zondag 14 december 2008

Hoe "onwaarschijnlijk" is het ontstaan van het oog?

Het jongste stukje over het ontstaan van intelligent leven (1) vermeldde hoe in de evolutionaire geschiedenis het oog verschillende malen is ontstaan. Dat diende als voorbeeld van structuren die weliswaar erg complex, maar blijkbaar toch niet zo onwaarschijnlijk zijn: want hoe konden ze andere verschillende malen ontstaan? En als sommige structuren niet, en andere wel, onwaarschijnlijk zijn, dan beïnvloedt dat de manier waarop we nadenken over het (wel of niet) ontstaan van bepaalde structuren.

Het argument was: iets dat verschillende malen onafhankelijk is ontstaan heeft blijkbaar een vrij grote kans om tot stand te komen. Maar intelligentie is slechts één keer tot stand gekomen, ergo: intelligentie is veel onwaarschijnlijker. En waar ik dat debat voorlopig zal laten voor wat het is, bracht het me wel een heel andere discussie in herinnering.

Een poster die we hier met de naam “Karlos” zullen aanduiden plaatste ooit een opmerking in de "nieuwsgroepen" die in altijd mijn achterhoofd is blijven hangen. Weliswaar, schreef Karlos, klopt het dat “het oog” een veertigtal keren is ontstaan, allemaal gebaseerd op een andere methode. Maar tegelijk moet je die 40 keer plaatsen binnen het geheel van het leven. Als je naar alle leven kijkt, inclusief bacterieën, amoeben, varens, bomen, zoogdieren, schimmels, en vele andere, dan merk je dat er toch maar één evolutielijn overblijft waarin je inderdaad de evolutie van ogen ziet!

Kortom, bezien in die bredere waaier ziet de waarschijnlijkheid dat een oog ontstaat er heel anders uit. Ik weet niet meer of Karlos nu specifiek dit debat in gedachten had, maar hoe dan ook lijkt zijn punt me relevant. Als je eenmaal een heel bepaalde soort levende wezens hebt, dan kan je binnen dat soort lijnen wel het ontstaan van visuele systemen als het oog verwachten. Maar de bewuste groep levende wezens zelf kan zeer onwaarschijnlijk zijn, zoals gesuggereerd door het feit dat ze maar één keer zijn ontstaan, binnen een heel brede waaier. In dat geval wordt het ontstaan van het oog, in welke vorm ook, juist weer erg onwaarschijnlijk...

Al die dingen zijn van belang omdat we proberen vanuit ons heel beperkte wereldje te extrapoleren naar hoe het er in (grote delen van) het universum uitziet. Als iets eerder waarschijnlijk ontstaat (op basis van wat we op Aarde zien), dan is het redelijk aan te nemen dat het ook elders zal ontstaan zijn. Als iets eerder op een ongelofelijk toeval berust, dan is het redelijk aan te nemen dat het elders wel niet erg vaak of nooit zal gebeurd zijn. Dus...

Als het over het ontstaan van het leven zelf gaat probeer ik (meer bescheiden: "kies ik de kant van...") de argumenten dat "het toch maar één keer is gebeurd" te relativeren. Misschien lijkt het er alleen maar op dat het maar één keer is gebeurd, maar is het wel degelijk meerdere malen gebeurd: en dan moet je proberen goede redenen te geven waarom daar dan niets van te zien is (2).

En toen het over het ontstaan van intelligent leven ging kon ik de helft van dat vorige argument recupereren, en had ik ook iets om de andere helft af te dekken - en alweer "kies ik de kant" van zij die de argumenten voor "grote onwaarschijnlijkheid" relativeren (1). Maar het punt van Karlos stuurt me weer de andere kant op. Sommige dingen die - al dan niet in het verborgene - meerdere keren zijn ontstaan blijven desondanks gedragen door een eerdere grote onwaarschijnlijkheid. En zo is het wellicht redelijker om onszelf terug naar af te sturen.

Eerlijk gezegd ben ik er nog niet uit. Ik erken, dus, het punt van "één keer binnen een veel bredere waaier". Maar er is toch ook nog iets anders. In een post van een hele tijd geleden heb ik al eens geprobeerd te beweren dat niet het ontstaan van "lichtgevoelige cellen" een probleem voor de evolutietheorie is, omdat primitieve levende cellen vanzelf al lichtgevoelig zijn (3). Dus was de vraag eerder hoe ze met die gevoeligheid de zon konden overleven - en het ontstaan van het oog was alweer een stap dichterbij. Gespeculeer door een zetelfilosoof, vanzelfsprekend, maar ik vind het nog altijd wel aardig.

Zoals ik al zei, daar ben ik nog niet uit. Er zijn nu eenmaal veel dingen bij die eigen bedenksels zijn, over een onderwerp dat me wel interesseert, temidden van vele andere die ik allemaal niet fatsoenlijk kan bestuderen (om maar snel achter tijdsgebrek ook gebrek aan kennis en inzicht te camoufleren). En zelfs als ik aanneem dat al die eigen bedenksels diepzinnige waarheden zijn zie ik gewoon niet in welke van de twee bovenstaande argumenten - zeg "het punt van Karlos" versus het punt uit voetnoot drie - het zwaarste weegt.

Ach...

---------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/hoe-waarschijnlijk-is-intelligent-leven.html

(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/hoe-onwaarschijnlijk-is-leven.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/het-ontstaan-van-de-lichtgevoelige-cel.html

Geen opmerkingen: