maandag 30 april 2012

Een zeer links boek (Graeber, Debt, the First 5000 Years, 2011)

Het is al een tijdje gespreksonderwerp op het internet: Debt van David Graeber, een boek dat elementen uit geschiedenis, anthropologie, economie en zelfs filosofie verenigt, om tot een "diepe geschiedenis" (zoals dat heet) te komen van "schuld" en "geld". Helemaal mijn type boek, dus! Al die internetgesprekken leerden evenwel ook dat het nogal een "het is de schuld van het kapitalisme" boek was: dus het duurde even voor ik mijn getwijfel heb overwonnen. Als enthousiast gebruiker van de term "politieke vervuiling van het denken" zal ik wel door een beetje propaganda kunnen kijken wanneer die recht voor mijn neus staat, zeker?

En ja, het begint midden in de protesten van het antiglobalisme van rond het jaar 2000 - en wie me destijds op Usenet heeft bezig gezien weet dat ik dààr niet bepaald van onder de indruk was. En erger nog, in zekere zin, wordt het als ik zie hoe hij vervolgens enkele waarheden debiteert waarvan hij vermoedelijk niet beseft (en anders verbergt hij het zeer goed) dat hij er onmiddellijk enthousiaste steun voor kan krijgen: uit zeer rechtse hoek, van mezelf tot ver, ver voorbij de rechterkant van Friedrich Hayek. Namelijk zegt hij - nee, veel beter nog: namelijk klaagt hij aan - dat leningen die, "no matter how idiotic", op één of andere manier (bijvoorbeeld via het IMF) toch gegarandeerd terugbetaald worden een recept voor catastrofe zijn. De uitlenende bank hoeft zich geen enkele zorg te maken dat de ontvanger ook maar iets zinnigs met het geld zal aanvangen omdat, in linkse termen, het hoe dan ook desnoods manu militari (Imperialisme! Uitbuiting!) zal opgevorderd worden.

Terwijl, als je wil weten hoe enthousiast je daarvoor in die rechtse kringen steun zal vinden het volstaat even rond te snuisteren op de zoekterm "moral hazard". Of gewoon hetzelfde verhaal in rechtse termen hervertellen. Het zeer krachtig mechanisme (maar absolute zekerheden zijn niet van deze wereld; dachten al die linkse jongens en meisjes nu echt dat wij dat niet wisten?) van de vrije markt om het schaarse kapitaal naar de meest nuttige plaatsen te sturen gaat helemaal verloren als de banken zich daarover geen vragen moeten stellen (omdat het nu eenmaal toch gegarandeerd terugkomt). En op het einde van de rit zijn de banken alleen maar dienaren van de staat; mechanismen om geld uit de zakken van mensen te pompen naar een voortdurend interveniërende overheid, wat ook voor rechts een groot probleem vormt, tenminste vanaf het moment dat het ook om geld uit rechtse zakken kan gaan. (Ik geef toe, de verleiding was groot om in de vorige zin het woord "uit" te vervangen door "van". Tsk, tsk, Koen, wanneer word je nu eens eindelijk volwassen?)

Dus ik denk dat de wereld grote vorderingen zou kunnen maken als "links" en "rechts" tenminste van elkaar wisten wat ze eigenlijk te vertellen hebben. Maar natuurlijk doen ze er zelf alles aan om te vermijden dat de andere kant dat zelfs maar wil weten. Bijvoorbeeld, als ik Graebers verhaal zie verteld worden in termen van "het is één groot systeem om banken vet te mesten", dan is het niet moeilijk dat veel mensen het boek op bladzijde twee (van de duizend) dichtklappen. "Politieke vervuiling van het denken": er bestaat uitbuiting, en dus klopt het verhaal wanneer we dat aan "het kapitalisme" (of hoe de variant hier ook heet) toeschrijven, want we hoeven de theorie helemaal niet te vergelijken met de realiteit, maar enkel met het religieus dogma.

(Op dit punt doet de gebeurlijk rechtse lezer er goed aan op te houden met dat instemmend hoofdgeknik. Hij of zij zal véél meer vooruitgang maken als hij of zij even de term "overheidsoptreden" invult op de plaats waar hierboven "het kapitalisme" staat, en "marktverstoring" waar hierboven "uitbuiting" staat. Zie je hoe overtuigend dat er allemaal uitziet? Dat is precies wat de linkse lezer van het linkse verhaal ook denkt, en om precies dezelfde reden.)

Dat is de reden waarom ik toch maar zal verder lezen: er stond "in zekere zin, erger". "Politieke vervuiling van het denken" is iets dat ook niet zo heel moeilijk is om door te kijken. Terwijl het feit dat hij zoveel instemming over een heel breed spectrum kan oogsten suggereert dat hij wel iets te zeggen zal hebben.

En het blijft tenslotte heel erg "mijn soort boek".

zondag 29 april 2012

Amerikaanse Verkiezingen: nu begint het echt

Met de de facto aanduiding van Romney als Republikeinse kandidaat gaan de Amerikaanse presidentsverkiezingen hun laatste fase in. Mijn manier om er een beetje kop of staart aan te krijgen is het volgen van de polls voor de verschillende staten, vanuit de filosofie dat een goed gemaakte poll een redelijk beeld geeft van hoe de uitslag zou zijn indien de verkiezingen vandaag werden gehouden. Natuurlijk zou iedereen moeten begrijpen dat er tussen "vandaag" en "november" heel veel kan veranderen: maar door geregeld te volgen krijg je een beeld van de trends.

Een volgens mij goed gemaakte site is de "electoral vote" site (1). Die verdeelt (nogal conventioneel) de mogelijke resultaten in drie groepen. De eerste groep is "het verschil is zo groot dat de staat zo goed als zeker naar resp. Obama of Romney zal gaan". De tweede groep is "de staat lijkt naar één van beide te gaan, maar er is nog werk aan". De derde groep is "het verschil is zo klein dat het in werkelijkheid alle kanten op kan". Bovendien zie je op de kaart per staat een cijfer dat je vertelt hoe zwaar de staat doorweegt. Bijvoorbeeld in Californië vallen er 55 stemmen te rapen, maar in Buurstaat Nevada maar 6.

Eén manier (mijn opinie) om ermee te werken is als volgt. Je begint met de uitslag van november 2008 (2). Je ziet dat Obama een 200 stemmen meer had dan McCain (op een totaal van 538). Dus er zullen een hoop staten van het Obama kamp naar het Romney kamp moeten verhuizen. Niet dat daaraan getwijfeld wordt, maar het moeten er "in de kering" (elke stem minder voor Obama is er zeer waarschijnlijk één meer voor Romney) allemaal samen een honderdtal zijn. En dus kan je de vorige uitslag naast de laatste polls zetten en je afvragen waar die 100 stemmen vandaan moeten komen.

Nu zijn die allereerste nationale polls uit april niet veel waard, maar hier gaat het om de oefening. Om te beginnen trek ik me niet teveel aan van staten die lijken te "verblauwen" (lees: Arizona) omdat dat zo tegen de trend ingaat dat ik er niet erg veel van geloof, en verder gewoon ter simplificatie. Daarnaast volsta ik ermee elke staat die vanuit blauw minstens in "perfect gelijk" terechtkomt meteen voor Romney te tellen. We moeten wel erg optimistisch voor Romney zijn, want anders is het met dat verschil van 200 stemmen geen "spannende strijd".

Schuivend over de kaart van west naar oost en van zuid naar noord zie ik de volgende verschuivingen naar Romney toe:

Colorado: 9
Nebraska: 5
Iowa: 6
Indiana: 11
Florida: 27
Virginia: 13

Volgens mijn bovenstaand criterium zie ik maar 71 stemmen verschuiven, tenminste, vandaag in april 2012. Er zijn echter twee manieren om te blijven vasthouden aan de "voorspelling" dat het toch een "spannende strijd" (er zal nu eenmaal nog veel gebeuren tussen nu en november) wordt. De eerste is dat geen kat gelooft dat een staat als North Carolina opnieuw op Obama zal stemmen: dat maakt 15 stemmen, en de helft van het tekort is al weggewerkt. Bovendien is het heel redelijk aan te nemen dat zware staten die in de "barely Obama" kolom staan heel gemakkelijk bij Romney terecht kunnen komen. Dus: Pennsylvania (20) en/of  Michigan (16) erbij, en Romney haalt het.

Dus leren we daar nog iets van, behalve "de toekomst is onzeker" en "april is nog zeer vroeg"? Wel, je kan zien dat Romney misschien wat defensief zal moeten spelen in Arizona en Florida, en verder dat hij, als dit het plaatje was dat je pakweg in augustus ziet, de zwakke plekken Penssylvania en Michigan zal aanpakken. En dus kan je ook al een beetje zien wat er in augustus zal gebeuren. Gebaseerd op veel betere polls, zoveel dichter bij november, zijn het precies redeneringen van ruwweg deze vorm die de beide kampen zullen volgen. Dat is waarom al die dagelijkse polls met al hun analyses van trends en tendensen, en de keuze van de kandidaat vice-president en welke staten die kan meebrengen zo belangrijk zullen zijn. De map als geheel is chaotisch genoeg, maar zoals ik probeer te illustreren, met een paar assumpties kan je genoeg simplifiëren om er bruikbare politieke campagnes uit te halen.

------------------------------------
Oh, nog een leuk dingetje om naar te kijken: Gallup is ook begonnen met de polls op te volgen:

 http://www.gallup.com/poll/election.aspx

Hmmmmm.... lijkt op een "spannende strijd"...

------------------------------------
(1) http://www.electoral-vote.com/
(2) http://electoral-vote.com/evp2008/Pres/Maps/Dec31.html

Iedereen aanvaardt goud (Uitroepteken? Vraagteken?)

Een tijdje geleden was ik op usenet in gesprek geraakt met iemand die vond dat goud het enige "echte" geld was, en al de rest [vul hier de gekende litanie in]. Dat overkomt me wel eens vaker, het voorbeeld waaraan ik nu denk vind je in voetnoot (1), en er zijn nog een paar naschokken gekomen. Dus heb ik ergens wel eens luidop gevraagd of "iemand" het ooit wel eens geprobeerd had, dat "dingen gaan kopen in ruil voor goud". En daarop, moet ik zeggen, was mijn gesprekspartner nogal vaag gebleven. Veel beloftes en aankondigingen op voorhand, maar toen ik "probeer het je eens en laat je het weten" schreef bleef het stil.

Gelukkig is er intussen iemand die het ook echt eens geprobeerd heeft. En nog wel op film (2)! Dus je volgt onze koper met een gecertifiëerd plaatje goud met een precies gewicht en de waarde van dat moment (52 dollar), wanneer hij achtereenvolgens probeert een pak bier, postzegels, een doos speelgoed en fastfood te kopen.

De film gaat vooraf van iemand die ook aankondigt "nobody ever refuses gold". Dus, laten we het proberen... De liefhebbers mogen gerust eens een gokje wagen over de succesgraad...

-------------------------------
(1) https://groups.google.com/group/nl.politiek/msg/843eb84942d06d55?hl=nl&dmode=source
(2) http://www.reuters.com/video/2012/04/26/reuters-tv-will-a-gold-bar-buy-a-case-of-beer-felix?videoId=234027919&videoChannel=117757

woensdag 25 april 2012

Wie is bang van inflatie?

Laat ik maar meteen zeggen: ikzelf ben bang van inflatie. Niet in de zin, misschien, dat ik me bij het stilaan al jaren aanhoudende "hyperinflatie, binnenkort!" wil aansluiten. Maar in de algemene zin; de zin waarin je beseft dat het in principe geen goede zaak is, en gemakkelijk kan ontaarden in een catastrofe als er teveel inflatie is: zeer zeker ben ik bang van inflatie.

Misschien moet desondanks de vraag zijn: hoe bang? Ineens bedacht ik me het volgende, puur op het niveau van de persoonlijke anekdotes. Zoals je misschien wel kon raden staan er hier behoorlijk wat boeken. Beeld je in dat ik ze allemaal tegelijk had gekocht, zeg 25 jaar geleden, en dat er toen van mijn boekenbudget nog 1000 euro overschoot. Dat kan best: boekhandels in die tijd hadden nu ook weer niet zulk een ruim aanbod, doorgaans in slechte vertalingen die dan nog in beperkte en dure oplagen gedrukt werden... (we zijn in feite de reden op het spoor waarom ik zoveel boeken in het Engels lees, maar in Vlaamse provinciestadjes verbetert dat nu eenmaal niet echt het aanbod).

En dus bleven er bij wijze van inbeelding 1000 euro over. Beeld je verder in : die kwamen in een schuif terecht, ze raakten vergeten, 25 jaar later trek ik de schuif open, en daar liggen ze! 1000 euro om boeken mee te kopen! Alleen, wat zijn die 1000 euro nog waard? Ik zie ze geregeld bezig, die libertariërs die met allerlei ingewikkelde redeneringen komen vertellen dat het licht van de zon niet schijnt. Ja, want de overheid gebruikt papiergeld, en dat leidt over langere duur tot massieve geldontwaarding, en dus is de bevolking helemaal verpauperd. En nu is het zeer zeker niet de bedoeling dat je gewoon even om je heen kijkt, om te weten of het klopt, met die verpaupering. Het is de bedoeling dat je checkt met het dogma, en dus klopt het nog met de verpaupering als het letterlijk tegendeel zich elke dag recht onder je ogen afspeelt.

Terug naar mijn "beeld je in" van daarnet. Voor het gemak geef ik de libertariërs toe dat er de laatste 25 jaar gemiddeld een gemiddelde inflatie (na rekening te houden met de interest) van 2.80 percent per jaar is geweest. Dat wil zeggen dat de koopkracht van mijn 1000 euro gehalveerd is. Met de duizend euro van toen kan ik nog maar voor 500 boeken kopen! QED!

Alleen - is daarmee het hele verhaal verteld? Ik ontken niet dat ik met de duizend euro van toen alleen maar voor 500 euro boeken meer kan kopen, maar voeg er aan toe: van toen! Maar er zijn op die 25 jaar een hoop nieuwe boeken bijgekomen die ik toen nog niet kon kopen: ze waren er nog niet. Dus als ik al mijn budget destijds had opgekocht, dan had ik nu geen geld over om de meeste boeken te kopen die op dit blog op mijn lijst met meest favoriete boeken aller tijden te kopen. En de waarheid is: ik heb liever voor 500 euro boeken van vandaag dan voor 1000 euro boeken die minstens 25 jaar oud zijn: Cryptonomicon, Lee Smolin, Jared Diamond...

Ja, echt waar.

En er is meer. Destijds was het dus geregeld graven in de afdelingen esotherie, religie en kookboeken van Fnac en Standaard, om af en toe een fatsoenlijk boek te vinden. Ergens in die 25 jaar kwam er Amazon: wat een toename van het beschikbaar aanbod! Misschien had ik in reële waarde al maar 800 euro meer over, maar wat een toename aan mogelijkheden! OK, je deed je bestelling, je moest een hoop tijd wachten (in vergelijking met van het rek halen, naar de kassa en naar huis) en misschien ook nog naar de douane, maar de 800 euro van 15 jaar geleden brachten je echt een heel eind verder dan de 1000 euro van 25 jaar geleden.

Sindsdien is er Kindle gekomen (1), en nu leef ik helemaal in het paradijs. Gewoon op het net, geïnteresseerd = "buy with one click", enkele seconden en... je hebt het!

Geloof me: het paradijs. In feite bedenk ik me daar: Kindle is ook een reden waarom ik een tijdje minder geblogd heb. Ik heb hier gewoon veel te veel goede boeken binnen gekregen, ik zit teveel te lezen, 's avonds. Geloof me, met de 500 euro van nu kom ik véél verder dan met de 1000 euro van destijds.

Dus ja, ik ben bang van inflatie. Maar nee, ik denk niet dat we er met simplistische verhalen komen. Is mijn boekenverhaal representatief? Ik denk het wel. Wie was er al bij, destijds in de tijd van "de rijkste man ter wereld" (2)? Dat verhaal zegt toch werkelijk alles? Liever een simpele bediende in 2004 dan de rijkste man ter wereld in 1850! Liever de duizend euro van 2004 dan het grootste fortuin van 1850! Dus het gaat niet alleen op voor boeken, maar ook voor geneesmiddelen. En dan ben je vertrokken, natuurlijk: mogelijkheden van tourisme, entertainment, kwaliteit van het eten - laat staan wijn - alle huizen met stromend water en energievoorzieningen, politieke en intellectuele emancipatie...

Wat kan een mens er in 's hemelsnaam nog aan toevoegen?

----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/12/de-vooruitgang-staat-voor-niets-koen.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/de-rijkste-man-ter-wereld.html

maandag 23 april 2012

Een "handwriting on the wall"?

Ineens viel me op: ik durf bijna wedden dat als je de blogs van exact vier jaar geleden zou nalezen, je een lange serie posts over de Amerikaanse verkiezingen zou zien, een groot deel "op het niveau van een voetbalmatch", met aan beide kanten mensen die schreven hoe belangrijk het wel was dat hun kant zou winnen.

En vandaag? Fronsend surf ik eens langs de rechtse blogs, dan langs nog rechtsere blogs, en dan langs de neusdichtgeknepen rechtse blogs; de soort waar je me nooit zien, zelfs niet om te lezen, om dezelfde reden waarom ik nooit de hetisdeschuldvanhetkapitalisme linkse blogs lees, en...

Niets. Geen woord, zo lijkt het wel. Ongetwijfeld ken ik veel te weinig rechtse blogs, maar de blogs die ik ken leken wel nog nooit van de verkiezingen te hebben gehoord, de laatste maanden.

Ik vraag me af of dat toch geen "handwriting on the wall" is.

zondag 22 april 2012

Peuter Simon is niet langer een peuter!

Nog definitiever dan bij vorige gelegenheden valt de dag als een verdict. Vandaag wordt peuter Simon drie jaar. Tot nu toe vroegen we geregeld "is Simon babietje?" en dat antwoordde peuter Simon zo schattig "neeeee, Simon is peute'tje!". Maar vandaag is dat allemaal geschiedenis. Peuter Simon zei vandaag zelf "Simon is kleute'tje, eh?" en daarmee is het lot bezegeld. Bij deze is "peuter Simon" veranderd in "kleuter Simon", en we zullen dat rap gewoon zijn.

Maar vandaag doet het me toch iets.

Scholier Sarah kwam deze morgen (het voelde aan als 04.30 uur, maar we mogen niet klagen, het was ruim na 06.00 uur) de kamer binnengestormd, op de voet gevolgd door kleuter Thomas, roepend van "Simon is wakker, Simon is wakker, (recursie, punt)." Inderdaad kwam het feestvarken breed grijnzend de kamer binnen gehuppeld en het "lang zal hij leven" steeg op uit alle kelen. Hierna volgde op ons gelukkig brede bed een enorme knuffel- en kietelpartij met vijf deelnemers, om Homeros' "ontelbare golven van gelach" het nakijken te geven. Daarbij vroeg de kersverse kleuter Simon niet veel meer dan honderd keer "cadeautje?", want zoveel had hij er ook wel al van begrepen.

Dus begaf de hele familie zich ter chocolademelk tafel, waar kleuter Simon zich een welgemeend "waaaaaaw" liet ontvallen, toen hij de feestelijke ballonnen en vlaggen zag waarmee de eethoek was opgefleurd. Toen peuterde kleuter Thomas een grote, ingepakte kartonnen doos van onder tafel tevoorschijn, en kleuter Simon stortte zich onder het slaken van kreten zoals "cadeautje!" en "mij, eh!" en "nie ope maken, eh!" op het pak. Er kwamen allemaal feestelijke kleinere pakjes uit, een doos stiftjes, een boekje en drie autootjes uit de Bob De Bouwer serie... En even later zat kleuter Simon achter zijn beker chocomelk de nieuwe aanwinsten over de tafel heen en weer te schuiven, terwijl hij het "kunnen wij het maken" voortdurend (en luidkeels) liet volgen volgen door "nou en of!".

De lezer die geen kinderen heeft en bij de vorige zin met zijn ogen zat te knipperen is bij deze breed glimlachend geëxcuseerd.

Natuurlijk staan er voor de rest van de dag balletjes op het programma, en chocoladetaart en het bezoek van de nichtjes met neefje Lukas ("Lukas is grote vriend") en bijhorende mama en papa, en nog meer "lang zal hij leven's" en héél veel gespeel met de autootjes - waar hij nu al druk mee bezig is.

En morgen begeeft hij zich met een grote cake naar school, waar hij op de troon zal mogen zitten en nog meer dan anders in het centrum van de belangstelling zal staan - vraag me niet waarom, maar als je met peuter Simon op het schoolplein verschijnt hoor je vanuit alle richtingen, tot de hoogste klassen van het lager onderwijs roepen van "Dag Simon" en "Simon! Simon!" enzovoort. Daar zal het dus niet aan ontbreken, morgen...

En zo is ons laatste peutertje er vandoor, maar hebben we in ruil een flinke, opgewekte, actieve en breed lachende kleuter in de plaats gekregen. En mama en papa sluiten het hoofdstuk van de peutertjes af en wensen hun jongste kleuter, een tikje weemoedig maar toch zo trots als een pauw, een daverende derde verjaardag en een rijke carrière als kleuter toe.

Ik vraag me ook wel af of we met die duizend foto's wel genoeg hebben, maar we zullen het er mee moeten doen.

zaterdag 21 april 2012

Milton Friedman vreesde deflatie?

Op één van de blogs van De Tijd staat een post over Milton Friedman (1). En daar vernemen we:

 "Hij vreesde het suffix '-flatie'. Vooral deflatie, een doeltreffend welvaartsvernietigend mechanisme, omdat een carrousel van prijsdalingen en uitgestelde consumptie de economie onverbiddelijk smoort. Het inzicht 'deflatie moet worden bestreden, desnoods door geld uit een helikopter te gooien', heeft Ben Bernanke van hem."

 En ik sta er met open mond op te kijken. Zoiets is belangrijk voor het ego: het besef hoeveel dingen er zijn waar je werkelijk niets over weet (in dit geval: economie) maar er toch allerlei opinies over hebt, gebaseerd op niets anders dan wat vage geruchten.

Een andere les - maar ik geef toe: minder belangrijk - gaat over de vraag waar die vage geruchten vandaan komen. In dit geval zijn dat de jarenlange internetdebatten over de crisis. Je weet wel: zal het overheidsoptreden leiden tot massieve inflatie, of zal het tekortschieten van dat overheidsoptreden ons integendeel doen wegzinken in deflatie? Nu heb ik ze niet bijgehouden, maar ik weet zeker dat ik de laatste jaren heel veel verklaringen heb gezien, uit de "libertarische" hoek, dat deflatie juist heel erg goed is, dat het het teken bij uitstek van economische vooruitgang is.

En dus vind je in de geschiedenis van dit blog geregeld pogingen om te vertellen hoe dat absoluut niet zo duidelijk is (2), of citaten van economische historici dat de geschiedenis helemaal niet leert dat inflatie het groot historisch probleem was, maar wel deflatie (3). Ook Friedrich Hayek, overigens, noemt deflatie...

"(...) that vicious and rightly feared process in which the decline of some incomes leads to the decline of other incomes, and so forth." (Hayek, The Constitution of Liberty, chapter 21)

Overigens staat dit temidden van een stuk dat (tenminste volgens De Tijd) de problemen van zowel inflatie als deflatie behandelt. Alleen wist ik werkelijk niet dat dat bij Friedman ook zo was.

 Het is natuurlijk ook mogelijk dat de Tijd aan het kletsen is op ongehoorde schaal. En het is in elk geval uitstekend nog eens goed voor het Socratische "hoe meer je weet dat je niets weet" te staan. Dat is namelijk de weg naar vooruitgang, en niet het steeds weer herhalen van hoe je het altijd wel allemaal geweten hebt.

Dat laatste was een hint aan een aantal andere ego's.

-------------------------------
(1) http://blogs.tijd.be/bbb/2012/04/de-flatiebangbroek.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/deflatie-een-probleem.html
EN  http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/09/goud-kevers.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/05/terug-naar-het-bankieren-van-vroeger.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/11/wat-de-geschiedenis-leert-over-geld.html

vrijdag 20 april 2012

Sarkozy gaat winnen!

Iemand spreekt me aan over de Franse (niet Amerikaanse) presidentsverkiezingen. Logisch, toch? Hij weet dat ik de Amerikaanse verkiezingen volg, dus... "Interesseert me niet" sprak Koen, de superdiplomaat schouderophalend. Boem, bang, einde gesprek, weer netjes gedaan, Koen proficiat, story of my life.

Je moet maar denken, ik krijg tenminste iets door, ook al is het dan veel te laat. Gelukkig zijn er nog mensen die beseffen dat botte karakters zoals ik ook een voordeel hebben. Als wij zeggen "knap gewerkt" of "heel interessant", dan is er een heel redelijke kans dat we (respectievelijk) bedoelen "knap gewerkt" of "heel interessant", en niet dat we gewoon één of andere beleefdheid debiteren.

Maar soit: die Franse verkiezingen, dus. Ik denk dat het ligt aan genoeg show (wat een groot deel verklaart van de aantrekkingskracht die de Amerikaanse verkiezingen op mij hebben) maar niet genoeg belang. Ze horen het niet graag, die Europese "grootmachten" van de negentiende eeuw, maar ze zijn nu eenmaal letterlijk derderangsnaties geworden. Kijk, weer zo'n voordeel van mensen zoals ik. Als de diplomaten het niet zullen zeggen, en de politiekers al helemaal niet: wie blijft er dan over om af en toe eens "nieuwe kleren van de keizer" te spelen?

Maar weet je wat er zo opvallend is? Ik weet er niets van, ik volg het niet, maar toch heb ik er heel sterke overtuigingen over! Namelijk, Sarkozy gaat winnen. Maar oeps, nu lees ik toch wel in de kranten dat hij naar alle peilingen en maatstaven gaat verliezen, zeker? Maar kijk, dat kan ik me gewoon niet voorstellen; dat die Hollande of zoiets daar in Frankrijk vijf jaar voor Napoleon gaat spelen. En dus geloof ik het niet.

Ik denk wel dat dat representatief is voor hoe heel veel opinies van heel veel mensen tot stand komen.

donderdag 19 april 2012

Stereotiep denken ("teken een alien")

Een artikeltje over een les "creatief denken" vertelde over de trainer die vroeg: "probeer eens allemaal een alien te tekenen". Toen iedereen zijn buitenaards wezen op papier had staan sprak de trainer: "laat me raden: ze hebben allemaal zintuigen, allemaal ledematen, en allemaal zijn ze symmetrisch gebouwd? Dus iedereen heeft iets naar het beeld van de mens gemaakt? Kijk, dat is nu de kracht van stereotiep denken."

En de cursist, hij bleef toch maar bedeesd en tot bescheidenheid gebracht goed opletten.

Maar ik ben er nog zo zeker niet van. Ongetwijfeld denken heel veel mensen stereotiep, en dus maken ze een alien naar hun eigen beeld. Maar misschien waren er ook een paar die, bijvoorbeeld, hadden nagedacht? Die redeneren ongeveer van "hmmmm, een alien, dat is niet een plant. Nee, dat is iets eerder dierlijks. Maar dan moet er een wisselwerking zijn met de omgeving, en de manier waarop een organisme kennis neemt van zijn omgeving, dat heet gewoon "zintuigen". Dus natuurlijk heeft het zintuigen". Niet wegens stereotiep denken, maar omdat hij er over heeft nagedacht.

En dat beest, dat zal zich wel voortbewegen, en er zijn nu eenmaal geen tienduizend manieren om dat te organiseren. Tenminste, toch niet zonder ledematen. En zo heel verschillend is het ook niet voor symmetrische bouw. Er zijn nu eenmaal geen tienduizend bouwplannen die tegelijk haalbaar èn leefbaar zijn, zou ik zeggen.

Maar laat me aannemen dat één of ander creatief vernuft toch vindt dat het naar zijn maatstaven allemaal heel stereotiep was. Dan neem ik u nu mee naar de Neanderthalers. Daar verklaart de trainer, terwijl hij zijn knots betast, "teken nu eens allemaal een kruisraket". Komaan, als mijn trainer aan science fiction mag doen met een alien, dan mag de Neanderthaler dat met een kruisraket. En nadat iedereen zijn tekening in het zand heeft gekrast zegt de trainer: "laat me raden, iedereen heeft een groot, zwaar voorwerp dat bij het lichaam van de vijand een enorme hoeveelheid energie aflevert? Dat is nu de kracht van stereotiep denken! Laten we ons nu maar houden aan de knots, die zijn waarde al zo lang bewezen heeft!"

En 100,000 jaar later kijken we naar de trainer in de beschaving van Sumer. "Neem allemaal je kleitablet en je stylus, en maak maar eens een tekening van een computer. Laat me raden: iedereen heeft een vierkant oppervlak waarop je informatie in de vorm van tekens kan weergeven en weer wissen en opnieuw beginnen? Oh, dat stereotiep denken, toch, oh, die mensen die zich met al hun dromen zoooveel illusies maken!"

Maar er zijn nu eenmaal geen tienduizend manieren om overdracht van energie of informatie behandelbaar te maken, en dus zal je hoe dan ook grote overeenkomsten vinden met wat je al kent. Dus ik ben er nog zo zeker niet van, of het niet de trainer was, die nogal stereotiep aan het denken was.

maandag 16 april 2012

De betekenis van de Slag om de Thermopylen

Af en toe heb ik pogingen gezien om de Slag om de Thermopylen (1) in rationeel begrijpbare termen uit te drukken, die dan hopeloos de mist ingaan. "Het bezorgde de Perzen oponthoud". Ja, drie dagen: op al die maanden dat er nodig zullen geweest zijn om dat gigantisch leger te voet naar Griekenland te krijgen. Of ook "Leonidas wist het gros van het leger te sparen". Zeker: een leger dat hij eerst zelf naar daar gebracht had, en dan alleen wat overbleef van de paar duizend die oorspronkelijk de pas verdedigd hadden; het zal nogal veel verschil gemaakt hebben als je moet vechten tegen een leger dat tot vandaag soms in het miljoen wordt geschat.

Of als je bedenkt hoe vaak we al Westerse overwinningen hebben bezongen, nadat "we" een vijandelijke positie na "list en verraad" hadden ingenomen, of als je bedenkt dat kort na de Slag om de Thermopylen de Perzen Athene hebben ingenomen en tot de grond verwoest... Misschien moeten we ons om te beginnen eens rekenschap geven van het simpele feit: de Slag om de Thermopylen was gewoon een overtuigende overwinning voor de Perzen?

En toch praten we er 25 eeuwen later nog altijd van. Ook in mijn ogen: terecht. Maar als we dat denken, dan moeten we ook kunnen zeggen waar de betekenis van die slag dan zit.

Volgens mij moeten we één deel zoeken in dezelfde richting als bij die andere slag (2), waarvan we tot vandaag de echo's blijven horen in de naam van iets heel anders, namelijk een sportwedstrijd. Grieken waarvan wij nog hebben gehoord - wéér die "25 eeuwen later" - om redenen die met filosofie, of beeldhouwkunst, of dramaturgie te maken hebben, die repten in hun verhalen aan hun kleinkinderen of hun grafschriften met geen woord over de intellectuele en artistieke prestaties waar wij ze nog altijd herdenken. Grieken, namelijk, die hadden deelgenomen aan de Slag bij Marathon, hadden veel belangwekkender dingen om zichzelf te beschrijven. "Waar was jij toen de Perzen kwamen?" was in die dagen een beroemde uitdrukking in Athene.

Dat illustreert hoe "Marathon" en "Thermopylae", overwinning en nederlaag, in de ogen van de toenmalige Grieken een enorme spirituele betekenis verkregen. Dit was het volk dat stilaan eens aan "de Gouden Eeuw" zou gaan beginnen - maar tot dat moment toch maar een stelletje half-barbaarse, onderling vechtende stadsstaatjes was. En die mensen konden nu zichzelf bekijken en ineens iets heel anders zien. Ineens zagen ze een stel verdedigers van waarden als "volk" of "vrijheid", en de vaardigheden nodig om in een phalanx te blijven staan zullen er ook bij geweest zijn. In ieder geval zagen ze ineens, onder daverend en welverdiend applaus, zichzelf als een volk en een cultuur waar bepaald niet mee te spotten viel. Het waren vonken die mee aanleiding gaven tot een uitbarsting van verlichting, die nog eens extra kleur kregen door respectievelijk de verpletterende overwinning bij Marathon, en de heroische opoffering bij Thermopylae.

Naast deze "spirituele" kant van het verhaal was er wel degelijk ook een militaire kant, zelfs als ik niet weet hoe je de Slag om de Thermopylen ooit als Griekse overwinning kan voorstellen. Die militaire kant was precies wat ik in de post van voetnoot (3) de "mooiste echo" vond. Sta me toe een laatste keer te proberen dat beeld van die "in elkaar geklikte schilden met daarop de letter lambda" te evokeren. Dat was het beeld waarvan de Perzen in de pas bij Thermopylae hadden geleerd dat ze het nooit meer wilden zien; toch niet frontaal. Maar dat was precies wat ze toch te zien kregen toen de beslissende fase van die laatste slag, bij Plataea (4) uiteindelijk aanbrak. Daar stonden ze terug, met hun lambda's, en "deze keer geen vijftig of zestig maar tienduizend naast elkaar en acht rijen dik".

Want het was weer eens "geen gewone phalanx, maar wel een Spartaanse phalanx". En de Perzen zagen dat het niet goed was. Het zal wel niet zo absurd zijn, zeker, te veronderstellen dat Leonidas en zijn driehonderd Spartanen, toen al, daar bij Plataea, nog altijd op het bord stonden, en begonnen aan de indrukwekkende postume carrière die maakt dat ze hier net weer eens zijn opgeroepen?

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/search/label/Vreemdeling%20ga%20de%20Spartanen%20vertellen...
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/marathon.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/04/gates-of-fire-het-einde-van-het-verhaal.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-beslissende-slag-plataea.html

zaterdag 14 april 2012

"So far, so good"

Het beste stuk van mijn "analyses" over de Amerikaanse verkiezingen van vier jaar geleden vond ik de terugblik, toen de afloop bekend was en je dat kon vergelijken met wat je er met je neus bovenop over geschreven had. De harde waarheid was dat het niet zeer indrukwekkend was, toch opgevrolijkt met het idee dat het tenminste amusant was (1). Een paar zwaar de mist ingegane voorspellingen, maar ook "technische" fouten, zoals vergeten namen en datums te noemen, zodat je er achteraf veel te weinig mee kan reconstrueren hoe het er ongeveer moet uitgezien hebben.

Die technische fouten kan je alleen maar proberen te verbeteren, en hoewel ik dat ook echt geprobeerd heb vind ik nog altijd dat mijn huidige beschrijvingen nog niet accuraat genoeg overkomen. Ik weet niet goed waarom, ik denk dat het veel te maken heeft met het verschil tussen mensen die iets over "nieuws", "verslaggeving" en "communicatie" weten, en mensen die gewoon wat zitten te bloggen.

Maar hoe zit het met de "voorspellingen"? Nu de laatste min of meer serieuze tegenkandidaat heeft afgehaakt en Romney quasi zeker de uitdager wordt kan je al een soort pré-terugblik proberen. En dan vind ik dat het nog niet zeer slecht gedaan heb. Merk overigens op dat ik nog een heel ander vooroordeel heb: de toekomst is onvoorspelbaar. Dat vooroordeel is zo sterk dat ik ook hier zal benadrukken hoe de juiste voorspellingen nog altijd hopeloos verwarde gevallen van "meer geluk dan wijsheid" waren.

Toch ben ik er wel trots op dat ik al héél lang op voorhand kon zeggen: wat zitten al die "serieuze" commentaren zich toch om Sarah Palin te bekommeren; een zodanig dwaas mens dat er van haar natuurlijk al lang geen sprake meer zal zijn wanneer het spel echt op gang komt. Ik bespaar ons allemaal de url's van intussen màààànden (soms zelfs jaren) geleden, waarin parmantig werd aangekondigd dat "de Democraten bang waren van Palin" en veel consoorten. Met welke soort blindheid moet je geslagen zijn om dat uit je klavier te krijgen? Dezelfde blindheid, ongetwijfeld, die dezelfde mensen nog Bush' Irakoorlog deden verdedigen tot lang nadat die al beschaamd niet eens zijn eigen leugens meer volhield. Maar waar komt die blindheid vandaan? Er zitten echt een hoop doorgaans luciede geesten tussen die, als het over deze onderwerpen ging, van het ene moment op het andere niet meer konden zien wat zich recht onder hun neus afspeelde.

Het zou allemaal niet zo belangrijk zijn als steeds diezelfde mensen niet geregeld ook nog veel macht hadden...

Iets heel anders was mijn voorspelling dat Romney de tegenkandidaat zou worden. Niet omdat ik dacht dat we dat in april al "lang" (toch wel een paar maanden) zouden weten: de toekomst is nu eenmaal onvoorspelbaar, en je weet nooit of de één of andere miljardair enkele fracties van percenten van zijn vermogen wil gebruiken voor het amusement van in een presidentiële verkiezingscampagne betrokken te zijn. Veel interessanter is de manier waarop ik mezelf met grote ogen voelde kijken naar hoe dat allemaal veel minder zeker leek te worden dan gedacht. Ook dat is me vier jaar geleden enkele keren overkomen: "ik geloofde het niet terwijl het voor mijn ogen gebeurde", en ik geloofde het terecht niet, maar dat wist ik alleen maar na de afloop. Terwijl het gebeurde gingen al die zekerheden zwaar aan het wankelen, tot het punt dat je niet kan volhouden dat je "het altijd wel geweten hebt". Zelfs niet als het achteraf toch waar bleek ("de toekomst is onvoorspelbaar").

Het gaat dus om de verhouding tussen wat je ziet als je er middenin zit, en wanneer het is afgelopen. Natuurlijk heb ik altijd beweerd dat Romney de voorverkiezingen zou winnen. Natuurlijk heb ik dat al beweerd toen veel serieuze commentatoren het nog angstig over de tegenkandidaten hadden. Maar het blijft allemaal schone schijn, iets waarvan je kan verbergen dat het ook maar wijsheid achteraf was omdat iedereen die gebeurtenisjes als de voorverkiezing van Iowa wel ontzettend spannend vindt op het moment zelf, maar al lang weer vergeten is als het een paar maand later is.

En dus is de waarheid dat ik correct Romneys overwinning heb voorspeld, maar dat dat niet veel meer voorstelt dan iemand die beweert dat hij een zes gaat gooien met een dobbelsteen, en het vervolgens nog doet ook. Ja, er bestaan juiste voorspellingen, maar nee, dat betekent niet dat de toekomst voorspelbaar is. Het betekent alleen dat je alleen maar zes mensen nodig hebt die allemaal een verschillende voorspelling maken over een worp met een dobbelsteen, en je zal een correcte voorspelling hebben.

Hoe zit het met de overblijvende voorspellingen? Ik denk nog altijd dat Obama zal winnen. Ik denk ook dat het géén landslide wordt (dat lijkt me een te gemakkelijke) en dus "een spannende strijd". Want (en dat lijkt me wel betekenisvol) al het gejammer over de verscheurde Republikeinen zal tegen de zomer verdwenen zijn als sneeuw voor de zon, en veel mensen die destijds zo schamper deden over "anything but Bush" (waar ikzelf nog altijd trots op ben) zullen nu voor "anything but Obama" kiezen. En tenslotte denk ik dat Obama zal winnen omdat de aanvallen op "Romneycare" hun tol zullen eisen. Ook beeld ik me in dat elke uitspraak van Romney, bedoeld om de onafhankelijke kiezer aan te spreken, onmiddellijk zal gevolgd worden door een tegenovergestelde uitspraak van Romney uit de voorverkiezing, samen met een beeld van een intussen beroemd geworden "etch the sketch" die alles weer uitwist, en vervangt door de nieuwe versie. En Obama die approved of the message, of course.

Hoe zwaar kan ik het mis hebben? Ik vind dat "spannende strijd" moet betekenen dat Obama ook eerder nipt kan verliezen: anders is het toch niet "spannend"? Het zou in elk geval veel beter zijn als voorspelling, destijds maanden geleden, dan al die mensen die het over Palin hadden.

Als Obama afgetekend verliest heb ik nog mijn hedge dat dat inderdaad kan, indien de economische crisis in november nog veel zwaarder is geworden. Dat zou in elk geval een significant foute voorspelling blijven, maar toch. En het wordt een "zware misser" als Obama in dit soort (of beter) economische omgeving afgetekend verliest.

Maar alles bij elkaar zit ik nog heel redelijk op koers. Momenteel zou ik zelfs vinden, indien Obama in november een spannende strijd wint, dat de kwaliteit van mijn beweringen er in vergelijking met vier jaar geleden op vooruit is gegaan.

----------------------------------
UPDATE, 's avonds dezelfde dag...
Hmmmmm, nja, 't begint al:
http://politicalwire.com/archives/2012/04/14/obama_celebrates_romneycare.html#047397a

----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/verkiezingen-het-is-geen-wetenschap.html

vrijdag 13 april 2012

Een vakantie met duizend stukjes

Het zal paradoxaal klinken, maar door het zeer matige vakantieweer is het me niet gelukt in het "serieus" boek te lezen dat ik had meegenomen. Niet heel erg: het was Against Method van Paul Feyerabend, en in feite heb ik het al een paar keer gelezen. Maar het is één van die boeken die je best een paar keer leest om toch een beetje te doorgronden waarover hij het heeft - en dat is dus niet gelukt: Zeer matig vakantieweer.

Normaal zou je het omgekeerde verwachten. Maar vakantie (in het bijzonder als het) "aan zee" (is) gaat als volgt. Ochtend op het zonnige maar rustige strand, waar ruisende zeeën en spelende kindjes (ze zijn toch ook niet meer super klein) precies de soort rust geven om heel veel in serieuze boeken te lezen. Vanaf de namiddag is het Machtig Brein al een beetje vermoeid, en dan is het tijd voor het "speels" boek. Dat is veel beter gelukt: peuter Simon doet nog lange middagslaapjes, en hoewel af en toe de zon goed doorbrak was papa toch vrijwilliger om thuis te blijven: boekje lezen.

Deze keer was het Reamde van Neal Stephenson, de auteur van Cryptonomicon (en Anathem, en vele andere). Ik vind het tot nu toe heel erg goed; vele honderden en honderden bladzijden gelezen, en tot nu toe vind ik het zowat de Cryptonomicon klasse: ongeveer het hoogst mogelijk compliment. Kortom, het was geen straf om namiddagen en avonden met zicht op zee een boek te moeten vasthouden; misschien schrijf ik er nog wel iets over.

Intussen was het ook daarnaast best nog een redelijke vakantie. Het was vooral koud, maar zolang het niet teveel regent is de kust best te doen. Een strandwandeling door het gemiezer en fris uitgewaaid een etablissementje op de dijk in en pannenkoeken en wafels, met boter en suiker en ijsjes, en dan de ingrediënten voor het avondeten, inclusief een flesje wijn, of gewoon de dagschotel in het restaurant van het hotel twintig meter verder: meer moet dat niet zijn.

En de go-carts op de dijk! Scholier Sarah en kleuter Thomas kozen elk een soort paardenracewagen, met trappertjes aan een wagentje achter een paardenkop, en ze voelden zich als Romeinse wagenmenners in het Circus Maximus. Het was rustig op de dijk ("zeer matig vakantieweer") en ze reden de ene wedstrijd na de andere, en kleuter Thomas deed dat zo goed dat hij geregeld zijn grote zus voorbijstak - misschien had hij gewoon een wagentje dat vlotter reed, maar toch. In ieder geval, loeiende pret aan beide kanten, en niet veel meer dan twintig aanrijdingen. Het mooist was echter peuter Simon. Die had een wagentje in de vorm van "Bliksem" uit de beroemde "Cars" serie, en op een leeftijd waarop de toenmalige peuter Sarah nog geen driewieler kon trappen raasde hij over het plein als een toekomstige Formule Eén rijder. Met gemak stak hij een hoop kleuters voorbij terwijl hij in het passeren vol triomf "Bliksem McQueen, eh! Bliksem McQueen, eh!" brulde. Met dat peuterstemmetje, natuurlijk.

Zoals vanzelf spreekt hebben we ook een stichtelijke dag in Plopsaland DePanne doorgebracht.

En dan waren er zeker ook nog de zonnige perioden, waarbij je een wandeling naar de volgende badplaats (pannenkoeken, wafels...) maakt en met de tram terugkeert, of waarbij je wel degelijk een volle dag op het strand zit (boekjes, zandkastelen...) of de bewolkte dagen waarop je met je handen op je rug langs de Luidbruisende Zee loopt en denkt aan oude mythen en moderne wetenschap. De spelletjes van peuters, kleuters, en schoolkindjes, en de verhaaltjes, en de puzzels.

Ja, de puzzels. We hebben een puzzel van duizend stukjes gekocht: dui - zend. Scholier, kleuter en papa hebben eerst alle stukjes omgedraaid. Het was een pretparkmotief, waarbij allerlei Disneyfiguren op allerlei attracties zaten te wuiven naar de puzzelaar. Begon een gepluk en geschuif van jewelste, waarbij de vorderingen, om eerlijk te zijn, eerst minimaal waren. Tot papa enkele lange stukken kant isoleerde en aan mekaar reeg, terwijl scholier Sarah een hoop wit en roos uit een voorgrondmotief van een eerste structuur voorzag. Het zijn geweldige puzzelaars, die ukken van ons, maar in hun eentje zou het niet gelukt zijn. Desondanks peuterde scholier Sarah verschillende eilandjes in mekaar, die werkelijk, met de nodige moeite, geleidelijk groter werden. Met papa als goed voorbeeld - al snel enkele eilandjes van twintig en meer stukjes, en een kader dat er al snel heel overzichtelijk ging uitzien - zette het klein grut zich ijveriger dan ooit aan het werk. Peuter in bed, mama mee aan de slag, de familie zag het werkstuk groeien onder haar handen.

In het begin ging het kleuter Thomas boven zijn pet, maar ook hij is een geweldige puzzelaar: alleen is hij nog maar vier jaar. Eénmaal je de structuur van het ding kon gaan zien - zeg na een vierhonderd stukjes of zo - bleek hij heel goed te weten hoe de puzzel ineen zat. Je zag hem het ene stukje na het andere beetpakken; onmiddellijk ging dat hoofdje naar de juiste kant van de puzzel, en even later lag het ding waar het moest zijn: kleuter Thomas glunderde dat het licht gaf. In ruim meer dan de helft ging het werkelijk zo; hij moet werkelijk oog hebben voor het detail van die kleine stukjes, èn voor het groot overzicht van het geheel. Ik weet zeker dat hij een pak meer dan 100 stukjes aan het totaal heeft bijgebracht, en ik verzeker je, dat maakt een verschil.

Het was een daverend succes. Het schijnt dat we een echte plensnamiddag hebben gehad, de vorige week daar aan zee. Niks van gemerkt. Op één dag was de puzzel af.

vrijdag 6 april 2012

"Doping" (Newspeak Alert!)

"Beurs teleurgesteld door uitblijven doping" (of zoiets) is wat ik in de kranten lees. En dat lijkt me een voorbeeld van "newspeak"! Je weet wel, die term van Orwell, die uitdrukt dat in het taalgebruik een wereldbeeld impliciet wordt binnengesmokkeld, zodat je niet meer de moeite hoeft te doen er ook nog argumenten bij te geven.

Het wereldbeeld in kwestie is dat alleen een economie die gebaseerd is op de activiteiten van vrije individuen een "echte" economie is. Al de rest (de lezer begrijpt: alles wat met overheidsoptreden te maken heeft) is artificiëel, onecht, schadelijk en in het bijzonder moreel (in de zin van eeuwige, absolute waarden) slecht. Dat zijn allemaal dingen die je uitdrukt in het woord "doping", dus als je de toestand maar vaak genoeg "doping" noemt, dan heb je al snel een zekere kans dat een hoop mensen gaan geloven dat het ook "doping" is.

Merk nu vooral op dat ik niet wil ontkennen dat dat best mogelijk is. Wat ik wel wil ontkennen is dat we dat weten, in tegenstelling tot, bijvoorbeeld, vermoeden, geloven, vrezen, etcetera. In werkelijkheid is het iets waarover grote onenigheid bestaat bij de experten. Een beetje zoals dokters die zich verzamelen bij het bed van een patiënt die lijdt aan een mysterieuze ziekte (vanzelfsprekend) wel allemaal weten wat koorts of dehydratatie is, maar grote onenigheid kunnen vertonen over de oorzaken en de remedie van dit speciaal geval.

Dus het is mogelijk dat de huidige economie er momenteel beter (lees: "minder slecht") voorstaat dan zonder een hoop overheidsoptreden het geval zou zijn. Het is mogelijk dat de "echte" economie alleen maar de waarde van de economie is indien dat overheidsoptreden er niet was. Het is mogelijk dat het verschil tussen die twee alleen maar een kunstmatig in stand gehouden oppepperij is, die op een dag in mekaar moet stuiken - en dat "het" dan zelfs nog erger zou zijn dan wanneer we het nu maar ineens in mekaar laten stuiken.

Het is echter ook mogelijk dat dat een veel te simplistisch wereldbeeld is. Het is mogelijk dat een aan zichzelf overgelaten economie op een veel lager evenwicht terecht komt, of zelfs zichzelf helemaal de grond inboort, dan een economie die haar eigen gang kan gaan. Er bestaat bijvoorbeeld (onder veel andere) zoiets als "Prisoners' Dilemma" (1), waarbij het meest rationeel gedrag van elke deelnemer voor zich een sterk sub-optimaal resultaat voor de groep oplevert. Of er bestaat zoiets als een "liquiditeitscrisis" waarbij een op zich gezond systeem per domino effect helemaal tegen de vlakte kan gaan om redenen van een op zich irrationele schok, zoals een vertrouwensschok. Om van "vleesmoleneffect" (2) maar te zwijgen.

In dat soort gevallen is een mogelijke oplossing het ingrijpen vanaf een hoger niveau. En in dat geval is er ook in de huidige economie een verschil tussen de economie "zoals die er nu uitziet" en "zoals die er zou uitzien zonder overheidsoptreden". Alleen is dat in dit scenario een verschil in het voordeel van overheidstussenkomst. En in dat geval is het normaal dat de beurzen teleurgesteld zijn als de overheden aankondigen dat ze toch maar afzien van interventie. De beurzen - dat zijn nog altijd die markten waarin we zoveel vertrouwen hebben wanneer ze onze vooroordelen bevestigen, maar die we van "doping" beschuldigen wanneer ze dat niet doen - zien dan dat positief verschil wegsmelten, en de waarderingen volgen.

Dat is waar in dit debat, tussen serieuze mensen, onzekerheid over bestaat. Dat wil zeggen, serieuze mensen van de ene partij beseffen heus wel dat een teveel aan overheidsoptreden, in het bijzonder wanneer dat gepaard gaat met almaar stijgende schulden (tot het punt waar noch de brave huisvaders, noch de haaien van de markten die willen financieren), op de duur op een grens moet botsen (tenzij, natuurlijk, ze zich diep, diep in de domeinen van "het is de schuld van het kapitalisme" bevinden). En serieuze mensen van de andere kant beseffen heus wel dat een zekere, "minimale" mate van overheidsoptreden vaak wel een goed en nuttig idee kan zijn (tenzij, natuurlijk, ze zich ver, ver voorbij de rechterkant van Friedrich Hayek bevinden).

En dus is het beschrijven van de toestand in termen van "doping" een voorbeeld van "newspeak" die de rechterkant altijd buitengewoon goed kan ontmaskeren - zolang het maar "newspeak" van de linkerkant is. Als het daarentegen "newspeak" van hun eigen kant betreft, dan kan het niet genoeg herhaald worden. Je weet tenslotte maar nooit of de verbale ingreep niet het effect heeft dat een hoop mensen gaan geloven dat hun assumpties (waarover in werkelijkheid nog altijd grote debatten plaatsvinden) in feite bewezen realiteiten zijn.

---------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten_13.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2011/08/meer-schulden-om-een-schuldcrisis-te.html

zondag 1 april 2012

Gates of Fire: Het einde van het verhaal

Van een goed boek verwacht je ook dat het een goed einde heeft. Dat is bijvoorbeeld zo bij Tolkien, die de moeite neemt om zijn lezer in kleine stukjes te laten afscheid nemen van heel die enorme cast die hij al die tijd heeft bijeen gesprokkeld. En het is ook zo in Herman Wouks Winds of War (1), waar één van de hoofdfiguren aan het einde door de oorlog over de puinhopen van het kapotgeschoten Europa zwerft om nog een laatste queeste tot een ontroerend einde te brengen. Maar dat het niet noodzakelijk zo is zie je in Cryptonomicon, waarvan ik me samen met heel veel andere enthousiaste lezers al vaak heb afgevraagd wat de schrijver in godsnaam bezield heeft.

In Gates of Fire lukt het Pressfield heel aardig. De grote val die hij alvast ontwijkt, gezien het thema zelf, is dat hij niet kiest voor een tranerige, of een pseudo-monumentale beschrijving van het einde van de slag, en klaar. Hij kiest integendeel voor een reeks "naschokken", waarvan de allerlaatste, deze keer inderdaad onvermijdelijk, dat bordje met de laconieke tekst is (2). "Hebben de Grieken daar dan geen enorm monument opgericht?" wil iemand weten, als een vreemdeling de Spartanen gaat vertellen dat de 300 daar op hun bevel zijn gesneuveld, maar nee, het is bij die korte verzen gebleven, en dat is de bezegeling van het verhaal.

Maar er zijn nog een paar andere naschokken, waaronder het feit dat verteller Xeones, zoals die dat zelf wilde, uiteindelijk aan zijn verwondingen bezwijkt, zodat hij zijn kameraden in de onderwereld kan vervoegen en zijn lijk door zijn enige bloedverwant een fatsoenlijke begrafenis kan krijgen. Verder noteert onze historicus het laatste deel van het verhaal gelijktijdig met de gebeurtenissen van die zo anders aflopende slag bij Salamis (3), zodat de doorbraak bij de Thermopylen in de oren van de lezer al meteen gecompenseerd is: maar dat is nu eenmaal wel degelijk ook de historische realiteit.

En tenslotte is er nog een andere naschok, in mijn ogen de mooiste, waarin onze noterende historicus (wanneer Xeones zelf dus al overleden is) nog verslag doet van de definitieve gebeurtenissen bij Plataea (4). De Grieken breken door, het hoofdkwartier wordt ingenomen, de hoplieten beginnen een slachting aan te richten onder de dienaren en schrijvers die zich daar bevinden, en de historicus kan net zijn vel redden door het noemen van de namen waarvan een lezer nu eenmaal na elk goed boek afscheid moet nemen: en dus creëert hij die broodnodige echo waar je een beetje op zit te wachten. Het laatste aanroepen van de namen "Dienekes" en "Alexandros" en "Polynikes" enzovoort brengt al gauw een echte Spartaan in vol ornaat in beeld (een laatste beschrijving van wat voor ongelofelijke schepsels dat toch waren...) en de mogelijkheid om de Spartanen een blik te gunnen op de laatste momenten van hun grootste helden uit de hele wereldgeschiedenis redt dus inderdaad onze verteller.

En dat is ook de overgang naar de reden waarom ik die verwijzing naar de slag bij Plataea nog de mooiste naschok van het verhaal vind. Immers, ook daar lijkt het er op dat de definitieve overwinning van de Grieken is voortgevloeid uit de finale confrontatie van dat gigantische Perzische leger met een phalanx: "en het was geen gewone phalanx, maar wel een Spartaanse phalanx". Dat laat een prachtige echo toe, naar die verschillende keren dat je al bij de Thermopylen kon lezen: als de Spartanen hun schilden tegen elkaar klikken en naar voren stappen: hou je dan maar vast aan de takken van de bomen:

"Our warriors beheld again that line of lambdas upon the interleaved shields of Lakedaemon, not this time in breadth of fifty or sixty as in the confines of the Hot Gates, but ten thousand across and eight deep, as Xeones had described them, an invincible tide of bronze and scarlet. The courage of the men of Persia once again proved no match for the valour and magnificent discipline of these warriors of Lakedaemon fighting to preserve their nation's freedom."

Zo bezegelt Pressfield de rol van de Slag om de Thermopylen met een verband naar het geheel van de Perzische oorlogen. Nog steeds overtroffen de Perzen de Grieken in een verhouding van drie tot één - maar het verschil was dat een hoop Perzen al eens eerder die muur van schilden met de letter lambda hadden gezien: en anders mag je er donder op zeggen dat ze er al van hadden gehoord, en hoe. En deze keer stonden er geen vijftig of zestig naast elkaar, maar tienduizend, en dat acht rijen diep. Ik veronderstel wel dat je daarmee kan zeggen: de Perzen kwamen en zagen, en ze wisten genoeg.

------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/herman-wouk.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/03/kom-ze-maar-halen.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/10/salamis.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/11/de-beslissende-slag-plataea.html