeid een symptoom is, niet van een laag bij de gronds profitariaat van geldwolven die de samenleving arm houden, maar van het feit dat die samenleving al arm is, en wel zo arm dat bijna iedereen wel moet werken, omdat de productiviteit van de samenleving doodeenvoudig niet groot genoeg is om in kinderopvang (of pensioenen) te voorzien. En dat kunnen we zien aan de simpele historische realiteit. Lang voor er sprake was van de “uitbuiting” door, om maar een willekeurig gekozen voorbeeld aan te halen, het kapitalisme, was kinderarbeid al een algemeen verschijnsel. Hier volgt wat Carlo Cipolla er in zijn Before The Industrial Revolution, European Society and Economy 1,000 – 1,700 (hoofdstuk 2, titel 2) over zegt:

"In general, child labor is described as a ghastly by-product of the Industrial Revolution. The truth is that in preindustrial society, children were as widely employed as at the time of the Industrial Revolution. (…) Life in the fields was perhaps not so unhealthy as in the factories of the early Industrial Revolution, but the hardships to which children were subjected, were not more tolerable."

En om een voorbeeld te geven van hoe we die gezondere wereld van voor de Industriële Revolutie maar niet teveel moeten romantizeren citeert hij een “ordinance” uit de late zestiende eeuw:

"Having brought the children with promises and inducements (...) the foremen treat them very badly, do not pay them, do not provide these poor creatures with the necessary food, and make them labor as slaves by beating them and treating them more harshly than galley slaves are treated, so that many of the children, although originally healthy, die miserably in the farms or in the neighboring fields."

Op dit punt kan je op een virtueel forum gemakkelijk ruzie krijgen. Koen praat kinderarbeid goed! Je merkt aan dat soort conversaties dat er zoiets bestaat als een absoluut standpunt, waar op geen enkele manier mag over nagedacht worden, waar iedereen zich zo luid mogelijk moet achter scharen; ja, het is praktisch het linkse intellectueel equivalent van de Islamfobie van dom rechts.

In werkelijkheid praat niemand wat dan ook goed. In werkelijkheid gaat het er doodeenvoudig om te proberen de symptomen zo goed mogelijk te begrijpen, om de kans dat we er op efficiënte wijze iets aan kunnen doen te verbeteren. Want zeg nu zelf, als je de oorzaak van een verschijnsel op de verkeerde plaats zoekt – hoe goed dat met “het kapitalisme” ook klinkt – dan zal je wel niet veel kans maken er veel aan te veranderen, zeker?

En dus is het belangrijk te beseffen dat kinderarbeid overal voorkomt waar de samenleving te arm is om langdurige opleidingen te betalen. Het is niet ingevoerd in de negentiende eeuw om de rijken rijker te maken, en de armen armer. Het is hoogstens een instelling die nog een tijd is blijven doorwerken vanuit een vroeger tijdperk, maar die in dat nieuwe tijdperk op relatief weinig tijd is weggedeemsterd. En dus kunnen we concluderen dat het maatschappijen die rijk werden zijn, die de kinderarbeid hebben afgeschaft. En dat is iets heel anders dan beweren dat ze van kinderarbeid en consoorten zijn rijk geworden.

Maar dat beweerde mijn gesprekspartner ook helemaal niet. Voor dat soort praat moet je op virtuele forums gaan zoeken. Tenslotte beweren ze op die forums ook dat het Westen bedreigd wordt door de Islam en dat Europa geen beschaving meer verspreidt en zelfs uitsterft. Dus dat van die kinderarbeid kan er ook nog wel bij.

zondag 30 juli 2006

Bij de Barbecue

Gisteren hadden we de BBQ van ons vriendenclubje van "Projet Grands Singes". Met ideaal weer maakten we een korte begeleide wandeling in de heide van Kalmthout en bezochten we het Bijenteeltmuseum. Daarna verzamelden 50 volwassenen en 15 kinderen zich voor de BBQ. Er was een kort speechke door niemand minder dan ikzelf, die enkele jaren geleden op het idee was gekomen dat onze Vlaamse onderzoekers die in Afrika de apen bestuderen een beetje publieke steun verdienen.

Het speechke duurde maar vijf minuten - ik ben me er altijd van bewust dat niemand op lange speeches zit te wachten, in het bijzonder wanneer ik er zelf één moet aanhoren - en zette op die tijd enkele ideeën naast elkaar.

Al vele jaren is bekend dat het uitsterven dan diersoorten in verband staat met de bedreiging van hun habitat. Voor dieren als mensapen (in Afrika zijn dat: bonobo's, chimpansees en gorilla's) is dat habitat het Afrikaanse regenwoud. De reden waarom dat bedreigd is, is omdat de mensen arm zijn. Vandaag leeft praktisch de hele wereld van de landbouw. Maar hoe armer de samenleving is, hoe meer de neiging bestaat om terug te vallen op het vroegere niveau: de jacht.

En dus worden de wouden leeggejaagd, tot ze op de duur zelf ook bedreigd zijn; als ze al niet eerst zijn kaalgekapt (1). Of hoe dit een voorbeeld is van een inzicht dat de biologen al vele jaren, wellicht vele decenia hebben: als je iets voor de dieren wil doen, omdat hun habitat is bedreigd, dan moet je iets doen voor de lokale bevolking, die zo arm is dat ze niets beters weten te verzinnen dan dingen die dat habitat bedreigen.

Of zoals Jef Dupain, die ons geregeld vanuit het oerwoud over de stand van zaken op de hoogte houdt, me ooit zelf vertelde: "wij westerlingen kunnen daar preken geven over het wetenschappelijk belang van de bonobo tot we blauw uitslaan, maar als de keuze is tussen kinderen zien verhongeren of op bonobo's jagen, dan jagen wij allemaal op bonobo's."

In Afrika, zo laat ik me vertellen, kan je gemakkelijk kinderen zien verhongeren.

Wel (hooggeacht publiek), we zijn niet helemaal toevallig langs het bijenmuseum gepasseerd. We hebben daar gezien hoe bijen een ecologisch belangrijke functie hebben bij de bestuiving van de planten, maar hoe ze ook ook honing opleveren. Verder maken ze ook was. Van honing en was kan je produkten maken voor voeding, dranken, kaarsen en zelfs zeep. In twee woorden, een economie die zo aan de grond zit dat ze moeten jagen is er veel erger aan toe dan een economie die eten en drinken bezit, die verlichting heeft en die zich kan wassen.

Maar bovendien is honing ook een cash-crop. Dat wil zeggen, het is een oogst die voor geld kan verkocht worden, omdat er altijd vraag naar is. Er was een Kameroenese studente aanwezig, die niet alleen kon uitleggen hoe een Kameroenees bijenkorven kan opstarten, maar ook dat de opbrengst van één korf ongeveer overeen kwam met het inkomen nodig om een kind één jaar naar school te sturen.

(Ik merk terzijde op dat programma's die maken dat mensen zelf aan het werk gaan, om vervolgens zelf te beslissen hun kinderen naar school te sturen op de liberaal in mij veel meer indruk maken dan overheidsprogramma's die eerst de hotelkamers van de ambtenaren moeten betalen, dan de wagens (met airco) en je vult zelf maar verder in.)

Het is vaak ook interessant om met de mensen die er werkelijk geweest zijn, en nog zullen gaan, te praten. Eén van hen verzekerde me dat hij terug in Kongo was, dat de omstandigheden voor het bonobo-onderzoek (mijn stokpaardje destijds) lang niet ideaal waren, maar dat ze de bonobo's nog lang niet vergeten zijn. Een andere vertelde over haar project om lokaal onderwijs te organizeren. Er zijn mensen, er zijn kinderen, er zijn handboeken over landbouw - bijvoorbeeld ter beschikking gesteld door internationale organizaties - maar er is niemand (bij wijze van spreken, hé) die ze kan lezen. En dus wil ze een school oprichten en er les geven, en in het bijzonder les geven aan lokale volwassenen zodat die zelf kunnen les geven.

En er was de discussie met iemand die me al vaker heeft verteld over hoe ze in de wouden achter de apen aanging en analyseerde waar ze leefden, wat ze aten, hoeveel bijensteken per dag je daarbij opliep, en vele vele andere. Opmerkelijke mijmeringen van die jonge mensen die het ondertussen toch maar doen. Waarom doen ze het eigenlijk? Zit er een stuk cynisme in, om zichzelf "een goed gevoel te geven"? En als het lukt, zijn we er dan alleen maar in geslaagd nieuwe geledingen toe te voegen aan de consumptiemaatschappij? En anderzijds, als je er in slaagt de apen te vinden, of wetenschappelijke resultaten te publiceren, of een reservaat op te richten, of banden te hebben met de mensen die leven in de dorpen... die glanzende ogen van mensen die een verbondenheid voelen met de natuur, vanuit de Afrikaanse jungle, die wij hier met een wandeling op de heide niet echt kunnen benaderen...

Het is laat geworden, gisteravond op het terras bij het grasveld, de speeltuin en de ploeterbaadjes van waaruit baby Sarah iedereen heeft natgespetst. Maar het was toch wel de moeite. Het lijkt er op dat we van de BBQ enkele honderden euro hebben overgehouden. En de imkers van het Bijenteeltmuseum in Kalmthout zullen het Kameroenese project ook steunen.

Waarvoor onze beste dank.

-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/save-rainforests.html

donderdag 27 juli 2006

Popper... Tolerantie... Enzovoort.

In een commentaar (1) op een post die ik had bekritizeerd (2), merkt Jos Verhulst op dat het citaat dat vaak aan Popper wordt toegeschreven alsof het zijn eigen mening is, inderdaad alleen maar zijn formulering is van de paradox die hij juist wil vermijden. Zoals ik zelf ook al opmerkte, de verwarring kan heel gemakkelijk om heel onschuldige redenen zijn ontstaan, en sindsdien een eigen leven zijn gaan leiden. Immers, steeds volgens Verhulst - en ik ben het er volkomen mee eens - de verwarring ontstaat al zodra we Poppers verder filosoferen over het onderwerp nader bekijken. Namelijk bevat die nog steeds het niet-tolereren van de intoleranten: zie de url.

Ik ben het eens met Jos Verhulst dat dit mee aanleiding kan geven tot de verwarring. Maar ik zou het er niet mee eens zijn (voor zover hij of iemand anders dat zou beweren) dat Popper daar werkelijk voor pleit. Het hele punt is nu juist dat Popper, voor een heel brede waaier aan onderwerpen (zoals "vrijheid", "democratie", "waarheid", "tolerantie", en nog een hoop meer) voorstelt op te houden met doen alsof dat eeuwige (of metafysische, Goddelijke, Platoonse,...) waarheden zijn, zodat je vertrekkend uit die realiteiten een betekenisvol beleid kan formuleren en voeren. Het ging er immers de hele tijd om dat je dat niet kan, omdat je altijd in paradoxen zal terecht komen. Ook Plato kon geen "absolute vrijheid" formuleren, omdat hij inzag dat het zou neerkomen op de vrijheid van de sterkste. Ook Popper kon geen "absolute democratie" verkondigen, omdat die democratie bij meerderheid, of bij verkiezingsoverwinning, zichzelf kon opheffen. Ook Koen - en hetzelfde geldt voor Jos - kan geen enkele politiek van tolerantie formuleren, zonder intolerant te worden zodra iemand hem het hoofd wil inslaan, of wat dan ook.

Dus zou een kritiek dat Poppers filosofie dat niet kan erg goedkoop zijn, omdat Popper nu juist degene is die er op gewezen heeft dat het onmogelijk is. En omdat het onmogelijk is, is de volgende vraag hoe je dan wel een zinvol beleid kan formuleren. En daar zoekt Popper zijn heil in een concept dat hem tot de grootsten van de twintigste eeuwse filosofie heeft gemaakt, toen hij het ontwikkelde voor de wetenschapsfilosofie.

Dat idee was dat je een waarheid nooit kan verifiëren, omdat je na welk aantal pogingen ook nog altijd tegenvoorbeelden over het hoofd kan gezien hebben. Zelfs als je tien miljoen witte zwanen hebt gezien blijft het mogelijk dat er op Borneo zwarte zwanen rondlopen, en je regel "zwanen zijn wit" is gefalsifiëerd. En dus is een goed criterium voor wetenschappelijkheid niet of je je waarheden kan verifiëren (want dat kan je nooit met 100% zekerheid), maar of je ze kan "falsifiëren"; in mensentaal: of ze in staat zijn de beproeving van het kritisch denken te doorstaan.

Dat concept bracht Popper over op zijn sociaal/politiek denken, zoals hij overigens in dat bewuste hoofdstuk (en niet alleen daar) uitlegt. In plaats van te vertrekken van de "ware vrijheid" en de "waarachtige tolerantie" en rest van de metafysische portrettengalerij, vraagt hij zich af hoe we kunnen vermijden dat de macht in handen komt van mensen die in naam van de "ware vrijheid" onvrijheid zullen opleggen. Met andere woorden: of de macht de beproeving van het kritisch denken van de samenleving kan doorstaan. Analoog aan de manier waarop zijn "kritisch denken" kan vermijden dat allerlei mensen in naam van de Waarheid met Hoofdletter één of ander religieus dogma opleggen, wil het vermijden dat iemand in naam van de (op straffe van Siberië boven alle twijfels staande) Dialectiek het Rode Paradijs kan opleggen.

En natuurlijk kan iedereen die, volgens het recept dat Popper ontmaskerd had, op zoek gaat naar "paradoxen bij Popper" die ook vinden. Omdat hij volgens dat recept nu eenmaal overal paradoxen kan vinden: dat was precies het punt. Waarmee niet de hele wereld, maar wel dat recept gediscrediteerd is. En daarom denk ik dat mensen die bezorgd zijn over pogingen in naam van de "waarachtige tolerantie" de intolerantie op te leggen, beter kunnen dan Popper, die de inconsistentie daarvan had aangetoond, zelf ook proberen te vangen in gediskwalificeerde inconsistenties. Veel beter, lijkt me, zou zijn dat (inconsistente) metafysisch denken op te geven, en over te gaan op het pragmatisch denken dat Popper voorstelt. Dat werkt niet voor wie samenlevingen wil creëren op basis van de biologische superioriteit van uitgerekend zijn eigen "ras", noch op basis van het Rode Paradijs, noch van het Rijk Gods op Aarde. Maar al de anderen zijn hartelijk welkom.

----------------------------------------------------

(1) http://www.brusselsjournal.com/node/1213#comment-9697
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/popper-tolerantie-en-andere-paradoxen.html

woensdag 26 juli 2006

Rechts, en toch dom.

Een tijdje geleden was er op het blog van LVB (lvb.net) wat beroering omdat iemand met een zekere verwondering had opgemerkt dat LVB weliswaar rechts was, maar toch niet dom. Dit leidde tot commentaren die variëerden van sarcastisch tot verongelijkt. Hoezo, "rechts en toch niet dom"? Waar halen ze het toch vandaan?

Wel, hier halen ze het vandaan. Via de linkdump van hetzelfde blog kom ik op de volgende url terecht:

www.hetvrijevolk.com/?pagina=1114&titel=De_Europese_implosie_en_hoe_die_te_stoppen

En om maar meteen de show weg te geven: wat hier staat is nu eens een voorbeeld van rechts, en zeer dom. Het is eigenlijk zo dom, dat ik de tactiek zal toepassen die ik heb geleerd toen ik (ettelijke jaren lang) met Jehovagetuigen over de evolutietheorie bakeleide. Ze duwen je ellenlange teksten door je strot en beklagen zich luidkeels dat je ze bekritizeert zonder die teksten gelezen te hebben. Mijn tactiek was ze te lezen tot de eerste hallucinante stommiteit (gemiddeld na twee zinnen; géén ironie) en de honderd volgende bladzijden op basis daarvan als niet de moeite af te wimpelen.

Laten we dus maar de tekst aanvatten. Het thema is dat Europa midden in een implosie zit, en de tekst stelt voor dat te stoppen en om te keren. Hier volgt de eerste paragraaf:

"Vroeger bestond Europa uit succesvolle, expansieve culturen. Die expansie kon ontstaan omdat in Europa een vroege vorm van kapitalisme was uitgevonden en de wetenschap. Die dingen waren elders domweg afwezig, en zo kregen we eeuwenlang een structurele economische, technologische en dus militaire voorsprong op andere culturen. De Europese expansie over de wereld was dus niet immoreel, maar logisch."

Oeioeioeioeioei! Het begint al met "vroeger". Deze tekst probeert geleerd, zelfs intellectueel over te komen. Het is eigenlijk een echte "analyse"! En dus neemt de auteur de lezer bij de hand en zal hem eerst tracteren op de historische wortels van de toestand. Onberispelijke geloofsbrieven!

Alleen, "vroeger", dat is een beetje vaag, nietwaar? Maar ik zie dat het over "het vroege kapitalisme" gaat, en over de "wetenschap"... Ah! Hij moet het over ongeveer de Renaissance hebben, en de eeuwen daarna. Hmmmmm... slechts een vier à vijf (en minder) eeuwen geleden... dat is eerder bescheiden als inpassing in de wereldgeschiedenis. Maar op die manier kan het wel kloppen. De Europese opkomst is inderdaad een heel recent verschijnsel, een aberratie in de wereldgeschiedenis, die gedurende millennia de dominantie van Oosterse culturen heeft gezien, met de Europeanen die pas zeer laat hun opwachting maakten.

Maar dat is niet hoe de tekst de zaken wil voorstellen. De tekst wil de historische realiteit liefst helemaal wegknippen, vervangt daarom iets dat alleen maar heel recente geschiedenis is door de vage term "vroeger", en hoopt dat de oppervlakkige lezer een diepzinnige historische analyse vermoedt. En zo creëer je het beeld van een mythische Europese reus in een wereldgeschiedenis waarin weinig anders van enig belang is gebeurd, en maak je van de "implosie" van die reus ineens groot nieuws.

Overdreven? Een kwaadaardige, politiek-correcte, hysterische, extreem-linkse, anti-Europese interpretatie? Toch niet! Dat staat doodeenvoudig in de geciteerde paragraaf zelf! Er staat doodeenvoudig ook nog bij: "Die dingen waren elders domweg afwezig". En dat is dom. Het is zéér, zéér dom. Het is zo dom, en zo hallucinant onwetend, dat de vergelijking met de creationisten niet denkbeeldig is. De auteur weet dus niet dat "vroege vormen van kapitalisme" al heel lang - veel langer dan in Europa - aanwezig waren in die oosterse culturen, zoals in China, en zoals in de Islam - hoewel de laatste ook al een relatief recente opflakkering in de wereldgeschiedenis is. En hij weet ook niet dat hetzelfde geldt voor de andere causale factor uit het citaat, namelijk "wetenschap". Bijvoorbeeld, in het jaar duizend AD bezaten zowel de Chinese als de Islamculturen bloeiende beschavingen, en ze hadden allebei een hoogstaande wetenschap, en een "vroege vorm van kapitalisme". Op een ogenblik dat Europa in een quasi-barbarij was terugevallen.

Natuurlijk, de auteur weet dat niet omdat dom rechts dat vooral niet wil weten, en dus verklaart het al die dingen tot "domweg afwezig". En het geloei en gescheld dat opstijgt als je aan de simpele historische realiteiten herinnert begint stilaan legendarische proporties aan te nemen. Maar feiten blijven feiten, onafhankelijk van hoeveelheden decibels. Dus zal dom rechts blijven plechtige verklaringen afleggen over hoe dat allemaal geschiedvervalsing is... en nu ligt de bal in ons kamp, het kamp van, om het een naam te geven, "liberaal rechts". Als we nalaten ons af te zetten tegen onwetendheid en obscurantiscme van dit kaliber, dan moeten we natuurlijk ook niet verbaasd zijn wanneer anderen schamper doen in termen van "rechts, maar toch niet dom".

Maar laat me genereus zijn, en anders dan wat ik met de creationisten zou doen, ook nog de tweede paragraaf lezen:

"Echter, na de Tweede Wereldoorlog stopte de expansie en werd Europa steeds meer een implosieve cultuurkring. De bevolking groeit niet langer, maar sterft uit. We veroveren niet langer de wereld, maar we laten de wereld ons veroveren. We exporteren geen beschaving, maar laten ons inferieure waarden opdringen. We scheppen geen stabiliteit buiten Europa, maar laten instabiliteit ontstaan binnen Europa. Wat heeft deze revolutionaire omslag veroorzaakt?"

De vraag is: hoeveel stommiteiten kan een mens verpakken in wat tenslotte een beperkte hoeveelheid woorden is? Dus na WO II "stopte de expansie"? Maar voor WO II zagen we overal ter wereld, inclusief Europa, waarlijk middeleeuwse dictaturen, en na WO II stortten die allemaal in een snel tempo van enkele decennia in elkaar, en overal ter wereld gingen volkeren over op democratie, vaak meteen ook rationalisme, en met iets van vertraging op liberale economieën. Dus terwijl zich onder zijn ogen een verspreiding, aan een ongehoord tempo, afspeelt van de meest essentiële Europese waarden, zit de auteur te kakelen over een "implosie". En mijn vraag is: als hij nu iets had willen beweren dat nog stommer was, en nog wereldvreemder - wat had hij dan allemaal nog kunnen verzinnen?

Wel, misschien de tweede zin? "De bevolking groeit niet langer, maar sterft uit." Huh? Ik bedoel, ja, er bestaat zoiets als de "demografische overgang" en ja, zoals in alle hoog-welvarende samenlevingen dalen de Europese geboortecijfers. Maar het is doodeenvoudig nonsens te beweren dat de bevolking uitsterft. Het is niet helemaal uitgesloten dat je een land kan vinden waar de bevolking daalt, maar iedereen die het verschil kent tussen "groter dan nul" en "kleiner dan nul" kan zien dat de bevolking nog steeds groeit - en met "sterft uit" halen we helemaal het niveau van de creationisten. Geen gewone propaganda, maar domme propaganda.

En deze: "we exporteren geen beschaving". Nu moet je weten dat in gebieden tot ver in Eurazië en zelfs tot in Islamlanden volkeren staan aan te schuiven om, bijvoobeeld, lid te worden van de Europese Unie. Ze zijn nu al - de Turken zelfs al sinds vele jaren - bezig Europese wetten om te zetten in hun eigen wetgeving, en ze onderhandelen en onderhandelen over de voorwaarden om te mogen volwaardig lid worden. Dit gaat over lidmaatschap van de democratie! Dit gaat over de deelname aan de liberale economie (noem het "kapitalisme" als je wil)! Dit gaat over mensenrechten, bescherming van minderheden, rechtsstaten en de rest van de meute, en we zien ze als evenveel dominostenen oprukken naar de Oeral en het Zagrosgebergte; op enkele decennia tijd! Honderden jaren lang hebben we ons laten binnenvallen uit al die richtingen, en zie eens met welk tempo het nu de andere kant opgaat!

En guess what? Uitgerekend deze export van de grootste politieke en economische idealen, uitgerekend het enorme succes van de Europese liberale filosofieën, is waar een bekrompen rechts zich het hardst tegen verzet. Kleinschaligheid! Lokale besluitvorming! Eigen pipo's eerst! En wedden dat er ook een geloei en gejammer zal opstijgen over hoe het de schuld van de anderen is als die export alsnog zou stuklopen?

Laten we proberen twee seconden na te denken: het is zeer lang, maar wat moet, moet. De tekst jammert ook over hoe "Europa" de wil om te winnen heeft verloren. Het kleine detail dat de auteur over het hoofd lijkt te zien, is dat de grote Europese successen uit (wat hij zich inbeeldt dat) de geschiedenis (is), niet veel meer waren dan de export van Europese burgerloorlogen tussen landen als Spanje, Frankrijk, Engeland, enzovoort, naar de "kolonies" toe. Nog een klein detail: de Europese welvaart was fraai aan het toenemen voor en tijdens de kolonisatie, en is pas goed gaan toenemen na de kolonisatie. De grootheid van het ene land was vaak de neergang van een ander. Maar vandaag zijn al die "grote" Europese landen staatjes van enkele tientallen miljoenen inwoners. De andere spelers van het spel zijn beschavingen en/of continenten waar we spreken over honderden miljoenen (de VS, Rusland, Japan) of miljarden (China, Indië) inwoners. Maar, verklaart het artikel haastig, het ligt helemaal niet aan de relatieve opkomst van die andere spelers, want, "dan zou de VS ook achteruitgaan".

Kortom, dat weten ze ook al niet. Natuurlijk gaat ook de VS achteruit, om de simpele reden dat als (bijvoorbeeld) China enkele decennia groeit aan 10% per jaar, en de VS aan (zeg) 2% per jaar, de relative machtsverhoudingen op amper twee decennia tijd serieus overhoop gehaald worden (1).

En alsof hij het met opzet doet pleit hij op het einde voor een "ideeënoorlog". Daar kan ik het overigens mee eens zijn. Ik heb zelfs enkele tips! Tip 1: om in een ideeënoorlog een schijn van kans te maken moet je in staat, en bereid, zijn rekening te houden met de meest elementaire historische feiten. Tip 2, het verschil tussen positieve en negatieve getallen begrijpen is eveneens geen overbodige luxe. Tip 3, elke handboek "inleiding tot logica" bevat enkele paragrafen over "de contradictie": zoek die op en assimileer ze. En tip 4, als je op het simpelste niveau hebt bijgespijkerd zijn er nog enkele "dingen die iedereen zou moeten weten" (zoals "Samengestelde Interest") waar onder andere dit blog al over heeft uitgeweid.

Maar laten we niet op de dingen vooruitlopen. Iets zegt me dat dom rechts voorlopig nog niet aan dat soort gevorderd materiaal toe is. En tot zo lang denk ik dat wij, "liberaal rechts", ons OFWEL moeten afzetten tegen de ongelofelijk slechte naam die ze "rechts" bezorgen, OFWEL ons moeten laten welgevallen dat andere mensen er met een zekere verbazing melding van maken, wanneer ze iemand ontmoeten die weliswaar rechts is, en toch niet dom.

-----------------------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/het-einde-van-het-europesche.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html

dinsdag 25 juli 2006

Popper over Tolerantie: meer

Eén van Poppers stokpaardjes waren de moeilijkheden waarin je terecht komt als je allerlei ideeën in de metafysica duwt - wat de mensheid met haar religieuze of Platoonse filosofieën altijd weer is overkomen. Dat woord "metafysica" slaat (hier) op het concept dat er zoiets bestaat als "het wezen van de vrijheid", of "waarachtige tolerantie" of "de essentie van de democratie" en meer van die dingen. (De ware liefde! De absolute moraal! De Waarheid met Hoofdletter! Het schone en goede!) Het begint er al mee als je de concepten wil definiëren. Als er zoiets bestaat als (zeg:) "vrijheid", dan moet het mogelijk zijn om het woord dat dat "iets" beschrijft nauwkeurig te definiëren. En meteen kom je in een paradox terecht: als je iets wil definiëren vermijd je kringredeneringen door het te definiëren woord niet zelf in de definitie te gebruiken. Dus moet je nieuwe woorden gebruiken om de bestaande termen te definiëren, waarna je weer nog nieuwe woorden nodig hebt om de termen uit je definitie te definiëren, enzovoort enzoverder tot in alle eeuwigheid, amen.

Of neem nu rationalisme. Popper was een overtuigd rationalist. Maar dat laatste betekent dat je je ideeën en stellingen kan gronden op (uiteindelijk) logisch-mathematische waarheden of empirisch vaststelbare feiten. Maar de stelling dat we rationalisten moeten zijn; waarop valt die te gronden? Als je logisch-mathematische waarheden gebruikt om "rationalisme" te gronden, dan heb je ze al aangenomen om ermee te bewijzen dat ze correct zijn: weer een kringredenering, dus. Hetzelfde geldt voor empirische waarneming: op basis waarvan kan je gronden dat je dat moet aannemen? Waarom zou goddelijke influistering niet beter zijn, of de invallen van je eigen geniale brein?

En als je al die dingen niet kan gronden, dan rest alleen een keuze te maken op basis van een soort pragmatiek. En elk van die keuzes, inclusief rationalisme, is even arbitrair als alle andere. En eenmaal je dàt hebt ingezien merkt Popper op dat rationalisme een voordeel biedt dat andere wereldbeelden - zoals, bijvoorbeeld: religieus dogma - niet hebben. Je kan de mogelijkheid tot correctie inbouwen; en je kan dat door niet alleen te proberen voor je stellingen bewijzen te vinden, maar integendeel ook weerleggingen. Alleen op die manier kan je vermijden dat iets dat ooit een goed idee was met de tijd verandert in een eeuwig dogma. Met andere woorden, je kan de nadelen van het rationalisme - dezelfde nadelen als elk obscurantisme - opvangen door over te schakelen op kritisch rationalisme.

En zo is het ook in sociaal-politieke onderwerpen. Iedereen die vertrekt met "ware vrijheid" en "waarachtige tolerantie" en "echte democratie" komt altijd weer in dezelfde paradoxen terecht. En daarom dient deze post als breder kader bij de vorige. Popper signaleert een probleem waarmee de mensheid al eeuwen af te rekenen krijgt: een denken in termen van "ware tolerantie" komt vanzelf in de intolerantie terecht, en de "ware vrijheid" is een recept voor de anarchie van (de vrijheid van) de sterkste, enzovoort enzovoort. En al die paradoxen zijn niet nieuw: Plato kende zo ook al, en noemde ze ook op, en Popper herhaalde ze in een voetnoot bij hoofdstuk 7 van The Open Society and its Enemies. Gevolgd door de zinssnede "deze paradoxen zijn oplosbaar door...".

Dus is het een kwestie van simpele empirische waarneming waar Popper het nu eigenlijk had. Het staat in de tekst van zijn voetnoot. Maar het is ook de geest van zijn hele boek; ja, zijn hele filosofie. Hij signaleert een (consistentie-)probleem, en hij stelt een oplossing voor. En ja, het volstaat dat ergens, iemand, ooit, één keer (zoals ik gisteren schreef, uit oppervlakkigheid, of bewust, of whatever) een citaat uit de context rukt, en het kan een eigen leven gaan leiden, en op de duur is het zo vaak herhaald (en het boek zelf zo weinig gelezen), dat die versie nog als absolute waarheid gaat gelden ook. De cirkel is rond wanneer een auteur die oorspronkelijk een kritiek wilde leveren op het misbruiken van begrippen, zich de huid vol laat schelden door mensen die kritiek hebben bij het misbruiken van begrippen. Sic transit sapientia mundi?

maandag 24 juli 2006

Popper, Tolerantie, en Andere Paradoxen

Bij de post “Vrije Meningsuiting” (1) ontwikkelden zich in de commentaren vragen als (varianten op) “hoe kan men vermijden dat de democratie op democratische wijze zichzelf opheft?”. Luc Van Braekel verwees daar naar hoe filosoof Karl Popper daar ook over "zou" geschreven hebben. Vandaag voegde hij er aan toe dat het blog “The Brussels Journal” naar dezelfde kwesties verwees (2). En dus vond ik het de moeite eens te gaan kijken, en wat ik aantrof was als volgt.

In een artikel over verdraagzaamheid citeert ene Jos Verhulst Poppers The Open Society and its Enemies. En wel zegt het citaat dat tolerantie zijn grenzen heeft. Geconfronteerd met intolerantie hoeven we zelf niet langer tolerant te zijn, maar zijn er gevallen waarin ook wij intolerant mogen worden, en waarin we de intolerantie van zij die net intolerant verklaard zijn strafrechtelijk (!) mogen vervolgen.

Dat is allemaal niet naar de zin van Jos Verhulst. Tolerantie blijkt nu een pseudo-begrip te zijn, wat meteen maakt dat Popper zichzelf in het intolerante kamp heeft vast geredeneerd. Het volstaat immers doodgewoon de anderen “intolerant” te noemen, en je mag meteen zelf zo intolerant zijn als je maar wil. Zo vernemen we verder nog dat Popper daarmee in het kamp terecht komt van zij die de staatsmacht willen grijpen, om nog maar eens die macht te gebruiken ter onderdrukking van de machteloze. En Verhulst eindigt ermee Popper te beschuldigen van een vals en inconsistent gebruik van het begrip, kennelijk om het als een slogan in de handen van de staatsmacht te misbruiken.

Zoiets doet altijd even diep ademhalen. Natuurlijk moeten we er alle begrip voor hebben – we willen tenslotte tolerant zijn – dat mensen die nooit Popper in het algemeen, en The Open Society in het bijzonder, hebben gelezen niet weten dat er alarmbellen moeten rinkelen wanneer ze Popper (denken te) betrappen op een pleidooi voor "het onderdrukken van de machteloze door de staat". Voor de prestatie om uitgerekend Popper aan te wrijven dat hij zijn termen inconsistent gebruikt vind ik eigenlijk niet zo direct woorden: laat ik het “grappig” noemen.

Onze natuurlijke reflex in zo’n geval is (of beter gezegd: "zou moeten zijn") gewoon te kijken naar het bewuste citaat. Meteen blijkt dat het geen citaat is uit hoofdstuk 7 van het boek (zoals het artikel van Verhulst zegt), maar uit een voetnoot bij dat hoofdstuk. En dat dat een belangrijk verschil is, blijkt als we die voetnoot gewoon lezen. Dan zien we dat Popper commentaar, en kritiek geeft bij één van (in Poppers ogen) Plato’s ondemocratische tendenzen. Namelijk leidt Plato uit een analyse van het concept “vrijheid” af dat een overmaat aan vrijheid juist tot het tegendeel, tyrannie zou leiden. Dat is maar één paradox temidden van een serie andere, waaronder de vraag of een democratie zichzelf democratisch kan opheffen, en ook, het bewuste citaat, dat tolerantie leidt tot intolerantie - zoals beschreven.

En dus lanceert Popper daar geen pleidooi voor een “vals”, laat staan “inconsistent” begrip, maar geeft hij integendeel aan dat, en waarom, mensen die pleiten voor een “waarachtige” tolerantie (of “vrijheid”, of “democratie”) in inconsistenties terecht komen. Precies het verwijt dat hij Plato maakt, als die uit zijn “ware vrijheid” afleidt dat er tyrannie uit voortvloeit, en dan maar concludeert dat een “filosoof-koning” de beste bestuursvorm zal zijn.

En dat is perfect consistent met zijn hele filosofie van “kritisch rationalisme” en in het bijzonder zijn The Open Society and its Enemies; hetgeen dan ook de reden is waarom iedereen die die spullen gelezen heeft zo zal zitten fronsen bij het “citaat”. Het is namelijk helemaal geen citaat, het is een uit de context gerukt deel van Poppers kritiek op een bepaalde visie, die vervolgens wordt voorgesteld alsof het Poppers visie zelf was. Terwijl precies het omgekeerde waar is.

Precies daarom ontwikkelt Popperdan ook zijn “kritisch” denken. Iedereen zal het recht hebben om zijn visie op (in casu) tolerantie zo luid hij maar kan van de daken te schreeuwen, en alle anderen zullen ook het recht hebben om alle problemen die ze daarbij maar zien niet minder luid ook van de daken te schreeuwen. Moge de beste winnen. En als echte liberaal buigt Popper in zijn text nederig het hoofd voor het besef dat de ideale wereld, met de ideale oplossing, niet bestaat. Dus dat het kritisch denken zelf ook nooit verder zal komen dan het bereiken van de best mogelijke benadering van onze idealen – wat al heel wat beter is dan de belofte van het Rode Paradijs of het Rijk Gods op Aarde; vind ik toch.

En dat kunnen we allemaal doodeenvoudig zien als we het citaat nog een beetje verder lezen, waar Popper met zoveel woorden zegt dat al die paradoxen oplosbaar zijn, indien we een politieke filosofie aanhangen gebaseerd op deze kritische benadering. Hij pleit daar met andere woorden niet voor een bepaalde visie, maar stelt integendeel vast dat er problemen mee zijn, en gaat op zoek naar een oplossing. Die zal niet perfect zijn, maar het zal tenminste wel consistent zijn.

Zo blijkt dat we heel erg moeten oppassen met "citaten". Iemand zou het, uit oppervlakkigheid, of met de bedoeling er propaganda uit te brouwen, zomaar verkeerd, of uit de context, of op een andere manier foutief kunnen "citeren". De moraal van het verhaal is hier dat we beter de filosofen zelf lezen voor, en niet na, we ze in alle richtingen luidkeels van “inconsistentie” en erger beschuldigen.
-------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/vrije-meningsuiting.html
(2) http://www.brusselsjournal.com/node/1213 , intussen opgepikt door: http://lvb.net/item/3136

Zie ook: Popper, The Open Society and its Enemies, 1945 (1986)

Not good enough

Voor de eerste keer, en dat op zes maanden tijd, heb ik een commentaar geweigerd.

Op usenet liep een discussie over de recente economische problemen in Zimbabwe. Bij de uitwisseling over hoe de hongersnood toesloeg op het moment dat Mugabe blanke boeren had onteigend, wilde ene "lvd" weten hoe het zat met het percentage blanken op de totale bevolking van Zimbabwe.

Ikzelf vroeg me af waarom dat belangrijk zou zijn, gaf "for argument's sake" toe dat het om een heel laag percentage zou gaan, en stelde voor dat te rijmen met mijn post van destijds:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/zimbabwe.html

En zomaar opeens, zonder merkbare overgang, ging het niet meer over percentages, maar over de soort planten die er geteeld werden! En dit, nota bene, vergezeld van schampere opmerkingen over hoe het "te moeilijk" voor me was.

En dus herinnerde ik er aan dat noch de percentages, noch de soort geteelde planten erg veel te maken hebben met de onteigeningen door Mugabe, en de daarop volgende economische crisis.

En wat er toen gebeurde was dat er een commentaar bij die Zimbabwe post verscheen, en dus niet langer op usenet, waarin al die dingen snel aan elkaar werden gebreid. Alweer een post vol nieuwe onderwerpen (kennen we toestand in Zimbabwe eigenlijk wel?) nieuwe schampere opmerkingen (waarom zijn ze zo lui?) en de bewering dat de landhervorming niets met de hongersnood te maken heeft. Namelijk, de onteigende boeren produceerden geen voedsel, maar tabak. Verder nog sneren aan het adres van CNN die de "propere oorlog" verkondigt, en tenslotte, de opmerking dat "lvd" nu helaas geen tijd meer heeft om er nog verder op in te gaan.

En dat laatste, alsook de snerende opmerkingen als hij niet direct gelijk kan halen, alsook de voortdurende veranderingen van onderwerp, alsook de onsamenhangende manier waarop het dogma moet gehandhaafd worden, nu eens op basis van dit argument, dan weer op basis van iets heel anders, zijn symptomen die ik denk te herkennen. Om maar te zwijgen van de manier waarop er nog altijd niet de minste poging is iets te maken van de manier waarop de landhervorming, kennelijk geheel toevallig, onmiddellijk gevolgd wordt door economische ineenstorting.

Spam! Aandachtzoekerij! Voortdurende herhaling van een bepaalde propaganda, weinig vermogen tot argumentering! Het lijkt me perfect goed genoeg voor usenet. En het zou niet bij me opkomen te proberen verbieden dat het (bijvoorbeeld op usenet) kan verschijnen. Vrije meningsuiting!

Maar het is niet goed genoeg voor dit blog. Sorry. Misschien kan het een troost zijn dat het een primeur is, want in ieder geval: geweigerd.

zondag 23 juli 2006

Indo-Germaanse Talen

(Hier volgt een verhaal uit Diamond, The Rise and Fall of the Third Chinpanzee, 1991, hoofdstuk 15.)

Vandaag de dag spreken grote groepen volkeren Indo-Europese talen (hierna: IE-talen). Voor zover ik weet slaat die term op het feit dat de afkomst van deze talen zo vaag is (of misschien beter gezegd: was) dat we ze niet beter kunnen (konden?) situeren dan “ergens tussen Indië en Europa”. Terwijl, geografisch gezien, vandaag niet langer één enkele regio, maar een heel groot stuk van dat gebied deze talen spreekt, en bovendien nog eens enorme andere lappen, zoals de Amerikaanse continenten of Australië, hetzelfde doen.

Waarom domineren de afstammelingen van één groep zulke grote delen van de wereld? Waar komen ze vandaan? Hoe is die geschiedenis verlopen? Soms is het verbazend hoeveel je te weten kan komen over onderwerpen die noodzakelijk altijd vaag en mistig blijven, bijvoorbeeld omdat het allemaal zo lang geleden is.

We hebben geschreven bewijs van het bestaan drie verschillende groepen IE-talen die teruggaan tot het “Derde Millennium” (1) van de menselijke beschavingen: Hittitisch (1,900 BC), Sanskriet (1,500 BC) en Grieks (1,300 BC). De verschillen die op dat moment al zijn opgetreden tussen de talen suggereren dat ze een gemeenschappelijke voorouder (“Proto-Indo-Europees”, en dus “PIE”) hebben die teruggaat tot de tijden van het Eerste Millennium. Overwegingen rond woordenschat bevestigen die suggestie. Aangezien diverse latere IE-talen verwante termen hebben voor “wiel”, en het wiel is uitgevonden rond 3,300 BC, ziet het er naar uit dat in die periode, dus het Eerste Millennium, een PIE bestond waarin er een woord voor “wiel” was. En aangezien diverse IE-talen géén verwante termen hebben voor (destijds belangrijke) uitvindingen als de strijdwagen (op de grens van het Derde Millennium) of ijzer (eveneens Derde Millennium) lijkt het er op dat het PIE voor die periode werd gesproken.

Maar daarmee zijn we terug bij die blijkbaar heel belangrijke overgang van Eerste naar Tweede Millennium! Want niet alleen was dat de periode die de voorbereidingen tot, en het uitlopen in de eerste beschavingen vertoonde, maar nu vinden we ook dat de linguistieke voorouders van de dominante beschaving van het jaar 2,000 AD hier terug te vinden zijn. Welke vorderingen kunnen we maken als we ons nu ook afvragen waar ze vandaan komen?

Als je de hedendaagse wereldkaart op IE-sprekers checkt, zou je veronderstellen dat ze ergens vanuit de Atlantische Oceaan komen: alleen zo kan je met een minimum aan volksverhuizingen verklaren dat ze zich over heel Amerika hebben verspreid, plus Europa, tot Eurazië bij Indië. Maar natuurlijk weten we dat die Westelijke verspreiding het resultaat is van een heel recente export van deze talen, en dus schuift dat geografische centrum een heel eind op naar het oosten: de Amerikaanse aanwezigheid telt niet mee. En nu blijken er bewijzen te zijn dat er ooit IE-sprekers waren ergens bij de grens van (hou je vast) Turkistan en China! Dat ziet er vandaag een eiland uit temidden van Turks-Mongoolse talen, maar per analogie met wat er in Amerika is gebeurd zien we onmiddellijk hoe het plaatje er hier uitziet. Zoals IE-talen de lokale Amerikaanse talen hebben verdrongen, zo hebben Turks-Mongoolse talen de toenmalige IE-talen verdrongen, in een gebied waarvan we inderdaad weten dat het voortdurend door Turken en Mongolen is overweldigd. En dus ziet het er naar uit dat IE-talen ooit nog veel meer naar het oosten waren verspreid dan we nu kunnen zien, en dus schuift dat geografische centrum nog eens een heel stuk naar het oosten op.

Naarmate het verhaal vordert (dus specifieker wordt) is de consensus kleiner en vermenigvuldigen de alternatieve theorieën zich zoals de broden en de vissen. We zitten dan ook stilaan bij “het verhaal volgens Diamond” wanneer we uiteindelijk de oorpsronkelijke PIE-sprekers situeren in het hedendaagse Oekraïne, in de periode van de uitvinding van het paard. De landbouw verspreidt zich sinds enkele millennia over Eurazië, maar beschavingen als Sumer of Egypte liggen nog een klein millennium in de toekomst. Ook in Europa bestaan dan al "eenvoudige" (?) landbouwsamenlevingen – ik neem aan de voorlopers van de menhirculturen?

Wanneer de IE-sprekers het paard leren gebruiken zijn we nog lang niet toe aan de steppecavalerie, die gedurende millennia terreur zou zaaien doorheen de beschavingen van Eurazië. Zowel die beschavingen als hun doodsvijanden de steppecavalerie, die zo lang het beeld van de geschiedenis zouden bepalen, liggen nog tientallen eeuwen in de toekomst. Maar zo primitief als de paard-technologie nog was, was het toch voldoende om grote delen van Azië in te palmen – de delen die later op hun beurt door Turks-Mongoolse volkeren zouden ingepalmd worden, en serieus op te schuiven in de richting van Europa.

“Opschuiven”; niet “inpalmen”. Europa was nu eenmaal geen steppe, en hoe groot het voordeel van de paardtechnologie ook was, waar de beesten geen eten vinden kunnen ze niet rijden: dit waren de tijden dat gras nog benzine was. Dus de vreemde veroveraars uit de steppen lijken niet zozeer het Europa van die tijd te hebben ingenomen, maar er in heel geleidelijke stappen, gedurende enkele millennia, steeds dieper in door te dringen, en hun eigen technologie – paard, wiel... – steeds meer met de vroege Europese culturen te vermengen. En dus zouden de latere Europese culturen, bijvoorbeeld de menhirculturen uit de Millennia waarin het Midden Oosten al oude beschavingen kende (zeg: vanaf het Derde), een resultante zijn van lokale volkeren met hun eigen landbouwcultuur, en het ontlenen, al dan niet manu militari opgelegd, van de elementen van een veeteeltcultuur.

Maar die vermenging ging wel gepaard met taalkundige overname van een heel groot deel van het continent. Het is die toestand die na nog een aantal millennia gisting tot het huidig plaatje leidde. Turks-Mongoolse volkeren pakten het oostelijk gedeelte van Eurazië op hun beurt in, zodat de IE-sprekers nu nog terug te vinden zijn op grote schiereilanden als Indië en Europa, en de IE sprekers zelf pakten grote delen van de wereld als Amerika in, zodat je nog de indruk zou krijgen dat ze oorspronkelijk ergens uit de Atlantische oceaan stammen. Tja, ze zijn nu eenmaal een heel eind gekomen, sinds de tijden dat ze het paard uitvonden, daar ergens rond het begin van het Eerste Millennium.

-------------------------------------------------
Voor deze “eigen tijdrekening”, zie posts als:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/op-zoek-naar-de-bronnen-van-de.html
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/spectakel-bij-het-begin-van-het-tweede.html

zaterdag 22 juli 2006

Kosmologie... (weemoedig wegdromend...)

Enkele maanden geleden ging het op dit blog over de Big Bang. Op basis van destijds een zeer bescheiden steekproef formuleerde de astronomie de hypothese dat ons hele universum ooit in één enkel punt bij elkaar had gezeten, en nu nog altijd bezig was uit te dijen als gevolg van de explosie van dat ene punt. Het lijkt woest, het geeft aanleiding tot hopen nieuwe vragen, maar indien je het aanneemt kan je een bepaalde consequentie beredeneren: de aanwezigheid van een bepaalde straling met een welbepaalde energie. En ziet ende kijkt, die straling was er (1). Maar als je een woest idee hebt, en vervolgens kan je iets heel specifieks zien; iets dat evengoed héél anders kon zijn, maar dat indien het waar was alleen maar zo kan zijn, dan is dat een reden om dat woest idee enigszins serieus te nemen.

Hier komt nog een voorbeeld. Uitgaande van een aantal assumpties (bijvoorbeeld: er was een Big Bang. Maar ook: de natuurwetten zijn doorheen de tijd constant gebleven) kan je beredeneren welke dichtheid het universum moet gehad hebben doorheen de verschillende fasen van de explosie. En als je de dichtheid kent, dan ken je de temperatuur. En daaruit volgt, steeds per genoemde assumpties, dat je de energie van al die fasen hebt. En energie is equivalent met massa, zoals de beroemde formule met E, m, c en kwadraat erin ons vertelt. Het komt er op neer dat je puur theoretisch kan beredeneren dat er in dat heel vroege begin een soort condensatie van (een klein deel van de) energie tot materie plaatsvindt. Die materie bestaat uit protonen en neutronen. Dat zijn allebei zeer kleine partikels die je aantreft binnen in de kernen van atomen. Hun massa is ongeveer gelijk, maar een proton heeft een positieve electrische lading terwijl een neutron electrisch neutraal is.

Alles puur theoretisch beredeneerd. En we kunnen verder gaan! Met het verstrijken van de tijd bij dat allereerste begin dijt het universum uit, en neemt de temperatuur af. Nu gaan er allerlei evenwichten aan het schuiven, waar we ons gemakkelijk een voorstelling van kunnen maken. Beeld je een kluts water in, die zich in een gesloten pot bevindt. Voor een gegeven temperatuur (tussen nul en honderd graden) zal een bepaald deel van dat water verdampen, maar een ander deel zal condenseren. Voor de gegeven temperatuur is er een punt waarop evenveel waterdeeltjes van vloeibaar naar gas verdampen, als er deeltjes zijn die van gas naar water condenseren: de toestand is in evenwicht bij een bepaald percentage vloeistof en een bepaald percentage gas.

Zo is het ook voor de hoeveelheid protonen en neutronen. Bij de zeer hoge temperaturen van het zeer vroege begin zijn er evenveel protonen als neutronen. Maar naarmate de temperatuur afkoelt (we praten nog steeds over temperaturen die ordes van grootte hoger zijn dan de zon) zetten neutronen zich gemakkelijker om in protonen dan omgekeerd (vraag me niet hoe en waarom; het heeft iets te maken met het feit dat neutronen iets zwaarder zijn). Dus gaat het evenwicht verschuiven naarmate de temperatuur daalt: van 50 - 50% verschuift het naar een toestand waarbij 87% van de materie protonen zijn, en 13% neutronen. En, het kan niet genoeg herhaald worden, dat is allemaal puur theorie. Dat is allemaal alleen maar zo indien je een hoop assumpties aanneemt, zoals "er was een big Bang" en "het gedrag van straling en massa was toen zoals dat gedrag nu nog is", en nog een hoop andere: allemaal in zekere zin zuivere fantasie.

Maar dat verandert. Er komt een moment waarop (altijd weer puur theoretisch...) de temperatuur zo ver gezakt is, dat er een bepaalde nucleaire reactie op gang komt. Die reactie bestaat er in dat alle neutronen worden omgezet in helium-atomen. Helium-atomen bestaan uit twee neutronen en bovendien zitter er ook twee protonen in. Dus de reactie die bij die temperatuur op gang komt grabbelt zo goed als alle neutronen vast, kwakt ze twee aan twee elkaar, plakt er nog eens evenveel protonen bij als er neutronen ingingen, en vanaf dan bestaat het materiële universum niet langer uit X percent neutronen en Y percent protonen, maar uit X percent helium en Y percent protonen.

En van het ene moment op het andere ontstaat er een manier om te checken of heel die woeste fantasie ook enig verband heeft met de realiteit. Want we hebben een vrij goed beeld van wat er sindsdien nog meer met allerlei soorten atomen is gebeurd, en voor dit stukje is voldoende aan te nemen dat het antwoord is: niet zo heel erg veel. En verder weten we hoe groot de percentages protonen en neutronen waren op het moment dat al dat helium ontstaat: We zaten rond de 87% protonen en 13% neutronen. Als je weet dat quasi al die neutronen (13%) worden opgebruikt om helium te maken, en dat je nog eens evenveel protonen nodig hebt om er dat helium van te maken, wel, dan is in totaal ongeveer 26% van de totale massa omgezet in helium, nietwaar, en dan vertegenwoordigen de overblijvende protonen 74%, niet?

En nota bene, dat is allemaal, nog steeds, puur theorie. Indien al die assumpties ook goede assumpties zijn, en indien onze berekeningen correct zijn, en indien die verhoudingen sindsdien niet zo heel veel gewijzigd zijn... dan moeten we tot vandaag kunnen zien dat het universum voor pakweg driekwart bestaat uit protonen, en één kwart uit helium. En dat is dus geen theorie meer, maar iets dat we kunnen meten. Het is iets dat er heel anders zou kunnen uitzien dan de theorie zegt, en in dat geval moeten we minstens één van de assumpties serieus in vraag stellen.

Maar guess what? Helium blijkt ongeveer 23% van de materie van het universum uit te maken! Precies het soort cijfer dat je zou verwachten als er bij de Big Bang tegen de 26% van was, en dat er daarna nog enkele miljarden jaren licht mee geschoven werd. En dus hebben we weer een voorbeeld van iets dat heel anders had kunnen zijn, maar dat heel nauwkeurig klopt met wat er moet zijn, indien het Big Bang model klopt. Hetgeen volgens simpele logica niet bewijst dat dat model klopt. Maar het maakt er wel een model van dat we maar beter serieus kunnen nemen.

-----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/01/kosmologie-een-anecdote.html

donderdag 20 juli 2006

De Vaas ligt in Scherven op de Grond

NBC rapporteert een interessante shift in perceptie bij een aantal Republiekeinse senatoren.

http://www.msnbc.msn.com/id/13944119/

Bijvoorbeeld:

"Rep. Gil Gutknecht (R-Minn.), once a strong supporter of the war, returned from Iraq this week declaring that conditions in Baghdad were far worse "than we'd been led to believe" and urging that troop withdrawals begin immediately."

Aha. De frase "than we have been led to believe" is interessant. Voor- en tegenstanders van de oorlog sturen al ruim drie jaar lang wederzijdse beschuldigingen rond dat de pers bevooroordeeld is, een fout beeld ophangt van de realiteit, bijgevolg in handen is van de tegenpartij, etcetera. Laten we aannemen dat dat waar is. Dan moeten we alleen nog moeten uitmaken welk van beide partijen daarbij gelijk had, en wie alleen maar uit zijn nek kletste.

Welnu, de frase "we've been led to believe" lijkt dat debat in aanzienlijke mate te beslechten, nietwaar? Wat wordt het, zijn de Amerikaanse Republikeinse senatoren nu ook extreem-linkse, hysterische, anti-Amerikaanse intellectuelen? Of krijgen we (al niet meer voor de eerste keer) de schoorvoetende erkenning dat al dat geschreeuw van hun kant, over hoe de toestand eigenlijk véél beter was dan de linkse pers die voorstelde, gewoon platte propaganda was?

Maar wacht, eigenlijk geeft het artikel zelf het antwoord in zoveel woorden:

"Republican lawmakers acknowledge that it is no longer tenable to say the news media are ignoring the good news in Iraq and painting an unfair picture of the war."

Tja. Als dit creationisten waren zou ik nu zeggen: "dus dat hadden jullie al die tijd (en ondanks de bijhorende decibels) goed fout. Zijn er nog meer dingen waarvan je nu durft opbiechten dat ze al die tijd (en ondanks de bijhorende decibels) goed fout waren? Of moeten ze ook één voor één opgegraven worden, zodat je je er wéér mee zal moeten laten insmeren?"

En omdat ze zich nu eenmaal de hele tijd op het intellectuele niveau van de creationisten bevonden, inclusief het geloei en gescheld op mensen die op simpele waarheden wijzen, vraag ik ze dat bij deze alsnog.

En het is belangrijk, want:

"Rank-and file Republicans who once adamantly backed the administration on the war are moving to a two-stage new message, according to some lawmakers. First, Republicans are making it clear to constituents they do not agree with every decision the president has made on Iraq. Then they boil the argument down to two choices: staying and fighting or conceding defeat to a vicious enemy."

Zie je, als dit hysterische, extreem-linkse, anti-Amerikaanse intellectuelen zijn, dan zijn ze dat nog maar recent; want vroeger waren het mensen die "adamantly backed the administration on the war". Onberispelijke mensen, dus, voor ze slachtoffer werden van de linkse pers! En dat komt nog even boven wanneer ze inderdaad een héél goed punt maken.

Want ja, de vaas ligt nu in scherven op de grond. Wat wordt het - gaan we blijven jammeren, of beginnen we aan de vraag wat me moeten doen nu de vaas in scherven op de grond ligt?

En ik vind dat een heel, heel goede vraag, en ikzelf ben lang niet geleerd genoeg om zomaar te weten of (laat staan dàt) de VS nu hun troepen moeten terugtrekken.

Maar er is een klein detail, dat uitgerekend Republikeinse senatoren inderdaad iets gemakkelijker over het hoofd zullen zien dan de anderen. Want de vraag of we ons nu niet over die scherven moeten bekommeren is zeer terecht. Maar de vraag of we dat werkelijk moeten doen onder de "deskundige" leiding van zij die die scherven hebben gemaakt is dat evenzeer.

En daar lijkt me het antwoord zeer duidelijk: "Met die bende kwispels, niet meer". Wanneer standpunten als "This president, I am sorry to say, has made a colossal mistake" (John Kerry) of "the invasion of Iraq was the biggest mistake in the history of American foreign policy" (Madeleine Albright, uit het blote hoofd geciteerd) ook het officiëel standpunt zijn, dan praten we natuurlijk over moeilijke vragen als hoe het nu verder moet.

Maar niet eerder. Met die kwispels, niet meer.

woensdag 19 juli 2006

Biologie en Politiek

Doorheen de geschiedenis waren politici haast altijd mannen. Bovendien waren het erg vaak mannen van een welbepaalde leeftijd. Oh, er waren en zijn voorbeelden van erg jonge politieke leiders – wat in het verleden meer voorkwam naarmate de levensverwachting lager was – en er zijn ook voorbeelden van stokoude leiders. Ja, er zijn zelfs gevallen waar het lijk nog een tijdje koel moest gehouden worden. Maar in algemene termen, denk ik, mag je vandaag de dag verwachten dat de leeftijd waarop mannen politieke prominentie bereiken ook de leeftijd is waarop ze grootvader kunnen worden. Ergens van rond de vijftig tot rond de zeventig, zeg maar.

Om eerlijk te zijn heb ik heel weinig kennis van hoe de globale kansen van vrouwelijke politieke leiders zijn geëvolueerd, sinds we op het idee gekomen zijn dat vrouwen politieke leiders kunnen zijn. Maar als ik nu gewoon kijk naar het België van rond het jaar 2,000, dan krijgen we een bepaald beeld te zien. Belangrijke vrouwelijke politici hebben doorgaans de leeftijd waarop ze moeder kunnen worden. Er zijn natuurlijk weer heel andere gevallen, maar je vindt tamelijk veel dertigers. Laten we die twee opmerkingen even in het achterhoofd houden, gewoon als feitelijke beschrijving van de toestand zoals we die aantreffen.

Nog maar heel kort geleden ging het hier over wat de termen “mannetjes” en “vrouwtjes”, in de biologische zin, betekenen. Laten we daar op voortborduren. Als “vrouwtjes” het soort individuen zijn die in hun leven (relatief) weinig nakomelingen kunnen krijgen, dan zijn bij de mens de “vrouwtjes” zij die één keer per maand de hele procedure in gang zetten, en indien het met succes afloopt een enorme fysieke investering leveren, die nog lang na de zwangerschap doorgaat. De “mannetjes” zijn zij die op massale schaal kleine geslachtscellen produceren, en daarnaast hoogstens de nodige porties testosteron; een poging die geslachtscellen ook weer kwijt te raken.

Maar dat impliceert dat de leeftijd waarop beide op het hoogtepunt van hun potentiële voortplantingssucces staan, verschillend is. Dat begint bij de beruchte “biologische klok”. Vrouwen zien hun totaal biologisch potentiëel sterk naar beneden gaan vanaf het moment dat ze ergens een heel eind in de dertig zijn. Mannen daarentegen kunnen er op veel later leeftijd nog helemaal aan beginnen, en dan nog kunnen ze gemakkelijk met evenveel nakomelingen eindigen als een willekeurig ander specimen.

Alles bij elkaar tikt de biologische klok bij vrouwen zo snel, dat de dalende biologische reproductiviteit het groeiend sociaal-economisch potentiëel (dat komt met een hogere leeftijd), al vrij snel compenseert. Terwijl dezelfde klok bij mannen zo veel langzamer tikt, dat hun reproductief potentiëel – dus biologisch plus sociaal – op een latere leeftijd dan bij vrouwen hoger ligt. Namelijk wanneer ze nog steeds behoorlijk veel kinderen kunnen krijgen, en ze bovendien over een aanzienlijk sociaal potentiëel beschikken om in die kinderen te investeren.

Kortom, Darwinistisch gesproken, en gegeven de kwetsbaarheid van onze baby’s en het soort samenleving waarin we leven, staan vrouwen op hun hoogtepunt wanneer ze de leeftijd bereiken waarop ze moeder kunnen zijn, en mannen wanneer ze de leeftijd bereiken waarop ze grootvader kunnen zijn.

En, lo and behold, dat is nu juist ook de leeftijd waarop ze politiek op hun hoogtepunt staan. Ik heb eerlijk gezegd niet het flauwste vermoeden waarom die twee hoogtepunten zo netjes met elkaar samenvallen.

maandag 17 juli 2006

Save the Rainforests!

Herken je de jaren zeventig nostalgie, met “Save the Whales”? Het was een beetje dat dat maakte dat we in 2000 een “Save the Bonobos!” vriendenclubje oprichtten, maar goed, dat is hier het punt niet. Het punt is wel dat, of we het nu over bonobo’s hebben, of over walvissen, of over wouden in het algemeen, de impact van de mens (nu met zes en een half miljard, en stijgend) op de planeet zeer zwaar is.

En dat zet de habitat van een brede waaier aan diersoorten onder druk, en zo komt het dat iemand die je over bonobo’s, of walvissen, of om het even wat aanspreekt, je eigenlijk aanspreekt over dat habitat.

In het geval van de bonobo’s is dat de bedreiging van het Afrikaanse regenwoud. Daar kunnen we ons gemakkelijk iets bij voorstellen: het is een streek van burgeroorlogen, mislukte staten, anarchie, de volgende stap is een “iedereen doet zijn zin” aanpak, en op het einde van de rit zijn de regenwouden bedreigd.

Het is goed om weten dat er niet één, maar twee scenario’s zijn waarbij die bedreiging zich voordoet. Het eerste scenario is het meest bekend. Het woud wordt gewoon kaal gekapt. Landen als Maleisië schijnen de laatste decennia practisch helemaal ontbost te zijn, maar de bedrijven wijken dan gewoon uit naar andere plaatsen – liefst waar geen controle of beperking bestaat. En dan eindig je al snel in continenten als Afrika.

Toch is, op dit moment, tenminste, en voor zover ik het allemaal goed begrepen heb, de kaalkap niet de grootste bedreiging in Afrika. Wat de Afrikaanse wouden het meest bedreigd is wat “levende doden” wordt genoemd. Je vliegt bijvoorbeeld over uitgestrekte en onoverzienbare wouden, en er is in kilometers in de omtrek geen mens te zien, geen machine, geen zaag – al wat je ziet zijn ongerepte regenwouden, de Brazilianen zouden er jaloers op zijn.

Dus wat is dan eigenlijk het probleem? Het probleem is dat er in die wouden gejaagd wordt. Een fatsoenlijk houtbedrijf (dat bestaat) heeft van een fatsoenlijke lokale overheid (sommigen doen heel verdienstelijke pogingen) een vergunning voor duurzame houtkap (dat is mogelijk: zeg, één boom per hectare, of zoiets) gekregen, en ze houden zich er perfect aan: het komt voor! Het kleine detail is dat er een weg wordt aangelegd van en naar het basiskamp, en vandaar naar plaatsen nog dieper in het woud; en nu is het woud zomaar ineens toegankelijk op plaatsen waar het dat vroeger niet was.

En dus kunnen er jagers in, en die vangen in die gebieden een hoop gemakkelijk wild waar in de Afrikaanse hoofdsteden, plus nog wat volk in het Westen, veel geld wordt voor betaald, en na een tijd raken steeds grotere gebieden leeg gejaagd. En zo kan je over grote, uitgestrekte gebieden groen vliegen, en nooit opmerken dat er zware moeilijkheden zijn.

De gemiddelde fruitboom wil zich, net zoals ieder levend wezen, voortplanten. Maar hij wil niet dat zijn nakomelingen recht onder zijn eigen voeten terecht komen: daar verkommeren ze maar in zijn eigen schaduw. Dus maakt hij rond zijn zaden een lekkere, sappige, geurige en kleurige vrucht. De bonobo (en de rest) klimt in de boom, eet de vrucht, wandelt of slingert of kruipt weer voort, en een heel eind verderop komen de zaden weer tevoorschijn, en nog voorzien van een flinke klodder voedzame mest ook. Ze spelen in de ecologie van het woud een rol die te vergelijken is met die van de bijen bij de bevruchting van onze eigen bloemen.

Maar dan moeten die bonobo’s, en de rest, er eerst wel nog zijn. Want anders krijg je wat we dus “levende doden” noemen. Uitgestrekte, ongerepte natuurgebieden, maar zonder dat ze zich nog kunnen voortplanten. Vandaag overtuigend groen, binnen twee eeuwen kunnen ze er een parking van maken.

zondag 16 juli 2006

Vrije Meningsuiting!

Er is de laatste tijd één en ander te doen rond het feit dat racisme in België in het strafwetboek is terechtgekomen. De bijhorende slogan is “racisme is geen mening, racisme is een misdrijf”. In het bijzonder krijgshaftig rechts zit zwaar op zijn paard. En vermits dit een heel complexe aangelegenheid is, hebben ze minstens een punt. Even kijken: wat voor onderwerpen kan ik zoal bedenken waar vrije meningsuiting erg belangrijk is geweest, zodat het feit dat het ooit zwaar is bevochten iets is om trots op te zijn?

Ha! Ik heb het! Godsdienstvrijheid! Beeld je in dat de partij die de volgende verkiezing wint ook nog goede vriendjes is met de paus, en dat die er in slaagt door het parlement te vijzen “atheïsme is geen mening, atheïsme is een misdrijf”! Ik denk dat mijn voorbeeld illustreert dat beide kampen, “links” en “rechts” meteen akkoord zijn dat dezelfde slogan, toegepast op “atheïsme” in plaats van “racisme” onaanvaardbaar zou zijn. Links zou dat onaanvaardbaar vinden, denk ik, gezien de vele pogingen die ze hebben gedaan om alles wat met paters en nonnen in verband staat te discrediteren, en rechts zou onmiddellijk de vergelijking maken met de protesten tegen de Mohammedcartoons, en opmerken hoe middeleeuws de bijhorende protesten zijn. Maar wacht! In dit geval hoeft rechts die vergelijking niet eens te maken, want rechts klaagt de slogan ook zonder die vergelijking aan.

Dus: het is niet zo simpel, en ze hebben minstens een punt. Maar de vraag is: zijn ze aan de rechterzijde erg consequent? We hebben al: “atheïsme” is geen mening maar een misdrijf” kan niet, en we hebben “racisme is geen mening maar een misdrijf” gaat ook te ver. Maar weet je wat ik nog maar pas gelezen heb? Eén of andere conservatieve organizatie in de VS had de gewoonte om van een hele hoop beroemde films gekuiste versies te maken. Geweldscènes en blote prentjes gingen er uit. En dus is het niet moeilijk de consequentheid van het rechtse denken even op de proef te stellen.

Meer bloot op tv! En vroeger op de avond! Mohammedca- uim, nee, ik bedoel: "blote scènes zijn geen misdrijf, maar een meningsuiting"! En meer geweldscènes! Ik wil meer van die films zoals “Heat” zien, waarin een (laten we eerlijk zijn) belachelijke gangsterfiguur als een soort “idealist” en “professional” wordt voorgesteld ("this is what I do”), en dus doet hij het “goed”, en dus wandelt hij banken en consoorten binnen met een khalashnikov, en natuurlijk vallen er wel eens slachtoffers, maar wat wil je, “this is what I do”. En wanneer op het einde hij die met de kogel omgaat vervolgens ook door de kogel vergaat, dan is dat alleen maar een waardig en dramatisch einde van een krijghaftig leven, en de politieman drukt hem in de sterfscène nog de hand ook. (Geld - te - rug - geld - te - rug!)

Welnu, dat soort films is beslist geen misdrijf, dat is een meningsuiting. En dus moeten we dat soort uitingen van meningen verdedigen, tegen elke poging in om ze minder te produceren, of op beperkte tijdstippen uit te zenden, of wat dan ook! Want je weet hoe dat gaat: vandaag proberen ze blote foto’s te beperken, en morgen mag je al geen racistische klap meer uitslaan.

vrijdag 14 juli 2006

Duurzame Ontwikkeling

LVB meldt ( http://lvb.net/item/3072 ) dat op voorstel van SP.a, PS en Spirit "duurzame ontwikkeling" in de grondwet wordt ingeschreven. De commentaren op dat blog, altijd al ergens tussen "neo-liberaal" (compliment) en "zeer rechts" (ach...) bevinden zich ergens tussen het sarcasme en de afschuw. En dat is - gegeven de manier waarop de hoek waaruit het voorstel kwam die term gewoonlijk invult - wellicht niet misplaatst.

Maar waarom zouden we de betekenis van een term laten monopolizeren door één bepaalde hoek, in casu nogal tamelijk knalrood? Ik vind dat inschrijven heel goed nieuws! "Duurzame Ontwikkeling"; dat is nu precies wat Europa heeft gedaan, de laatste 250 jaar, en dit als min of meer rechtstreeks gevolg van dingen die je tot 1,000 jaar geleden kan terugvinden. Tot 250 jaar geleden zat Europa, precies zoals iedereen vast in een val die maakte dat elke vorm van ontwikkeling weer verloren ging - niet zelden met "Malthus" aangeduid. En dus zag je overal honger, ziekte, armoede, oorlogen, en vluchtelingen, en kleine elites die leefden aan de top van ontstellend arme bevolkingen.

Maar vanaf de Industriële Revolutie veranderde dat. En vanaf ergens halfweg de negentiende eeuw vertaalde een toenemende ontwikkeling zich niet langer (omdat het aantal hoofden sneller steeg dan het totale inkomen) in dalende inkomsten per hoofd. Kortom, er was "ontwikkeling", en die ontwikkeling was "duurzaam"; en ik ben ervan overtuigd dat De uitdaging van onze tijd is dit historisch ongehoorde resultaat te globalizeren. Zoals grote delen van Azië momenteel ook aan het doen zijn.

En dus vind ik het heel goed nieuws dat we ons nu officiëel, ingeschreven in de grondwet, moeten afvragen hoe we dat nu eigenlijk geflikt hebben. Een vlugge greep uit de zeer complexe causaliteit daarvan haalt naar boven: Technologische Ontwikkeling, Renaissance, Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting, Kapitalisme, Industriële Revolutie, Liberalizering, Democratizering, en Globalizering. In min of meer correcte chronologische volgorde. (Merk tegelijk op: religieus obscurantiscme, zondebokdenken, racisme en pseudo-filosofieën die vinden dat we de Verlichting beter de "Verduistering" zouden noemen, staan niet in het lijstje.)

Dus ik ben voor het inschrijven van "duurzame ontwikkeling" in de grondwet. Laten we even nuchter blijven: geloven we vaak in de ideeën die afkomstig zijn van onze alom geliefde en gerespecteerde Belgische Socialisten? Neen? Waarom zouden we dan nu ineens geloven in hun opvatting van wat "duurzame ontwikkeling" betekent? We moeten er gewoon voor zorgen dat we het over werkelijke duurzame ontwikkeling hebben.

donderdag 13 juli 2006

Meer over Mannetjes en Vrouwtjes

Twee posts geleden had ik het over de mannetjes en vrouwtjes. Een simpele definitie leidde tot een stel mathematische probabiliteiten; die werden door het spel van “natuurlijke selectie” omgezet in biologische realiteiten en... nu kwam zomaar ineens het dak naar beneden!

Want verbeeld je, we hadden gezien dat het er voor vrouwtjes niet toe deed of ze veel of weinig “ondernemingsdrang” (knipoog, knipoog) voelden, maar dat de mannetjes met het verstrijken van de generaties wel meer en meer “krijgslustig” (giechel) moesten worden, omdat ze anders gewoon uit de genenpoel verdwenen. En dus “moesten” hun afstammelingen na voldoende generaties – lees: wijzelf – deze avonturiersdrang in de praktijk omzetten, en “moesten” we wel achter de vrouwtjes aanzitten, en dus was dat allemaal “natuurlijk” en het huwelijk of andere vormen van monogamie waren “onnatuurlijk” en dus was de wereld wreed en dom als die het anders zag.

Versta me niet verkeerd, ik ben niet van plan van de logica van het verhaal af te dingen. Ik ben wel van plan te suggereren dat een realiteit vaak veel complexer is dan een logica. En omdat dat laatste een zo vaak herhaalde bewering is dat het op de duur helemaal geen betekenis meer heeft, probeer ik dat met wat in het Engels een “teaser” heet: iets waaraan je gewoon kan voelen dat er iets niet klopt, zodat je er eens flink over kan gaan broeden.

We beginnen terug met de logica. Als vrouwtjes, per definitie, veel minder nakomelingen kunnen hebben dan mannetjes, dan zijn zij, als potentiële bron van nakomelingen “kostbaar” – en dus zijn mannetjes “goedkoop”. Bijvoorbeeld, stel dat 90% van de vrouwtjes uitsterft, maar dat alle mannetjes gespaard blijven. Dan zal er een gevecht om de overblijvende vrouwtjes ontstaan; zeg maar: om het toekomstig nakomelingschap, van een intensiteit om het voortbestaan van de samenleving in vraag te stellen. Terwijl, indien 90% van de mannetjes zou verdwijnen, dan zouden er ongetwijfeld een hoop sociale aanpassingen nodig zijn, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat de kansen op individueel voortplantingssucces van die vrouwtjes erg in het gedrang komt. Van mannelijke overbodigheid gesproken...

En dat zie je in de natuur! De mannetjes moeten met ellebogen werken, of met vleugels, staarten, geweiën en andere attributen om de aandacht van de vrouwtjes op henzelf te richten, en niet op de concurrentie. De mannetjes moeten compenseren met uiterlijk vertoon wat ze missen aan inhoud. De vrouwtjes daarentegen zijn de investeerders. Ze willen graag rustig keuren wat er hun richting uitkomt, en in zee gaan met wie in de smaak valt. En dus zie je dat mannelijke eenden parmantig en bontgekleurd ronddrijven op het water, terwijl de vrouwtjes er vervelend bruingespikkeld bijzwemmen. De beroemde pauwenstaart zijn staarten van mannetjes. Enzovoort: de mannetjes zijn de levende uithangborden, de vleesgeworden reclamecampagnes. Allemaal volgens dezelfde logica die maakt dat het ook de mannetjes zijn die achter de vrouwtjes aanzitten, en zelden omgekeerd.

En, sprak de logica aan het begin van dit stukje, zo was het dus ook bij de mens. Het is het mannetje dat de nood voelt aan ondernemingsdrang, en de vrouwtjes zijn “van nature”, uim: bedeesd. En zo vertelt primatoloog en anthropoloog Craig Stanford in zijn Significant Others, The Ape-Human Continuum the Quest for Human Nature, 2001, hoe hij was uitgenodigd om dit alles te komen uitleggen in een programma waarvan het publiek grotendeels uit mannen bestond. En toen de geleerde anthropoloog vooraf uiteenzette dat er toch wel héél veel meer aan de hand was, toen besloot de programmaleiding dat dat niet was wat het publiek wilde horen, en het interview ging naar een andere specialist.

Of hoe we bij het opstellen van onze theorieën worden gestuurd door wat we willen horen. En sta me toe dat gewoon verder te illustreren met het steken van nog wat stokken in de wielen. Hoe zit het eigenlijk met dat “natuurlijk gedrag” bij de mens? Je weet wel, het zijn de mannetjes die er veelkleurig en met veel uiterlijk vertoon bijlopen, en de vrouwtjes die bescheiden en onopvallend blijven. Klopt het zo’n beetje, ja? En zo neen, snel op zoek naar een ander blog, waar geen vragen over onverwachte problemen gesteld worden?

woensdag 12 juli 2006

Krijgshaftig rechts op de achterste poten...

... maar het punt is, ik denk dat ze wel gelijk hebben.

Kijk, ik heb het ook hier al gezegd, ik vind ze doorgaans gewoon stomvervelend met hun eeuwige litanie, hun voortdurend gejammer en gemekker, en hun manie om een historisch ongelofelijk gepriviligiëerde positie als een slachtofferrol voor te stellen... maar toch.

Laten we eens kijken hoe LVB het verhaal vertelt; een LVB die er toch een punt van maakt "de Vox Populi" aan het woord te laten, die zich momenteel beklaagt als volgt:

http://lvb.net/item/3059

En ook:

http://lvb.net/item/3056

Zoals ik het hieruit begrijp: Een "krijgshaftig rechtse" blogger - het soort blogger dat ik niet lees, dat me doorgaans doet geeuwen van verveling wegens hun voorspelbaarheid - had iets geschreven over de hoge en/of zware criminaliteit die vaak gepaard gaat met de immigranten in België. Hij had daarbij het verhaal verteld van zijn moeder die uit respect voor de natuur haar kinderen verbood mieren dood te trappen. Tot de mieren een invasie van het huis uitprobeerden, en de zaak alsnog slecht afliep.

Dus, steeds zoals ik het hieruit begrijp, de blogger had geschreven dat ook het geduld van tolerante mensen fataal op de proef kan gesteld worden.

En "blijkbaar" (zegt LVB) oordeelt het Centrum voor Racisme (of zoiets) dat daarmee de migranten vergeleken worden met rode mieren, en... nu is het stuk intussen van dat blog verdwenen.

Hàllooooooo...!

Maar ook: Oei!!!

Nog maar pas heb ik hier geschreven dat wij, Europeanen, slachtoffer zijn van een landbouw"beleid" dat ons verhindert de goedkope èn zoete tomaten uit, zeg, Marokko te kopen. En dat we dubbel slachtoffer zijn omdat de Marokkanen, die nu geen tomaten kunnen uitvoeren, dan maar Marokkanen uitvoeren (1).

Oei!!!

Let wel, ik heb dat alleen maar afgeschreven van het beroemde boek van Samuel Huntington, maar ik heb het toch maar gezegd.

Oei!!!

En nog meer oei! Ik denk dat het ook op LVB was dat ikzelf op een bepaald moment de Irakezen "zandnegers" heb genoemd. Met een beetje pech was het zelfs "vuile zandnegers". Natuurlijk, dat gebeurde in een zwaar sarcastische aanval op de volgens mij hypocriete rechtvaardigingen van de Irak-oorlog die je geregeld te horen krijgt. Dus plaatste ik mezelf in de positie van de bezettende macht, die ik de slachtoffers hypothetisch "zandnegers" laat noemen, zoals de vroegere Europese diplomatie de inwoners van haar kolonies "inboorlingen" of "heidenen" of whatever noemde.

En warempel - iemand heeft eens gezegd dat het er niet toe doet hoe ironisch of sarcastisch je ook bent, er is altijd wel iemand die het serieus neemt - iemand nam het serieus, en verweet me te denigrerend te zijn.

Oei!

Zandnegers!

Tenzij krijgshaftig rechts de boel zwààr verkeerd aan het voorstellen is - en ik ben gerust bereid aan elke rechtzetting of "recht op antwoord" meteen een hele post te wijden, hoor, beloofd - denk ik dat ik veel ergere dingen heb geschreven dan de post die nu gewraakt wordt.

Oei!

Maar ook: "Zeg eens, gasten van het Centrum voor dinges, waar zijn jullie in godsnaam mee bezig?"

--------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/zure-knurften.html

dinsdag 11 juli 2006

Over Mannetjes en Vrouwtjes

Ooit, lang geleden, toen ik nog rechten studeerde en een toffe gast was, hadden wij een prof die volle zalen trok: hij kon toch zo mooi vertellen. En op een dag kreeg die prof de vraag waarom de wereld verdeeld was in mannen en vrouwen. En wat er toen gebeurde, en ik zweer dat ik er zelf bij was, was dat die prof antwoordde "omdat het universum zelf verdeeld is in mannelijk en vrouwelijk".

Destijds interpreteerde ik de diepe stilte die daarop volgde als een uiting van eerbied bij zoveel wijsheid - hey, ik was achttien jaar, hé! Vandaag vrees ik dat het mogelijk een uiting van eerbied was, maar erken ik dat het ook het geluid kan geweest zijn, waarmee al die mensen zich zaten af te vragen waar ze zoveel inschrijvingsgeld voor hadden betaald. Tenzij mijn geheugen me nu in de steek laat begon hij op dat punt zelfs over de zon en de maan.

Nu vinden we de categoriën "mannetje" en "vrouwtje" inderdaad terug op veel gebieden (apen, honden, katten, mieren, zelfs planten), maar hoe hard we ook zoeken, de zon en de maan zullen we in dit debat niet aantreffen; tenminste niet zonder in mystiek te vervallen. Anders dan de geleerddoende prof insinueerde zijn dat immers geen kosmische, maar louter biologische categorieën. Om het probleem van de voortplanting op te lossen kunnen organismen in wezen twee strategieën volgen: "kwantiteit" of "kwaliteit".

Ze kunnen per individu heel weinig inspanningen leveren, zodat ze er zoveel maken, dat er van al die onverdedigde pogingen altijd wel een paar zullen doorkomen: Die zelf volwassen worden, en op hun beurt kunnen proberen dat probleem van de voortplanting op te lossen. Dat is de strategie van de kwantiteit: bijvoorbeeld door enorm veel kleine eitjes te leggen; die massaal mogen opgevreten worden; zolang ze maar niet allemaal opgevreten worden.

Of ze kunnen integendeel heel veel inspanningen leveren per individu, door het bijvoorbeeld een heel groot, voedzaam en beschermend ei mee te geven, en dat ei dan ook nog eens te gaan verdedigen. De strategie van de kwaliteit; je hebt geïnvesteerd, en dus iets te verliezen. Al eens geprobeerd een ei van een broedende gans af te pakken? Proberen! Learning by doing! Alternatief kunnen ze het individu een hele poos laten meerijden in hun eigen lichaam, en het ook daarna nog een hele tijd beschermen.

Die twee strategieën kunnen gecombineerd raken binnen één enkele soort, wanneer die soort bij de voortplanting eerst genetisch materiaal uitwisselt (het kunstje dat we "seks" noemen). Sommige individuen brengen dan alleen een brokje genetisch materiaal in, dat op grote schaal geproduceerd wordt: "kwantiteit". En andere individuen zorgen inderdaad voor een groot ei rond hun genetische bijdrage, of dragen de nakomeling nog een hele tijd in het eigen lichaam, kortom, steken er een relatief veel zwaardere fysieke inspanning in: "kwaliteit".

Voor een dergelijke toestand waarin de populatie verdeeld is in twee mogelijkheden hebben we een soort digitale code nodig. "Eén of nul" hadden we het kunnen noemen, of "wit of zwart", of "positief en negatief", maar het is nu "mannetje en vrouwtje" geworden. "Mannetje" of "vrouwtje" heeft dus niets te maken met hoe groot of sterk het lichaam is, of de mate waarin het geschikt is om te koken en te strijken. Het heeft integendeel alles te maken met de vraag of het bij het maken van een nieuw individu van de soort een grote, dan wel kleine inspanning levert. Meer niet.

Maar dat heeft wel bepaalde consequenties. Aangezien er per individu veel of weinig inspanningen worden geleverd, volgt daaruit dat de respectieve strategieën een verschillend theoretisch maximum bezitten; een verschillend potentiëel aantal nakomelingen. Neem aan dat van een ingebeelde soort het vrouwtje negen maand zwanger is, en dan nog drie maand onvruchtbaar blijft om het kuiken ongestoord te kunnen voeden. Dus, het vrouwtje kan één nakomeling per jaar krijgen, en dat is alles. Neem daarnaast aan dat het mannetje, gezien zijn beperkte inspanning per individu, in staat is één keer per dag een vrouwtje te bevruchten. Zijn potentiëel (per jaar) is dus 365; tegen 1 voor haar potentiëel.

Als we nu aannemen dat seksuele ondernemingsdrang gelijk verdeeld is over de populatie, dan kunnen we in termen van "natuurlijke selectie" beredeneren dat die toestand niet zo zal blijven. Als we beginnen met een vrouwtje, dan zien we dat het weinig tot geen verschil maakt of ze veel of weinig dadendrang voelt: veel of weinig activiteit zal zich vertalen in een score van om en bij de één kuiken per jaar. Alleen een totale afkeer en vluchtgedrag zou een impact kunnen hebben, en als dat dan een beetje erfelijk is zal dat gedrag minder gaan voorkomen, en met de generaties is de dadendrang bij de vrouwtjes van deze ingebeelde soort normaal verdeeld.

Maar bij het mannetje is het anders. Een mannetje dat veel dadendrang voelt, en daar gehoor aan geeft, kan tot 365 kuikens verwekken per jaar! Een mannetje dat daar helemaal, of slechts af en toe, zin in heeft kan dat in theorie ook, maar in practijk zullen het er veel minder zijn. En dus zullen er al na één generatie veel meer kuikens rondlopen die het genetisch materiaal dragen van mannetjes die een sterke dadendrang voelen.

Naarmate er meer generaties passeren zal dat onevenwicht toenemen. En na voldoende generaties zal er van dat "normaal verdeelde kenmerk" niet veel meer overblijven. Een puur mathematisch verschil in potentiëel aantal nakomelingen vertaalt zich in heel verschillende resultaten. Voor vrouwtjes geldt dat elke nieuwe generatie een tamelijk getrouwe copie (althans, in dit opzicht) kan zijn van de vorige, omdat "veel" of "weinig" niet veel invloed heeft op de samenstelling van die generatie. Voor mannetjes daarentegen geldt dat elke generatie een zekere druk naar "meer" zal te zien geven, omdat de naakte cijfers maken dat "veel" of "weinig" wèl een invloed heeft op de samenstelling van het genetisch materiaal in de volgende generatie.

Onnodig eer aan te herinneren dat we hier met een versimpeld mathematisch voorbeeld te maken hebben, zonder veel verband met de realiteit...

maandag 10 juli 2006

"Toeval" vs. "Selectie"

Het "toeval" uit de titel gaat in deze context over gebeurtenissen die voorkomen ondanks een zekere mate van onwaarschijnlijkheid. De één of andere zeeslag kon alleen maar gewonnen worden als de wind juist goed zat, en verdomd! De wind zat juist goed! Soms is die onwaarschijnlijkheid zo groot dat je gaat denken dat er één of andere ongeziene ingreep aan het werk is. Dat kan een heel triviale ingreep zijn: hoe vaak moet je pech met de kaarten of de dobbelsteen hebben, voor je je gaat afvragen of die kaarten misschien gestoken zijn, en de dobbelsteen vervalst? En soms denken mensen dat er wel een Hogere Macht in het spel moet zijn; men bemerke de hoofdletters.

Toch is het niet heel moeilijk in te zien dat daar vaak een illusie zal achter zitten. Een simpel voorbeeld is gewoon een kwestie van getallen. Zeg dat iets een kans heeft van één op één miljoen. Het zou wel ongelofelijk toevallig lijken als je het eens probeert, en zie nu: het lukt. Maar als je één miljoen keer mag proberen, dan is het al lang niet meer onredelijk om er op te rekenen dat het toch wel eens zal voorkomen. En als je tien miljoen keer mag proberen, en je ziet het nog steeds niet - dan is de zaak precies omgekeerd, nietwaar? Als je tien miljoen keer iets mag proberen dat een kans heeft van één over een miljoen, zonder dat het lukt, dan zou juist dat wel heel toevallig beginnen lijken - zo toevallig dat vals spel misschien niet langer denkbeeldig is?

"Selectie" is een iets gecompliceerder geval van getallenkwesties, die heel toevallig schijnende dingen omzetten in trivialiteiten. Zelf heb ik me vaak lopen verwonderen over hoe ons kleine, kleine planeetje in razende vaart rond de zon draait - nu al miljarden jaren lang. Een beetje te langzaam, en we wentelen zo de zon in: van wamtedood gesproken! En een beetje te vlug, en we worden weggeslingerd naar de interstellaire ruimte, waar de ijzige hel van de Vikings een vriendelijk oord zou lijken.

Wat een geluk! Wat een toeval, dat onze planeet juist aan de juiste snelheid voor de juiste afstand van de zon ronddraait, en wij er nog enkele miljarden jaren gerust in mogen zijn! Als we daar de hands Gods niet in mogen zien!

Even verder zien dan onze neus. Planeten ontstaan wanneer de enorme gaswolk die aan het samentrekken is in een ster in stukken breekt, en er behalve die ster nog een hoop gasmassa overblijft die nu rond de nieuwe ster aan het wentelen is. Die gasmassa bestaat uit een gigantische hoeveelheid gasdeeltjes: daar zijn de grote getallen alweer. Elk van die deeltjes zal, min of keer willekeurig verdeeld, rond die ster aan het cirkelen zijn met verschillende snelheden. Dat is tenminste wat je verwacht wanneer er geen toeval in het spel is: "normaal verdeeld" gedrag.

Voor elke gegeven afstand tot de ster bestaat er een preciese snelheid die nodig is om zich op die afstand perfect in een baan rond de ster te blijven bewegen. Beeld je in dat je een kanon afvuurt. De kogel schiet een eind langs de oppervlakte van de aarde, maar valt dan, aangetrokken door de zwaartekracht, in een boog neer op de grond. Schiet hem sneller af, en de boog zal groter zijn. Schiet hem zo snel af als de kanonnen van de vloten uit Wereldoorlog II dat konden, en de boog wordt zo groot dat de kromming van de aarde een factor wordt. Als je hem steeds maar sneller blijft afschieten komt er (mits genadiglijk weglaten van een hoop kleine details...) een moment dat de boog precies gelijk is aan de kromming van de aarde, en de kogel blijft in een baan rond de aarde wentelen: het is nu een satteliet geworden. En nog sneller, en hij wordt van de planeet weggeslingerd: wedden dat dat nog steeds in een boog zal gebeuren?

Zoals voor het kanon, zo ook voor de gasdeeltjes die rond de ster cirkelden. Een deel ervan gaat, voor elke gegeven afstand, inderdaad te snel, en ze verdwijnen in de interstellaire ruimte. Andere gaan weer te traag, en die verdwijnen in de ster als de kanonskogel die op aarde neerkomt. En aangezien er zo veel zijn is het niet te verwonderen dat er een hoop precies de goede snelheid hebben om juist op die afstand te blijven cirkelen. De punten waarop dat rond onze zon gebeurde noemen we (alweer met genadiglijk weglaten van een hoop details) Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus - over Pluto en de rest van de rommel kunnen we nog eens flink ruzie maken: een andere keer.

"Ongelofelijk" toevallig dat onze aarde zo precies doet wat wij nodig hebben, nu al miljarden jaren lang? Welnee, gewoon een selectie effect, mogelijk gemaakt door heel grote getallen.

zondag 9 juli 2006

Save The Bonobos!

Bonobo’s zijn een soort mensapen, en in feite een soort die samen met de chimpansees het dichtst bij ons, mensen, staat. Ze leven in de regenwouden ten zuiden van de Kongostroom, en komen (dus) alleen voor in Kongo. En dat is niet zo’n beste zaak, want Kongo is een arm land, dat al lang geteisterd wordt door dictaturen en burgeroorlogen. De toestand is er zo erg dat de mensen er zijn teruggevallen op een niveau dat dateert van voor de uitvinding van de landbouw: de jacht. En dus zijn de bonobo’s één van de meest bedreigde apensoorten, en omdat veel apensoorten bedreigd zijn is dat heel slecht nieuws.

Nu heeft de Antwerpse Zoo in Dierenpark Planckendael een mooie groep bonobo’s, die niet alleen vaak in het centrum van de belangstelling van de bezoekers staat, maar ook in die van de wetenschappers. Die maakten gebruik van de unieke mogelijkheden die je hebt als je de studie van de dieren in het wild kan combineren met dieren in gevangenschap, en Antwerpen heeft in dit onderwerp dan ook één en ander op zijn naam staan.

Niet toevallig, neem ik aan, raakte in die periode mijn aandacht getrokken door die studies, en ik heb zelfs mee een vriendenclubje opgericht dat zijn sympathie voor de bonobo’s, maar ook voor de onderzoekers, uitdrukte door elke maand (in die tijd) 100 Belgische franken te storten: een druppel op een hete plaat voor de bonobo’s, maar als veel mensen elke maand hetzelfde (zouden) doen, dan kunnen we van die druppel een heuse stortbui maken. Dat was “Save the Bonobos!”.

Helaas, door de burgeroorlog is de studie in het wild niet langer mogelijk. De Zoo besloot dat het weinig zin had (schaarse) budgetten te steken in (eerlijk gezegd) erg gevaarlijk projecten, en sindsdien staat het bonobo onderzoek op een laag pitje. Onderzoekers weken uit naar het naburige Kameroen, waar geen bonobo’s zitten, maar wel chimpansees en gorilla’s, die overigens al evenzeer bedreigd zijn. Dat is het “Projet Grands Singes” van de Zoo, waar ze sindsdien mensen en middelen in investeren. En hoewel bonobofielen als ik dat niet noodzakelijk prettig vinden, begrijp ik (even alleen voor mezelf spreken) dat dat een realistische politiek is.

Maar om redenen die ikzelf niet ken kwam in dit minder arme, minder instabiele land een ander lang bekend aspect van conservatie meer naar voren: als je aan conservatie wil doen, moet je in de eerste plaats iets doen voor de lokale bevolking: zij zijn het nog steeds die door de armoede gedreven worden naar dat oeroude niveau waarbij ze terugvallen op de jacht. En dus begonnen de onderzoekers, direct of indirect, ook te werken aan projecten om de lokale economieën te verstevigen: steun voor onderwijs, en voor realistische landbouwprojecten.

Nu is het zo dat de Zoo dat allemaal uitstekend mag vinden, maar door het complexe spel van statuten, budgetten, missies en andere intenties kan de Zoo dat daarom nog niet allemaal financieren. Dus hebben de leden van dat vriendenclubje een kleine koerswijziging ingezet. Wij hebben nu een “Vriendenkring Projet Grands Singes” – van dat project van de Zoo, dus – opgericht onder de vorm van een VZW. Die VZW zal nog steeds proberen fondsen aan te trekken, en met die fondsen kunnen we nog steeds het wetenschappelijk onderzoek van de Zoo steunen. Bovendien kunnen we ook de sociaal-economische kanten van de zaak steunen: wéér dat onderwijs en die steun aan realistische landbouwprojecten. Bovendien hopen we, als we ooit rijk en machtig zouden zijn, enkele onderzoekers te steunen die de bonobo’s nog altijd niet vergeten zijn. Kortom, “Save the Bonobos!” wordt een onderdeel van een groter geheel, dat zich niet langer alleen op bonobo’s, maar ook op andere apen, en zelfs op menselijke ontwikkeling kan concentreren.

Naar aloude gewoonte organizeert de vriendenkring een jaarlijkse Barbecue om van de gelegenheid te maken om de laatste ontwikkelingen toe te lichten. (Aangezien we nog NOOIT de vraag hebben gekregen of we daarbij bonobovlees roosteren, wens ik u hierbij van harte proficiat met deze UITERST listig geplaatste grap!) Deze keer zal het doorgaan in samenwerking met het Bijenteelt Museum in Kalmthout: honing is namelijk één van die “realistische landbouwprojecten” waar het project de lokale bevolking wil ondersteunen. We combineren alles ook nog met een geleide wandeling door het Natuurreservaat “de Kalmthoutse Heide”.

Voor wie zeer nieuwsgierig is geworden, of voor wie de auteur van dit blog eens persoonlijk flink aan zijn oren wil trekken, verwijs ik verder naar de website www.savethebonobos.org . Onder “Nieuws juli 2006”, (in rode letters midden bovenaan) staat meer info over de laatste ontwikkelingen, alsook de details van de komende activiteit.

In de hoop uw belangstelling voor conservatie en ontwikkeling te hebben gewekt,

Koen

zaterdag 8 juli 2006

De "Weg Met Ons" mentaliteit

Eergisteren heb ik een oude post van mij in herinnering gebracht op de nieuwsgroep be.politics; de post over de vraag hoe een “superieure cultuur” ooit zou kunnen “bedreigd” worden door een, uimm, wel, uimmm... ha! Door een “niet-superieure” cultuur (1)

Daarop postte Luc Van Braekel (2) nog een interessante reactie. Eerst even bij wijze van herinnering. Het vertrekpunt was dat, als van twee culturen de ene de andere inlijft, het de inlijvende cultuur is die we de “superieure cultuur” noemen. En, nog steeds volgens die post, het komt wel eens voor dat de cultuur die uiteindelijk de andere cultuur inlijft, daarbij eerst militair veroverd wordt door de ingelijfde cultuur – de Chinezen zijn daar een vaak terugkerend voorbeeld van. Maar, nog afgezien van het feit dat ik werkelijk niemand ken die beweert dat het Westen militair dreigt weggevaagd te worden door de Islam, het punt blijft dat, als je enkele decennia later ziet dat de veroveraars geassimileerd raken, nog steeds blijkt dat de “superieure cultuur” door de veroveraars niet in haar bestaan bedreigd was – en wel omgekeerd.

De vraag die Luc zich nu stelt is of die inlijvende (“superieure”) culturen dat vaak zullen gedaan hebben vanuit een mentaliteit van “het is allemaal onze schuld” en “de problemen in de wereld zijn veroorzaakt door onszelf”, kortom, de “weg met ons” mentaliteit. En ik denk dat het overduidelijke antwoord is: “neen, nooit”. Kortom, ik denk dat de conclusie van Luc, als die probeert dat inzicht te vertalen naar onze eigen kansen om als “superieure cultuur” te blijven boven drijven, verdient geciteerd te worden:

“Zelfbewustzijn en zelfwaardering lijkt me een noodzakelijke voorwaarde. Met een "weg met ons, onderdrukkers" komen we er niet.”

Ik zou er geen cent van willen afdingen. Ik zou er wel iets aan willen toevoegen. De reden waarom geen enkele andere beschaving zich ooit handhaafde vanuit een “weg met ons beleid” is niet alleen het feit dat zelfbewustzijn een noodzakelijke voorwaarde is. De reden is ook dat geen enkele andere beschaving ooit in staat is geweest aan systematische zelfkritiek te doen. Ik sta open voor correctie, hoor, maar ik ken geen enkel voorbeeld van een beschaving die op dezelfde schaal als het Westen heeft beseft dat haar religie een verzameling sprookjes was, dat haar sociale structuren de armoede en de achterlijkheid in de hand werkten en dat haar politieke instellingen middeleeuws waren, in de pejoratieve zin.

En daarmee zijn we bij iets dat volgens mij een belangrijk onderdeel is van de complexe causaliteit van die Westerse “superioriteit”. (Zoals altijd zet ik dat woord tusen aanhalingstekens om aan te geven dat het maar betekenis heeft als je kan antwoorden op de vraag: “superieur, in welke zin?”. Voor mij is dat antwoord “in de materiële zin, het doorbreken van het armoede evenwicht”.) En wel het idee dat alles te onderzoeken is, dat niets boven kritiek verheven is, inclusief wijzelf niet. Het is iets dat door Karl Popper is geformalizeerd onder de term “Kritisch Rationalisme”; iets waar hij zijn status van één van de belangrijker filosofen van de twintigste eeuw aan overhield. Want inderdaad leidde het idee tot een veel striktere graad van wetenschappelijkheid in ons denken, en een veel hogere graad van “Open Society” in onze politiek.

En dus hoeft het niet te verbazen dat we met "zelfkritiek" een concept hebben dat niet één, maar twee te vermijden extremen heeft. Het ene extreem is het punt waar ik hier zelf ook al naar verwezen heb: als je altijd en overal denkt dat “het” allemaal de schuld van het Westen is, dan moet je soms erg vreemde kronkels verdedigen (3). Maar het omgekeerde is niet veel beter. Als we gewoon een overzichtje maken van alle culturen die manu militari andere culturen onderwierpen (laten we zeggen, van Attila de Hun over Djenghis Khan tot Hitler en Stalin), dan voelen we al snel aan hoe het een goed idee was geweest als iemand zich af en toe had de vraag durven stellen: zijn we goed bezig? Of beter gezegd, als iemand af en toe had beseft dat het antwoord daarop stomweg “nee” was.

En dus, zeker, ik denk dat wij, het Westen, prat mogen, en dus moeten, gaan op het feit dat we een aantal verwezenlijkingen op onze naam hebben staan, die alle anderen momenteel proberen over te nemen, of er minstens van dromen (met als gevolg dat mensen uit landen die daar niet in slagen staan aan te schuiven om naar het Westen te komen; en uiterst, uiterst zelden omgekeerd.) Maar tegelijk denk ik dat dat geen vrijgeleide moet zijn om dan maar een ander van onze grote verwezenlijkingen te laten vallen; iets dat die anderen bij mijn weten niet doen. Die verwezenlijking is dat wij in staat zijn het in te zien als we iets fout doen, en op te houden met een ingeslagen, maar foute, weg. Het “cut your losses” principe van het kapitalisme in het algemeen en van de financiële markten in het bijzonder.

En dus hebben we er alle belang bij om te beseffen dat we hier tussen twee klippen moeten laveren. We willen niet de verwezenlijkingen van, bijvoorbeeld, de Westerse economie overboord zetten, zeker, maar we willen ook niet de inzichten van de Westerse filosofie, zoals het gedachtengoed van Karl Popper overboord zetten. Het is met dat laatste dat we de alchemie hebben vervangen door de chemie, of de astrologie door de astronomie, en dat we de feodaliteit, en recenter het communisme, hebben vervangen door de liberale democratie.

Waarvoor dank.

-----------------------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/hoe-zat-dat-nu-met-die-superieure.html
(2) Bij mijn weten de paus van het Vlaamse blog met zijn http://lvb.net/nederlands.php
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/een-morele-absolute-waarheid.html