Het zal paradoxaal klinken, maar door het zeer matige vakantieweer is het me niet gelukt in het "serieus" boek te lezen dat ik had meegenomen. Niet heel erg: het was Against Method van Paul Feyerabend, en in feite heb ik het al een paar keer gelezen. Maar het is één van die boeken die je best een paar keer leest om toch een beetje te doorgronden waarover hij het heeft - en dat is dus niet gelukt: Zeer matig vakantieweer.
Normaal zou je het omgekeerde verwachten. Maar vakantie (in het bijzonder als het) "aan zee" (is) gaat als volgt. Ochtend op het zonnige maar rustige strand, waar ruisende zeeën en spelende kindjes (ze zijn toch ook niet meer super klein) precies de soort rust geven om heel veel in serieuze boeken te lezen. Vanaf de namiddag is het Machtig Brein al een beetje vermoeid, en dan is het tijd voor het "speels" boek. Dat is veel beter gelukt: peuter Simon doet nog lange middagslaapjes, en hoewel af en toe de zon goed doorbrak was papa toch vrijwilliger om thuis te blijven: boekje lezen.
Deze keer was het Reamde van Neal Stephenson, de auteur van Cryptonomicon (en Anathem, en vele andere). Ik vind het tot nu toe heel erg goed; vele honderden en honderden bladzijden gelezen, en tot nu toe vind ik het zowat de Cryptonomicon klasse: ongeveer het hoogst mogelijk compliment. Kortom, het was geen straf om namiddagen en avonden met zicht op zee een boek te moeten vasthouden; misschien schrijf ik er nog wel iets over.
Intussen was het ook daarnaast best nog een redelijke vakantie. Het was vooral koud, maar zolang het niet teveel regent is de kust best te doen. Een strandwandeling door het gemiezer en fris uitgewaaid een etablissementje op de dijk in en pannenkoeken en wafels, met boter en suiker en ijsjes, en dan de ingrediënten voor het avondeten, inclusief een flesje wijn, of gewoon de dagschotel in het restaurant van het hotel twintig meter verder: meer moet dat niet zijn.
En de go-carts op de dijk! Scholier Sarah en kleuter Thomas kozen elk een soort paardenracewagen, met trappertjes aan een wagentje achter een paardenkop, en ze voelden zich als Romeinse wagenmenners in het Circus Maximus. Het was rustig op de dijk ("zeer matig vakantieweer") en ze reden de ene wedstrijd na de andere, en kleuter Thomas deed dat zo goed dat hij geregeld zijn grote zus voorbijstak - misschien had hij gewoon een wagentje dat vlotter reed, maar toch. In ieder geval, loeiende pret aan beide kanten, en niet veel meer dan twintig aanrijdingen. Het mooist was echter peuter Simon. Die had een wagentje in de vorm van "Bliksem" uit de beroemde "Cars" serie, en op een leeftijd waarop de toenmalige peuter Sarah nog geen driewieler kon trappen raasde hij over het plein als een toekomstige Formule Eén rijder. Met gemak stak hij een hoop kleuters voorbij terwijl hij in het passeren vol triomf "Bliksem McQueen, eh! Bliksem McQueen, eh!" brulde. Met dat peuterstemmetje, natuurlijk.
Zoals vanzelf spreekt hebben we ook een stichtelijke dag in Plopsaland DePanne doorgebracht.
En dan waren er zeker ook nog de zonnige perioden, waarbij je een wandeling naar de volgende badplaats (pannenkoeken, wafels...) maakt en met de tram terugkeert, of waarbij je wel degelijk een volle dag op het strand zit (boekjes, zandkastelen...) of de bewolkte dagen waarop je met je handen op je rug langs de Luidbruisende Zee loopt en denkt aan oude mythen en moderne wetenschap. De spelletjes van peuters, kleuters, en schoolkindjes, en de verhaaltjes, en de puzzels.
Ja, de puzzels. We hebben een puzzel van duizend stukjes gekocht: dui - zend. Scholier, kleuter en papa hebben eerst alle stukjes omgedraaid. Het was een pretparkmotief, waarbij allerlei Disneyfiguren op allerlei attracties zaten te wuiven naar de puzzelaar. Begon een gepluk en geschuif van jewelste, waarbij de vorderingen, om eerlijk te zijn, eerst minimaal waren. Tot papa enkele lange stukken kant isoleerde en aan mekaar reeg, terwijl scholier Sarah een hoop wit en roos uit een voorgrondmotief van een eerste structuur voorzag. Het zijn geweldige puzzelaars, die ukken van ons, maar in hun eentje zou het niet gelukt zijn. Desondanks peuterde scholier Sarah verschillende eilandjes in mekaar, die werkelijk, met de nodige moeite, geleidelijk groter werden. Met papa als goed voorbeeld - al snel enkele eilandjes van twintig en meer stukjes, en een kader dat er al snel heel overzichtelijk ging uitzien - zette het klein grut zich ijveriger dan ooit aan het werk. Peuter in bed, mama mee aan de slag, de familie zag het werkstuk groeien onder haar handen.
In het begin ging het kleuter Thomas boven zijn pet, maar ook hij is een geweldige puzzelaar: alleen is hij nog maar vier jaar. Eénmaal je de structuur van het ding kon gaan zien - zeg na een vierhonderd stukjes of zo - bleek hij heel goed te weten hoe de puzzel ineen zat. Je zag hem het ene stukje na het andere beetpakken; onmiddellijk ging dat hoofdje naar de juiste kant van de puzzel, en even later lag het ding waar het moest zijn: kleuter Thomas glunderde dat het licht gaf. In ruim meer dan de helft ging het werkelijk zo; hij moet werkelijk oog hebben voor het detail van die kleine stukjes, èn voor het groot overzicht van het geheel. Ik weet zeker dat hij een pak meer dan 100 stukjes aan het totaal heeft bijgebracht, en ik verzeker je, dat maakt een verschil.
Het was een daverend succes. Het schijnt dat we een echte plensnamiddag hebben gehad, de vorige week daar aan zee. Niks van gemerkt. Op één dag was de puzzel af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten