We kunnen niet zeggen dat onze welverdiende vakantie zich onder een goed weer-gesternte heeft afgespeeld: augustus 2,010 was grijs en regenachtig (hoewel ik er kan bij zeggen dat we wel geluk hebben gehad met de paar mooie dagen die er waren). De vraag is natuurlijk altijd of je dan (a) je vakantie doorbrengt met er nog eens extra over te kniezen, dan wel (b) probeert iets te bereiken met de kaarten die je hebt gekregen.
Zo zijn wij in de gietende, kletterende regen van ons vakantie appartement aan zee naar Zeebrugge gereden om er de tentoonstelling Seaport te bezoeken. Dat zou ik nu niet aanbevelen op een zomerse zonnige dag, maar voor een regendag ging het er mee door. We arriveren rond de middag: op regendagen kan een luxueus ontbijt ook een deel van de pret zijn. Onder een kortstondige uitklaring vinden we een heel aardig etablissement waar de kleuters Sarah en Thomas een hapje kunnen eten en peuter Simon kan ververst en verpapt worden, en waar mama en papa een vissoep eten zoals ze dat aan de kust kunnen maken: dat ging dus ook al niet slecht.
De tentoonstelling is niet buitengewoon spectaculair, maar het is een animatie die maakt dat kleintjes er ook iets aan hebben (en er is trouwens onderweg een uitgebreid ballenbad en een Piet Piraat speeltuin), en er waren toch een paar dingen die me zijn bijgebleven. Zo was er de sterk veranderende kustlijn tussen de antieke tijden en vandaag, en hoe de lokale bevolking van die "donkere eeuwen" ook nog eens sterk te lijden had van overstromingen, verdrinkende mensen en verloren vee. Dat pikte dan heel leuk aan bij hoe Brugge ooit, later, in het vorig millennium, een welvarende havenstad was, en nog later, met de terugwijkende kustlijn, het via het Zwin nog een tijd extra kon uitzingen. Ik moet zeggen, ik heb de economische geschiedenis van Europa een beetje gevolgd, maar nooit beseft hoezeer het lot van Brugge verbonden was met de grillen van de kustlijn.
Een klein maar boeiend detail ging over verhalen die ik destijds, vaak door intussen lang gestorven familieleden, verteld hoorde over de wonderlijke haringvangst tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel gezinnen hebben honger geleden, die dagen, maar alsof God zelf medelijden kreeg met Zijn volk vielen er uitgerekend in die jaren enorme haringvangsten te noteren. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe toen al de industriële visvangst de visbestanden teisterde, en hoe de enorme terugval van de zee-economie, in die wereld van onderzeeërs en slagschepen maakte dat de natuurlijke toestand zich nog op een mum van tijd wist te herstellen. De mensen van toen zagen dat verband blijkbaar ook niet, of tenminste zeiden ze er niets van, maar hoe ze haring aten dat het hun strot uitkwam, dat wisten ze nog zeer goed.
En dan was er een bezoek aan een Russische duikboot, bouwjaar 1,960 of zoiets, die in de tijd van de koude oorlog onderdeel van het Sovjet afschrikkingsapparaat was. Als je verhalen uit WOII hebt gelezen (Herman Wouk! Cryptonomicon!) denk je misschien dat je weet hoe claustrofobisch eng het er in zo'n duikboot moet uitgezien hebben. In dat geval moet je maar eens dat exemplaar met bouwjaar 20 jaar later (!) gaan proberen, daal af, kijk rond, en kom er rillend terug uit...
Het meest aangrijpende vond ik allerlei materiaal uit de visvangst economie van de vroege twintigste eeuw. Foto's: je herkent zo allerlei randfiguren uit de stripverhalen van Hergé. En verder natuurlijk schepen en netten van destijds, die het allemaal nogal levend maken, en dan ineens, ergens aan een muur, een copie van een krantenartikel uit die tijd. Visserschip met vijf bemanningsleden aan boord op een mijn gelopen, en met alle vijf vergaan. Drie broers (Acke, geloof ik, was hun naam) en twee andere maats. Alle vijf met hun portret erbij. En vooral het artikel, de journalistiek van die tijd, dat de atmosfeer in de familie beschrijft naarmate de omvang van de ramp doordringt. Drie kinderen kwijt, drie vrouwen die net weduwe geworden zijn - de tekst komt naar onze maatstaven hulpeloos onhandig en naief over, maar de feiten blijven even ontroerend. De vijf gezichten staren de lens in, ze zullen er niet bij stilgestaan hebben dat ze weldra aan hun einde zouden komen op een manier dat de mensen van het jaar 2,010 er met een krop in hun keel op zouden staan kijken.
De visch wordt duur betaald, besluit het artikel. Natuurlijk valt het in het niet bij de frustratie van een familie van een kleine eeuw later om een verregende vakantiedag, maar toch...?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten