dinsdag 31 augustus 2010

Mijn meest welgemeende misprijzen

Als gevolg van de verschillende weken vakantie zijn er diverse onderwerpen uit de actualiteit die ik absoluut niet gevolgd heb. Dus zit ik, pas terug, een tikje hoofdschuddend te kijken naar enkele lokale problemen die zich intussen hebben afgespeeld: de Belgische politieke situatie, en de perikelen rond Kardinaal "laten we aan vergiffenis denken" Danneels. Hmmmm... Misschien moet ik stilaan toch eens dat verleden als seriemoordenaar van me outen, en voorstellen dat de mensheid ook in mijn geval maar eens aan vergiffenis moest denken.

Maar aan de andere kant, ik ben maar een gewone bankbediende, dus het zal wel weer niet pakken. Bij deze trek ik mijn bekentenissen maar weer haastig in...

OK, als je bronnen zich beperken tot wat er in de krant staat, en je zelfs dat drie weken niet gevolgd hebt, dan is de kans reëel dat je alleen maar kletskoek verkoopt: beschouw dit dus maar als een disclaimer. Maar gewoon voor het geval het "afstand nemen" me in integendeel in staat stelt patronen te zien die je in de voortrazende actualiteit zou kunnen missen, toch dit.

Ik herinner me hoe met groot vertoon het gerecht is binnengevallen in het Aartsbisschoppelijk Paleis, enkele maanden geleden. Al gauw was het gespreksonderwerp helemaal niet meer de (blijkbaar vele, vele) slachtoffers die toch wel wat ergers hebben doorstaan dan dat hun stuk chocolade werd afgepakt, maar wel de vraag of die actie wel door de beugel kon. En dat bedrijf eindigt ermee dat de hele zwik inderdaad onwettelijk, of zoiets, wordt verklaard, en alle in beslag genomen dossiers mogen niet gebruikt worden, en moeten integendeel teruggegeven worden. So far, so good.

En gewoon for the record, ik vind ook dat je als gerecht wel wat geloofwaardiger overkomt als je je onderzoeken niet vooraf aan de pers lekt. Maar dat is natuurlijk niet meer dan mijn opinie, de opinie van iemand die professioneel nooit binnen een straal tien kilometer in de buurt van het gerecht is gekomen.

Alleen begint er vervolgens, juist tijdens de laatste dagen van mijn vakantie een tweede bedrijf, waarin blijkt dat er inderdaad de hele tijd, decennia lang, en tot de dag van vandaag, een ware omerta bestond tussen al die kerels die ons preken gaven over de moraal. Reeksen en reeksen terugkerende feiten en gebeurtenissen, die ikzelf toch al bij de vormen van marteling zou situeren, en dat jaren en decennia lang, toegedekt, weggestopt, gedoofpot alsof het niets was. Je zou haast gaan denken dat het gerecht, dat heel misschien, ergens aan de rand van de waarschijnlijkheid, toch ook niet uitsluitend door idioten wordt bevolkt, daar wel iets te zoeken had, die keer in het Aartsbisschoppelijk Paleis?

Maar goed, "Justice wasn't seem to be done" en de hele operatie was ongeldig... Maar klein detail, ze was intussen wel gebaseerd op de realiteit. En dus komt het nu een beetje over alsof één van de slachtoffers, die zich één en ander had voorgesteld van de ingreep van het gerecht daarin teleurgesteld werd, en dan maar op een andere manier zijn punt aan het licht bracht.

En voortgestuwd door een massief moreel gelijk spoelt hij nu over de resten van het prestige van de Kerk zoals de opkomende vloed over de zandkastelen van de kleuters Sarah en Thomas. Iets zegt me, vooropgesteld dat het allemaal inderdaad wat met elkaar in verband staat, dat de pogingen tot "damage control" van de kant van de Kerk er een tikje contraproductief beginnen uit te zien.

En die bende kwispels heeft het bestaan om al die jaren en decennia ons serieuze mensen zedenpreken voor te schotelen. Mag ik ze bij deze mijn meest welgemeende misprijzen overhandigen?

Bokrijk!

Ooit, lang geleden, ging ik als kind met mijn ouders op vakantie naar de bergen van Süd Tirol. Een prachtige streek: berglandschappen, groene weiden, dorpjes, stadjes in de valleiën, riviertjes... Het kan niet op. En wat me toen al opviel, en toen ik er nog eens terugkwam in 2,004 nog meer, was dat de streek aan het omschakelen was van landbouw op toerisme terwijl je er naar keek. Wat X jaar geleden nog een schuur op een erf was veranderde in een terrasje waar je lokale wijn en druivensap en kaas en worst kon eten. En nog eens X jaar later waren er kamers te huur met ontbijt, en in 2,004 stond er op een heuvel die ik destijds vanuit onze chalet in de diepte had zien liggen, en waar een hond waar ik bang van was een erf met een mesthoop en een stroberg bewaakte, een witgekalkt hotelletje, met een speeltuin en een terras, en met een restaurant en een Weinstübe. Jaja...

Daar moest ik allemaal nogal aan terugdenken bij het bekijken van het krantenartikel over de duur betaalde visch (1). Onze idyllische kust, met zijn stranden en hotelletjes en terrasjes en zeedijken - wie denkt er nog terug aan hoe nog niet zo heel lang geleden de economie nog niet was overgeschakeld van visserij op toerisme? Je moet een beetje harder kijken, maar eigenlijk zie je ook hier nog een beetje hoe de overschakeling gebeurde terwijl je er naar keek. Toerisme: het is veiliger, het levert meer op, en het is veel minder hard dan de visserij of de boerenstiel.

Die circel raakte rond toen we ook nog enkele dagen in Limburg verbleven en uitgebreid Bokrijk met onze aanwezigheid vereerden. Een echte aanrader, overigens, kinderen onder zes jaar gratis, 10 euro voor een volwassene, een heel leuk aangelegd park, met daarin het schitterende openluchtmuseum en ook nog een uitgebreide speeltuin. Ik heb gemerkt dat de uitspraken over Europa dat "het Bokrijk van de wereld" (2) zal worden onheus zijn: ten opzichte van Bokrijk. Bokrijk is immers helemaal geen "achterop" geraakte wereld. Het is gewoon een museum dat de wereld van vroeger evoceert op een manier dat ik maar weinig musea heb weten doen. Je wandelt echt de boerderijen binnen zoals ze ooit waren, twee tot zelfs drie eeuwen geleden, en acteurs zitten gekleed in de toepasselijke klederdracht te spinnen, of te borduren, of pannenkoeken met stroop te bereiden. Je mag proeven, maar suiker is er niet: "daarvoor ben ik niet rijk genoeg".

Ook leuk is dat in één van de dorpjes een pastoor, veldwachter en schoolmeester van 100 jaar geleden rondwandelen. De veldwachter liet zeer vriendelijk kleuter Thomas poseren met zijn sabel, maar snauwde me toch een "haal je handen uit je zakken" toe. De pastoor kwam gemoedelijk een praatje maken en prees tevreden de symptomen van een aankomend groot gezin. We kwamen zeer goed weg toen hij informeerde of ze ook stichtelijke namen hadden, en ik opgelucht (en met mijn handen uit mijn zakken) "Sarah", "Thomas" en "Simon" kon aanwijzen. Een beetje later volgden we zijn donderpreek in de kerk en ik moet zeggen dat ik het toch wel heel goed gedaan vond.

Er zal wel niemand verbaasd zijn als ik opbiecht een boekenmens te zijn. Ik heb al veel geschiedenis voor mijn geestesoog zien passeren, en ik heb gemerkt dat ik er heel weinig aan heb als ik in musea sta te kijken naar potten en pannen. Maar deze dagen heb ik toch het gevoel dat je best nog een hoop geschiedenis kan beleven "terwijl je er naar kijkt". De visserij die kusttoerisme wordt, de landbouwers uit de Alpen die een generatie later hoteliers zijn, en als parel op de kroon Bokrijk dat het allemaal nog eens extra in de verf zet. Ach, je hoeft het heus niet alleen voor de theoretische geschiedenis te doen. Een echte aanrader, dat Bokrijk, inhoudelijk, esthetisch... ik was er zeer aangenaam over verrast. En oh ja, hun zelfgemaakt ambachtelijk ijs is inderdaad stukken beter dan een doos uit de postindustriële samenleving.

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/08/de-visch-wordt-duur-betaald.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/europa-tussen-britannia-en-bokrijk.html


maandag 30 augustus 2010

De Kip en Het Ei weer in het nieuws

Enkele weken geleden wilde neefje Jeroen van nonkel Koen vernemen wat er eerst was: de kip, of het ei. Da's een makkie (1), zei nonkel Koen, het ei, natuurlijk! Ah ja? zei neefje Jeroen (intussen 10 jaar), waarom stond er dan laatst in de krant dat het de kip was? Kinderen zijn toch vaak veel interessantere gesprekspartners dan grote mensen...

Wel, doceerde nonkel "nooit een kans laten voorbijgaan om te doceren" Koen, wat er eigenlijk in de krant stond was dat er ooit eens een vogel moet geweest die (blijkbaar als gevolg van een "mutatie") een daarvoor niet bestaand proteïne aanmaakte, en dat dat proteïne op zijn beurt de hardheid (wat de bescherming van de kuikentjes beïnvloedt) en de broosheid (wat de kans van de kuikentjes om er uit te raken beïnvloedt) van de eierschaal veranderde, en dat alle kippen, als ik dat tenminste goed onthouden heb, als enige onder de vogels sindsdien dat proteïne produceren - waarbij we in deze post aannemen dat de "invloed" waarvan sprake ook nog een gunstige invloed was.

En wat er eigenlijk in de krant stond was dat de wetenschappers die dat hadden aangetoond ook nog hadden besloten om die ene vogel "kip" te noemen, en de ouders van die "kip", en alle andere vogels van haar soort die overal rond haar moeten rondgelopen hebben géén kip te noemen. Per "puur verbale kwestie" van de post uit voetnoot (1), dus. Terwijl in werkelijkheid vissen al bestonden honderden miljoenen jaren voor er vogels (laat staan kippen) bestonden, en vissen leggen eieren, ergo, het ei was er lang, lang voor de kip.

Maar nu werd het gesprek vinnig! Er deden namelijk ook nog volwassenen mee, en die vonden dat de vraag, in dit geval, mocht geïnterpreteerd worden als "wat was er eerst, de kip, of het kippenei? We merken op dat die vraag in de post van voetnoot (1) letterlijk geanticipeerd was, maar dit waren wel degelijk zeer serieuze volwassenen, dus het gesprek ging verder.

Vanzelfsprekend ken ik niet de details van elke biologische geschiedenis van elk schepsel dat tot vandaag nakomelingen heeft. Maar ik durf raden, een beetje zoals in die post, nog steeds in voetnoot (1), dat er vogels rondliepen die jij noch ik (en onze wetenschappers ook niet) met het blote oog van die eerste "kip" hadden kunnen onderscheiden. (En als de mutatie laat in het domesticatieproces gebeurde, maar dat weet ik ook niet, zou je die vogels ook niet van de huidige kippen kunnen onderscheiden.) En ik durf raden dat al die vogels al eieren legden met vliezen, en zelfs schalen, met daarin een hoop eiwit, en ook een dooier, en dat alweer jij noch ik, en onze wetenschappers ook niet, deze eieren met het blote oog zouden kunnen onderscheiden van dat ei van die eerste "kip", waarin zich per mutatie een nieuw soort eiwit had gevormd.

Kortom, de kippen, en de eieren, zijn het resultaat van een gigantisch langdurig proces, waarin zicht voortdurend kleine veranderingen hebben voorgedaan. Eén van die veranderingen - een zeer, zeer kleine verandering - hebben de wetenschappers die in de krant stonden ontdekt en maar meteen tot het punt verklaard waar zij van "kip" willen spreken. En al die andere vogels, die al die andere zeer kleine wijzigingen die kippen onderscheiden van andere vogels ook hebben, willen ze geen "kip" noemen.

En dat mag van mij! Net zoals iemand anders, ergens tijdens dat zeer lang proces, van mij een heel ander punt zou mogen aanduiden, waar een andere wijziging plaatsvond die de kippen van de andere vogels onderscheidt, en die andere wijziging (onder negeren van alle andere, inclusief het eiwit dat een betere schaal introduceerde) tot het punt uitroepen om van "kip" te spreken. Het is immers een "puur verbale kwestie". De realiteit laat een zeer lang proces zien van kleine wijzigingen. Onze woordenschat (daarentegen) is een quasi zwart-wit gebeuren dat alleen maar van "kip" en "al de rest" kan spreken. Waar precies je in dat proces het punt situeert waar je "al de rest" vervangt door "kip" verandert niets aan de biologische geschiedenis. Je mag de "overgang" dus even goed op dat punt met het nieuwe proteïne situeren als op elk ander punt. Wel in het achterhoofd houden dat de voornaamste reden om het op juist op het punt van de krant te situeren in dit geval is dat ze er op veel spectaculairdere manier mee in de krant komen, dan wanneer ze gewoon schreven: we hebben ontdekt wanneer de (pré-)kippen een nieuw (maar belangrijk) soort eiwit produceerden.

En het gevolg is dat ze een hoop vogels die ze op geen enkele manier van hun soortgenoten kunnen onderscheiden géén kippen zullen noemen. Maar wat dan nog? Deze kritiek zou gelden voor alle andere punten die iemand maar wil kiezen. Of met nog andere woorden: het is niet omdat onze woordenschat het bestaan van een "overgang" suggereert dat er ook werkelijk een overgang is.

Ik moet zeggen, het is me redelijk gelukt mijn punt te maken: dat alleen al verdient vermelding! Zolang ze goed voor ogen houden dat het feitelijk biologisch proces en onze verbale beschrijving van dat proces twee totaal verschillende onderwerpen zijn hebben serieuze mensen er niet echt problemen mee.

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/een-puur-verbale-kwestie.html

zondag 29 augustus 2010

De visch wordt duur betaald

We kunnen niet zeggen dat onze welverdiende vakantie zich onder een goed weer-gesternte heeft afgespeeld: augustus 2,010 was grijs en regenachtig (hoewel ik er kan bij zeggen dat we wel geluk hebben gehad met de paar mooie dagen die er waren). De vraag is natuurlijk altijd of je dan (a) je vakantie doorbrengt met er nog eens extra over te kniezen, dan wel (b) probeert iets te bereiken met de kaarten die je hebt gekregen.

Zo zijn wij in de gietende, kletterende regen van ons vakantie appartement aan zee naar Zeebrugge gereden om er de tentoonstelling Seaport te bezoeken. Dat zou ik nu niet aanbevelen op een zomerse zonnige dag, maar voor een regendag ging het er mee door. We arriveren rond de middag: op regendagen kan een luxueus ontbijt ook een deel van de pret zijn. Onder een kortstondige uitklaring vinden we een heel aardig etablissement waar de kleuters Sarah en Thomas een hapje kunnen eten en peuter Simon kan ververst en verpapt worden, en waar mama en papa een vissoep eten zoals ze dat aan de kust kunnen maken: dat ging dus ook al niet slecht.

De tentoonstelling is niet buitengewoon spectaculair, maar het is een animatie die maakt dat kleintjes er ook iets aan hebben (en er is trouwens onderweg een uitgebreid ballenbad en een Piet Piraat speeltuin), en er waren toch een paar dingen die me zijn bijgebleven. Zo was er de sterk veranderende kustlijn tussen de antieke tijden en vandaag, en hoe de lokale bevolking van die "donkere eeuwen" ook nog eens sterk te lijden had van overstromingen, verdrinkende mensen en verloren vee. Dat pikte dan heel leuk aan bij hoe Brugge ooit, later, in het vorig millennium, een welvarende havenstad was, en nog later, met de terugwijkende kustlijn, het via het Zwin nog een tijd extra kon uitzingen. Ik moet zeggen, ik heb de economische geschiedenis van Europa een beetje gevolgd, maar nooit beseft hoezeer het lot van Brugge verbonden was met de grillen van de kustlijn.

Een klein maar boeiend detail ging over verhalen die ik destijds, vaak door intussen lang gestorven familieleden, verteld hoorde over de wonderlijke haringvangst tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel gezinnen hebben honger geleden, die dagen, maar alsof God zelf medelijden kreeg met Zijn volk vielen er uitgerekend in die jaren enorme haringvangsten te noteren. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe toen al de industriële visvangst de visbestanden teisterde, en hoe de enorme terugval van de zee-economie, in die wereld van onderzeeërs en slagschepen maakte dat de natuurlijke toestand zich nog op een mum van tijd wist te herstellen. De mensen van toen zagen dat verband blijkbaar ook niet, of tenminste zeiden ze er niets van, maar hoe ze haring aten dat het hun strot uitkwam, dat wisten ze nog zeer goed.

En dan was er een bezoek aan een Russische duikboot, bouwjaar 1,960 of zoiets, die in de tijd van de koude oorlog onderdeel van het Sovjet afschrikkingsapparaat was. Als je verhalen uit WOII hebt gelezen (Herman Wouk! Cryptonomicon!) denk je misschien dat je weet hoe claustrofobisch eng het er in zo'n duikboot moet uitgezien hebben. In dat geval moet je maar eens dat exemplaar met bouwjaar 20 jaar later (!) gaan proberen, daal af, kijk rond, en kom er rillend terug uit...

Het meest aangrijpende vond ik allerlei materiaal uit de visvangst economie van de vroege twintigste eeuw. Foto's: je herkent zo allerlei randfiguren uit de stripverhalen van Hergé. En verder natuurlijk schepen en netten van destijds, die het allemaal nogal levend maken, en dan ineens, ergens aan een muur, een copie van een krantenartikel uit die tijd. Visserschip met vijf bemanningsleden aan boord op een mijn gelopen, en met alle vijf vergaan. Drie broers (Acke, geloof ik, was hun naam) en twee andere maats. Alle vijf met hun portret erbij. En vooral het artikel, de journalistiek van die tijd, dat de atmosfeer in de familie beschrijft naarmate de omvang van de ramp doordringt. Drie kinderen kwijt, drie vrouwen die net weduwe geworden zijn - de tekst komt naar onze maatstaven hulpeloos onhandig en naief over, maar de feiten blijven even ontroerend. De vijf gezichten staren de lens in, ze zullen er niet bij stilgestaan hebben dat ze weldra aan hun einde zouden komen op een manier dat de mensen van het jaar 2,010 er met een krop in hun keel op zouden staan kijken.

De visch wordt duur betaald, besluit het artikel. Natuurlijk valt het in het niet bij de frustratie van een familie van een kleine eeuw later om een verregende vakantiedag, maar toch...?

donderdag 12 augustus 2010

Kleuter Sarah is vijf jaar oud.

Ze had er wéééééken naar uitgekeken, maar vandaag was het zover: kleuter Sarah is jarig. Wel, het is doodjammer, maar ik krijg met moeite zelfs maar het internet aangezet, en de inspiratie om te schrijven is helemaal weg. Dus ja, er is één en ander gebeurd, aan glunderende oogjes en glanzende cadeautjes en er is heel wat te beleven geweest. In feite kan je je een variatie op de post van vorig jaar bedenken. Playmobil heeft met een groot aantal mensen zoals ik een soort complot afgesloten. Zij brengen speelgoed op de markt dat mooi en degelijk is, maar bepaald niet goedkoop, en omdat de kinderen er zoveel plezier aan beleven en er zoveel uitbreidingen en bijpassingen zijn blijf jij hun product kopen: eind goed, al goed.

Dus je kan het min of meer raden: een geslaagde dag voor onze jarige, nog eens omringd door nichtjes en vriendinnetjes ook. En cake en appelsap en koekjes.

Maar geen inspiratie. Dus gewoon ter registratie dat we het niet bepaald vergeten waren...

En hopelijk tot één dezer...

zaterdag 7 augustus 2010

Guns, Germs and Steel

Jared Diamonds' Guns, Germs and Steel (1,998) is voor mij één van de twee beste non-fiction boeken die ik ooit gelezen heb. Een daverende vijf op mijn persoonlijke schaal van "kwotering"(1). Het is één van die boeken die je perspectief grondig veranderen, zeg gerust: helemaal overhoop halen. Tot het punt dat je zegt, zelfs iemand die geen barst geeft om geschiedenis kan het lezen en zal zeggen, inderdaad, een zeer, zeer goed boek.

Natuurlijk maakt dat het boek veel te rijk om in één postje te vertellen wat er in staat. Laten we gewoon kijken naar waar het over gaat. En dat is de vraag waarom, na vele millennia menselijke geschiedenis, het Europeërs zijn die de planeet domineren, en niet één van de vele andere volkeren die vaak al veel langer beschavingen hebben geproduceerd. Dat is praktisch hetzelfde als de vraag waarom Europeërs, in de decennia rond het jaar 2,000 zoveel rijker zijn dan de andere volkeren. En daarmee komen we in de buurt van de twee hypothesen die hier al eens onder elkaar heb gezet:

OFWEL: De Europeërs zijn zoveel rijker dan al de anderen omdat ze de welvaart van al de anderen hebben afgepakt.
OFWEL: De Europeërs hebben zoveel van de anderen kunnen afpakken omdat ze al zoveel rijker en bijgevolg machtiger waren.

De eerste versie vind je eerder in Marxiaanse kringen terug, terwijl mijn eigen liberale ideeën eerder naar de tweede versie kijken. In het laatste geval, immers, is er veel ruimte voor het idee dat de welvaart is geproduceerd, in tegenstelling tot geplunderd, en dan is de vraag in welk opzicht het Westen het dan zoveel beter heeft gedaan dan de anderen.

Zoals je van een buitengewoon rijk boek kan verwachten werpt Diamond heel nieuwe perspectieven op beide standpunten. Het boek beschrijft aspecten van al die millennia geschiedenis om te zeggen dat rond 1,500 AD Europa een zodanige voorsprong had op al de rest, dat het niet te verwonderen is dat ze zich op enkele eeuwen in een positie manoeuvreren waarin ze al de anderen kunnen plunderen.

Maar wie daaruit een bevestiging wil putten van een mono-causaal "het kapitalisme is de oorzaak van de welvaart" zal ook al snel zijn wereldbeeld zien uitbreiden om de vergelijking met een explosie te kunnen doorstaan. Diamond illustreert zijn bedoeling met de confrontatie van de Spanjaarden - destijds de dominante cultuur van Europa - met de Inca's: de dominante cultuur van Zuid Amerika. Het punt is, nog altijd eeuwen voor de Industriële Revolutie een volwassen "kapitalisme" mogelijk maakte veroverden Europeanen Zuid Amerika, terwijl de Zuid Amerikanen van geen kanten in een positie waren om Europa te veroveren. Kortom, er waren al een paar factoren aan het werk die op hun beurt toelieten, veel later, "het kapitalisme" te ontwikkelen - en de vraag is: welke factoren zijn dat.

Diamond onderscheidt een waaier van factoren die (heel ruw) in 1,500 maakten dat Spanjaarden Amerika konden veroveren, en niet omgekeerd. Het is ook wel interessant te zien dat die factoren doorgaans niet op zich doorslaggevend waren. Bijvoorbeeld, als Europese ziektekiemen een grote rol speelden omdat ze de numeriek veel sterkere Amerikaanse bevolking sterk verzwakten, dan belet dat niet dat er tijdens en na de ziektes verschillende grootscheepse rebellieën zijn geweest, die militair verslagen moesten worden.

En als de Europeanen superieure wapens hadden, met hun staal tegenover culturen die nog quasi in het stenen tijdperk zaten, dan moet je niet vergeten dat proportioneel zeer kleine groepjes soldaten veel grotere legers konden verslaan, hoewel die nog altijd met pakweg knuppels en grote aantallen één en ander konden bereiken. Kortom, er was steeds een veelheid aan factoren in het spel, zodat we er ook nog een superieure scheepvaarttechnologie, een superieure politieke organisatie, het verschil tussen een geletterde (en dus gedocumenteerde) en een ongeletterde beschaving, en een beschaving die over het paard beschikte tegenover één die geen paarden had moeten aan toevoegen. En vele andere.

En zo wordt de vraagstelling: waarom beschikten Europeanen in (zeer ruw) 1,500 AD over al die factoren en meer, en hadden de andere beschavingen al die dingen niet, of in veel mindere mate. En waar ik hoop dat je het er mee eens bent dat dat een zeer interessante vraag is, blijft het feit dat hij niet de enige was om deze vraag te zien. Maar ik denk een quasi-consensus te zien tussen de commentatoren, vriend en vijand, dat daarmee het zwakste deel van het boek is beschreven. Dat is in ieder geval ook mijn opinie. Na een stuk dat alleen maar "razend interessant" is, en soms niet eens erg overtuigend (ik spreek louter voor mezelf) gaat hij in op de vraag: waar komen die factoren dan vandaan?

Met zijn analyse van dat vraagstuk katapulteert hij zich tot "één van de twee beste non-fiction boeken die ik ooit gelezen heb". En ook "een daverende vijf op mijn schaal van kwotering". Waarschijnlijk heb ik het daar ook nog wel eens over.

-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html