dinsdag 30 december 2008

Amateur journalistiek (het Wisselverlies van Fortis)

"Amateur journalistiek" luidt het vernietigende oordeel dat we vaak te horen krijgen over onze bloggerij. Los van het feit dat veel bloggers (bijvoorbeeld: ikzelf) nog niet in de buurt komen van het punt waar ze zichzelf als "journalist" beschouwen is de vraag waar die kritiek over gaat. En het blijkt minstens gedeeltelijk te gaan om opinies over blogs uit de officiële geschreven pers, al dan niet versterkt door de tendens om voor nieuwsgaring meer op het internet beroep te doen, en minder op kranten.

En dat is jammer, vinden de producenten van kranten, want op blogs kan om het even wie om het even wat schrijven, en dus... de kwaliteit... de controle... Enzovoort.

Om te tonen hoe het dan wel moet verwijs ik dan nu naar een artikel uit De Tijd:

http://www.tijd.be/dossier/koersen/Fortis_spuit_nog_meer_mist_met_valutaverlies.8123376-1934.art

We vernemen dat "waarnemers" en "experts" (maar we vernemen niet wie dat zijn of zelfs waar ze hun kwalificaties als "expert" aan te danken hebben) "veel vraagtekens" hebben bij het nieuwe verlies dat Fortis heeft geleden. 300 miljoen euro hebben ze opgebiecht: het is veel, inderdaad. En hoe komt dat? Wel, dat zat blijkbaar zo.

Stap 1: in het kader van de vele herstructureringen binnen de groep had de holding dollars en ponden nodig, die ze dan ook hebben aangekocht. We kunnen dit niet controleren, maar het klinkt heel redelijk.

Stap 2: de rechter zaait grote twijfels over die herstructureringen, en de holding elimineert dan ook haar posities. We hebben een redelijk goed beeld van de datums, en dus op enkele honderden basispunten na de niveau's waaraan dat gebeurd is, en inderdaad, de schommelingen waren weer hevig, en tegen de dollar en het pond, en dus heeft het geld gekost.

Maar er zijn dus "grote vragen" bij "het moment waarop dat omdraaien is gebeurd". Want, zegt één van de uitdrukkelijk als zodanig aangeduide "experts", het is "op het slechtst mogelijke moment gebeurd". Ook krijgen we de vraag voorgeschoteld "wie er nu ponden verkoopt op een moment waarop alle analisten van mening zijn dat die munt ondergewaardeerd is".

En ik kan me voorstellen dat dat allemaal heel redelijk klinkt. Maar bij mij, die ruim zeventien jaar in de wisselmarkten heb gewerkt, en niet altijd tussen de minsten onzer broeders (1), doet dat alle rode, alarm- en andere knipperlichten afgaan die je maar kan bedenken. Hier hebben we er één die denkt dat de opinies van de analisten ook maar het minste belang hebben bij het soort beslissingen waar we nu naar zitten te kijken? Ik kan me er dus iets bij voorstellen, maar dan zoals ik er ook begrip voor kan hebben dat mensen ooit gedacht hebben dat de wereld plat was: daar zag het nu eens werkelijk naar alle maatstaven naar uit. Maar vandaag weten we beter.

Zo zit ik me dan ook in te beelden dat sommige Fortisverantwoordelijken verongelijkt, of berustend, of allebei (maar in ieder geval zwijgend) de storm ondergaan. En geef ze eens ongelijk (ik zal mild zijn): "tegen onwetendheid kampen de goden vergeefs". Want onwetendheid is dit. Wat een krant er aan kan doen (behalve er gewoon niet over schrijven als je er dan toch niets over weet) - ik moet toegeven dat ik daar niet direct een oplossing voor heb. Het is complexe materie, en hoewel je er niet ongelofelijk slim voor moet zijn moet je toch een hoop dingen weten, en begrijpen, om te weten hoe het zit.

En dus zal ik maar gewoon getuigen, als iemand die je heus niet moet geloven - ik ben tenslotte maar een blogger die in het beste geval aan amateur journalistiek doet - dat zoals het verhaal verteld wordt het klinkt alsof die mensen absoluut zowat het beste en meest redelijke gedaan hebben dat ze konden doen, en dat heel, heel veel professionals precies, of ongeveer, hetzelfde hadden gedaan. En verder kan ik getuigen, omdat ik het zeer vaak met mijn eigen ogen heb zien gebeuren, dat wanneer grote geleerden, of (veel erger nog) zwaar wegende alfamannetjes ("zeker, meneer de directeur, u heeft volkomen gelijk, meneer de directeur") willen afwijken van wat het normaal gedrag in die wereld is, dikwijls de grootste rampen gebeuren. Zeker, zeker, niemand had "het" verwacht, maar intussen blijkt toch maar dat wat "ondergewaardeerd" was pas dan echt goed begint te zakken, en ik zal geen namen noemen, maarreh...

Goed, op dit punt, grote nuance. Altijd met twee woorden spreken! Ik schreef wel "zoals het verhaal verteld wordt". Het kan best zijn dat er heel andere dingen achter zitten, en dat de experts dààr hun wenkbrauwen over fronsten. Misschien heeft de journalist het niet begrepen. Of misschien mochten de correcte details niet in de krant. Maar feit blijft dat zoals het er staat het alle alarm en knipperlichten van amateurisme en dilettantisme doet afgaan die je maar kan bedenken. En alle nadelen die horen bij "oppervlakkige blogs" komen meteen tevoorschijn. Als het gebeurd is zoals het er staat worden bankiers ten onrechte afgeschilderd als onhandige hansworsten, die er nog maar eens in slagen de miljoenen euro's met honderden tegelijk bij het grof vuil te zetten, terwijl de eerste de beste "expert" ze had kunnen vertellen dat dat niet het juiste moment was.

Als het gebeurd is zoals het er staat, dan haalt het artikel het niveau van "de Aarde is plat". Zeg maar dat een amateurblogger het gezegd heeft.

--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/ik-blaas-de-aftocht.html

zondag 28 december 2008

Ciske de Rat (en zijn moeder)

Tijdens een recent familiebezoek stuit ik op een boek dat ik als tiener zowat stukgelezen heb: Ciske de Rat van Piet Bakker. Een beetje weemoedig sla ik het open en val op de scène waarin Cis met longontsteking ligt te ijlen. Een bevriend priester verzekert hem dat de Here Jezus heus wel begrip zal tonen en Cis valt in slaap en het herstel kan beginnen. Klinkt melig? Tot vandaag vind ik het beter gedaan dan ik kan suggereren, en daarbij, ik dacht niet dat het hoge literaire pretenties had.

Interessanter is de vraag waarom die kleine jongen daar zo ligt te ijlen over hel en verdoemenis dat er priesters nodig zijn om hem te kalmeren. Cis, moet je weten, heeft op een bepaald moment in laaiende drift het eerste voorwerp dat bij de hand kwam naar zijn moeder geslingerd, en toen dat voorwerp een vleesmes bleek te zijn... moord en doodslag, rechtbank en verbeteringsgesticht, en daarna hel en verdoemenis - we zitten ergens in de jaren dertig van de twintigste eeuw.

Maar het maakt een lawine aan beelden in me los. De moeder van Cis komt in het boek naar voren als een moderne heks uit een oud sprookje. Ze gilt en pest en roept en tiert, ze hangt rond in café's en frequenteert dubieus volk, en bovenal, ze heeft het tot haar levensdoel gemaakt het leven van Cis te vergallen met alle middelen die ze maar kan verzinnen - en ze kan er wat van. Logisch dat ze onprettig aan haar eind komt...

Dat is het punt waarop die lawine pas goed op gang komt. Ik denk terug aan het werk van René Girard (1), wanneer die het optreden van monsters en demonen in allerlei verhalen en mythes analyseert. In den beginne is er niets banaler dan een ruzie, tussen twee mensen die voor de buitenwereld alleen maar de meest banale onenigheid uitvechten en er daarbij allebei even dwaas en stuurs uitzien - terwijl ze het zelf ervaren alsof de kosmische gerechtigheid zelf in het spel is (2). Maar verhalen hebben een geschiedenis, waarvan wij ons allemaal bewust zijn met de kreet "de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars".

Dus naarmate het beschreven conflict verder weg ligt in de tijd gaan de protagonisten er vervaarlijker en vervaarlijker uitzien. Neem nu de moeder van Cis. De eerste stap op weg naar demonizering is al gezet wanneer wij het verhaal te zien krijgen. Want nu ik er zo eens aan terugdenk valt me te binnen dat ze een alleenstaande moeder is, ongetwijfeld een rotkarakter, maar daar zal je als in de steek gelaten moeder van verschillende kinderen maar eens moeten opboksen tegen de moraal van de jaren dertig. Natuurlijk is ze met haar jobke dat ze broodnodig heeft - dienster in een café - al meteen een sloerie: ik zei toch dat de eerste stap naar demonizering al gezet was?

Wij, moderne lezers van Sarah Hrdy (3) zien integendeel al snel de wereld van achtergelaten en zelfs vermoorde kinderen voor onze ogen: wij worden niet langer (of toch veel minder) door de verplichte mythe van het moederinstinct onder druk gezet om schande te spreken van vrouwen die het in hun eentje niet aankunnen, hoe hard de omstandigheden ook zijn. Dus het conflict tussen Cis en zijn moeder is (alweer) één van die allerbanaalste (hoe hartverscheurend ook, daar niet van) episodes uit de wereldgeschiedenis, maar als het een eerste laag interpretatie heeft ondergaan is de moeder al bijna de moeder van Hansje en Grietje.

Hoezo? Wel, zo: De ouders uit het sprookje van Hansje en Grietje zaten zo in de penarie dat ze bewust besloten hun kinderen achter te laten in het bos, om ze te laten verkommeren, maar waardoor tenminste een deel van het gezin zou kunnen overleven. Ga het maar eens nalezen. Dat soort toestanden raakte natuurlijk onverteerbaarder naarmate de Duitse Romantiek er verhalen voor kinderen van wilde maken, en met het verloop van de tijd (en de ingrepen van de gebroeders Grimm) zie je de opgejaagde biologische moeders veranderen in stiefmoeders. In De Drie Mannetjes in het Bos krijgen we gewoon te lezen dat de boze stiefmoeder op haar beurt "eigenlijk" een heks was, en nadat nog een eeuw later Walt Disney er zich heeft mee bemoeid is de link met de moeder nog verder weg, en is het nu een boze koningin.

Maar daarmee is het niet gedaan. Dezelfde doordeweekse conflicten die beginnen als een ruzie tussen twee broers eindigen - nadat de ene de andere heeft verslagen en vermoord - met soortgelijke kosmische ambities. Romulus en Remus hadden ruzie over - laten we eerlijk zijn - een stuk grond, maar als er moord en doodslag van komt vernemen we dat het zomaar om de Stichting van de Stad Rome Zelf ging, en Remus heeft "eigenlijk" zijn verdiende loon gekregen. Als de oorspronkelijke vechtpartij nog verder in het verleden ligt krijgen we helden die monsters hebben verslagen (of gelooft u dat er destijds werkelijk sfinksen bestonden die probeerden de Oidipoussen van deze wereld de pas af te snijden?) en de evolutie van de beschrijving van een banaal conflict is compleet wanneer er uiteindelijk Goden van gemaakt zijn, die demonen hebben verslagen: Apollo en de Pytha.

Al die verhalen staan in onze ogen naast elkaar, en ze zitten opgeslagen tussen massa's andere verhalen met heel andere gebeurtenissen, dus het valt niet zo op dat je ze evengoed in een soort chronologische volgorde zou kunnen leggen. Nogmaals: naarmate het oorspronkelijk conflict verder ligt in het verleden, en de overwinnaar die heeft kunnen zeggen dat hij "eigenlijk" de wereld van een bloeddorstig monster heeft bevrijd zijn werk langer heeft kunnen doen, verdwijnt de banaliteit van destijds steeds verder achter steeds dramatischer vormen.

Dat is iets waarvan Girard zegt dat je de evolutie - als je eenmaal beseft dat er een evolutie is - kan volgen doorheen de verschillende tijdperken. Tenminste, hij schrijft er lange boeken over, en hoewel we allemaal weten dat boekenschrijvers "altijd" hun favoriete stellingen kunnen aantonen - af en toe zegt hij er toch opmerkelijke dingen over.

En daar moest ik ineens aan terugdenken, toen de moeder van Ciske de Rat, die er zo lang door de ogen van de tiener van destijds als bijna een boze heks had uitgezien, eensklaps terug de andere richting uitging, en er ging uitzien als een heel normale vrouw, die van het leven niet de beste kaarten had gekregen, en nog alle schuld van de wereld op zich geladen kreeg ook.

------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/la-violence-et-le-sacr.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/ren-girard-en-dostojevski.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/over-moeder-natuur-welvaart-en.html

zaterdag 27 december 2008

De Schuld van het Kapitalisme: vervolg

Sta me toe verder te bomen op dat hoofdstuk 14 van Maps of Time, waarin de stelling "het kapitalisme is de oorzaak van de armoede in de wereld" uitdrukkelijk geargumenteerd wordt. We hadden al een "voorbeeld" daarvan gezien, gebaseerd op een citaat dat expliciet zelf zegt dat de degeneratie van de ecologische basis van arme Afrikaanse boeren wordt veroorzaakt door een stijgende bevolking, maar toch concludeert dat de statistieken illustreren hoe onder het kapitalisme de ongelijkheid en de armoede vergroot (1).

Parallel daarmee krijgen we twee reeksen cijfers: de inkomens per hoofd, en de levensverwachting bij geboorte, van een reeks landen. Om het niet te lang te maken haal ik er enkele extremen uit. Hier komt het dollar inkomen per hoofd voor het jaar 2,000:

De VS van Amerika: 34,100
Burkina Fasso: 210

En hier zijn de levensverwachtingen bij geboorte:

De VS van Amerika: 74
Burkina Fasso: 44

(Als goede erfgenaam van chimpansee genen heb ik maar de cijfers voor de mannetjes overgenomen.)

Met deze cijfers als voorbeeld grijp ik terug naar het zinnetje uit de vorige post; "the statistics tell a clear story of lives shortened by relative poverty". Eens te meer kan je er niet buiten. De titel van de paragraaf heeft het over "armoede" als één van de "contradicties van het kapitalisme", en de bijgevoegde cijfers tonen dat verschil tussen arm en rijk. Dus als de commentaar ook nog zegt dat de cijfers tonen dat de armoede levens korter maakt, denk ik, kan je toch niet ontkennen dat de commentaar zegt dat het kapitalisme levens korter maakt?

Maar uitgerekend van een historicus, nog wel een historicus met de kosmische ambities van David Christian, is het wel bijzonder jammer - en dat woord kiest de facto een zeer welwillende interpretatie - dat een hoop andere cijfers een heel nieuw licht op de zaak werpen. Die "andere cijfers" ontkennen helemaal niet de cijfers die hij wel geeft, maar zet ze in een heel ander perspectief.

En nog wel een historisch perspectief. Zeer verschillende historische bronnen (bijvoorbeeld, Cameron & Neal, Economic History of the World, hoofdstuk 2, §4 voor het Romeinse rijk "tijdens de beste jaren") vertellen ons dat levensverwachtingen bij geboorte van niet-industriële samenlevingen bleven steken onder de 30 jaar (grotendeels, maar lang niet helemaal, als gevolg van de zeer hoge zuigelingensterfte). Samenlevingen in de aanloop naar de Industriële Revolutie haalden al wel eens cijfers die naar de 40 jaar toegingen (Cipolla, Before the Industrial Revolution, Appendix A4). En voor wat er vervolgens met de cijfers voor de twintigste eeuw gebeurt, zorgvuldig beperkt tot de ontwikkelingslanden, maak ik de volgende tabel op uit Angus Madisson:

De levensverwachting voor groep B in 1900: 26 jaar
De levensverwachting voor groep B in 1950: 44 jaar
De levensverwachting voor groep B in 1999: 64 jaar

(Maddison, The World Economy, A Millennial Perspective, tabel 1 - 5b)

Wat kunnen we stilaan concluderen? Het klopt dat we in de allerarmste landen van vandaag levensverwachtingen bij geboorte zien die iets boven de 40 jaar liggen (zie Cameron & Neal, Economic History of the World, hoofdstuk 1, tabel 1 - 2 voor Tsjaad en Ethiopië). Het klopt ook dat dat een stuk onder de globale levensverwachting ligt, die gemiddeld immers omhoog wordt getrokken door de veel hogere cijfers van de rijke landen.

Maar het klopt niet dat de cijfers tonen dat de armoede - lees: het kapitalisme - de levensduur doet afnemen in de allerarmste landen. In letterlijk tegendeel daarmee tonen de cijfers dat ook in de allerarmste landen ter wereld rond het jaar 2,000 cijfers voor levensverwachting bij geboorte tot stand kwamen, die voorafgaand aan de Industriële Revolutie nooit en nergens werden gehaald. Immers, iedereen, letterlijk de hele wereld, kwam van cijfers, millennia lang, van ergens in de 20, en in de allerslechtste gevallen van het einde an de twintigste eeuw zitten we al ruim boven de 40.

En dus, in die zeer welwillende interpretatie van hierboven, is het "jammer", dat uitgerekend een historicus met de kosmische ambities van David Christian uit bepaalde cijfers een verhaal afleidt waarbij het kapitalisme en de bijhorende armoede de levensduur van de mensen doet afnemen, terwijl een beetje graven in historische cijfers waarover zo goed als consensus bestaat had laten zien dat het letterlijk tegendeel waar is.

Om eerlijk te zijn denk ik niet dat Christian een deel van de propagandaverkopers is. Ik denk dat iemand die een dik (en doorgaans heel redelijk) boek schrijft, beginnend met de Big Bang, en via biologische evolutie en het ontstaan van de beschavingen uitkomt bij de twintigste eeuw, wel enorm veel extra moeite zou doen, als er geen andere bedoeling was dan het herhalen van een stuk propaganda die tenslotte altijd zonder die moeite met verbazend gemak passeert. Ik denk werkelijk dat hij in dat hoofdstuk 14 blijk geeft van een oppervlakkigheid die (méér dan alleen maar "jammer") bepaald pijnlijk is.

Maar dat is nog steeds die zeer welwillende interpretatie omdat ik ook de rest van het boek gelezen heb. En dan nog kan ik er niet omheen dat hij de facto wel degelijk meedoet aan de propagandaverkoop: "de armoede in de wereld is de schuld van het kapitalisme".

Nee, dit boek haalt géén drie op de schaal (2) die ik daarvoor zelf zou voorstellen...

------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/het-is-de-schuld-van-het-kapitalisme.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html
cfr http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/een-nieuwe-feature.html

vrijdag 26 december 2008

Geschiedenis: de Tijd

Rondzwervend (altijd in gedachten, natuurlijk) door de oude geschiedenis van Indië verneem ik dat die met het probleem kampt van gebrek aan historische data. Mijn eerste reactie is: hoera, geen jaartallen om van buiten te leren, misschien hebben ze minder last van gedemotiveerde scholieren?

Maar zoiets kan natuurlijk alleen maar komen van de gediplomeerde betweter, annex pedant. De waarheid is dat zelfs ik nood heb aan een minimum idee van wat zich wanneer heeft voorgedaan. Verder is één van de dingen die geschiedenis boeiend maakt nu juist dat je kan vergelijken: terwijl zich "hier" zus en zo voordeed, speelde zich "daar" dit en dat af - en wie weet of daar niet nog wat verborgen inzichten uitrollen? En tenslotte, iets wat ik hiermee heb bijgeleerd, er zijn veel oude verhalen, maar als er geen historische data zijn kan je nooit weten of daar ooit iets van aan is geweest. Wie weet of achter Held die Grootmonster versloeg en Diens Land inpalmde, zodat Zijn Volk Sindsdien Leefde in Gouden Paleizen waar Iedereen Honderd Jaar werd (...) niet werkelijk ooit een stamhoofd een naburig dorp heeft uitgemoord, en met een voorraadje plaggen aan de haal is gegaan?

En toch weet je hoe artificiëel al die dateringen en periodizeringen zijn. Niemand is ooit opgestaan om met zijn handen in zijn zakken en geïnteresseerd de lucht opsnuivend te denken: hé, tjonge, Rome is gevallen, vandaag zijn de Middeleeuwen begonnen! Net zoals niemand, duizend jaar later, de klokken heeft geluid en heeft verkondigd dat (hoera) de Middeleeuwen voorbij waren, en dat "we" nu in de Renaissance zaten. Het leven ging zijn gewone gang, elke dag opnieuw, met helemaal geen verschil met de dag ervoor of de dag erna - toch zeker niet omdat aan de andere kant van de wereld Columbus een streep land ziet, zonder het flauwste benul van waar hij zat?

Maar je zwerft dus rond door de oude geschiedenis van India. De heel oude geschiedenis van India. Vergeet Hindhoes of Boeddha, vergeet zelfs de Vedische schriften. Zelfs die liggen nog een millennium (!) of twee in de toekomst, wanneer bij de Indus rivier een verzameling nederzettingen ontwikkelt tot een groep steden met een opvallend gemeenschappelijke cultuur, zoals tot uiting komt in hun schrift, hun architectuur of de opbouw van hun steden.

Wanneer precies komt die stedelijke beschaving tot stand? Wel, het hoogtepunt blijkt ongeveer midden in "het tweede millennium" te zijn, volgens de tijdrekening waarin het ontstaan van "de oudste beschaving" - die van Sumer in Mesopotamië - het beginpunt vormt (1). En verder blijken er sporen te zijn die toelaten hun ontwikkeling te volgen doorheen diverse stadia als "jager-verzamelaar" via stammen en clans over simpele nederzettingen tot de "steden van de Harappan cultuur". Kortom, het lijkt er op dat we te maken hebben met een grotendeels originele cultuur, wiens wortels van midden het Tweede Millennium teruggrijpen naar een stuk vroeger... en dus wellicht tot in het Eerste Millennium...

En hop! Zomaar opeens hebben we een beschaving waar, durf ik wedden, praktisch niemand van ons, serieuze en hardwerkende mensen ooit van gehoord had, maar die mogelijk de beschaving van Sumer naar de kroon steekt als "eerste beschaving", en minstens naast die van de Egyptenaren (2) kan staan. Maakt dat het niet nog veel fascinerender, als je met open mond staat te kijken naar de (verhoudingsgewijs) heel grote oppervlakte waarover hun steden verspreid lagen, de aanwijzingen die er waren dat ze handel dreven (met bijvoorbeeld de Sumeriërs), of je je probeert in te beelden hoe ze tijdgenoten waren van "Sargon van Akkad" en in volle bloei verkeerden toen de Egyptenaren schetsen van piramiden op perkament begonnen te zetten?

Maar hoe zou je al die fascinerende gedachten zelfs maar kunnen door je hoofd laten stromen, als er geen tijdrekeningen waren om je te vertellen wie wat deed, en wanneer?

------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/spectakel-bij-het-begin-van-het-tweede.html

dinsdag 23 december 2008

De Exponent van Very Hard (Een Gastblog!)

Lezer Wouter, een goede vriend van me, stuurt me een gastblog. En ik heb het allemaal goed begrepen, hoor! Echt waar! Hier gaan we:


Recent kreeg ik een vraag naar begeleiding van een middelbaar scholier uit bevriend milieu bij een jaarwerk programmeren. Na een eerste advies richting Java aan de hand van de best seller "Programmeren in Java" van Lieven Smits ( http://hoger.uitgeverijdeboeck.be/livre/?gcoi=90455100405010 ) kwam de vraag naar een praktische toepassing om eea tastbaar te maken. Na beraad werd het oplossen van de Sudoku als case study naar voren geschoven, officieel omdat het een didactisch verantwoord onderwerp is, maar in werkelijkheid evenzeer om papa, verwoed puzzelaar, de loef af te steken. Om het spel eerlijk te spelen, werd afgesproken mijn inbreng te beperken tot het conceptuele, en de eigenlijke programmatie bij de student in kwestie te laten.


We snijden het onderwerp aan door twee alternatieve, en potentieel complementaire technieken voor te stellen. De eerste techniek tracht de menselijke benadering na te bootsen, door het programmeren van een aantal heuristieken. De tweede techniek is deze van de domme kracht, waarbij ongenuanceerd en systematisch alle mogelijkheden worden uitgeprobeerd, om die ene juiste oplossing te weerhouden. De gekende tegenstelling tussen kwantiteit (de snelle aanpak) en kwaliteit (de slimme aanpak), waarbij de laatste vermoedelijk een pak sneller is.


De heuristische methode bestaat erin een aantal vuistregels te bedenken en uit te werken, die toelaten een bijkomend cijfer op het bord te plaatsen. Als bijvoorbeeld het cijfer 1 reeds voorkomt op de eerste en de tweede rij, beperkt dat de mogelijkheden op de derde rij. In geval er slechts één mogelijkheid overblijft voor het cijfer 1 op de derde rij, kunnen we dit toevoegen. Dergelijke vuistregels zullen over het algemeen relatief makkelijk een bijkomend cijfer opleveren, echter zonder garantie dat ze in elke situatie ook succesvol zijn. Voor de hand liggende en generieke heuristieken zijn "slechts één mogelijke cel waar een ontbrekend cijfer geplaatst kan worden", en "slechts één mogelijk cijfer toegelaten in een bepaalde cel", in zekere zin elkaars duale.


Eerdere experimenten van ondergetekende toonden aan dat de twee vermelde heuristieken bijzonder krachtig zijn, maar niet dekkend. Er zijn met andere woorden situaties waarbij geen van beiden ons kan helpen. Vraag is of we deze heuristieken kunnen aanvullen, zodat zij wel dekkend worden, zonder daarbij te vervallen in de techniek van de domme kracht. Een interessante aanvulling op het jaarwerk.


De methode van de domme kracht daarentegen bestaat erin de eerstvolgende vrije cel te nemen, in arbitraire volgorde. Deze cel wordt opgevuld met het eerst mogelijke cijfer, waarbij de overige mogelijkheden bewaard worden als keuzepunten. Wanneer bij herhaling van deze basisoperatie blijkt dat voor een bepaalde cel geen cijfer meer kan gevonden worden, wordt de betreffende oplossingspiste verlaten, en wordt teruggegrepen naar het laatst bijgekomen keuzepunt.


De techniek waarbij op die wijze een zoekruimte systematisch wordt uitgekamd, en bij vastlopen eerder genegeerde alternatieve pistes worden onderzocht, wordt veel gebruikt in regelgebaseerde systemen (expert systems), en wordt ook wel back-tracking genoemd. De keuzepunten kan je vergelijken met de broodkruimels van Klein Duimpje, zij het dat hij enkel terug naar huis wilde, en dat broodkruimels om allerlei redenen vergankelijk zijn.


De kortste oplossing voor het Sudoku probleem tot op heden geformuleerd is ongetwijfeld het Groovy fragmentje te vinden op http://groovy.codehaus.org/Solving+Sudoku , slechts 184 karakters lang. Het betreft, hoe kan het ook anders, de techniek van de domme kracht.


Terug naar de scholier, werd de ambitie geformuleerd beide technieken te combineren. Hierbij worden heuristieken gebruikt zolang zij toelaten voortgang te boeken, en wordt de techniek van de domme kracht gebruikt telkens de heuristieken falen. Een leuk neveneffect is dat dit een metriek kan opleveren voor de effectiviteit van een heuristiek, door te tellen hoe vaak een teruggrijpen naar de techniek van de domme kracht noodzakelijk is.


We beginnen echter bescheiden met het uitwerken van een data type voor de bordrepresentatie, en een eerste poging tot het implementeren van de techniek van de domme kracht. Voldoende materie om de kerstperiode door te komen. We zullen niet nalaten jullie verder te informeren in de loop van het schooljaar, naarmate het jaarwerk vordert.


Enig snel rekenwerk levert een aantal indrukwekkende cijfers op. Een bovengrens voor het aantal mogelijke configuraties waarmee een Sudokubord kan worden opgevuld volgens de regels is 9.278.496.603.801.320.000.000.000.000.000.000.000. We merken hierbij op dat de oplossing maar uniek is op een permutatie van de negen cijfers na. Met 362.880 permutaties levert dit nog steeds 25.569.049.282.962.200.000.000.000.000.000 mogelijke configuraties.


Interessant is ook de symmetrie van het Sudokubord in rekening te brengen. Het verwisselen van rijen of kolommen, zonder daarbij de inhoud van verschillende 3x3 deelvierkanten te vermengen, levert in zekere zin equivalente configuraties op. Het verwisselen van rijen en kolommen in blokken van drie, weerom zonder daarbij de inhoud van verschillende 3x3 deelvierkanten te vermengen, levert nieuwe equivalenties op. Deze zorgen samen voor 1.679.616 permutaties van rijen of kolommen, waardoor 15.223.151.769.786.800.000.000.000 configuraties overblijven.


Daarbij hebben we spiegel- en rotatiesymmetrieen van het bord nog niet vermeld, wat het aantal configuraties mogelijk verder doet verkleinen. Ongetwijfeld bevatten deze transformaties enige redundantie. Een strikte benadering vinden we in de groepentheorie, waarbij de groep van transformaties van het Sudokubord beschouwd wordt, en welke elementen daarin voortbrengend zijn. Dit lijkt een kolfje naar de hand van de zwager van de eigenaar van dit blog; een invitatie !


Bij al dit algoritmisch geweld stelden mijn schoonouders zich de vraag wat er nog leuk was aan Sudoku's als je een computerprogramma hebt dat de oplossing aanreikt in een oogwenk. Welnu, dit is een typische verwarring van de weg en het doel. Het creatieve process van het uitwerken van de oplossing is als de exponent van het oplossen van een individuele Sudoku uit de klasse "very hard", bvb op de Daily Sudoku


( http://www.dailysudoku.co.uk/sudoku ).


Wouter

maandag 22 december 2008

Onze VZW: Extra Editie!

Onze VZW die actief is in Kameroen - meest recente bericht in voetnoot (1), en voor de rest, zie de "tag" "onze vzw" hier onderaan - heeft bij wijze van kerstwens een extra editie gepubliceerd. Hier is de url:

http://www.ape-assistance.net/uploads_doc/Nieuwsbrief%20december%2008%20NL.pdf

Sinds de vorige keer, enkele weken geleden, staat er niet veel nieuws in over de vorderingen van de bijen: wat zou je nu willen, nietwaar? Er is anders wel het kort berichtje dat "ons schooltje" waarover we al een tijdje dromen er nu werkelijk staat, en dat er al gewerkt wordt om het goede voorbeeld naar andere dorpen over te brengen. Ik weet natuurlijk ook dat er al veel schooltjes in ontwikkelingslanden als kippenhok zijn geëindigd, maar laat ons proberen.

We hebben het naar beste neo-liberale tradities opgevat; wij betalen alleen maar bovenop bijdragen die de lokale ouders eerst zelf ophoesten. Alleen kosten die mensen zelf willen maken tonen dat we proberen te beantwoorden aan een reële behoefte.Het zijn juist de schooltjes die niet gevraagd worden door lokale ouders maar wel door bureacraten in een chique hotel die er heus niet zelf hun kinderen zullen heensturen, die eindigen als kippenhok. Tenminste, dat hoop ik. Ik heb al één keer, op een vergadering, "wreed van mijn oren gemaakt" (hey, mijn clubgenoten zullen wel willen getuigen dat ik in werkelijkheid een braaf manneke ben, hoor) toen bleek dat iets naar "de rijke blanke zal daar wel voor betalen" evolueerde, en ik dacht echt niet dat ik alleen stond.

Maar goed, we zullen het moeten afwachten. Het nieuws over onze projecten, de school en de bijen, is dus zoals je kan verwachten niet zeer uitgebreid na die zeer recente vorige bijdrage, maar er is nog iets heel nieuws! Onze mede-oprichter van die tijd, Jef Dupain, heeft al een tijd hogere regionen in dit soort werk opgericht, en waar ik niet in een positie ben om daar veel over te zeggen - gewoon, simpele onwetendheid, hoor - blijkt dat hij opnieuw werkt aan een centrum voor onderzoek naar bonobo's in Kongo! Ze blijken ook een blog te hebben, en zou je geloven dat ik een tikje ontroerd ben daar ook een url van mee te kunnen geven:

http://awf.org/blog/category/wildlife/bonobos/

Kijk, en dat alleen lijkt me nu inderdaad wel een "extra editie" waard.

--------------------------------------
(ontevreden update: en wat zou er nu (gvd) de reden van kunnen zijn dat die (gvd'se) url's niet als url verschijnen? Weer iets met het groot virus alarm?)

-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/oogsttijd-in-kameroen.html

zondag 21 december 2008

Het Groot Virus Alarm?

Het is begonnen vorige maandag. Ergens rond 20.00 uur - ik zou zweren dat de kindjes al waren gaan slapen, maar zeker weet ik het al niet meer - zei ik tegen mijn vrouw iets als "hop, ik verlies hier de ene connectie na de andere". Het was gewoon Internet Explorer die voor alle url's die ik maar probeerde teruggaf: "cannot display website" (of zoiets).

Tja. Op dat punt moet je weten dat ik een enthousiaste internetter ben, maar zonder het minste inzicht in de materiële basis van wat ik doe. Zoals ik een loodgieter bel als er een kraan lekt en een garage binnen stap als er een lichtje van de auto stuk is. Klinkt dat absurd? Kijk, ten eerste, er zijn nu eenmaal zo van die mensen (hij die zonder zonde is...), en ten tweede, het is ook niet wezenlijk verschillend van hoe praktisch iedereen naar de dokter stapt als zijn neus loopt of met zijn bankier praat over zijn vermogen. "Niet gehinderd door enige kennis van zaken"; dat is een goede omschrijving van "la condition humaine" voor 99.99 percent van alles wat wij allemaal doen. De enige vraag die per individu een verschillend antwoord krijgt is de vraag in welke zeer kleine fractie van het menselijk kunnen we toch een iets (tot veel) hoger niveau halen.

Dus ik zet maandag schouderophalend de pc af en vermoed dat het de volgende dag wel beter zal zijn. Maar dat was niet zo. Dus ik beschrijf mijn probleem op een nieuwsgroep waar ik toch een paar serieuze mensen ken, en die deduceren al gauw ("als je wel op de nieuwsgroepen kan, dan...") dat er een IE probleem is, en dat dat wel eens symptoom voor meer zou kunnen zijn.

Hoe dan ook, enkele goedgeprobeerde suggesties werken niet, maar een "system restore" - die iemand als ik pas kon doen nadat iemand me klik per klik had gezegd wat er moest gebeuren - hielp wel. Ik had de "configuratie" (of zoiets?) van de computer "teruggezet" naar begin december, en IE werkte weer terug! Er waren toen al bezorgde geluiden over "symptoombestrijding" en dergelijke, maar soit, het werkte.

Maar de volgende dag werkte het weer niet meer. De toon op de nieuwsgroep werd bezorgder als die van Gandalf toen die nog eens goed naar dat ringetje van Frodo begon te kijken. Men raadde aan Firefox te installeren - wat intussen ook gebeurd is - maar toch, het was allemaal niet zo best.

Gisteren, zaterdag, kreeg ik bericht dat Norton Security "disabled" was. Geklikt op het icoon om het weer aan te zetten (dat kan ik nog net), en dat ging niet! Er was een knop om er iets aan te doen, maar al gauw kreeg ik dat het systeem niet geconfigureerd was, en dat ik voor 60 euro (...), en door daar en daar te klikken (...)

Dat was me er te veel aan, en ik heb niet geklikt, maar toen ik het beschreef op de nieuwsgroep kwam het dak naar beneden. Een doorgaans welwillende poster schreef een uitkafferende tekst in termen van "hoe jij er in geslaagd bent" en "kwaadaardige virussen binnenladen" en meer van dat fraais. Ik zwijg vol plaatsvervangende schaamte over de bijna gnuivende reacties van verschillende zeer beperkte geesten die ook eens een onderwerpje hebben gevonden waarover ze van de toren kunnen blazen. Verschillende reacties van het hoogste kaliber dat er tussen zat bevestigden intussen wel alle bezorgde berichten, dat het er nu wel heel erg naar uitzag dat er een serieus virusprobleem was, en dat met mijn niveau hulp zoeken aangewezen was.

Overigens staat Norton vandaag weer aan, helemaal vanzelf, de wonderen zijn de wereld niet uit.

Het komt er op neer dat ik best "het hele systeem herinstalleer". De kans dat ik dat doe is even groot als de kans dat ik de relativiteitstheorie heruitvind. Ik weet trouwens niet eens wat dat eigenlijk betekent (voor allebei de onderwerpen).

Wat nu? Ik heb een zeer goede vriend die in hetzelfde schuitje als ikzelf zit qua "druk bezet en kleine kindjes" (1), maar die wel een tikje meer computerliterate is dan ik.. Ik denk wel dat ik zijn vrije uren zal kunnen afpakken als ik hem dat vraag. Maar bestaan er geen bedrijfjes van (als ik me goed herinner) studenten die iets bij verdienen door mensen zoals ik uit branden zoals deze te helpen? Mensen zoals ik hebben natuurlijk het extra probleem dat ze niet kunnen oordelen wie ze "binnenpakken". Maar als iemand nu goede ideeën heeft en denkt positieve ervaringen of "referenties" voor iemand te kunnen meegeven: je mag het altijd laten weten.

Als je liever niet reageert op de site zie je bij "mijn profiel" op deze pagina ook mijn E-mail adres staan. Alvast bedankt...

--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/03/rij.html

zaterdag 20 december 2008

Tja, die "Scheiding der Machten"...

“Scheiding der machten” is de term uit onze moderne (democratische) politieke theorie om aan te geven dat dat de macht versnipperd moet zijn, om niet totalitair te worden. Als één persoon, of een klein groepje, alle beslissingen kan nemen, dan heeft die al snel macht over leven en dood, en ondergaat al de rest de willekeur van het goed humeur van die kleine, dictatoriale elite.

En dus is de staatsmacht, per officiële theorie, gesplitst in drie instanties. De belangrijkste is (in theorie) de Wetgevende Macht, die zetelt in het parlement. Immers, wij kiezers hebben dat parlement samengesteld om onze wensen en opinies te vertegenwoordigen, en vanuit die positie zullen zij de wetten vervaardigen volgens welke wij zullen geregeerd worden.

Om dat regeren practisch mogelijk te maken zal er een Uitvoerende Macht zijn, die gecontroleerd door de wetgever (weer dat parlement dus) voor de uitvoering van die wetten en zo het dagelijks beleid zal instaan. Vandaar dat we spreken van “de regering”. We weten allemaal dat in werkelijkheid de regering veel (en heel veel) meer macht heeft dan het parlement, en dat (bijgevolg) alle machten niet uitgaan van de natie (zoals de Grondwet zo vroom beweert) en nog minder van het Volk (zoals de politieke filosofie zo braaf hoopt). De facto gaat alle macht uit de van de politieke partijen, of we dat nu leuk vinden of niet, en of we nu wel vasthouden aan al dat soort ficties of niet. In het eerste geval, sorry voor het brengen van het slechte nieuws, maar ik ben echt alleen maar de boodschapper.

Hoe dan ook, steeds per theorie is er ook nog een Gerechtelijke Macht, en die zal toezien dat alles, ook wat de regering doet, ook wat de Wetgever zelf doet, en zelfs wat de Gerechtelijke macht zelf doet, zal gebeuren volgens de regels die vooraf en in algemene termen zijn vastgelegd. Alleen zo kunnen we hopen dat een slecht gehumeurde machthebber zijn politieke tegenstrevers niet zomaar in de vergeetput laat werpen of zomaar voor de lol eens een oorlog begint, of wat voor toestanden ook.

Dat is de reden waarom regeringen die zelfs maar de geringste druk zetten op precies die Gerechtelijke Macht daarop zo zwaar worden aangesproken. Moeten we tegenwoordig maar aannemen dat allerlei ideeën de juiste waren, om geen andere reden dan dat de eerste minister het gezegd heeft? Volstaat het, als iemand dat per mooie theorie wilde in vraag stellen, dat de Grote Leider een telefoontje pleegt – om van vele telefoontjes te zwijgen – naar de rechter(s) om alsnog zijn zin te kunnen doordrijven? Hoe ver staan we in dat geval nog af van die toestanden van “macht over leven en dood” en “willekeur door het kleine clubje”?

En dus denk ik dat onze eerste minister zwaar, zeer zwaar, uit de bocht is gegaan toen hij zijn Fortisbeleid met druk op de Gerechtelijke Macht probeerde door te duwen. Misschien, zeer goed mogelijk, was zijn beleid het allerbeste dat we konden doen om grote rampen te vermijden. Misschien kunnen onwetende rechters er de oorzaak van zijn dat de wereld regelrecht teruggestuurd wordt naar de consequenties van “falende markten” – en zeg nu zelf: wie nu nog niet mijn boutadetje “de vrije markten zullen het niet oplossen want de vrij markten kunnen het niet oplossen” inziet; die zal het nooit meer inzien – maar dan nog blijft die heel grote Boutade overeind: “Falende markten zijn beter dan falende overheden”.

Dus misschien (maar nota bene, ik heb er geen flauw idee van) waren de rechters onwetend. Misschien stonden ze op het punt ons (als collectief) nog veel meer geld te kosten dan de falende markten al gedaan hebben. Maar wij, per moderne politieke theorie, denken nog altijd dat soort dingen veel minder erg is dan de stoten waarin je terechtkomt wanneer kleine groepjes de macht over leven en dood over hun onderdanen bekomen. Moet ik daar echt tekeningetjes bij maken en over “de Goelag” en consoorten beginnen? Zeg me alsjeblieft dat het niet nodig is...

donderdag 18 december 2008

René Girard en Dostojevski

Het volgende is een fragment van een tekst die ik eerder op het internet heb gezet. In dit stuk probeert (hedendaags filosoof) René Girard een variant aan te tonen op filosofen als Freud of Marx. Ons menselijk sociaal gedrag heeft altijd een rationele component, die op het eerste zicht toelaat te analyseren en begrijpen wat er gebeurt. Maar onder de oppervlakte zijn heel andere krachten aan het werk…

Zoals Girard het vertelt komt Dostojevski de Peterburgse literaire salons binnengestormd zoals zijn werk de literatuur: als een komeet. Het was een jongensdroom, en Dostojevski was vast van plan de rollen en verhoudingen zoals die zich in jongensdromen voordoen tot het uiterste uit te persen. In het Rusland van de negentiende eeuw zagen die rollen en verhoudingen van het wereldje er natuurlijk niet fundamenteel verschillend uit van dezelfde rollen in alle andere tijdperken. Net zoals in al die andere tijdperken kenmerken ze zich door een bijzondere verhouding tussen wat zich aan de oppervlakte afspeelt, en een dieper, "ondergronds" niveau.

De verhoudingen aan de oppervlakte zijn bekend genoeg. Bovenaan staat de Gevierde Schrijver, het bewonderd en benijd object van hopen aandacht, besprekingen, artikelen en nabeschouwingen. Dicht bij de top staan auteurs die zich met hun prestaties geregeld in de belangstelling werken, en die in hun relaties tot elkaar niet alleen nauwlettend hun positie ten opzichte van het grote publiek, maar ook ten opzichte van het occasionele genie in acht nemen. Een bijzonder geval zijn de critici: auteurs die hun positie niet zozeer danken aan hun eigen activiteit, maar aan literaire kennis, beoordelingsvermogen, inzicht in de verschillende stromingen en natuurlijk hun vermogen om op basis van deze inzichten commentatoren te zijn bij wat zich aan de top van het wereldje afspeelt.

Deze commentaren, tenslotte, zijn natuurlijk niet gericht aan het luchtledige of de artistieke eeuwigheid, maar aan de perifere lagen van het elitaire en/of brede publiek dat zich met verschillende graden van intensiteit en oprechtheid interesseert voor de artistieke productie van de groten der aarde.

Rollen en verhoudingen, dus, en wat we vanop kilometers afstand voelen aankomen is dat het ver van evident zal zijn om zich in deze atmosfeer enige plaats, hoe bescheiden ook, te veroveren. En als alleen al de erkenning door de andere deelnemers als "kenner" van wat zich afspeelt een benijdenswaardige positie vertegenwoordigt, hoe zal het dan staan met de kansen van een gewone sterveling om ooit een toppositie in te nemen? Desondanks is er aan de oppervlakte van dit ingewikkeld sociaal kluwen niets om te doen vermoeden dat deze moeilijkheden met iets anders dan "objectieve" individuele verdiensten te maken zouden hebben. Waarom zouden we ons dan afvragen of er zich onder die oppervlakte iets heel anders afspeelt?

Terug naar de komeet Dostojevski. Onze armtierige provinciaal schrijft Arme Mensen en ziet zich op enkele dagen tijd tot de nieuwe ster gecatapulteerd, "die alle andere in de schaduw zal stellen". Welk effect zal het op ongeveer om het even wie hebben, wanneer hij door de erkende deelnemers aan het spel tot het ultieme genie, het uiteindelijke hoogtepunt en de culminatie van Alles wordt uitgeroepen? Dat effect is dat hij er in zal geloven. Dostojevski "geeft te kennen dat zijn wijdse vleugels hem verhinderen te stappen", lees: tussen het gemeen volk. En dat gaat mis:
"Le jeune écrivain prend toutes les flatteries très au sérieux. Il ne voit pas qu'il s'agit là d'un prêt à court terme et qu'il faut tout rembourser, et très vite, sous peine de perdre son crédit. Dostoïevski ne pratique aucun des petits compromis qui rendent le souterrain littéraire tolérable." (1)

Hoezo, "lening op korte termijn"? Hoezo, "il faut tout rembourser"? Hoe kan ons schitterend talent "zijn krediet verliezen", en hoe kan dat afhangen van "al die kleine compromissen", wanneer hij zijn plaats te danken heeft aan dat talent, en alleen dat talent? En toch zijn we ergens niet verbaasd te zien dat Dostojevski hardhandig op zijn nummer wordt gezet, en even snel als hij op de troon terecht komt, alweer als de lompe boer uit de moerassen wordt te kijk gezet.

En als we daarover niet verbaasd zijn, dan kan dat enkel zijn omdat we al wisten dat het de moeite kan lonen om een kijkje onder het "romantisch oppervlak" te nemen. Neem bijvoorbeeld de criticus. Die wordt dus verondersteld kennis te nemen van de grote werken en ze, voorzien van een geleerd commentaar, aan de medemens mee te delen. Wat heeft dat met "korte termijnleningen" en "kleine compromissen" te maken?

Wat Girard beweert, en Dostojevski ondervindt, is dat het met niets anders te maken heeft. Onder de oppervlakte ziet de criticus zijn plaats in het geheel heel anders. De criticus voelt behoefte aan erkenning van zijn positie als criticus, dat wil zeggen, als kenner van de literatuur in het algemeen en van de betekenis van de verschillende werken in het bijzonder. Wanneer één of ander opmerkelijk werk tevoorschijn komt, dan zal het populaire beeld zijn dat de criticus zijn werk doet, door het te bestuderen en te plaatsen. In werkelijkheid is voor de criticus het opdagen van dat werk, of van de grote auteur, niets anders dan de gelegenheid om zijn eigen positie bevestigd te zien. Door zijn oordeel, ook een gunstig oordeel, uit te spreken, bevestigt de criticus in de eerste plaats voor zichzelf en voor de wereld zijn positie als criticus, als algemeen erkende speler in het spel van de sociale verhoudingen.

En met één klap ziet het verhaal er heel anders uit. In plaats van mensen in min of meer objectief begrijpelijke verhoudingen, krijgen we te maken met mensen in een positie om reputaties te maken of te breken, tegenover mensen wiens vleugels te breed zijn om normaal te doen, en dat geweten willen hebben:

"Ce n'est donc pas quelque trophée sportif, quelque divinité de pacotille que les antagonistes s'arrachent, c'est leur âme, leur souffle vital, c'est l'être lui-même que chacun assimile à la violence de l'autre, du fait de la convergence des désirs mimétiques sur un seul et même objet." (2)

En als "hun ziel", hun "levensadem" en het "zijn zelf" in het geding zijn, dan praten we inderdaad niet meer over de sportieve trophee maar over een strijd op leven en dood. En dan was het "korte termijn krediet" dat Dostojevski ontving inderdaad iets op zeer korte termijn moest terugbetaald worden, en wel onder de vorm van een publieke erkenning van het grote belang dat de criticus en de literaire kringen hadden voor het bestààn zelf van ons genie. Die heeft het echter zo niet begrepen, neemt het "krediet" aan als was het zijn rechtmatig bezit, en meteen komt het dak naar beneden:

"Le superficiel Panaev notera, un peu plus tard, dans ses souvenirs: 'Nous avons fait perdre la tête à une de ces petites idoles du jour… Il avait fini par divaguer. Bientôt il fut par nous déboulonné et tout à fait oublié. Le pauvre! Nous l'avons ridiculisé." (3)

Wie zal in die omstandigheden volhouden dat we te maken hebben met de "objectieve" posities van de romantische oppervlakte? Wordt Dostojevski werkelijk alleen maar opgehemeld om hem daarna des te vermakelijker te kunnen neersabelen? Maar hoe kan de opgehemelde halfgod dan vervolgens toch de eeuwen trotseren. En als we dan maar concluderen dat Dostojevski wel degelijk de grote auteur was die we er allemaal in zien, waaraan dankt hij dan eigenlijk dat neerbliksemen?

Sta me toe mijn fragment hier af te knippen: misschien ga ik nog wel eens op de rest in. Maar in dit stadium hoop ik te hebben getoond dat Girard een punt heeft met de vraag die hij stelt. Een wereldbeeld dat de wereld van de grote literatuur ziet in rationele termen; in termen van talent en prestaties, kan niet verklaren wat er in die wereld gebeurt. Dat wereldbeeld kan leven met grote genieën die worden opgehemeld, en het kan leven met windbuilen die worden neergehaald, maar het kan niet verklaren dat een groot genie zich moet laten neerhalen als een windbuil. Om dat te verklaren moet je op zoek naar heel andere factoren, zoals Marx achter de “absolute” moraal de toestand van de economie ontmaskerde. Of Nietzsche die er het kleinburgerlijk verlangen naar comfort aantrof. Of Freud die er de verdrongen seksualiteit opspoorde. En zeg nu zelf: is de manier waarop ook Girard tenminste de vragen laat zien niet de moeite waard?

------------------------------------
(1) Girard, Dostoïevski, du Double à l'Unité, in: Critique dans un souterrain, (II), § 2
(2) Girard, La violence et le sacré, VI
(3) Girard, Dostoïevski, du Double à l'Unité, in: Critique dans un souterrain, (II), § 2

maandag 15 december 2008

"Zachte corruptie" (waar is het geld naartoe?)

In de Standaard van dit weekend stond een artikel met Eric De Keuleneer, hoogleraar financiën aan Solvay School of Business, en financiëel expert. De Keuleneer is zeer hard voor onze sector: de crisis is veroorzaakt door corruptie. Dat zwakt maar heel weinig af als het een "zachte corruptie" betreft, die heel het systeem doortrekt.

Zelf heb ik al twee keer geschreven: 99 (plus) percent van de mensen in de markten zijn fatsoenlijke mensen die (gezien bijvoorbeeld het jobverlies in de sector) zelf bij de grootste slachtoffers zijn. En als ze onschuldige slachtoffers zijn, hoe kunnen ze dan collectief deelgenomen hebben aan het corrupte systeem?

Bijvoorbeeld haalt nu het Madoff schandaal de voorpagina's. Vijf - tig - mil - jard - dol - lar; verdwenen, weg, foetsie, in rook opgegaan in een Ponzisysteem (voor zover we weten wat er gebeurd is, natuurlijk). Als dat maar niet de schuld van de vrije markt is - sommige mensen zouden er nog een identiteitscrisis van krijgen!

Het zal een gesophisticeerde variant geweest zijn, maar het systeem is simpel. A belegt 100 bij je, en je geeft hem al snel 150 terug: zeg "uit eigen zak" om het simpel te houden. Maar je beweert natuurlijk wel dat het geld komt uit je geniaal financiëel inzicht. Dus A vertelt wild enthousiaste verhalen, en al gauw willen B en C je ook 100 geven om te "beleggen". Je geeft al gauw B zijn 100 terug, plus 50 van het geld van C, en je geeft A er ook nog 20 van. B en C maken zoveel reclame dat D, E en F ook staan aan te schuiven om 100 te mogen beleggen, en je betaalt daarmee 150 aan C, en nog 20 aan A en B, en iedereen is zo enthousiast dat nu ook H, I, J en K willen beleggen...

En de kruik gaat zo lang te water tot het kalf verdronken is. Op een dag komen er niet langer voldoende nieuwe beleggers hun kostbare spaarcenten afgeven om daarmee de vorige rondjes terug te betalen, en ineens staan ze zich allemaal met open mond af te vragen waar het geld "naartoe" is.

Wel, het is uitbetaald aan al die eerste beleggers, natuurlijk, en het Groot Financiëel Genie zal en passant wel een paar glazekes champagne hebben binnengekapt, en enkele stukskes kreeft verorberd, denk je ook niet?

Maar dat bevestigt allemaal alleen maar wat ik al dacht: 99% en meer zijn fatsoenlijke mensen die eens te meer slachtoffer zijn van de nieuwste rondjes verliezen die de banken weer eens moeten afboeken: ik heb er nog altijd spijt van dat ik het niet "het vleesmolen effect" heb gedoopt (1). Terwijl wij, kritisch-rationalisten, toch altijd veel meer op zoek naar gelegenheden om iets bij te leren, omdat we het tot nu toe mishadden?

We kunnen het Eric De Keuleneer niet kwalijk nemen, maar het krantenartikel is veel te oppervlakkig om veel vooruitgang te maken. Ikzelf die vaak les heb gegeven over wisselmarktderivaten had gewoonlijk een halve dag nodig, en dan hadden de deelnemers toch de cyclus doorgemaakt waarbij ze vertrekkend van helemaal niets bij de (simpelste) "exotic options" waren geraakt. Dus ik wéét dat je niet in twee paragrafen kan vertellen waarom veel derivaten "nutteloos" waren en "helemaal niet het risico spreidden maar het integendeel concentreerden". Ik wil dat allemaal wel geloven, maar als ik door zo veel beknoptheid de causaliteit niet meer kan zien, blijft het maar een mening temidden van vele andere: "de bankiers hebben het gedaan!" "Nee, het is de schuld van de overheid!" Nee, het is de schuld van het kapitalisme!" Etcetera.

En ik weet ook niet waarom wij allemaal mee schuldig zijn aan die "zachte corruptie" en die "normvervaging". In ieder bedrijf, hetzij bank, benzinepomp, bollenwinkel of ruimtevaartonderneming, krijgen de werknemers elke dag dingen te zien en te horen waarvan ze rollend met hun ogen denken dat het allemaal toch niet zou mogen. Maar tussen dat soort pekelzonden en "deelhebben aan de zachte corruptie" die (nota bene) ook nog de schuld is van de huidige crisis: ik zat er de laatste zes- of zeventien jaar persoonlijk middenin, en ik vind het zware beschuldigingen. Ik wil hem nog altijd graag ontmoeten, de criticus die èn weet waarover hij praat, èn kan zeggen wat er mis was met de "structured products" die ik meer dan tien jaar verkocht heb.

Laat het for the record publiek gezegd zijn: ik kon tot de laatste dag van die meer dan tien jaar de auto nemen en bij iedereen met wie ik ooit professioneel gepraat heb op bezoek gaan. Hoe zit het nu met die beschuldigingen van "zachte corruptie"?

---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/nog-een-klein-facet-van-de.html

zondag 14 december 2008

Hoe "onwaarschijnlijk" is het ontstaan van het oog?

Het jongste stukje over het ontstaan van intelligent leven (1) vermeldde hoe in de evolutionaire geschiedenis het oog verschillende malen is ontstaan. Dat diende als voorbeeld van structuren die weliswaar erg complex, maar blijkbaar toch niet zo onwaarschijnlijk zijn: want hoe konden ze andere verschillende malen ontstaan? En als sommige structuren niet, en andere wel, onwaarschijnlijk zijn, dan beïnvloedt dat de manier waarop we nadenken over het (wel of niet) ontstaan van bepaalde structuren.

Het argument was: iets dat verschillende malen onafhankelijk is ontstaan heeft blijkbaar een vrij grote kans om tot stand te komen. Maar intelligentie is slechts één keer tot stand gekomen, ergo: intelligentie is veel onwaarschijnlijker. En waar ik dat debat voorlopig zal laten voor wat het is, bracht het me wel een heel andere discussie in herinnering.

Een poster die we hier met de naam “Karlos” zullen aanduiden plaatste ooit een opmerking in de "nieuwsgroepen" die in altijd mijn achterhoofd is blijven hangen. Weliswaar, schreef Karlos, klopt het dat “het oog” een veertigtal keren is ontstaan, allemaal gebaseerd op een andere methode. Maar tegelijk moet je die 40 keer plaatsen binnen het geheel van het leven. Als je naar alle leven kijkt, inclusief bacterieën, amoeben, varens, bomen, zoogdieren, schimmels, en vele andere, dan merk je dat er toch maar één evolutielijn overblijft waarin je inderdaad de evolutie van ogen ziet!

Kortom, bezien in die bredere waaier ziet de waarschijnlijkheid dat een oog ontstaat er heel anders uit. Ik weet niet meer of Karlos nu specifiek dit debat in gedachten had, maar hoe dan ook lijkt zijn punt me relevant. Als je eenmaal een heel bepaalde soort levende wezens hebt, dan kan je binnen dat soort lijnen wel het ontstaan van visuele systemen als het oog verwachten. Maar de bewuste groep levende wezens zelf kan zeer onwaarschijnlijk zijn, zoals gesuggereerd door het feit dat ze maar één keer zijn ontstaan, binnen een heel brede waaier. In dat geval wordt het ontstaan van het oog, in welke vorm ook, juist weer erg onwaarschijnlijk...

Al die dingen zijn van belang omdat we proberen vanuit ons heel beperkte wereldje te extrapoleren naar hoe het er in (grote delen van) het universum uitziet. Als iets eerder waarschijnlijk ontstaat (op basis van wat we op Aarde zien), dan is het redelijk aan te nemen dat het ook elders zal ontstaan zijn. Als iets eerder op een ongelofelijk toeval berust, dan is het redelijk aan te nemen dat het elders wel niet erg vaak of nooit zal gebeurd zijn. Dus...

Als het over het ontstaan van het leven zelf gaat probeer ik (meer bescheiden: "kies ik de kant van...") de argumenten dat "het toch maar één keer is gebeurd" te relativeren. Misschien lijkt het er alleen maar op dat het maar één keer is gebeurd, maar is het wel degelijk meerdere malen gebeurd: en dan moet je proberen goede redenen te geven waarom daar dan niets van te zien is (2).

En toen het over het ontstaan van intelligent leven ging kon ik de helft van dat vorige argument recupereren, en had ik ook iets om de andere helft af te dekken - en alweer "kies ik de kant" van zij die de argumenten voor "grote onwaarschijnlijkheid" relativeren (1). Maar het punt van Karlos stuurt me weer de andere kant op. Sommige dingen die - al dan niet in het verborgene - meerdere keren zijn ontstaan blijven desondanks gedragen door een eerdere grote onwaarschijnlijkheid. En zo is het wellicht redelijker om onszelf terug naar af te sturen.

Eerlijk gezegd ben ik er nog niet uit. Ik erken, dus, het punt van "één keer binnen een veel bredere waaier". Maar er is toch ook nog iets anders. In een post van een hele tijd geleden heb ik al eens geprobeerd te beweren dat niet het ontstaan van "lichtgevoelige cellen" een probleem voor de evolutietheorie is, omdat primitieve levende cellen vanzelf al lichtgevoelig zijn (3). Dus was de vraag eerder hoe ze met die gevoeligheid de zon konden overleven - en het ontstaan van het oog was alweer een stap dichterbij. Gespeculeer door een zetelfilosoof, vanzelfsprekend, maar ik vind het nog altijd wel aardig.

Zoals ik al zei, daar ben ik nog niet uit. Er zijn nu eenmaal veel dingen bij die eigen bedenksels zijn, over een onderwerp dat me wel interesseert, temidden van vele andere die ik allemaal niet fatsoenlijk kan bestuderen (om maar snel achter tijdsgebrek ook gebrek aan kennis en inzicht te camoufleren). En zelfs als ik aanneem dat al die eigen bedenksels diepzinnige waarheden zijn zie ik gewoon niet in welke van de twee bovenstaande argumenten - zeg "het punt van Karlos" versus het punt uit voetnoot drie - het zwaarste weegt.

Ach...

---------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/hoe-waarschijnlijk-is-intelligent-leven.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/hoe-onwaarschijnlijk-is-leven.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/het-ontstaan-van-de-lichtgevoelige-cel.html

woensdag 10 december 2008

Een mailtje over "het is de schuld van het kapitalisme"

Een lezer stuurt me een beleefd mailtje. Hij vond de vorige post "flauw" omdat volgens hem de verbanden tussen de verschillende stappen veel te dun waren. Maar hij kon die opinie niet posten omdat hij niet kon zien hoe hij moest reageren.

Ah? Hier bij mij zie ik doodgewoon het woord "reacties" staan onderaan een post, en als ik daarop klik gaat het schermpje open. Alleen... de laatste tijd is het hier verdacht stil qua reacties. Zit er ergens een fout op? Werkt het niet? Is het zo onduidelijk? Ik zou zeggen, zet het maar bij de reacties als het niet werkt...

Maar die verbanden. Ik kijk nog eens naar mijn tekst, en ik zie toch heel duidelijk staan waarom ik beweer dat het boek een causaal verband legt tussen het kapitalisme en de toenemende armoede: het is de derde paragraaf van mijn post. Dus in alle respect voor afwijkende opinies, maar dat vind ik nog altijd één - nul voor mij.

Maar stel, zegt de welwillende lezer, dat de bevolkingsexplosie de armoede veroorzaakt: dan nog kan het kapitalisme toch op zijn beurt de bevolkingsexplosie veroorzaken?

Kijk, dat is nu een nauwe variant op iets dat je doorgaans van een héél dom rechts hoort: en ik weet zeker dat dat niet de bedoeling was! Het is eigenlijk de ontwikkelingshulp die de ellende veroorzaakt, zegt dat zéér dom rechts. Immers, daarmee houd je alleen maar meer sukkelaars in leven, die de druk nog meer verhogen... enzovoort.

Maar in werkelijkheid weten we één en ander over bevolkingsexplosies. Ik moet nu in de gauwte uit het blote hoofd werken, maar ik maak me sterk dat ik als het moet serieuze verwijzingen bij elkaar vind. Het is een biologisch feit dat populaties de neiging hebben te groeien zolang hun ecologische basis het toelaat. Dat inzicht is zelfs één van de hoekstenen van de evolutietheorie geworden. Belangrijker voor ons is dat we daarmee weten dat onder bepaalde ecologische condities (min of meer constante) groei optreedt, dat die op zijn beurt neerkomt op exponentiële groei...

... en een bevolkingsexplosie die op zijn beurt de ecologische basis ondergraaft, en zo leidt tot grote armoede, rolt nu ook per mathematica zo uit de cijfers! Zonder dat er van het kapitalisme in de verste verte sprake is! Precies zoals het boek in feite al illustreerde, om er meteen bij te zeggen dat het desondanks de schuld van het kapitalisme was...

Dus eens te meer, ik blijf maar bij mijn eerste bewering, namelijk dat de slogan "het is de schuld van het kapitalisme" op zodanige schaal moet leven van het feit dat het voldoende herhaald wordt, dat het er nog geloofwaardig blijft uitzien als je eerst zelf hebt gezegd wat de werkelijke oorzaak van de armoede is, en vervolgens volhoudt dat het toch de schuld van het kapitalisme is.

dinsdag 9 december 2008

Het is de schuld van het kapitalisme

Hoofdstuk 14 van Maps of Time (1) gaat over de twintigste eeuw. Een unieke periode, zegt het boek terecht, die er (voortbouwend op ontwikkelingen als de Industriële Revolutie) in slaagde het Malthus evenwicht (de armoede die de mensheid al die tijd in haar greep hield) te doorbreken. Ontwikkelingen die het boek uitdrukkelijk "het kapitalisme" noemt: so far, so good.

Maar de medaille heeft een keerzijde. Het kapitalisme bevat ook de contradicties van de "armoede" en de "ongelijkheid": "Developments in the twentieth century vindicated much in the socialist critique of capitalism. The same forces that generated the extraordinary material abundance of the twentieth century also magnified global inequalities both within and between nations."

Nota bene: "dezelfde krachten". Om dat hard te maken probeert het boek een inzicht te geven in de realiteiten die verborgen gaan achter de cijfers, en ik denk dat niemand zal ontkennen: die realiteiten zijn "schrijnend". Maar het is niet omdat je ze schrijnend vindt dat je zomaar in een positie bent om ook te orakelen wie daar de oorzaak van is. En als we titels als "de contradicties van het kapitalisme: ongelijkheid en armoede" zien, of zinnen als "the statistics tell a clear story of lives shortened by relative poverty", dan kan je niet om het feit heen. Het boek stelt de "schrijnende toestanden voor als rechtstreeks, causaal gevolg van "het kapitalisme".

Er zijn echter grote problemen met de manier waarop het boek deze stelling motiveert. Een goed voorbeeld lijkt me de manier waarop het die causaliteit concreet wil maken. Het boek zegt uitdrukkelijk dat het gaat om een beschrijving van wat de "bloedeloze statistieken" betekenen voor de mensen die er in moeten leven:

" (...) farming in Burkina Fasso was based on shifting cultivation. Inhabitants prepared land that had not been farmed for a few decades by chopping down vegetation and setting it alight. Crops were then planted in the ashy soil (...). Fertility was usually high for a year or two, then rapidly declined, so that communities had to move on and prepare a new batch of ground. Such methods can support only thin populations, for obvious reasons: at any given time, most of the land is fallow. But in recent years, population pressure had forced farmers to speed up the cycle and return to each patch before its fertility had been restored. Eventually, overuse threatened to destroy the soil itself, irrevocably."

En "eventually", ook, wandelt het boek samen met ons over de troosteloze velden waarop de arme boeren van Burkina Fasso hun bestaan bij elkaar proberen te schrapen: stenen, stof, en het beetje bemesting dat je van schapen en runderen kan krijgen. Het ziet er allemaal heel overtuigend uit - en nogmaals, ik ken werkelijk niemand die ontkent dat de toestanden vreselijk zijn - maar er is een probleem.

Hoe kan je dit presenteren als een voorbeeld van "de schuld van het kapitalisme" als er in je eigen tekst, letterlijk, staat: "population pressure had forced farmers to speed up the cycle and return to each patch before its fertility had been restored"? Klinkt dat niet een beetje (heel erg veel, eigenlijk) als een verhaal waarin je net de oorzaak hebt opgenoemd (de bevolkingsaangroei creëert door overexploitatie een onhoudbare druk op het land) om die oorzaak vervolgens maar snel te veranderen in "het is de schuld van het kapitalisme"?

Een beter verhaal ziet er uit als volgt: Het kapitalisme maakte dat sommige samenlevingen er in slaagden het armoede evenwicht te doorbreken: die samenlevingen die het toepasten en de productiviteitsstijgingen realizeerden die het met zich meebrengt. Andere samenlevingen, die het kapitalisme niet toepassen, blijven zitten in de armoede waarin ze altijd gezeten hebben. Dus natuurlijk vergroot nu de ongelijkheid. Maar dat is niet omdat het kapitalisme arme mensen armer maakt, maar wel sommige mensen rijker maakt.

In het beste geval (als we de stelling dat het kapitalisme de armoede veroorzaakt toch willen volhouden) kan je nu vlug proberen dat het gekozen voorbeeld geen goed voorbeeld was. Het kapitalisme veroorzaakt nog steeds de armoede, maar gevallen waarin het "eigenlijk" door de bevolkingsexplosie komt duwen "het kapitalisme" nogal weg uit het plaatje. Alleen ligt de bewijslast nog altijd wagenwijd open: hoe harder je geprobeerd hebt Burkina Fasso als "bewijs" mee te geven terwijl dat mislukt is, des te harder ook besef je ook dat er een bewijs nodig is. Erger nog, die bewijslast is intussen zelfs nog verzwaard. Immers, als we weten (omdat we het zelf hebben gezegd) dat de bevolkingsexplosie er voor veel tussen zit, en verder dat er heel veel bevolkingsexplosie is geweest, in die twintigste eeuw: dan heb je een hoop extra werk als je wil beweren dat het desondanks door "het kapitalisme" kwam.

Maar ik vind het jammer. Een heel redelijk boek; doorgaans lijkt het eerder goed geïnformeerd over een ademenemende diversiteit aan onderwerpen, en dan plotseling dat soort goedkope simplismen. Als je nu nog een voorbeeld had gewild, gewoon recht onder je eigen ogen, van een bewering die als waar wordt beschouwd om geen andere reden dat voldoende mensen ze maar blijven herhalen...

---------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/09/niet-bescheiden-genoeg.html

maandag 8 december 2008

De "Heliopauze"

Surfend op de site waar ik het eerder over had over de structuur van de Melkweg (1) stuit ik op een vraag. De “heliopauze”, vertelt de site, is de uiterste grens van ons zonnestelsel, waar ver, zeer ver, voorbij de laatste planeten de “zonnewind” botst met gas uit de interstellaire ruimte. De “zonnewind”, zo leert een beetje verder onderzoek, is een stroom elementaire deeltjes die de zon samen met electromagnetische straling in alle richting uitzendt. En zoals dat gaat met straling in een volume wordt die snel zwakker met het vergroten van de afstand en dus komt er een punt waar de interstellaire gassen ongeveer in evenwicht zijn met de straling van de zon: de “heliopauze”.

So far, so good.

De vraag gaat over hoe de regio binnen de heliopauze, die als het ware door de zon in het interstellaire gas geblazen wordt van groot belang is voor het leven op Aarde. Momenteel (“de laatste 5 à 10 miljoen jaren”) kruist de zon een gebied waar het interstellaire gas erg dun is. Dat en de zonnewind samen maakt dat wij er heel weinig van voelen. Maar we hebben ook wel een beeld van dichtere gaswolken in de relatieve nabijheid, en wanneer we daarop botsen kan de heliopauze “in elkaar klappen”. In dat geval zullen we getroffen worden door grote hoeveelheden waterstofgas en kosmische straling, en dat zal “een ware catastrofe” zijn voor het leven op Aarde.

Nu heb ik een beetje amateurkennis van evolutietheorie, en die zegt ons dat het leven een 3.6 miljard jaar geleden is ontstaan. Een 600 miljoen jaar geleden is dat leven op grote schaal complex geworden. Een 200 miljoen jaren zijn zoogdieren en dinosaurussen ontstaan. Een 60 miljoen jaar geleden stierven de dinosaurussen uit en kregen de zoogdieren vrij spel. Een 30 mio jaar geleden splitsten de mensapen zich af van de apen. En een 6 mio jaar geleden splitsten voorouders van de mens zich af van voorouders van de chimpansees en de bonobo’s. Dus…

Op het eerste zicht heeft de geschiedenis van het leven niet zo heel veel last gehad van de periode voor die “5 à 10 mio jaar” sinds we “beschermd zijn tegen “kosmische catastrofen”?

Let wel, ik wil absoluut niet spotten met een site waarvan ik integendeel vind dat er een enorme hoop relatief gespecializeerde, maar uiterst boeiende informatie te vinden is, op een manier die zeer weinig mensen zou doen afhaken. Het soort sites waarvan er meer moesten zijn, dus. Al die aanhalingstekens staan hier ook alleen maar om aan te geven: ik heb al die dingen niet verzonnen, zo staat het er. En ik begrijp duidelijk niet alles.

Misschien heb ik het slecht gelezen? Misschien heb ik het slecht begrepen? Misschien heeft de site een typo laten staan, of ergens iets onduidelijk uitgedrukt? Of misschien staat er inderdaad een serieuze fout op, wat dan één correctie op een overigens uitstekende site zou zijn?

In ieder geval, ik vermoed dat het over een zeer klein detail zal gaan, dat met grote waarschijnlijkheid aan mij ligt, en dat ik me over mijn nakomelingen van binnen enkele tienduizend jaren even weinig zorgen moet maken als over onze voorouders van zo lang geleden. Maar als iemand er wat meer details van kan geven, dan heel graag.

----------------------------------------------
(1) http://users.skynet.be/sky03361/index.html

zaterdag 6 december 2008

Op zo'n zesde december...

"Zouden ze al geweest zijn?"

Kleuter Sarah is sluipend de kamer van mama en papa binnengekomen, en het is al half acht. Kleuter Sarah had héél goed begrepen dat het deze nacht een bijzondere nacht was, en dat Sinterklaas veel werk zou hebben. Dus als hij dan ook nog gestoord zou worden door een nieuwsgierige kleuter die 's nachts op zwerftocht ging, dan liep hij misschien wel mopperend weer weg? Zonder cadeautjes na te laten?

"Zouden ze al geweest zijn?" Kleuter Sarah fluistert, en hoewel we in het donker haar grote oogjes niet kunnen zien, kunnen we ze heel goed voelen. Ze heeft zich al heel lang stil gehouden met die angstige vraag in het hoofdje, maar nu heeft ze duidelijk gehoord dat peuter Thomas zijn flesje heeft gekregen, en ze houdt het niet meer uit.

"Ik denk wel dat je mag gaan kijken" zegt mijn vrouw die weliswaar ook graag de kindervreugde live meemaakt, maar aan de andere kant niet elke dag kan blijven liggen in de ochtendstond.
"Samen met jou" zegt kleuter Sarah bedeesd. Ja, dat begrijpen we wel. Als je nog maar zo klein bent, en het is donker in huis, en er heeft zich iets dergelijks van een groot mysterie voorgedaan - dan ben je toch een beetje minder dapper, zeker? Tenslotte zijn we hier in aanwezigheid van het sacrale!

De hele familie begeeft zich vol spanning naar beneden. Het schemert in de keuken, maar het is duidelijk dat het silhouet van de keukentafel een abnormale vorm vertoont. Eindelijk knipt papa het licht aan. Een brede glimlach verspreidt zich geleidelijk over het gezicht van kleuter Sarah, om dan crescendo uit te monden in een springend "oh, kijk!" (bis, bis en nog eens bis).

Een gezelschapspel voor kleuters, een puzzel van 100 stukjes, een kaartspelletje, en een hoop praktische dingen als kleedjes en dekens, opgefleurd tot Sinterklaascadeau doordat er afbeeldingen van Sneeuwwitje en de rest van de meute prinsessen op staan. En Zwarte Piet heeft overal letterkoekjes gestrooid! En mandarijntjes! En speculoos!

Nadrukkelijk ter hoogte van het stoeltje van peuter Thomas liggen er ook enkele dingen: een gezelschapspelletje voor peuters, een DVD van Thomas de Stoomtrein en een verhalenboekje. Peuter Thomas is nog te klein om te weten wat er echt gebeurt - hij is nog maar pas tot peuter gepromoveerd. Maar zo heeft hij toch het gevoel dat hij ook in de prijzen deelt.

donderdag 4 december 2008

Hoe waarschijnlijk is Intelligent leven?

Een boek van Martin Rees, Before the Beginning (1,997), vermeldt een argument dat intelligent leven in de kosmos onwaarschijnlijk zou kunnen zijn. Als je kijkt naar diverse eigenschappen die leven, eenmaal het er was, op Aarde heeft ontwikkeld, dan zie je dat sommige vrij vaak tot stand kwamen, en andere eerder zelden. Bijvoorbeeld visuele systemen die gebruik maken van electomagnetische stralen (doorgaans “ogen” genaamd) zijn in erg verschillende versies onafhankelijk van elkaar ontstaan. Of gestroomlijnde vormen voor zwemmende wezens (vissen, maar ook zoogdieren als walvissen en dolfijnen) en vliegende wezens. Terwijl een eigenschap als “intelligentie” slechts één enkele keer is ontstaan. En dus is het minstens “redelijk” aan te nemen dat die laatste eigenschap heel wat minder waarschijnlijk is dan iets dat alleen al op Aarde vaak voorkomt.

Dat doet me denken aan een eerdere post hier waarin het niet ging over intelligent leven, maar over het ontstaan van leven zelf (1). We hebben sterke vermoedens dat leven op Aarde één en slechts één keer is ontstaan. Alle levensvormen baseren zich immers op een zelfde soort chemie, wat bijzonder onwaarschijnlijk zou zijn als het meerdere keren was ontstaan. En zelfs uitzonderingen daarop zouden de regel bevestigen: want indien we alsnog een ander soort leven zouden aantreffen, dan zou dat zo geïsoleerd gebleven zijn dat we het nu nog altijd niet gevonden hebben. En zoals ik schreef in dat eerder artikel: als een latere (aparte) levensvorm niet geïsoleerd was gebleven, dan had het zich volgens mij ook niet in stand kunnen houden.

De twee argumenten zijn dus analoog. Als leven zelf, of intelligent leven hoogst zelden ontstaan op Aarde, dan is het “redelijk” aan te nemen dat dat voor het universum in het algemeen geldt. In dat geval moet iedereen die wil argumenteren dat het misschien toch vaker is voorgekomen iets meebrengen als antwoord op het bovenstaande.

Mijn artikel van destijds probeerde precies dat te doen voor het ontstaan van het leven. Het leek me heel goed denkbaar dat leven in werkelijkheid wel degelijk de hele tijd ontstond. We weten echter dat de vroege geschiedenis van de planeet een geschiedenis van kokende omstandigheden en kosmische schokken was, zodat dat leven al even snel weer zou verdwijnen als het ontstond. Tot er op de dag een soort leven ontstond dat in stand bleef, en nu traden “natuurlijke selectie” (2) en “evolutionaire calculus” (3) op. Met die twee concepten vond ik (en vind ik nog) dat je kan argumenteren dat nieuwe levensvormen die tot stand zouden komen hopeloos de strijd zullen verliezen tegen levensvormen die een chronologische voorsprong hadden.

Het punt van Rees (en mijn tegenwerping) is redelijk analoog voor het ontstaan van intelligent leven. Als je aanneemt dat het toch met een zekere waarschijnlijkheid in de kaarten zit, dan moet je iets hebben tegen de opwerping: waarom zie je het dan niet de hele tijd gebeuren? Nu, voor de periode voor het ontstaan van onze eigen intelligentie is de tegenwerping niet analoog. Daar is het punt gewoon dat er, alvorens intelligentie kan ontstaan, nu eenmaal eerst leven moest ontstaan en vervolgens ook nog complex leven, en dus is intelligentie niet eerder ontstaan omdat er gewoon meer tijd voor nodig is. Maar na het ontstaan van onze intelligentie is de redenering wel analoog. Eenmaal er een intelligente levensvorm is zal die na (in verhouding) heel weinig tijd de biosfeer zodanig domineren dat nieuwe intelligentievormen geen kans meer krijgen. Dus: we weten helemaal niet of het wel waar is dat "intelligentie" uiterst zelden ontstaat; of in andere woorden, erg onwaarschijnlijk is. Het lijkt er wel op, maar schijn kan bedriegen.

Laten we geen misverstanden laten ontstaan. De waarheid is (zoals ook Rees zegt) dat we het (in beide gevallen) gewoon niet weten. Hierover nadenken is puur speculeren. Misschien krioelt het heelal van intelligent leven. Misschien krioelt het van leven, maar kennen alleen wij priemgetallen (om maar iets te noemen). En misschien is heel het heelal dood, op de planeet Aarde na. Wat ik zo merkwaardig vindt is dat mensen als Rees, ondanks deze onwetendheid, er best wel interessante dingen over kunnen bedenken (4). Nu is ook dat een kwestie van smaak; ik kan me inbeelden dat andere heel serieuze mensen zeggen dat ze met dit soort onderwerpen geen tijd willen verspillen, en ze zouden een punt hebben. Ik kan alleen maar zeggen dat ikzelf het allemaal heel boeiend vind, en dat ik blijkbaar niet de enige ben.

------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/hoe-onwaarschijnlijk-is-leven.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/de-evolutionaire-calculus.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/de-drake-equation.html

dinsdag 2 december 2008

Oogsttijd in Kameroen

Net de nieuwsbrief van onze VZW te zien gekregen, en ik ben niet ontevreden:

http://www.ape-assistance.net/uploads_doc/Nieuwsbrief%20december%202008%20Ned.pdf

Misschien nog eens situeren: met een klein groepje geïnteresseerden, waaronder een paar echte biologen die via de Antwerpse Universiteit en/of Zoo al lijfelijk met de Afrikaanse problematiek waren geconfronteerd, hebben we een VZW opgericht met als doel een beetje economische ontwikkeling te brengen in een serie dorpen aan de rand van de jungle in Kameroen. Dat wil zeggen, die VZW kadert zich nog altijd in mijn interesse van destijds (die iedereen kan opzoeken onder trefwoord "save the bonobo's!"), waaruit op een bepaald moment voortvloeide: als je iets wil doen aan de degeneratie van het regenwoud of het uitsterven van de dieren die er wonen, dan moet je in de eerste plaats iets doen aan de armoede van de mensen. Ze jagen immers op bonobo's omdat ze doodarm zijn.

Vandaar het bijenproject waarvan hier al eerder melding werd gemaakt. Je kan ze op dit blog verzameld terugvinden hier (best wel in omgekeerde volgorde, chronologisch dus, lezen):

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/search/label/Onze%20VZW

Het bijenproject, dus, waarmee we hopen de bevolking van die verzameling dorpen aan de rand van de jungle een extra inkomen te geven, door ze productiever te maken en markten te ontwikkelen. Alles gefinancierd door zeer bescheiden privégiften, en intussen al eens een bijdrage van een "echte" sponsor - onze budgetten gaan over honderden en duizenden euro - per jaar. Ik zet het er maar bij voor het geval iemand zich geroepen voelt...

Hoe dan ook, we vernemen in de nieuwsbrief dat bijen wel eens in kasten willen trekken (goed), maar dat ze er af en toe ook weer wegtrekken (stomme beesten). Toch heb je na een tijd in een totaal van ruim honderd korven een hoop zwermen zitten, en nu verwachten we een eerste heuse oogst (en niet enkele potjes omdat er vorig jaar al een korf of zes bevolkt was). Dat wordt alvast weer een belangrijke mijlpaal.

Belangrijk is ook dat het project intussen enkele lokale vergunningen heeft voor het verwerken en verkopen van honing op de plaatselijke marken. Dat was eerlijk gezegd iets waar ik me zorgen over had gemaakt. Wij denken graag dat hier in het Westen alles verbureaucratiseerd is en dat de andere landen "veel vrijer" zijn: well, forget it. Maar het is dus gelukt, er zijn vergunningen, en misschien, heel misschien, nadert het punt waarop we werkelijk kunnen zeggen: kijk, een minimum aan middelen uit het Westen, een hoop kennisoverdracht, en enorm veel inzet van de lokale bevolking, en je maakt nog een verschil ook.

Het zou mooi zijn, nietwaar?

maandag 1 december 2008

"Leg wat in mijn schoentje"...

Zoals in veel hedendaagse bedrijven is er ook bij ons een jaarlijks Sinterklaasfeest (oh, die kapitalistische uitbuiting...). Even was Sinterklaas zelfs een bron van ongerustheid voor papa. Het liedje "daar wordt op de deur geklopt" klinkt, en kleuter Sarah staat recht om op de deur te gaan kloppen. Schattig, maar precies hetzelfde verhaal stond hier een jaar geleden ook (1)... Maar geen paniek. Intussen zet kleuter Sarah ook zelf de CD-speler aan, opent CD-doosjes, prutst de schijfjes tevoorschijn, plaatst ze op hun plaats, en zet de installatie aan. We horen hier erg veel Sinterklaasliedjes, tegenwoordig, maar ook de Beatles. De eerste CD van "de Rode"; kleuter Sarah noemt dat "de CD van de vier meneren"; vraag me niet waarom.

Maar dat Sinterklaasfeestje. Daar maakte de goedheiligman zijn reputatie van alwetendheid waar, want hoe kon hij in vredesnaam anders weten dat kleuter Sarah tegenwoordig alle DVD's, boekjes en Youtube filmpjes over Sneeuwwitje, Belle, Assepoester en vele andere verslindt? En kijk, ze krijgt een cadeautje, en daaruit komt een prachtige schatkist, en die bevat een collectie van vier jurken en bijhorende attributen: Sneeuwwitje, Assepoester, Doornroosje en Belle (die van het Beest).

Kleuter Sarah komt niet meer bij van plezier. Het kot is letterlijk te klein, en zo heel erg klein was die feestzaal nu ook weer niet. "Kijk eens! Kijk eens!" roept ze tegen iedereen die in de weg staat, "Sneeuwwitje! Doornroosje!" (Enzovoort). Toevallig werken de papa en mama van nichtje Tine in dezelfde groep, en toevallig heeft nichtje Tine ook zo'n kist gekregen, en zo hossen en springen er binnen de kortste keren hand in hand twee Sneeuwwitjes, even groot, even blond en even uitbundig door de zaal.

Wat kunnen kinderen van drie jaar toch gelukkig zijn; hadden grotere filosofen dan ikzelf al niet één en ander gezegd over hoe we dat vermogen schijnen te verliezen, ergens tussen drie en wat meer?

Intussen zat peuter Thomas maar sip naar zijn cadeau te kijken. Een (toegegeven) kleurige zak, waar voor de rest niet veel pret aan te beleven leek te zijn. Tot kleuter Sarah er zich mee kwam bemoeien. Ze prutste een heel klein hoekje open van de plaats waar de zak een andere kleur had en met velcro bevestigd zat, en toen nam peuter Thomas (een minstens even grote prutser als zijn zus) de boel weer over, en prutste verder. Het oog van de volwassene had de zak natuurlijk al lang herkend als het circus van de clowns Boemba (1), Boembalu (2) en collega's. En onder het gepruts van peuter Thomas scheurde de opening van de tent verder open, en daar glinsterde iets roods, en ook iets geels...

Het gezichtje van peuter Thomas klaarde helemaal op! Hij haalde de figuurtjes van Boemba en Boembalu en Wannadoo en de leeuw en de bal tevoorschijn, en enthousiast met zijn armpjes zwaaiend begon hij weer te scanderen van "N-ga - N-ga - N-gààààà!", zoals uitgelegd in de post onder voetnoot (2).

En zo was peuter Thomas ook erg gelukkig met zijn Sinterklaascadeau. De figuurtjes zijn wel niet even groot als de echte knuffels, maar hij heeft toch ook een grote Boembalu, en met zijn circus ook nog de hele collectie in miniatuur. Daarstraks haalde hij ze één voor één uit de zak en ging ze netjes naast elkaar op het salontafeltje deponeren, om de volgende te gaan halen. "De onwrikbare logica van de peuter" (3)...

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/boemba.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/baby-thomas-heeft-een-knuffel.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/11/pop.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/11/een-lachbaby.html