woensdag 31 mei 2006

De Specialist

Aan een ovalen tafel in een nogal donkere ruimte nuttigen acht mensen, bezig aan de derde gang, het diner. De gemiddelde leeftijd is 75 jaar. De deur gaat open en naar binnen stapt K, die waarneembaar jonger is. K begint het obligate rondje handjes schudden. Even nog is hij beschermd door het feit dat op zijn arm het schattig baby'tje S zit rond te kijken. Even, nog, gaat de conversatie als volgt:

"Oh, zo'n grote oogjes!"
"Ze lijkt op haar papa, zie dat neusje!"
(Alle baby's hebben een patatneus, maar toch bedankt.)
"Wat een mooie baby, en al zo groot!"

Maar dan gaat één van de oude knarren een licht op, en het feest is over. Zomaar ineens gaat de conversatie als volgt: "Gij werkt toch in de dealingroom? Wat gaat de dollar doen?"

Ah, wel... het zit zo. Grote sterke economieën (zoals de EU en de VS) vinden het handig als er vrij verkeer van kapitaal is. Een Amerikaan die vindt dat de beste (bijvoorbeeld) machines die hij kan kopen in Europa te vinden zijn heeft geen zin om ofwel inferieure lokale machines te kopen, ofwel documenten in drievoud in te vullen om euro's te mogen kopen. Neen, hij wil gaan en staan waar hij wil en deviezen kopen naar zijn goeddunken. We zijn tenslotte geen politiestaat, ook financiëel niet. En een Europeaan die de beste software wil kopen... dollars... enzovoort.

En grote sterke economieën vinden het ook handig om zelf te kunnen zeggen wat de stand van de (korte termijn) rente op hun geld is. Namelijk, als ze schrik hebben van inflatie werkt het redelijk goed om de rente te doen stijgen. En als ze integendeel schrik hebben van recessie, dan werkt het, uimmm, wel, toch wel tamelijk af en toe, als je de rente doet dalen.

En het punt is, dat alles werkt maar als het absoluut onzeker is wat de waarde van de munt is, tegenover een andere munt die ook aan vrij kapitaalverkeer doet, en die ook de stand van rente wil controleren. Immers, neem aan dat één euro bij wet een waarde van één dollar krijgt. Neem aan dat de rente in Europa 3% is, en in de VS 5% is. Als nu de onderlinge waarde van EUR/USD vastligt, dan zal iedereen in Europa geld ontlenen aan 3%, dat geld aan de koers van één omzetten in dollar, en die gaan beleggen in de VS aan 5%... en zonder enig risico 2% op zak steken. Immers, aan het einde van de rit kunnen ze aan de vastgelegde koers van één de dollars terug in euro omzetten. En het gevolg zal een enorme geldstroom richting US zijn, waar de interestvoeten juist zo hoog waren om inflatie tegen te gaan; lees, om het geld wat af te remmen. Precies het omgekeerde van wat de bedoeling was.

Kortom, je kan niet tegelijk vrij kapitaalverkeer hebben, en de stand van de rente vastleggen, en de waarde vastleggen van je munt tegen een andere munt, als die ook vrij kapitaalverkeer heeft en als die ook de stand van zijn rente vastlegt.

Of ook: je kan alleen maar vrij kapitaalverkeer en een gecontroleerde rente hebben, als de waarde van je munt tegen die andere munt waar dezelfde politiek wordt gevoerd, onzeker is.

En als de waarde van de munt onzeker is (synoniem: onvoorspelbaar), en ook moet zijn, dan bestaat er (natuurlijk) geen ernstig antwoord op de vraag "en wa gaat den dollar doen?". Tenzij misschien "ik weet het niet."

Maar dat zijn allemaal dingen waar je in dit gezelschap niet moet mee afkomen. Iedereen heeft natuurlijk vanop honderd kilometer voelen afkomen dat nonkel Lowie met zijn spaarcenten een paar honderdduizend dollar heeft gekocht - en het is bepaald niet onmogelijk dat hij dat gedaan heeft toen een euro werkelijk gelijk was aan een dollar - en nu zijn de grote filosofische problemen volgens nonkel Lowie (1) waar komt het universum vandaan, (2) de dollarbewegingen van april 2006 en (3) hoe lossen we de honger in de wereld op.

En dus is "ik weet het niet" niet goed genoeg, en de uitleg hierboven te lang. Veel, veel te lang.

Het gezicht van nonkel Lowie betrekt, ook de gezichten van de andere aanwezigen staan donker, K is (weer eens) de boel aan het bedonderen. De conversatie gaat verder als volgt:

"Hoe, ge weet het niet? Gij werkt toch in dem bank? Gij zij toch ne specialist? Als gij het al niet weet?"

Precies. Dus, we hebben: K is ne specialist, en K zegt dat hij het niet weet. Dus wat is de objectieve conclusie? De objectieve conclusie is dat het iets betreft dat specialisten niet weten (en, sterker nog, niet kunnen weten, omdat de wereld zo georganizeerd is dat het onvoorspelbaar is, en moet zijn). En wat is de conclusie van nonkel Lowie? Nonkel Lowie ervaart een gevoel van onbegrip, irritatie en frustratie: de jeugd van tegenwoordig is er erger aan toe dan ooit. Nonkel Lowie zal de status van "specialist" herzien, die K in zijn opinie had.

En dus kunnen we een paar belangrijke conclusies trekken.

Ten eerste, specialisten zijn mensen die je vertellen wat je wilde horen.
Ten tweede, als je je status van specialist wil houden, vertel ze dan tot elke prijs om het even welke flard bullshit, zolang het maar goed klinkt.

Of waarvoor denk je dat al die beleggingsblaadjes, krantenanalyses en workshops voor dienden? Dacht je dat het was om te vertellen wat de dollar ging doen?

maandag 29 mei 2006

Het Zevende Millennium

Ruwweg 6,000 jaar geleden begon in Mesopotamië wat we vandaag de eerste beschaving noemen; die van de Sumeriërs. Alles is relatief: er waren in de voorgaande millennia al “culturen” en “hoogstaande samenlevingen” waarvan een ontwikkelde vertegenwoordiger ongetwijfeld dacht dat ze behoorlijk beschaafd waren. En anderzijds zou het ruwweg nog een millennium duren voor het schrift werd uitgevonden, en dus zou je al even goed kunnen argumenteren dat het Eerste Millennium nog de prehistorie was.

Maar toch, ze waren er, met hun tempeleconomieën, hun irrigatiewerken, hun kunst en hun spiritualiteit, en ze ontwikkelden wel degelijk dat schrift, en dus zal ik het er maar bijnemen. Het was het Eerste Millennium van de beschaving, en het begon 6,000 jaar geleden, en als iemand het anders ziet, wel, zoek op dit blog op trefwoord “een puur verbale kwestie”...

Bij het begin van het Tweede Millennium was er dus dat schrift, en er was nog iets anders: oorlog. De tempeleconomieën waren stadsstaten (-staatjes) geworden, en ze waren met elkaar in concurrentie geraakt om land en water, en de show begon. Ook ligt Mesopotamië er erg kwetsbaar bij vanuit het standpunt van een invasie. Van alle richtingen kan je er gemakkelijk binnenvallen, en de lokale bevolking die iets van verdediging wilde organizeren moest het op een hoger plan zoeken. Geleidelijk aan onderwierpen de kleinere steden zich aan de grotere, en naar het einde van het Tweede Millennium ontstond er onder Sargon een eengemaakt “keizer”rijk.

Sargon was eigenlijk “Sargon van Akkad”, en Akkad was een semi-beschaafd gebied, noordelijker tussen de “twee stromen” Tigris en Eufraat, dat geleidelijk de hogere beschaving van Sumer assimileerde, en dat bij gelegenheid wel eens onder de vorm van militaire verovering deed. Van dat patroon zijn vele voorbeelden: Alexander de Grote deed hetzelfde met de Grieken, 2,000 jaar later: evenveel tijd na Sargon als er tijd is verlopen tussen ons en Keizer Augustus.

En tegelijk kon nog een ander patroon van start gaan, dat bijgevolg geen eeuwen is maar wel millennia oud is. Met het Derde Millennium verscheen ook de vraag of het efficiënter was staten te organizeren op stadsniveau, dan wel op “rijksniveau”, of misschien ergens daartussenin. En zo is het beroemde rijk van Hamurabi een voorbeeld van hoe het Derde Millennium experimenteerde en worstelde met die vraag. Want evengoed viel het weer in stukken uiteen, door interne verscheuring of door externe bedreigingen, en toch ontstond het als concept telkens weer opnieuw, zowel in de tijd, in de volgende millennia, als in de ruimte, bij heel andere beschavingen.

Naar het einde van dat Derde Millennium gebeurt er één van die mysterieuze dingen waar we eigenlijk geen verklaring voor hebben, hoewel we voelen dat we er één zouden moeten hebben. Ergens rond 1,200 vC. storten alle beschavingen uit die tijd in elkaar: van de Egyptenaren over Kreta tot de toenmalige Grieken (de Mykeners die de Trojaanse oorlog hebben uitgevochten), er bleef niet veel meer van over, en dat was het einde van het zogenaamde Bronzen Tijdperk.

Maar daarmee waren tenminste de fundamenten voor beschavingen gelegd over een veel breder gebied dan Mesopotamië (en Egypte, waar zich bijna parallel een andere zeer oude en grote beschaving had ontwikkeld). In dat Derde Millennium waren er zelfs in Europa al tekenen van beschaafd leven opgedaagd, en na enkele donkere eeuwen (Homeros is maar een eerste, bescheiden poging om een straaltje licht te geven) laat het Vierde Millennium iets zien dat eigenlijk bijna even vreemd is. In bijna alle beschavingen leven, met amper een paar eeuwen verschil, de grote denkers die zowat de stamvaders van hun beschaving zijn. Het is de tijd van Confucius in China, Boeddha in Indië en Socrates in Griekenland; allemaal practisch halfweg dat Vierde Millennium.

En zo is voor ons, Westerlingen, het Vierde Millennium ook de tijd waarin “we” zelf, voor het eerst, beschavingsgewijs ook iets gaan voorstellen. Merk op: pas na het Vierde Millennium van het tijdperk van de beschavingen. We zijn echt laatkomers op dat geo-politieke toneel van Meden en Perzen. Het is het millennium van de bloeitijd van Griekenland en de opkomst van Rome. Het is het tijdperk waarin Alexander de Grote, twee millennia na Sargon, vanuit Macedonië, een semi-beschaafd randgebied van Griekenland, heel het territorium inpakt. Het is het tijdperk waarin Rome heel de Middellandse Zee domineert, en de oude heerschappij van Oosterse grootmachten voorbij lijkt.

Maar met het einde van het Vierde Millennium ontstaat het Christendom en lijkt het er op - volgens Arnold Toynbee (zie de post van enkele dagen geleden) tenminste - dat het Romeinse Rijk alleen maar de wegbereider voor dat Christendom was. Want het Vijfde Millennium is het tijdperk waarin Rome weer in elkaar stort, waarin Europa weer tot de barbarij vervalt waarin het al die millennia van Oosterse beschaving heeft gezeten, en waarin het Middellandse Zeegebied weer door Oosterse grootmachten, intussen min of meer verenigd door de Islam, gedomineerd wordt. Het is ook een millennium waarin China de belangrijkste beschaving van de planeet wordt, of misschien beter gezegd, die positie op een zodanige schaal consolideert, dat het moeilijk voor te stellen is dat het er ooit anders zou kunnen uitzien.

En toch is dat wat er in het Zesde Millennium gebeurt. Het Zesde Millenniu is het millennium van de Europeeërs. Op zeer korte tijd krabbelen ze recht vanuit hun positie van quasi-barbarendom, halen na minder dan een half millennium een niveau dat hen minstens naast de andere grote beschavingen van die tijd plaatst, en pakken in de eeuwen daarna de rest van de wereld op een nooit geziene schaal in. Ze verorberen het Noord-Amerikaanse continent en maken het de basis van de enige supermacht die aan het einde van het Zesde Millennium de naam waard is.

En op dit moment vangt een Zevende Millennium van menselijke beschaving aan. Net zoals het verleidelijk is in zeer brede termen iets te lezen over de voorgaande zes, zo is het ook verleidelijk te gaan profeteren over het volgende. Dat is natuurlijk absurd; nog absurder dan de reductie van hele millennia tot korte paragraafjes; wat tenminste nog aan een werkelijke geschiedenis appelleerde.

Terwijl zelfs onze meest vooruitziende blikken, als die niet helemaal in de nevelen van de speculatie willen verdwijnen, hoogstens kunnen vermoeden dat in een vrij vroeg stadium van dat Zevende Millennium enkele oude beschavingen, die nog steeds in herkenbare vorm overleven, hun oorspronkelijke positie in de vaart der volkeren opnieuw zullen innemen: China en Indië. Dat is een tamelijk veilige voorspelling (maar vanzelfsprekend nog lang geen zekerheid), en dat zal een kwestie van meerdere decennia zijn, mogelijk zelfs wel een eeuw, maar daarmee is de koek van de voorspelbaarheid op.

En dat is heel normaal. Net zoals een ontwikkelde Romein niet aan 500 jaar primitieve middeleeuwen zal gedacht hebben, of een leerling van Confucius zich niet veel zal kunnen voorstellen hebben bij een toekomst van tweeduizend jaar verbrokkelende keizerrijken, of een schrijver in dienst van de Faraoh Islamkrijgers te paard kon verzinnen, zo zouden wij zonder twijfel ook grote ogen opzetten, als er zoiets bestond als een kristallen bol die ons de toekomst liet zien.

Als iemand dit soort mijmeringen aan het begin van het Achtste of het Negende Millennium zou overdoen, denk ik, zou er zeker een plaatsje ingeruimd worden voor dat Zesde Millennium van de Europeeërs. Het is natuurlijk zeer goed mogelijk dat ze zich ons zullen herinneren zoals wij ons, pakweg, Djenghis Khan herinneren. Misschien zullen ze aan ons denken in termen van Hitler en Stalin en de atoombom, de holocaust, en het bombardement van Dresden. De slavenhandel, de kannonneerboten en bordjes met “verboden voor honden en Chinezen” in het park van Shanghai.

Maar we zijn weliswaar de beschaving van de kannonneerboten, maar ook van de boterbergen. Misschien zullen de komende millennia integendeel aan ons terugdenken in termen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de doorbraak uit het Malthus-evenwicht, de technologische en wetenschappelijke revolutie, de Verlichting en de Industriële Revolutie en de ontsnapping uit mythisch en religieus obscurantisme. Zou dat nu geen goed voornemen voor het komend millennium zijn, om de kansen dat er later in termen van boter, en niet in termen van kanonnen, aan de Europeeërs wordt teruggedacht, een beetje in de goede richting te duwen?

zondag 28 mei 2006

Een héél, héél klein stapje

Het Reutersartikel waarover ik het wil hebben heeft de volgende url:

http://today.reuters.com/news/NewsArticle.aspx?type=domesticNews&storyID=2006-05-28T120748Z_01_N26184437_RTRUKOC_0_US-IRAQ-BUSH.xml

We vernemen:

"President George W. Bush, beset by public doubts about his leadership, has opted for a more humble tone in discussing the Iraq war, including admitting mistakes, as a way to rebuild his credibility, analysts said on Friday."

OK, hij heeft door dat hij "credibility" moet heropbouwen, met andere woorden, dat hij er geen heeft. So far, so good.

En een beetje verder:

"He is trying to show he is aware when things go wrong and he can make adjustments," he said. "He knows no one will support him in the future unless he admits the mistakes of the past."

OK, hij heeft door dat hij heel weinig steun heeft, en dat "niemand hem in de toekomst zal steunen" als hij zijn vergissingen niet toegeeft. Hierbij hoort natuurlijk een kleine nuance. Mijn vorige schatting van het aantal mensen dat "you can fool all of the time" was: rond de dertig percent (1). Immers, dat is het percentage dat zelfs nu nog de leugens van Bush aan het napraten is, intussen jaren nadat hij ze zelf al niet meer volhoudt. Dus de nuance is: Bush heeft door dat de steun die hij nu nog krijgt niet heel veel waard is, die steun heeft immers precies hetzelfde probleem met "credibility": die is gelijk aan nul (0).

En naar het einde toe:

"The unrepentant, stay-the-course, brash Bush would just look completely out of whack with reality and doesn't serve any purpose for him at this point," Taylor said."

OK, dit komt niet van Bush zelf, maar het lijkt er op dat het besef dat de beweersels van vroeger "completely out of whack with reality" waren (en zijn), stilaan algemeen beginnen te worden.

Dus alles bij elkaar ziet dat er een stap in de goede richting uit, nietwaar? Je zou haast het gevoel krijgen dat er een licht schijnt, niet? Nu, laten we duidelijk zijn, het gaat hier op zich al over een licht dat hem van bij het begin werd aangereikt, in zeer simpele termen, en vanuit een heel breed politiek spectrum (van de eerste de beste extreem-linkse anti-globalist tot de naaste medewerkers van zijn eigen vader, plus een stapel generaals), dus het blijft een beetje platjes dat dat drie jaar geduurd heeft.

Maar los daarvan blijft er nog een héél lange weg te gaan. Bijvoorbeeld dat het "dead or alive" soort talk fout was is compleet naast de kwestie: Irak had niets met de aanslagen van Bin Laden te maken. Integendeel zelfs, dat was nu juist wat hij had moeten doen: "Bin Laden, dead or alive", het is één van de weinige verstandige dingen die Bush ooit heeft gezegd. Alleen, jammer genoeg, heeft hij dat wel gezegd, maar niet gedaan. Wat hij gedaan heeft is 15,000 soldaten naar Afghanistan gestuurd, waar hij vervolgens Bin Laden heeft laten ontsnappen, om 150,000 soldaten te sturen naar een land dat niemand had aangevallen en niemand had bedreigd.

En bijvoorbeeld dat Abu Ghraib een fout was. Abu Ghraib is gewoon de zeer normale consequentie van elke oorlog. Het was niet de eerste "fout" van die oorlog, en het zal ook niet de laatste zijn. En dus zijn dat soort toegevingen maar héél, héél kleine pasjes in de goede richting.

Neen, het punt dat we moeten bereiken, voor de regering van de VS weer enige "credibility" heeft (het soort credibility waarvan ze nu zelf doorhebben dat die belangrijk is, dus niet alleen de "credibility" bij mensen die je "can fool all of the time") is het punt waarvoor ze hadden kunnen kiezen in 2004. Het punt dat heette "this president has made a colossal mistake". Het punt waar Bush luidop zegt wat nu echt de hele wereld al weet (behalve zij die je "can fool all of the time"), namelijk dat niet al die relatieve details fouten waren, maar dat de hele oorlog tegen Irak, jawel: een kolossale vergissing was, een vergissing die ineens naast het Paard van Troje de geschiedenis in kan.

Natuurlijk, dat is alleen maar mijn opinie. Maar als je ziet hoe ongemakkelijk Bush nu op zijn stoel zit te schuiven, lijkt het er verdraaid goed op dat er nog wel meer met die opinie zijn. Dus samenvattend: Pas wanneer Bush, of een andere VS regering, kan zeggen dat Irak een kolossale vergissing was; dat we inzien dat wij, het Westen, met dat soort dingen in de toekomst echt niet meer moeten aankomen, pas dan zal de regering van de VS weer enige credibiliteit hebben, en zal er te praten vallen over brede steun voor whatever ze nog willen doen.

En wat mij betreft niet eerder. Met dàt soort kwispels, niet meer.

--------------------------------------
UPDATE, vijf minuten later. Ik had dat stukje op reuters gelezen en beviel meteen van de bovenstaande post. Vervolgens vond ik via CNN het volgende:

http://www.cnn.com/2006/WORLD/meast/05/26/iraq.iran/

Aha. Dus we weten nu niet alleen dat sinds de "war on terrorism" in Irak de terroristen veel sterker zijn geworden (ik dacht dat Bush en Blair ook dat al zelf hebben toegegeven, of heb ik dat fout?), we weten nu ook dat in het kader van het brengen van stabiliteit in het Midden Oosten, Iran er nu een bondgenoot bijheeft om zijn nucleair programma te verdedigen. Uitgerekend de verkozen regering van Irak zelf. "Hell of a job, Georgie".

Hmmmm, misschien dat de dertig percent nog wat verder afkalft, zodat ik weldra zal kunnen toegeven dat je minder dan dertig percent "of the people can fool all of the time"...
---------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/you-can-fool-some-people-all-of-time.html

zaterdag 27 mei 2006

Ziekenhuis

Enkele weken geleden werd iemand die me zeer nabij staat bij een verkeersongeval zwaar aangereden. Wakker geworden in een ziekenhuis waarvan de naam hier met de mantel der liefde bedekt zal blijven, was de boodschap "veel geluk gehad, klein mirakel eigenlijk, maar er zijn geen breuken of andere ernstige gevolgen; alleen schrammen, kneuzingen, builen en schaafwonden". En geloof me, voor hetzelfde geld was de begrafenis al achter de rug geweest.

Twee weken later gaat de persoon in kwestie naar huis, maar voelt toch absurd veel pijn, en dat ongeveer overal. De huisarts laat zelf een aantal onderzoeken doen, en nu, alweer drie weken later, hebben we al een inventatis met: twee gebroken ribben, drie barsten in het heupbeen, nog iets van een soortgelijk kaliber ergens anders (het sleutelbeen, dacht ik), niet wandelen, niet fietsen, niet bewegen, enfin, alles behalve niet ademen.

Dus nu maken we mee dat persoon X na een zware klap wordt afgevoerd naar dat bewuste ziekenhuis, daarbij langs alle kanten breuken en barsten heeft opgelopen, en wanneer hij uit het ziekenhuis ontslagen wordt weet de ganse bende van niks.

Kijk, ik wil geen namen noemen of natrappen, hé, ik weet dat we allemaal maar mensen zijn en allemaal fouten maken. Maar als ik de heilige Vincent was, ik zou g*********e toch eens in Antwerpen een kijkje gaan nemen.

vrijdag 26 mei 2006

Wie stamt af van de aap?

Een variatie op een thema dat ik al eerder op het web heb gezet. Als misverstand is het van hetzelfde kaliber als het “kip-ei probleem” (1), dus ik plaats het maar eens opnieuw.

Veel mensen hebben het moeilijk met de evolutietheorie omdat volgens die theorie de mensen afstammen van de aap. Hoewel ik die mensen niet uit hun lijden zal kunnen verlossen is het wel zo dat er één en ander mis is met die stelling. Probeer het eens als volgt te zien: stammen de chimpansees af van de apen? Stammen de gorilla's af van de apen? Stammen de bavianen af van de apen? Als je nog altijd niet voelt dat er iets wringt, vooruit dan: stamt de zalm af van de vis? Stamt de berk af van de boom?

Ik denk dat de verwarring die deze vragen oproepen, illustreert dat de uitdrukking "afstammen van" een verkeerde uitdrukking is. Er zijn ca. 200 soorten apen. Bavianen zijn er daar één van. Chimpansees zijn daar een andere van. En wij zijn daar een derde van. En zo ook is de relatie tussen “zalm” en “vis” niet een relatie van “afstammen” maar van “een voorbeeld van”.

Wat is dan onze verhouding tot de aap? Als we allemaal één van de voorbeelden van “de aap” zijn, dan is de vraag alleen: hoe dicht of ver staan we van die andere apen af? Veel mensen beelden zich in dat er zoiets bestaat als de groep van de apen, dat de naaste verwant van die groep als geheel de mens is, en dat je van die groep "aap plus mens" als naaste verwant één of ander knaagdier, of zoiets, zal vinden.

Dat denken begint alvast goed, namelijk in termen van groepen. Laten we dat hier ook doen, en we beginnen met de bonobo's.

Stammen de bonobo's af van de apen? Neen, de bonobo's zijn een soort apen. Wie is de naaste verwant van de bonobo? Dat is de chimpansee. Zo'n 2.5 mio jaar geleden liep er een groep "proto-chimps plus -bonobo's" rond, die groep splitste zich in twee, en anders dan wat normaal gebeurde bij deze soort (waarvan groepjes voortdurend ontstaan en weer samensmelten), ontmoetten ze elkaar nooit weer terug.

En de leden van beide groepen kregen kinderen, maar ook die kinderen zagen nooit de kinderen van de andere groep terug. En idem dito voor de kleinkinderen, enzovoort; de twee groepen waren definitief gesplitst, hoewel ze natuurlijk wel tot de dezelfde soort behoorden. De reden waarom ze zo onherroepelijk gesplitst waren, was dat het regenwoud in die tijd aan het terugtrekken was, en de beide groepen kwamen aan verschillende kanten van de Kongo-rivier terecht, en omdat het teruggetrokken woud niet langer rond de oorsprong van de Kongo-rivier liep; en de dieren ook niet over de brede rivier konden zwemmen, zagen ze elkaar nooit meer terug.

En omdat doorheen de generaties kleine variaties zich opstapelden in de leden van beide groepen, en omdat die variatie nooit meer werd uitgewisseld - want ze zagen elkaar immers nooit meer terug - begonnen ze zich met de (miljoenen) jaren steeds verder uiteen te bewegen en op de duur waren de leden voldoende van elkaar gaan verschillen om ze als twee verschillende soorten te klasseren.

En varianten op dat thema zijn in de evolutietheorie gewoonlijk de oorzaak van soortvorming.

Dus wie is nu de naaste verwant van de groep bonobo + chimpansee? Een zeer goed (maar niet perfect) antwoord op die vraag is "de gorilla". "De gorilla" is een miljoen keer beter dan "de platworm" of "de rhododendron" zou geweest zijn. Iets van een, uit het blote hoofd, 10 mio jaar geleden moet de gemeenschappelijke voorouder van beide - gorilla aan de ene kant en bonobo + chimpansee aan de andere - in twee groepen gesplitst zijn. Een iets minder goed antwoord dan de gorilla was de orang utan, die als ik me goed herinner een 15 mio jaar is afgesplitst.

Kortom we krijgen geen al te slecht beeld als we de zaak voorstellen als:

((((bonobo), chimpansee), gorilla), orang utan)

En de volgende is, dacht ik, de gibbon.

En wat veel mensen zich inbeelden, is dat we zo nog een tijd apen kunnen blijven toevoegen, en dat we helemaal op het einde ook nog de mens kunnen toevoegen. En dat is fout.

In werkelijkheid moeten we de mens heel veel vroeger toevoegen. We moeten de mens al toevoegen wanneer we de vraag stellen wie de naaste verwant is van de groep (chimp + bonobo). Want dichter verwant aan chimp en bonobo dan de gorilla, laat staan de orang utan, de gibbon of de baviaan, is de mens.

Ergens een 5 tot 6 mio jaar geleden moet een populatie proto chimp/bonobo/mens geleefd hebben, die zich in twee groepen splitste... etcetera. En van die groep pas, was de gorilla de naaste verwant. Dus het juistere beeld is:

(((((bonobo), chimpansee), mens), gorilla), orang utan)

Hetgeen natuurlijk nogmaals punt 1 illustreert. Niemand "stamt af" van de apen. Iedereen is gewoon lid van één van de groepen die op hun beurt allemaal apen zijn. En de juiste indeling is niet alle apen bij elkaar en de mens als een tweede groep daarnaast. De juiste indeling is een indeling waarbij de mens middenin het pak zit.
---------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/een-puur-verbale-kwestie.html

donderdag 25 mei 2006

Arnold Toynbee

Zoals veel disciplines vertoont de geschiedenis een sterke neiging tot specializering. Je weet wel: “we weten steeds meer over steeds minder”. De reden is niet moeilijk te begrijpen. Wie over “grote patronen” of “langdurige wetmatigheden” praat loopt risico’s die de specialist op een heel klein gebiedje niet loopt. Neem nu Marx. Als het nog gebleven was bij de problemen die je kan verwachten bij een groot filosoof (laten we het niet vergeten) en historicus van tenslotte anderhalve eeuw geleden, dan was er niet veel aan de hand geweest. Maar als je het pathetisch spectakel ziet wanneer de profetieën nog moeten volgehouden worden, lang nadat die, op het meest simpele niveau, zijn achterhaald door de feiten... geen wonder dat de meeste historici hoofdschuddend een andere weg kiezen.

Mijn voorbeeld voor nu is Arnold Toynbee. Een historicus van de eerste helft van de twintigste eeuw, en (onder voorbehoud dat smaken nu eenmaal verschillen) een man met heel interessante ideeën. Zijn vertrekpunt was dat je niet veel te weten komt als je je concentreert op de geschiedenis van een land als Frankrijk, en daarbij de geschiedenis van bijvoorbeeld Engeland vergeet, terwijl dat land zulk een grote rol in de geschiedenis van Frankrijk heeft gespeeld.

Dus moesten we geschiedenis niet zozeer bestuderen in eenheden van nationale staten, als wel in termen van hele beschavingen. En eenmaal in dat kamp kreeg Toynbee parallellen als de volgende in het oog.

Het China van (pakweg) 600 tot 200 BC vertoont een cultureel verenigde bevolking (die bijvoorbeeld allemaal Chinees spreken en schrijven), die evenwel politiek verdeeld is in verschillende staten. Het is een periode van “internationale spanningen”, waarbij de staten voortdurend oorlogen uitvechten, zodat doorheen de eeuwen minder en minder staten overblijven. En aan het einde van een helse rit is er één die de overgebleven rivalen verovert, en voor het eerst is China een ééngemaakt keizerrijk. Toch is die onrustige periode cultureel gesproken één van de grootste van de Chinese geschiedenis. Dit zijn de eeuwen van Confucius en al die filosofische scholen die tot vandaag herkenbaar blijven.

En laten we nu een blik werpen op de antieke beschaving van de Grieken en Romeinen. De Grieken kennen een periode van diverse stadsstaten als Athene, Sparta, Korinthe, Thebe, en vele andere, die voortdurend met elkaar in oorlog liggen. Maar cultureel zijn ze wel verenigd: ze spreken allemaal Grieks, ze delen een literatuur, een mythologie, een wetenschap en/of een filosofie. Het is één van de grootste bloeiperiodes van het Westen. Parmenides, Heracleitos, Socrates, Plato, Aristoteles, Thucydides, Aeschylos, Euripides, Sophocles... dat lijstje is nog héél lang.

En dat verhaal van een cultureel verenigde, maar politiek verdeelde beschaving leidt tot een steeds heviger wordende serie burger- en andere oorlogen. En na nog enkele eeuwen eindigt het met de vereniging van heel het gebied onder de eerste keizer, Augustus. Sounds familiar? Waar hebben we een dergelijk verhaal ook weer nog gehoord?

Ik denk dat hij een punt heeft. Maar je zal er niet opkomen als je bibliotheken vol kan schrijven over de rode periode van de Korinthische vazen. Om dat soort parallellen te zien moet je je blik naar een hogere verdieping richten – het soort verdieping waarvan we net gezien hebben dat het een riskante onderneming is.

Met een explosie van dat soort ideeën kwam Toynbee dan ook in een spervuur van kritiek terecht, en na een periode van geestdriftig onthaal deemsterde hij weer helemaal weg uit de sterrenhemel. Alleen al over de vraag waar dat nu precies aan lag zou je één en ander kunnen volschrijven.

Mijn opinie is dat Toynbee te religieus dacht. Niet dat ikzelf in een positie ben om deze analyse te maken. Ik denk alleen dat de critici, terecht of ten onrechte, deze analyse maakten, en dat dat de reden van zijn wegdeemsteren was.

Het punt is dat Toynbee in al die boeiende patronen die doorheen millennia terugkomen, de uitdrukking zag van een soort toenemend religieus bewustzijn van de mensheid. De religie drijft de golfslag van de beschavingen, zeg maar. En dat terwijl wij (bijna) allemaal van mening zijn dat economische motieven zijn wat de geschiedenis draagt. Zie maar eens naar waar het op dit blog al allemaal over gegaan is:

Dè grote gebeurtenis van de laatste eeuwen is het doorbreken van het armoede-evenwicht geweest! Die gebeurtenis op zijn beurt voorbereid geweest door gebeurtenissen die zich in Europa sinds pakweg een millennium afspelen! Andere beschavingen hadden, practisch zonder uitzondering, een hele voorsprong op Europa – en toch heeft die millennia oude bagage niet kunnen verhinderen dat ze op relatief korte termijn door de Europeanen werden voorbijgefietst! Het lijkt er overigens op dat Indië, en nog meer China, hun historische plaats in de geschiedenis terug zullen opeisen! En die “voorspelling” (gewoon gelezen in de krant, hoor) baseert zich, alweer, op economische analyses!

Kortom, wij (economische) liberalen voelen niet veel voor “de religie drijft de geschiedenis”; we hebben het meer voor de economie als verklarende factor. En wie kennen we nog méér die dat altijd heeft beweerd? Wel, dat is nu juist Marx met heel zijn schare volgelingen, natuurlijk! En met zowat de hele twintigste eeuw, van de Marxisten tot de liberalen, eendrachtig tegen hem verenigd, had Toynbee natuurlijk nooit veel kans om langdurig gehoord te worden. Een heel interessante figuur, hoor, maar volgens mij tenonder gegaan aan het feit dat wij allemaal te veel... Marxist waren! ’t Heeft iets héél paradoxaals, ik weet het, maar toch...

woensdag 24 mei 2006

Meloen

Een hele tijd geleden heb ik op usenet een stukje gezet omdat iemand een documentaire over chimpansees had gezien, en daar gierend van het lachen kwam over vertellen. Een groepje chimpansees had een meloen gekregen, en onmiddellijk was daarover een gevecht uitgebroken. Dat gevecht raakte na een tijdje beslecht, en toen, hahaha, scheurde de overwinnaar de meloen in stukken, en iedereen kreeg een stuk! Hahahahaha! Eerst vechten om een meloen, en hem daarna verdelen, daar moest je een aap voor zijn.

Het zullen de vroege jaren 2000 geweest zijn, en ik herinner me nog hoe de zaak Dutroux (in augustus 10 jaar geleden losgebarsten, tenminste voor zij die niet ontvoerd waren) had aanleiding gegeven tot “de witte comités”. En die witte comités waren op hun beurt al heel snel versplinterd in massa’s kleine witte comité’tjes, die stuk voor stuk verder disintegreerden tot ze allemaal bestonden uit twee man en een apenkop, rond wie het comité georganizeerd was.

En wat is nu het verband met de meloen? Wel, als die apen aan het vechten zijn om een meloen te verdelen, dan kunnen we natuurlijk volstaan er eens goed om te lachen, en de kous is af. Alleen is dat niet veel beter dan de reactie van een koe die een trein ziet passeren, nietwaar? Misschien zijn de apen minder dom dan ze er uitzien? Misschien vochten de apen helemaal niet om de meloen, maar wel, wie weet, misschien... over de vraag wie hem zou verdelen?

Nog altijd geen verband gezien? Wel, in de ogen van de apen was de meloen blijkbaar iets kostbaars: so far, so good. Maar ook in de ogen van de apen was die niet zo kostbaar dat iedereen die voor hemzelf wilde: de meloen werd integendeel verdeeld. Dus ging het gevecht niet over de meloen zelf, maar iets dat zich “achter” de meloen bevond. Laten we zeggen: de mogelijkheden om zelf in het middelpunt van het sociaal verkeer terecht te komen, waar de meloen alleen maar de aanleiding toe was.

En waar gingen al die witte comités over? Dat ging ook over iets kostbaars. Het ging over het soort maatschappij die niet geregeerd zou worden door onverschilligheid over het lot van de ontvoerde kinderen (waarvan achteraf bleek dat ze nog in leven waren toen niemand er zich nog voor interesseerde), maar door die dingen die echt belangrijk waren in het leven. Dingen waarvoor in oktober drie percent van de Belgische bevolking was op straat gekomen.

Maar wat gebeurde er toen? Precies zoals het identificeren van iets kostbaars (de meloen) bij de apen vervolgens aanleiding gaf tot iets nog véél kostbaarders (de mogelijkheid om ermee in het centrum van de belangstelling te komen), zo ook gaf het sociaal ideaal vervolgens aanleiding tot iets “nog véél kostbaarders”. Ineens zagen een hoop mensen de kans om niet alleen een prachtig sociaal ideaal na te streven, maar daarbij ook nog eens zelf het centrum van de belangstelling te zijn. En dus, toen ze zagen dat anderen ook vonden dat de witte comités rond uitgerekend henzelf moesten worden uitgebouwd, toen haakten ze af, en begonnen een splintercomité met zichzelf als middelpunt, zodat daaruit al gauw, en om dezelfde reden wéér nieuwe splinters ontstonden, en op het einde zagen de aanhangers van een lovenswaardig maatschappelijk ideaal er niet beter uit dan, wel... een bende chimpansees?

dinsdag 23 mei 2006

Meer over migratie

Eerder over oorzaken van E – migratie, deze keer.

Lezer Delirium vroeg zich iets af op de volgende site (en stelde er in een commentaar hier eveneens een vraag over):

http://www.crazyfriends.be/node/40

Neem een dokter in een ontwikkelingsland. Neem aan dat die dokter besluit te emigreren. Immers, om een veelvoud aan redenen kan die dokter ter plaatse niet veel bereiken. Waarmee moeten de mensen hem betalen? Maar ook, welke instrumenten zijn er ter beschikking? Welke geneesmiddelen?

Kortom, de dokter besluit te emigreren. Vooraf: dat hoeft geen slechte zaak te zijn. Gegeven dat de dokter daar niet veel kan bereiken, kan hij wellicht iets verdienen in een rijker land; en typisch een deel van verdiensten doorsturen. Liberale theorie vindt dat een nogal goed idee: de dokter draagt nu inkomsten bij aan zijn land, en wel rechtstreeks aan betrokkenen; zonder dat er eerst een overheidsinstantie tussenkomt, waar veel pollen zijn waaraan één en ander kan blijven plakken.

Maar de vraag van Delirium is hoe het zit als die dokter hier dan geen fatsoenlijke job kan vinden, en eindigt als, pakweg, kuisvrouw – iets dat vaak genoeg voorkomt. Nu is iedereen verliezer, zowel de dokter die voor niets heeft gestudeerd, als het land dat haar zonder veel compensatie verliest, als het land dat te hoog geschoolde kuisvrouwen inzet. En wat doen we er aan?

En het juiste antwoord is: ik weet het niet.

Maar ik denk dat er iets is dat ik wel weet. Namelijk, denk ik, zien we hier mensen die slachtoffer zijn van Prisoner’s Dilemma – of toch iets dat er vrij goed op trekt (1). De logica lijkt me ongeveer als volgt.

Je hebt een groep arme dorpelingen, en die leiden een leven waarin hun productie gelijk is aan de hoeveelheid (ach, waarom ook niet opnieuw:) wormstekige aardappelen die ze tijdens dat leven uit de grond zullen wroeten. Als er daarvan één de moeite doet om (na jarenlange studies) dokter te worden, waarmee zullen de anderen haar dan betalen? Het enige dat ze te bieden hebben zijn dezelfde wormstekige aardappelen die ze even goed al die vele studiejaren zelf uit de grond had kunnen wringen.

En dus, opnieuw zoals in Prisoner’s Dilemma: het zou goed zijn voor iedereen als er in de gemeenschap meer te bieden viel dan subsistentielandbouw, maar niemand zet zelf de eerste stap. Die eerste stap is immers maar rendabel als de gemeenschap al genoeg andere dingen kan aanbieden, die de toekomstige dokter zou kunnen ruilen tegen haar kennis.

En zo krijg je te zien dat deze soort samenleving gevangen zit in een soort logische val: er komen geen hoger geschoolde vaardigheden want (a) niemand neemt de eerste stap en (b) als er al iemand de moeite doet, is het omdat die hopen te emigreren naar plaatsen waar hun scholing wel iets zal opleveren – en de arme gemeenschap raakt haar talent weer kwijt. Tenminste, als dat talent niet van bij het begin zelf ook tussen de wormstekige aardappelen was blijven zitten.

Het is dat soort armoede-val dat maakt dat geschoolde mensen emigreren, zelfs als ze hier alleen maar kuisvrouw kunnen worden.

En dus weet ik niet zo direct een antwoord op de vraag wat we er aan doen. Maar soms is het beter tenminste een idee te hebben van waar de wortel van het probleem ligt. Of mensen die deze wortel gaan zoeken in plunder- of racistische theorieën (resp. “ze zijn te dom om rijk te worden”, alsook “het kapitalisme heeft de armoede veroorzaakt”) ooit veel vooruitgang zullen maken is iets dat ik sterk durf betwijfelen.

--------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten_13.html

maandag 22 mei 2006

Indië en de Globalizering

Eerst een artikel over hedendaagse mogelijkheden van de laagste kasten in Indië:

http://news.bbc.co.uk/1/hi/business/4773425.stm

Dus: mensen die sinds mensenheugenis tot de laagste kasten behoorden, en zo vele generaties voor ze zelfs maar geboren waren veroordeeld tot een job als kuiser van primitieve toiletten (bij mensen die hen letterlijk niet willen aanraken), zien eensklaps nieuwe mogelijkheden. Ze worden, om maar één voorbeeld te noemen, schoonheidsspecialist.

Ah? Het Rode Paradijs is zeker aangebroken? De ideale staat heeft toegeslagen en voorzien in gelijke mogelijkheden voor iedereen?

Uim, wel, nee... eigenlijk niet echt. Wat we lezen is “trade is providing a way out”. De economische ontwikkeling van Indië heeft vraag gecreëerd naar een heel nieuwe serie goederen en diensten, en dat maakt dat op hun beurt zelfs de laagste kasten jobs vinden die heel wat beter zijn dan primitieve toiletten kuisen. De handel! De geldeconomie! Diezelfde geldeconomie waarover veel critici altijd zo aan het jammeren waren dat het de “oeroude sociale patronen” verstoorde en de mensen in – wat, een maalstroom van kapitalistische uitbuiting stortte?

Precies.

De oeroude sociale patronen die worden doorbroken zijn dus de verschillende kasten, die het al millennia uithouden. En de uitbuiting waarvan ze sinds de doorbraak slachtoffer zijn is dat ze niet langer toiletten kuisen, maar schoonheidsspecialist (en andere) worden.

Globalizeren, die hap!

De conservatieven onder ons zullen er op wijzen dat, wanneer instituties het zo lang uithouden, ze ook wel iets goeds, iets waardevols zullen bevatten. En dat is ook zo! De kasten zijn een uitstekend systeem om doorheen heel lange tijdsspannes Malthusiaanse crisissen af te wenden (1). Namelijk, als iedereen op een gegeven natuurlijke hulpbron zit, en niemand is er echt verantwoordelijk voor, dan garandeert (practisch) “Prisoner’s Dilemma” (2) dat de hulpbron binnen de zoveel tijd uitgeput raakt. Terwijl een kastensysteem aan iedereen bepaalde taken toewijst, zodat (a) niet iedereen zomaar op het gebied van een ander kan komen vissen, en (b) de exploitanten van een natuurlijke hulpbron van de ene generatie weten dat het ook de hulpbron van hun eigen nakomelingen zal zijn in de volgende generaties.

En dus hebben ze er alle belang bij om die natuurlijke bron een beetje fatsoenlijk te behandelen. Nee, een grote economische productiviteit haal je er niet mee. Het laat in feite juist toe om te leven boven het niveau van de “subsistentie”; het niveau waar je net niet niet van honger sterft. En als je in de laagste kasten zit, wel, je hebt pech, en wel tot in de oneindigste generatie. Maar het laat wel toe dat je millennia geleden een beschaving creëert, en dat die millennia later nog altijd in duidelijk herkenbare vorm bestaat.

En die prachtige structuren staan nu onder druk! De handel en de geldeconomie dreigen deze eeuwen- nee, deze millennia oude culturen zomaar de grond in te boren! Deze vrije mensen, deze in Rousseau-achtige idylles levende landbouwbeschavingen, zullen gereduceerd worden tot loonslaven! Vlug de Revolutie prediken, voor ze door hebben waar de mosterd nu eigenlijk echt vandaan komt...

-----------------------------------------------------------
(1) Diamond, Collapse, How Societies Choose to Fail or Survive, 2005, chapter 9
(2) De enthousiaste lezer van “Speels maar Serieus” denkt natuurlijk onmiddellijk terug aan:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten_13.html

zaterdag 20 mei 2006

Ivan Janssens over immigratie

De “Flemish Beerdrinker” gaat de discussie over immigratie aan:

http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=1555

De belangrijkste stelling lijkt te zijn dat immigratie in precies hetzelfde verband staat tot economische groei als natuurlijke bevolkingsaangroei. En daarnaast lijkt de stelling te zijn dat dat verband tussen bevolkings- en economische groei een eerder positief verband is. Namelijk, citeert Ivan:

“What happens as population grows? The economy grows along with it. New housing developments are put in place, another Safeway, another bank, another 7-11, another set of medical and law offices are built, all sorts of new businesses are started or existing businesses expand.”

Met andere woorden (zoals verder ook staat), zelfs als de toenemende populatie precies hetzelfde doet als wat de kleinere bevolking ook al deed, dan groeit nog steeds de totale output van de economie. Maar daarmee zijn eigenlijk twee problemen.

Het eerste probleem is dat er noch in theorie, noch in de historische realiteit, veel redenen te vinden zijn om aan te nemen dat een toenemende bevolking ook werkelijk een constante productiviteit kan halen. In de theorie heet het probleem “afnemende meeropbrengsten”. Zet een toenemende bevolking op een beperkte hoeveelheid land (of welke collectie natuurlijke hulpbronnen ook) en er zal, ergens, na X aantal generaties een probleem ontstaan met de draagkracht van die beperkte hoeveelheid.

Nu bestaat er een sterke historische aanwijzing, namelijk wijzelf, dat het mogelijk is om aan die simpele theoretische beschouwing te ontsnappen, door toenemende efficiëntie. Maar de historische realiteit is ook dat dat maar één aanwijzing is, en dat alle andere historische voorbeelden uitwijzen dat wat de theorie zegt ook is wat er werkelijk gebeurt (1). Dat suggereert dat toenemende bevolkingen (veel) vaker een probleem zijn voor economische groei dan een oplossing.

En dat is eigenlijk logisch, want wat het citaat een beetje lijkt over het hoofd te zien, is dat economische groei niet echt zit in stijgende activiteit, zelfs als we de nogal ongemakkelijke hypothese aannemen dat ze een constante productiviteit zullen halen. Economische groei – dat is nog steeds die toenemende efficiëntie – is veeleer groei van de output per input, dat wil zeggen, dat we meer maken met evenveel natuurlijke hulpbronnen; maar evengoed dat we meer maken met evenveel mensen. Want zelfs als we even doen alsof er een oneindige voorraad land bestaat, en we daarop de bevolking eindeloos laten toenemen. Zolang ze daarbij op subsistentieniveau blijven zitten noemen we dat toch niet echt “groei”? OK, er is nu het simpele feit dat er 10 miljoen boeren net genoeg wormstekige aardappelen oogsten om niet met hun families van honger te sterven. Maar dat is toch nog geen “groei” in vergelijking met de tijd dat ze nog maar met tienduizend waren, ook al zijn er nu in totaal duizend keer meer wormstekige aardappelen?

En dat economische groei eigenlijk niet zozeer toename van de activiteit, maar wel die toename per hoofd van de bevolking is, is niet iets dat ik zomaar verzin en met bovenstaand verhaaltje probeer hard te maken. Het is iets dat ik lees in verschillende economische analyses (2), en dat ik met bovenstaand verhaaltje probeer in mijn eigen woorden na te vertellen. Maar in dat geval is economische groei voor te stellen als een eenvoudige mathematische operatie, namelijk een breuk, met in de teller de activiteit, en in de noemer uitgerekend de (stijgende) bevolking. En dat is het tweede probleem. We weten allemaal dat mathematisch de waarde van een breuk daalt wanneer de noemer stijgt, en dat bijgevolg, in een eerste benadering, bevolking zelfs negatief correleert met economische groei, en niet omgekeerd.

Overigens, verwant met dat tweede probleem, is er een ander mathematisch probleem, waarover ik het hier eerder heb gehad (3). Maar laten we ons nog gewoon op die breuk concentreren, waar de bevolking in de noemer per definitie negatief met welvaart correleert.

Het idee is, niets verplicht ons om ons op die eerste benadering te blijven blindstaren. Maar indien we tegen de mathematische realiteit willen ingaan, dan zullen we moeten argumenteren dat de stijgende bevolking, nààst de negatieve impact, zich ook vertaalt in een positieve impact, en dat die laatste de negatieve impact ruim compenseert. En dat is natuurlijk mogelijk, en dat is precies wat dan ook al gebeurd is (4). Maar hoewel dat me in het algemeen een heel goed boek lijkt, is er uitgerekend op dat punt een probleem. Immers, laten we ons even concentreren op dat positieve verband tussen bevolkingsgroei en welvaart dat het moet inroepen.

Als er een sterk causaal verband zou bestaan tussen toenemende bevolking en toenemende efficiëntie (dat is voornamelijk technologische evolutie); hoe kunnen er dan zo ontzettend veel voorbeelden zijn van bevolkingsexplosies die uitlopen op Malthusiaanse crisissen, en slechts één tegenvoorbeeld? En als er integendeel hoogstens een zwak causaal verband bestaat, dan hebben we alle redenen om de stijgende economische groei te gaan zoeken in de andere factoren die blijkbaar wel in sterk causaal verband staan met die groei, en niet in de bevolking, vermits die dat in deze hypothese juist niet deed.

En daarom denk ik dat we ons voor dat ene geval (wijzelf) waar de bevolking steeg, maar waar dat niet resulteerde in een Malthusiaanse crisis, de oorzaak daarvan ergens anders moeten zoeken. Namelijk moeten we die oorzaak zoeken in “toenemende efficiëntie”, en in “technologische evolutie” en welke namen je er ook maar aan wil geven. Maar omdat al die dingen historisch zo weinig correleren met toenemende bevolking, denk ik dat dat laatste zelf weinig of geen oorzakelijk verband heeft gespeeld.

En zo kan ik best een heel eind meegaan met het artikel van Ivan, bijvoorbeeld wanneer het zegt dat het niet met de simplismen van extreem-rechts over immigratie is dat we veel vorderingen zullen maken. Maar voor we kunnen beweren dat immigratie goed is voor de economische groei zullen we toch nog een hoop werk hebben met het bekijken van die andere factoren die daarin een belangrijke rol spelen.

---------------------------------------------------

(1) Enkele algemene analyses daarvan:
Braudel, Les Structures du Quotidien, (Civilisation Matérielle, Economie et Capitalisme, volume I), 1979
Diamond, Collapse, How Societies Choose to Fail or Survive, 2005

Een veel concretere analyse, namelijk een gedetailleerde vergelijking van China en het pré-industriële Europa:
Pomeranz, The Great divergence, China, Europe, and the Making of the Modern World Economy, 2000

(2) Bijvoorbeeld:
Krugman, The Age of Diminished Expectations, 1994, chapter 1
Krugman, The Return of Depression Economics, 1999, chapter 2, § 3
Easterly, The Elusive Quest for Growth, 2001, chapter 3, §1

(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html

(4) North & Thomas, The Rise of the Western World, A New Economic History, 1973

vrijdag 19 mei 2006

Een scherp inzicht

Baby Sarah kan nog niet kruipen, maar ze kan wel van haar rug op haar buik rollen, en ze kan de richting waarin ze ligt naar believen veranderen. Dat maakt dat ze al behoorlijk mobiel is.

Vandaag zag ik haar met veel bochten en kronkels tot bij een boekenkast vorderen, alwaar ze met feilloze trefzekerheid het boek Het Einde van de Geschiedenis van Francis Fukuyama tevoorschijn peuterde, en aanstalten maakte om dat boek in zeer kleine stukjes te scheuren.

En daarmee geeft ze blijk van een literair en filosofisch inzicht, waarvoor haar papa véél ouder dan negen maanden is moeten worden. De papa begreep natuurlijk meteen dat ze klaar was om te worden ingewijd in de nadelen van boekverbrandingen en -verscheuringen, en redde de stapel brol van de ijverige babyhandjes.

Zeker, zeker, onder de vorm van papierpulp is het boek veel meer waard dan onder zijn huidige vorm. Maar we moeten niet altijd alles in termen van financiële waarderingen uitdrukken. Het gaat om het principe. Tegen boekverbrandingen zeg ik ook nee.

Baby Sarah begreep het. Ze zette niet eens een keel op. Niet alleen mooi, maar nog intelligent ook.

Er WAS een complicatie...

Maar het lijkt er op dat het maar een kleine complicatie was. In ieder geval, de oogarts begon dinsdagavond met ruim twee weken ziekenverlof uit te schrijven, maar toen alsnog bleek dat er de volgende dag een gaatje vrij was, besloten we onmiddellijk te opereren: er was een draadje losgekomen, en dat zat nu een kwart millimeter verkeerd.

De hechting van drie weken geleden was gebeurd met 24 steken. Ga naar de spiegel en bekijk een oog: je ziet een kleine, ronde oppervlakte. Beeld je in dat het een uurwerk is, en dat het verdeeld was in twaalf delen, waar de uren staan aangeduid. Welnu, merkte mijn vrouw op, dan zit binnen dat oog op elk van de twaalf uren een steek, en tussen elk uur zit er nog één.

Van zoiets word ik altijd even stil. Wat die chirurgen momenteel allemaal kunnen, het is letterlijk onvoorstelbaar. En het mag geen kwart millimeter scheef zitten, of je hangt tegen het plafond.

Mirakel, dus. Op dit ogenblik heb ik een licht branderig gevoel, nauwelijks de moeite van het opmerken waard, bijna niet meer dan een soort vermoeidheid. Het oog is bijna even wit als het gezonde oog, het staat bijna even ver open - beter dan alles wat ik de laatste drie jaar heb gezien - en het kijkt bijna even eigenwijs. Alles lijkt dus goed te komen.

maandag 15 mei 2006

Een pijnlijke zucht

Bijna drie weken na de operatie voelt mijn pijnlijk oog veel pijnlijker aan dan vorige maandag, bijna twee weken erna. Morgen heb ik een controle bij de oogarts; ik hoop echt dat ze niet zullen aankondigen dat er iets mis gaat.

Met zo'n hoofd heb ik geen zin om na te denken over een post. Misschien even meegeven dat sommige oudere posts nog commentaren uitlokken, en dat de geïnteresseerde lezer altijd eens een kijkje kan nemen. Met name de post "Laten we martelen" heeft twee commentaren gekregen die zelf ook aan het denken zetten. Ik vraag me af of het feit dat iedereen beseft dat dit soort morele problemen eigenlijk "te moeilijk" zijn, een positief effect heeft op de kwaliteit van de bedenkingen. Ineens helemaal geen zelfbenoemde experts, geen politieke overtuiging, te bewijzen met desnoods alle middelen of geen schamper afwimpelen van andere standpunten. Gewoon, luidop gemaakte bedenkingen van mensen die weten dat ze het niet weten... En dat zijn blijkbaar de meest interessante soort bedenkingen.

Raar, niet?

zondag 14 mei 2006

Een morele absolute waarheid

De onderliggende feiten zijn als volgt. Er is (a) een onderontwikkeld continent met een arme en kwetsbare bevolking. Er is (b) een verafgelegen beschaving die rijk en machtig is. Er is (c) een bende slavendrijvers die de kwetsbare bevolking onder (a) tot slavernij brengt. Want er zijn (d) op dat continent ook grondstoffen waar de lokale bevolking niets aan heeft (omdat ze niet weten wat er ermee kunnen doen), maar die in de rijke, beschaving veel waard zijn, omdat ze het daar wel weten.

Bijgevolg: (c) dwingt de bevolking van (a) om de grondstoffen (d) boven te halen, zodat ze die met gigantische winsten aan (b) kunnen verkopen. En de vraag is: wie draagt de morele verantwoordelijkheid voor de armoede en de slavernij van de bevolking van (a)?

Wel, we vullen gewoon de onbekenden (a) tot en met (d) in. Dus:

Het onderontwikkelde gebied (a) is Kongo, de verafgelegen rijke beschaving (b) is “het Westen”, de slavendrijvers (c) zijn de Ruandezen en de potentiëel kostbare grondstof (d) is coltan, door het Westen gebruikt in hun laatste modeverschijnsel; de mobiele telefoons. Even meegeven dat de Ruandezen ter plundering van de grondstoffen manu militari de arme streek waar de grondstoffen zitten zijn binnengevallen, en dat de kranten in een bepaald jaar meldden dat de inkomsten gewoon op het Ruandees nationaal budget stonden ingeschreven. En dat was natuurlijk dom: roven en plunderen – tot daar, maar als je het officiëel toegeeft... dan maak je het echt wel moeilijk om er collectief langs te kijken.

Maar soit, de vraag was: wie draagt nu de morale verantwoordelijkheid? Het juiste antwoord is: het Westen – dus (b) – draagt die verantwoordelijkheid. Ja, want zonder de vraag van het Westen zouden de lokale grondstoffen ook niet geplunderd worden, en zou de lokale bevolking niet tot slaaf gemaakt worden.

Westen: 0 – Rest van de wereld: 1

Maar we zetten ons onderzoek verder, en we vullen nogmaals in.

Het onderontwikkelde gebied (a) is nu Zuid-Amerika in de tijd van de Spanjaarden, de verafgelegen rijke beschaving (b) is China, de slavendrijvers (c) zijn de Westerse conquistadores en de potentiëel kostbare grondstoffen (d) zitten in de zilvermijnen. En ook hier is het nuttig een stuk achtergrondinformatie mee te geven. De Europese economie van die tijd kon de toevoer van zilver absoluut niet aan, zoals blijkt uit de manier waarop dat in (ongeveer) de zeventiende eeuw aanleiding gaf tot een vrij sterke prijsinflatie, verder tot het financieren van verschillende slopende oorlogen (waaronder hier in de Nederlanden), en tenslotte (en het voornaamste) tot een enorme export van dat zilver naar de Aziatische economieën, China ruim op kop, die de toevloed van zilver wel aankon, en daar zelfs een sterke behoefte aan had. Kortom, waar de Europese inflatie al snel bezig was de waarde van al dat zilver te kelderen, maakte de Chinese uitweg dat het integendeel zijn waarde behield, omdat er nu zijde, of thee, of kruiden, of weet ik veel wat precies, mee te kopen viel.

En wie is er nu moreel verantwoordelijk voor de slavernij van de Zuid-Amerikaanse bevolking? En het juiste antwoord is: Het Westen! Logisch, want die zijn toch zeker aan het plunderen? Met andere woorden, ingevuld in de bovenstaande logica is het nu (c)! Als Afrikaanse plunderaars zich kunnen verrijken door een lokale bevolking uit te buiten en het product te verkopen aan het Westen, dan is dat de schuld van het Westen, en als Westerse plunderaars zich kunnen verrijken door een lokale bevolking uit te buiten en het product te verkopen aan de Chinezen, dan is dat nog steeds de schuld van het Westen!

Westen: 0 – Rest van de Wereld: 2

En daarmee is wel bewezen dat er absolute morele waarheden bestaan. Los van elke feitelijkheid staat de conclusie al op voorhand vast: het is de schuld van het Westen. Met een beetje duwen en trekken slaagden sommigen er zelfs in de fase van de Europese ontwikkeling in de tijd van de Spanjaarden “pré-kapitalitisch” te noemen (remember de “Puur Verbale Kwesties”?), en nu was het zelfs de schuld van het kapitalisme!

Goed dat er nog morele zekerheden bestaan...

vrijdag 12 mei 2006

Globalizering, deel II

De theorie zegt dat handel, en dus vrije markten, samenlevingen welvarender maken. Immers, door handel ontstaat een aanbod in producten die er anders niet waren. En toegang tot meer producten zien we over het algemeen als grotere welvaart dan toegang tot minder producten. Dat is bijvoorbeeld belangrijk wanneer een simpele economie ontdekt hoe ze de productie van haar eigen typisch product kan verbeteren. In eerste instantie is iedereen een beetje rijker, maar omdat je nu eenmaal niet kan blijven meer graan (bijvoorbeeld) consumeren, en omdat je graan ook maar beperkt kan opslaan (ratten, muizen, rovers, brand...) komt er al gauw een moment waarop iedereen liever wat langer onder een sombrero in de zon gaat zitten, eerder dan blijven graan produceren dat vervolgens ligt te rotten. Terwijl, als je dat graan kan inruilen voor... uimmm, zijde? Iets anders? Wel, dan is handel een manier om van graan zijde of nog iets anders te "maken", in ieder geval iets dat je vroeger niet had.

Daarnaast ook zetten de exotische producten de lokale producten onder druk. Dat hoeft absoluut niet te betekenen dat die moeten verdwijnen – hoewel dat natuurlijk wel kan; ik geloof niet dat we nog veel vraag naar Vlaams Laken zien. Maar de producten van eigen bodem zullen er wel goed aan doen niet te duur te worden: als de aardappelen namelijk te duur zijn, kunnen we nog altijd pasta uit Zuid-Europa of rijst uit Azië invoeren.

Analoog maakt “het kapitalisme” de samenleving rijker. De industrializering maakt dat de bevolking toegang heeft tot producten die ze vroeger niet hadden. De mogelijkheid om kledij van katoen te dragen bestond haast niet – tenminste niet voor bredere lagen van die bevolking – voor de Industriële Revolutie, maar wel nadat die laatste massaproductie van katoen in gang had gezet. En nog steeds analoog hoefde dat de wol of het linnen niet te doen verdwijnen, maar duurder zullen ze er niet van geworden zijn.

Natuurlijk is de vraag of de positieve gevolgen ook werkelijk naar de bredere lagen van de bevolking doorsijpelen. Sommige Marxisten (wiens filosofie tot een geloof is versteend) beweren wel eens het tegendeel. De producten, zo orakelen ze, zullen helemaal niet goedkoper verkocht worden. De kapitalist zal zijn machtspositie gebruiken om zijn concurrenten uit de markt te prijzen, en daarna zal hij zijn monopoliepositie gebruiken om woekerwinsten te maken. Ik denk dat we gewoon, schouderophalend, kunnen vragen of kleding, en voeding, en fatsoenlijke huisvesting werkelijk duurder zijn geworden, dan wel heel, heel veel goedkoper - en ze voor de rest in hun geloof laten.

En zo is het ook met de globalizering. Om maar iets te zeggen, kleding, en schoenen, zijn producten die we op grote schaal uit Azië importeren. Het grote aanbod doet de prijzen, inderdaad: dalen, en dat zet ook lokale prijzen onder druk. Dat zijn nog steeds de prijzen van die kapitalist die wel even zijn product ging monopolizeren, remember? Dus heel het pak wordt in werkelijkheid goedkoper.

En wat is dan dààr weer het gevolg van? Zeg dat kledij en schoenen, gewoon om ronde getallen te hebben, tien percent van het inkomen van een normaal, fatsoenlijk Christenmensch opslorpen. En zeg dat de Aziatische import die prijzen met de helft doen zakken. Welnu, dan komt dat overeen met een besparing van 5%. Voor iedereen. Het is alsof je iedereen, van de eerste tot de laatste, een loonsverhoging van 5% toekent.

Terwijl zij die pleiten voor “behoud van werkgelegenheid” en “eigen industrie eerst” iedereen die 5% extra willen doen betalen, om zo de lonen te behouden, niet voor iedereen, maar enkel in die ene sector die eigenlijk niet eens in staat is concurrentiëel te zijn. Is het nu moeilijk te zien welk van beide filosofieën de samenleving nu eigenlijk rijker maakt?

donderdag 11 mei 2006

Laten we martelen!

Neenee, dit is geen politiek pamflet over recente actualiteit; het is echt een moraalfilosofische beschouwing bij iets dat één van de lezers van dit blog als commentaar postte.

Namelijk merkte lezer Axxyanus bij de laatste post over John le Carré op dat er redenen zijn om bij het beoordelen van daden de daad los te koppelen van de consequenties. Bijvoorbeeld: martelen als daad is slecht, maar als je ermee kan vermijden dat er een atoombom ontploft, die miljoenen slachtoffers zou maken, dan ziet het er wellicht heel anders uit?

Dit onderwerp heb ik intussen aangesneden in een conversatie, en er was al heel snel een consensus dat deze consequenties inderdaad een heel ander licht op de zaak wierpen. Filosoof als ik ben heb ik daarna een beetje advocaat van de duivel gespeeld - hoewel ik ook wel vind dat we niet zo simpel "daden op zich" kunnen afwimpelen.

Alleen, zei ik, we hebben nu zo'n tikkende atoombom, en we hebben de terrorist die er meer over weet gevangen genomen... En het blijkt dat die terrorist een knappe, donkerogige, donkerharige (Noord Afrikaanse type, natuurlijk, of wat had je nu gedacht?) en langbenige twintiger van het vrouwelijk geslacht is. En wij moeten haar martelen! Dat is onze burgerlijke plicht! Ja, het is onze menselijke plicht, denk aan de atoombom!

Voel je de menselijke creativiteit wakker worden? Voel je het testosteron stromen? Ik bedoel vanzelfsprekend dat we er ons allemaal van bewust zijn dat dat precies is wat er vaak genoeg zou gebeuren, terwijl de lezers van dit blog (om van de schrijver nog te zwijgen) gelukkig een veel volwassener en evenwichtiger psychologie bezitten.

Kortom, we zitten heel, heel snel op een hellend vlak, en nog wel een erg steil hellend vlak. Het is vanaf precies dat hellend vlak dat mensen ter heropvoeding naar werk- en nog ergere kampen zijn gestuurd. Om de belangen van het volk te dienen, om de zuiverheid van het ras te garanderen, om de democratie te verspreiden, om het ware geloof veilig te stellen, om het communisme te bestrijden - men zou zich nog gaan verbazen dat er voldoende langbenige schoonheden over blijven om de zomers er nog beter te doen uitzien.

Dus Axxyanus trekt ons denken op het simpelste niveau open, en dit soort vragen trekt het nog verder open: zoals ik al schreef is het onderwerp wellicht te moeilijk. Dat maakt dat we er weliswaar over moeten nadenken, maar dat we misschien niet moeten verwachten dat we snel met een kant en klaar antwoord zullen komen.

Laat me proberen een voorbeeld te creëren dat van Axxyanus's voorbeeld gewoon één voorbeeld in een lange rij maakt. Al wat ik even veronderstel is dat Hitler de Holocaust "moest" lanceren "om politieke redenen" (lees: om zelf aan de macht te blijven). Enkel zo (verzin ik even voor argument's sake) kon hij zijn land motiveren om een oorlog te voeren zoals die tegen Rusland. Ik denk dat het wat vergezocht is, maar het lijkt me niet zo absurd dat we niet even kunnen doen alsof.

Wel, wat denken we nu van de volgende scenario's:

1. Hitler lanceerde een volkerenmoord met de bedoeling, èn met als uitkomst, dat Stalin - één van de wreedste dictators uit de wereldgeschiedenis - ten val kwam.

2. Hitler lanceerde een volkerenmoord met als bedoeling, maar zonder dat het gelukt is, Stalin ten val te brengen.

3. Hitler lanceerde een volkerenmoord om ideologisch opportunistische redenen, maar als één van de consequenties daarvan slaagde hij erin Stalin ("wreedste", "dictators", "wereldgeschiedenis"...) ten val te brengen.

4. Hitler lanceerde een ideologisch opportunistische volkerenmoord, viel Rusland binnen met wie hij nog altijd een verdrag voor economische samenwerking had lopen, maar - hoewel het niet gelukt is - creëerde daarmee een kans om Stalin (etc.) te doen vallen.

Ik denk dat één van de dingen die je ziet is dat je niet alleen naar daden, en niet alleen naar consequenties, maar daartussenin ook nog naar intenties moet kijken. Of gaat dat te ver? Is er helemaal géén verschil tussen een volkerenmoord om Stalin af te zetten en een volkerenmoord waar Stalins afzetting een onbedoelde consequentie van is? Maar in dat geval is er toch ook helemaal géén verschil tussen martelen om een nucleaire explosie tegen te gaan, en martelen waarbij, "tiens, zie me nu", een tikkende atoombom tijdig wordt opgespoord?

Heeft Axxyanus' voorbeeld bijgevolg niet in de verf gezet dat we wel degelijk twee kwaden met elkaar mogen en moeten vergelijken? Immers, we hebben nu een vergelijking met drie onbekenden: de daad, de intentie, en het resultaat. Als we invullen:

"Martelen om een tikkende atoombom tegen te houden", dan scoren we bij daad hoog op de schaal van moreel bankroet, we scoren echter goed op de schaal van intentie, en we scoren heel goed op de schaal van de consequenties. Daarnaast hebben we:

"Hitler pleegt volkerenmoord om Lebensraum te veroveren zodat Stalin ten val komt", dan scoren we bij daad nog veel slechter op de schaal van het menselijk bankroet. De intentie is om te huilen. Maar het resultaat had ook heel zwaar kunnen wegen, want er zijn maar weinig dingen die zoveel ellende hadden kunnen besparen als het elimineren van Stalin in ongeveer 1941. En dat laatste moeten we dan nog eens wegen voor de vraag of dat dan wel de echte bedoeling was, dan wel eerder een onbedoeld neveneffect.

En zo kunnen we nog een hele tijd morele problemen op een goudschaaltje afwegen. En, naar ik hoop, je ziet het gebeuren. Al die dingen kan je natuurlijk op de onbezorgde toon uitspreken waarmee je een integraal oplost - maar waar zit het contact met de realiteit die je (zogezegd) beschouwt? Het is veel gemakkelijker om vanuit je zetel te berekenen of een oorlog niet een goed idee zou zijn, als je hem niet zelf moet gaan uitvechten.

Zoals ik eigenlijk probeer te illustreren: deze problemen zijn te moeilijk. Om het alleen al bij het voorbeeld te houden dat (denk ik) Axxyanus bewust extreem en daardoor simpel heeft gehouden: Natuurlijk kan je altijd beweren "martelen doen we in geen enkel geval", en je hebt geen antwoord meer op de tikkende atoombom. Of je kan beweren dat het voor tikkende bommen toegelaten is, en je hebt geen antwoord op het hellend vlak, of op de manier waarop de holocaust er blijkbaar "beter" (sic) zou uitgezien hebben als Hitler andere bedoelingen had gehad.

Waarmee we terug bij het probleem zijn dat we tegelijk twee kwaden met elkaar willen vergelijken, en tegelijk vinden dat dat eigenlijk niet kan. Is dat dan ook niet iets dat meestal verboden wordt, juist omdat het zo vaak leidt tot vragen waar een "absolute" moraal geen antwoord op heeft? Kortom, juist omdat het onderwerp eigenlijk te moeilijk is, zodat we maar verondersteld worden de één of andere moraal aan te nemen, en zodat we bij onze dilemma's altijd een aantal zalvende religieuze formules kunnen uitspreken, zonder er teveel over na te moeten denken? Credo quia absurdum!

woensdag 10 mei 2006

De honderdste post!

Speels Maar Serieus heeft hierbij zijn honderdste post bereikt! Toch altijd een moment om even bij stil te staan. Het idee is met een zekere (momenteel vrij hoge) regelmaat iets te posten. En iedereen die zelf blogt weet wel dat dat soms gemakkelijker gedacht dan gedaan is. En toch: het viel wel mee. Of het met hetzelfde tempo zal zijn weet ik niet, maar ik denk wel dat er ooit nog een tweehonderdste post zal te vieren vallen.

Omdat ik zelf nieuwsgierig werd naar waar Speels Maar Serieus nu eigenlijk over gaat, heb ik eens een statistiekje opgemaakt. Er is nu eenmaal een verschil tussen waar je zelf denkt dat het over gaat, en waar je na 100 posts van kan zien dat het over gaat. En hoewel het indelen in rubriekjes iets heel artificiëels heeft, en hoewel je soms een bepaalde post snel in een vakje plaatst "om er vanaf te zijn", denk ik toch dat er zich een bepaald plaatje aftekent.

Het blijkt dat 22 post over "Economie & Ontwikkeling" gingen, en 16 posts gingen over "Actueel & Politiek". En dat is zonder "Irak" gerekend, maar met de beste wil van de wereld kan ik niet meer dan 3 post over Irak ontdekken. Ik denk dat ik me wat afgeschrikt heb gevoeld door de vele sites die wel lijken te bestaan om in de eerste plaats de auteur zelf van zijn eigen groot gelijk te overtuigen - zowel bij pro als bij contra.

Het netto-resultaat blijft dat ruim 40% van dit blog over (doorgaans internationale) economie en politiek blijkt te gaan. Daar ben ik eerlijk gezegd zelf een tikje verbaasd over. Ik had echt gedacht dat ik meer posts zou hebben over geschiedenis (9), filosofie (7), evolutietheorie (7) of wetenschap in het algemeen (10). Die onderwerpen liggen, natuurlijk, altijd wat moeilijker om inspiratie te vinden èn er op min of meer beknopte manier iets zinnigs over te zeggen. Met een beetje geluk krijgen we nog te zien hoe dat in de toekomst evolueert.

En daarmee blijven nog twee rubrieken over. De rubriek "huishoudelijk" haalt 10 posts, wat betekent dat ik me nogal vaak luidop zorgen maak over "hoe schrijf ik een blog", alsook dat ik diep onder de indruk was van de operatie aan mijn oog van twee weken geleden.

En tenslotte was er de rubriek die je normaal "varia" noemt - en die ikzelf "speels" heb genoemd. Denk niet dat ik dat als een vuilbakrubriek beschouw. Nu ik nog eens de posts "theoloog" of "Bonifaaz" de revue heb zien passeren, denk ik dat enkele van de beste posts in die rubriek "speels" te vinden zijn. Natuurlijk zijn dat niet de meest ambitieuze posts. Maar sommige van de meer ambitieuze posts zijn ook de posts die ik achteraf slecht gevormd, te gecompliceerd, te verward vind: hoge bomen riskeren nu eenmaal veel wind. Terwijl de speelse posts, bij het teruglezen, meestal toch wel opleveren wat ze destijds moesten doen. (OK, iemand heeft me IRL gezegd dat hij de post "Vier Schoppen" onleesbaar, overbodig en pompeus vond. Guess what? Ik vond het toch wel geestig: amen.)

En hoe ziet de toekomst er uit? Een beginnend blog, dat in een niet zeer communicatie vriendelijke opstelling opereert, krijgt vanzelfsprekend niet veel feedback om zich door te laten bijsturen. Verder moet ik er geen verkiezing mee winnen, geen job mee krijgen of houden en probeer ik er bij geen enkele groep vriendjes mee te worden. Het heeft iets heel erg comfortabels om het doodgewoon te kunnen zeggen zoals je het denkt, hoewel, ik geef het meteen toe, het niet bevorderlijk is om (sociaal gesproken) carrière te maken. Ah, maar de voordelen van een vrije, onafhankelijke geest te mogen zijn! Dus denk ik dat pakweg de volgende 100 posts er wel eens zouden kunnen uitzien zoals de 100 vorige. Of het aangenaam was om te lezen weet ik niet, maar het was aangenaam om te schrijven, en eigenlijk is dat momenteel het enige criterium. "Honi soit qui mal y pense" :-)

dinsdag 9 mei 2006

Een "Theorie van de Geschiedenis"

In de post “You can fool some people” vraagt lezer Serge zich iets af dat zowat mijn huidge stokpaardje is. Om niet weer over Irak te beginnen vat ik de vraag zo emotieloos samen. Als we zoeken naar “de reden” van de Irakoorlog is het aannemelijk dat er eigenlijk een multi-factor reden aan het werk is. De één heeft werkelijk geloofd dat er een dreiging uitging van WMD’s. De ander dacht dat een invasie wel handig zou zijn voor de petroleumkwestie, en (interpreteer ik er zelf bij) omdat je dat niet kan toegeven kroop die maar weg achter het WMD verhaal.

En zo ook verwijst Serge naar de soms gehoorde theorie van het Oidipouscomplex van Bush. Om redenen die er hier niet toe doen wilde Bush jr. “het” beter doen dan zijn vader, en één van de dingen die hij beter dacht te kunnen doen was het “afwerken” van Irak. En (interpreteer ik er weer zelf bij) omdat je ook dat niet kan toegeven, kroop ook Bush maar weg achter het WMD verhaal.

En dat brengt ons bij de vraag. In welke mate wordt geschiedenis bepaald door toevallige factoren; door niet te vatten, niet te voorspellen, irrationele verklaringen, die voor hetzelfde geld heel anders hadden kunnen zijn? Zoals “wat bezielde Bush?” of “waarom trok Caesar de Rubicon over?”.

Nu is dat eigenlijk iets waarvan we weten dat het in zekere mate zo is. Paleontoloog Stephen Gould merkte beroemd op dat de dinosaurussen 200 miljoen jaar lang samen met de zoogdieren hadden geleefd. Slechts 65 miljoen jaar geleden valt er een komeet die de dino’s doet uitsterven. Als dino’s 135 mio jaar lang de zoogdieren kunnen domineren, dan hebben we alle redenen om aan te nemen dat ze dat de volgende 65 mio jaar ook hadden gekund. En dus is ons eigen simpel bestaan afhankelijk van de uiterst kleine kans dat er een komeet op de Aarde knalt, en niet ernaast – waar er zoveel meer plaats was.

En van Hitler heb ik me laten vertellen dat hij als jonge man betrokken was in een zeer zwaar ongeval, waar hij enkel bij mirakel levend uitkwam. Zou het niet kunnen dat de zeer troebele geschiedenis van de jaren dertig en veertig er heel anders had kunnen uitzien, afhankelijk van een heel klein beetje meer druk, daar, destijds, bij dat ongeval?

En hoe dicht zijn de Russen in WO II eigenlijk bij capitulatie geweest? Zie je D-day al met het hele Zesde Leger fris en uitgerust gelegerd in West-Europa? Nee, zeker?

Maar, zoals Serge impliceert, het is ook mogelijk dat de geschiedenis zich doorzet los van een hoop van die toevalligheden. Als Einstein in een ongeval was omgekomen, dan had, misschien, iemand anders de relativiteitstheorie wel uitgevonden. Zonder Hitler was Europa misschien toch wel in een oorlog terecht gekomen, een oorlog die misschien “hoe dan ook” een hopeloos geval was voor Duitsland?

Zo ontstaat een soort dilemma: dat huidig stokpaardje van me. Aan de ene kant kan je een “theorie van de geschiedenis” proberen te formuleren. Een maand of wat geleden had ik het hier over een voorbeeld daarvan. De Chinese Keizer van de Mingdynastie beslist dat internationale zeevaart verboden is, de Chinese vloot ligt te rotten op het strand, en als een eeuw later de Portugezen arriveren in hun relatieve notedopjes, dan zijn de Chinezen gezien.

En de “theorie van de geschiedenis” zegt nu dat gecentralizeerde staten het individueel initiatief verstikken, en dat het veel meer pluralistische Europa daarom in die periode China – dat tot dan toe een voorsprong op Europa had – voorbij stak. Maar zoals we ook zagen deden de Amerikanen van de negentiende eeuw iets dat heel goed leek op wat de Chinezen van de vijftiende eeuw deden. Ze concentreerden zich op de ontwikkeling van hun enorme binnenland, ze negeerden de enorme mogelijkheden van de internationale scheepvaart, en ze lieten dat over aan de veel verder wonende Europeanen.

En als de Europeanen die bij de Amerikanen arriveerden relatief veel minder vijandig waren dan de Europeanen die de Chinezen op hun dak kregen, dan is dat alleen maar een historisch toeval. Voor hetzelfde geld waren er geen Engelsen, maar wel Russen onder leiding van een technologiefreak à la Peter de Grote opgedaagd, en dan hadden we nu even hard met de Amerikanen gelachen als we met de Chinezen lachen. Terwijl de relatieve staat van de beschavingen waarmee je op een bepaald moment geconfronteerd wordt nu eenmaal op geen enkele manier samenhangt met vragen als hoe gecentralizeerd, of juist “liberaal”, je eigen staat is. En dus valt een deel van de historische ontwikkelingen helemaal niet uit te drukken in termen van een formule als “gecentralizeerde staat” versus “vrijheid van het individu” en consoorten.

Maar tegelijk kan dat voor een ander deel wel. Wetenschappen als de evolutietheorie of de kosmologie doen precies dat. Mechanismen als “natuurlijke selectie” of de processen die het leven van een ster, of een melkweg (of, wie weet, het universum zelf) bepalen zijn wel degelijk wel in (relatief) heel preciese formuleringen uitdrukbaar – en heel veel van de “toevalligheden” van de geschiedenis zullen de uiteindelijke uitkomst relatief weinig beïnvloeden.

Alles onder voorbehoud van wat ik over deze onderwerpen weet, en begrijp, natuurlijk.

Hoe dan ook: ik denk dat we hier op het spoor zitten van vragen als “Waarom is de geschiedenis (als discipline) geen wetenschap zoals de evolutiebiologie of de astronomie?”. Zo op het eerste zicht – een voorlopige conclusie bij een onderwerp waarover ik eigenlijk nog hard zit na te denken – gaat het om dat conflict. Wordt je onderwerp meer bepaald door formuleerbare processen, zoals de evolutiebiologie, dan ga je naar een wetenschap toe. En wordt je onderwerp meer gedomineerd door toevallige gebeurtenissen die de logica compleet kunnen omgooien, dan heb je nog altijd een eerbiedwaardige discipline als de geschiedenis. Eerbiedwaardig, en in mijn ogen een vergaarbak van zeer opmerkelijke geesten en vaak onderschatte denkers, maar geen wetenschap.

maandag 8 mei 2006

Eerste Werkdag

Vandaag was mijn eerste werkdag sinds de operatie. Met een rood, branderig, stekend en tranend oog de hele dag naar schermen zitten kijken: het is niet evident. Maar toch is het nu minder rood dan gisteren, en ik blijf denken dat de filosofie van de artsen is dat ik het moet gebruiken.

Alleen bezorgt het me wel stekende hoofdpijn, en geen zin om thuis ook nog veel te computeren. En voor een acceptabele blogpost heb je toch een béétje inspiratie nodig, en daar is hoofdpijn ook al niet goed voor.

Stilte, dus.

zaterdag 6 mei 2006

Mother Mary

De moeder van Paul McCartney heette Mary. Er zijn pakkender dingen in het universum, maar toen ik dat een tijdje geleden ergens zijdelings las zat ik even voor me uit te staren. Ik was geen puber in 1969, maar ik ken toch vrij goed de song Let It Be die hij als grote sterke vent van 29, steenrijk en wereldberoemd, in dat jaar schreef.

Dus er waren de volgende stukken die ineens op hun plaats vielen:

1. Paul McCartney verloor zijn moeder op de kwetsbare leeftijd van 14 jaar
2. De voornaam van die moeder was Mary
3. En hier is de tekst van de wereldberoemde song die hij schreef als grote sterke vent van 29:

When I find myself in times of trouble
Mother Mary comes to me
Speaking words of wisdom
Let it be

And in my hour of darkness
She is standing right in front of me
Speaking words of wisdom
Let it be

Let it be, let it be, let it be, let it be
Whisper words of wisdom
Let it be

And when the broken hearted people
Living in the world agree
There will be an answer
Let it be

For though they may be parted
There is still a chance that they will see
There will be an answer
Let it be

Let it be, let it be, let it be, let it be
Yeah, there will be an answer
Let it be

Let it be, let it be, let it be, let it be
Whisper words of wisdom
Let it be

Let it be, let it be, let it be, yeah, let it be
Whisper words of wisdom
Let it be

And when the night is cloudy
There is still a light that shines on me
Shine on until tomorrow
Let it be

I wake up to the sound of music
Mother Mary comes to me
Speaking words of wisdom
Let it be

Let it be, let it be, let it be, let it be
There will be an answer
Let it be

Let it be, let it be, let it be, let it be
Whisper words of wisdom
Let it be

vrijdag 5 mei 2006

The Constant Gardener: “suite”, maar “fin”?

Dus: Big business moordt om winsten op peil te houden. De extra dimensie die ik van een le Carré wel een beetje verwacht had, zit in het feit dat het betrokken product helemaal niet zomaar wat rommel is, maar wel degelijk een uitstekend medicijn. Het heeft werkelijk het potentiëel om een wondermiddel te worden, één van die wondermiddelen waarvan wij, die al eens infecties overleven waaraan de rijkste man ter wereld van een eeuw of wat geleden zou sterven, maar al te goed weten dat ze bestaan.

Wat is dan eigenlijk het probleem? Het probleem is dat het product nog niet helemaal op punt staat. En omdat het erg duur is, en heel lang duurt, om dat probleem uit te analyseren en te verhelpen, heeft Big Business een sneller systeem gevonden. Het wondermiddel wordt onder het mom van humanitaire actie toegepast in Afrika, waar een hoop nietsvermoedende Afrikanen dienen als proefkonijn: letterlijk. En dus sterven ze aan bijwerkingen als ademhalingsinfecties of bloedvergiftiging of whatever, en big Business heeft zijn korte weg naar het punt waarop het middel in de VS – tegen dan veilig, natuurlijk – aan de man kan gebracht worden.

En dat impliceert de medeplichtigheid van een hoop dokters, professoren, of medisch en ander personeel, dat dan ook vlijtig geïntimideerd wordt om academische onafhankelijkheid of wetenschappelijke objectiviteit overboord te gooien, en de belangen van de Westerse aandeelhouder te dienen: daar gaat het verhaal weer de klassieke toer op. Tot en met moord op de vrouw van de hoofdpersoon, toen die in een positie was om de hele zaak toch nog op een geloofwaardige manier aan te klagen.

Maar daarmee heeft Le Carré zichzelf in een behoorlijk moeilijk parket geschreven; een parket waarvan mijn eigen ervaringen als hobbyfilosoof me vertelt dat het zelfs wel eens te moeilijk zou kunnen zijn.

Immers, ikzelf ben één van de eersten die alle dagen de farmaceutische industrie moet danken op mijn blote knieën, inclusief voor het feit dat ik nog leef, en voor het feit dat ik niet mijn hele leven blind ben. Aan de andere kant heb ik altijd geprobeerd extreem-links te vragen hoe ze verwachten serieus genomen te worden, als hun verzuchtingen (vaak genoeg oprecht) altijd weer moeten ingekleed worden in het oliedomme “het kapitalisme veroorzaakt de armoede in de wereld”. Dus moet ik nu ook consequent zijn, en net zoals ik dat van extreem-links verwacht, bereid zijn de rotte plekken in mijn eigen kamp aan te klagen.

En merk op: Le Carré beweert niet dat de industrie de Afrikaanse armoede veroorzaakt. Le Carré verbetert integendeel die standaard opgewarmde kost door er aan te herinneren dat de mensen in Afrika al doodarm zijn, zoals de hele mensheid nu eenmaal de hele geschiedenis doodarm is geweest. En dat is waar al die hypocriete diplomaten en corrupte universiteiten en omgekochte wetenschappers uit het verhaal zich achter kunnen verschuilen: de slachtoffers van het dubieuze product zijn toch al aan het sterven. Dus wat doet het er toe dat ze sterven aan de bijwerkingen van het veelbelovend product, als ze anders waren gestorven in de burgeroorlog of van de honger of van de vele infectieziektes waaraan ze nu eenmaal toch al sterven? Is het dan niet beter (allez, toegeving: “minder slecht”) als ze sterven aan het onderzoek naar een product dat weldra een nieuw wondermiddel van de Westerse wetenschap zal zijn?

En weet je waarom ik pas gezegd heb dat le Carré zich eigenlijk een beetje in een hoek geschreven heeft; waarom dit allemaal wel eens te moeilijk zou kunnen zijn? Omdat ik niet weet waarom het juiste antwoord luidt dat dat natuurlijk niet beter is, maar integendeel cynisch is, en meedogenloos, exploiterend, etcetera, etcetera. Want zie je, le Carré stelt impliciet dat soort vragen wel, maar hij lost ze niet op. Hij heeft zijn potentiëel wondermiddel geïntroduceerd om de standaard slappe kost (“Big Business heeft het gedaan”) op te warmen, maar voor de rest laat hij de lezer maar gewoon, zonder enige verdere filosofische bijstand, oordelen dat het allemaal Heel Erg Verkeerd is.

En zeker, als je aanhanger bent van één of andere religieuze moraal, dan is dat allemaal niet in overeenstemming met de bijbel, de wil Gods, de Natuurlijke Aard der Dingen en vele, vele andere spreuken om achter weg te kruipen. Alleen, dit soort dingen is nog altijd een "linkse" kritiek aan het establishment van het grote geld. En dat maakt een heel groot verschil.

Ik zie nog het gezicht van Kristien Hemmerechts, toen de één of andere pastoor in een televisiedebat oordeelde dat abortus “intrinsiek slecht” was; en zij, met de gelaatsuitdrukking die je normaal gebruikt als je een harige spin door je eten ziet kruipen, informeerde “wat bedoelt u met intrinsiek slecht?”.

Het punt is, onze linkerkant heeft er altijd veel werk van gemaakt ons er op te wijzen dat alle morele standaarden relatief waren, dat de moraal van de ene de onderdrukking van de andere was, en dat er “by the end of the day” in morele systemen niet veel beter was dan vrije keuze, een beetje zoals in vrije liefde eigenlijk - remember that one?

Dus tegen welke standaard is het dan fout dat Big Business producten ontwikkelt waarvan de prijs de levens zijn van mensen die toch al sterven?

Hey, ik wil het hier niet allemaal verdedigen, hé, ik probeer er alleen op te wijzen dat de aanklacht van onze linkse critici wel eens veel moeilijker zou kunnen liggen dan ze altijd zomaar aannemen. Want ja, je kan natuurlijk altijd zomaar ergens een moraal veronderstellen waarbij dat inderdaad allemaal verschrikkelijk slecht is, zoals le Carré zelf ook doet, maar dat is nu juist waartegen linkse critici zich altijd zo hebben tegen verzet; tenminste zolang de moraal nog de moraal van de pastoor uit dat programma was.

Begrijp ik nu dat dat niet langer geldt wanneer de stokpaardjes van de maatschappijcritici op tafel liggen, omdat dan ineens weer wel absolute, of minstens niet verder in vraag te stellen ethische criteria gelden?

Ik weet het niet. In feite heb ik als hobbyfilosoof al meer nagedacht over wat er overblijft van morele kwesties wanneer je ze hebt ontdaan van de dikke, kleverige lagen moraaltheologie waarin ze altijd worden verpakt. En zoals ik al zei: mijn ervaringen zijn dat het wel eens te moeilijk zou kunnen zijn om op een consequente manier dit soort vragen te stellen.

Als je geen “absolute” morele standaarden erkent; bij welk criterium ga je dan veroordelen dat de farmaceutische industrie op de kap van mensen die toch al aan het sterven zijn geneesmiddelen ontwikkelt, waarvan we toch ook altijd erg verontwaardigd zijn als nog andere mensen er geen toegang toe hebben?

Ik weet het niet. Grotere filosofen dan ikzelf zullen zich er moeten mee bezig houden. In afwachting vind ik wel dat alle prestaties van de farmaceutische industrie van de wereld hen niet kunnen vrijpleiten van aanklachten voor wanpraktijken, corporate greed, diverse vormen van intimidatie en moord, met de uiteindelijke bedoeling de winsten te maximalizeren.

You can fool some people all of the time...

Af en toe duiken kleine stukjes informatie of uitwisselingen op die, wanneer je ze vergelijkt met het verleden prachtige illustraties zijn van het onvoorstelbare cynisme van Bush's Irakoorlog.

(Zie ook mijn eigen

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/brad-delong-is-meedogenloos.html )

Omdat ik denk dat de nieuwsgroep be.politics meer gelezen wordt dan dit blog heb ik daar een voorbeeld van dat geklungel neergezet. Maar omdat ik het toch wel graag "for the record" op mijn eigen blog heb, copiëer ik het maar naar hier. Hier gaan we:

Hier is de "transcript" van een recente uitwisseling tussen Rumsfeld en ex-CIA analyst McGovern. De url is:

http://www.iol.co.za/index.php?set_id=1&click_id=3&art_id=qw1146782341272B262

QUOTE

Rumsfeld said Bush, who made the threat posed by Iraq's weapons his main justification for war, also "spent weeks and weeks with the Central Intelligence people" before making his case to the American people. "They gave the world their honest opinion," Rumsfeld added. "It appears that there were no weapons of mass destruction."

McGovern shot back, "You said you knew where they were", referring to theIraqi weapons.

"I did not," Rumsfeld retorted. "I said I knew where suspect sites were."

"You said you know where they were, near Tikrit, near Baghdad, and north, east, south and west of there. Those are your words," McGovern shot back.

UNQUOTE

En hier is een url van het Amerikaanse Ministerie van Defensie, uit 2003:

http://www.defenselink.mil/transcripts/2003/t03302003_t0330sdabcsteph.html

En daarin lezen we:

QUOTE

MR. STEPHANOPOULOS: Finally, weapons of mass destruction. Key goal of the military campaign is finding those weapons of mass destruction. None have been found yet. There was a raid on the Answar Al-Islam Camp up in the north last night. A lot of people expected to find ricin there. None was found. How big of a problem is that? And is it curious to you that given how much control U.S. and coalition forces now have in the country, they haven't found any weapons of mass destruction?

SEC. RUMSFELD: Not at all. If you think -- let me take that, both pieces --the area in the south and the west and the north that coalition forces control is substantial. It happens not to be the area where weapons of mass destruction were dispersed. We know where they are. They're in the area around Tikrit and Baghdad and east, west, south and north somewhat.

UNQUOTE

Dus: (a) Tot toen de oorlog al volop bezig was bleef Rumsfeld volhouden dat Saddam WMD's had en dat hij wist waar ze zaten, en (b) vandaag is hij daar zo beschaamd over dat hij nu al moet ontkennen dat hij de woorden heeft uitgesproken waarvan iedereen nog op zijn eigen site kan gaan lezen wat die woorden waren. Vandaag beweert hij dat het alleen maar op "suspected" sites ging. Wéér op liegen betrapt, Rummy!

En ik heb ook nog eens mijn stukje van 9 februari 2004 opgezocht. Op amazon is nog steeds het boek te koop waarnaar ik toen verwees:

http://www.amazon.com/gp/product/B0002TX560/qid=1146830020/sr=2-1/ref=pd_bbs_b_2_1/002-4064749-6520004?s=books&v=glance&n=283155

Een jaar na de inval al was het Bushregime al zo beschaamd over hun eigen leugens, dat ze maar deden alsof het allemaal een vergissing was, en wel een vergissing van de CIA, zodat iedereen dacht dat Saddam WMD's had, en Bush dus slachtoffer was van de fouten van de inlichtingendiensten. Maar in 2003, dus in volle propaganda-oorlog, schreef dat boek nog,

QUOTE

(...) contends that the CIA and State Department, motivated by bureaucraticself-interest and a wrong-headed theory of terrorism that focuses on independent terrorist networks rather than terrorist states, have obstructed the investigation into the threat posed by Saddam Hussein's regime. Fortunately, President Bush is "an actual hero" who pushed ahead with the invasion of Iraq despite the intelligence bureaucrats' efforts to undermine him with nay-saying leaks. Mylroie's thesis hinges on her demonstration of a compelling case pointing to Saddam's possession of weapons of mass destruction and sponsorship of Islamic terrorism.

UNQUOTE

Het boek bevatte een stukje van Richard Perle. En volgens het stukje van Paul Krugman dat ik destijds citeerde,

QUOTE

"According to the jacket copy, "Mylroie describes how the C.I.A. and the State Department have systematically discredited critical intelligence about Saddam's regime, including indisputable evidence of its possession of weapons of mass destruction." UNQUOTE

Dus niet alleen beweerden ze dat Saddam WMD's had, en niet alleen beweerden ze dat ze wisten waar ze zaten. Ze schreven bovendien ook nog de platte propaganda (die wij pink op de naad moesten geloven), dat de CIA probeerde de bewijzen daarvan te verdoezelen. En het duurde een jaar voorde hele wereld doorhad dat Saddam géén WMD's had, en toen beweerden ze ineens dat ze slachtoffer waren van... de CIA die dat altijd had beweerd.

Wéér op liegen betrapt, Rummy!

Uim, ik zie dat de "approval rate" van Bush een dikke 30% is. Even een kleine parafrase:

You can fool all of the people some of the time.
You can fool some of the people all of the time.
But you can't fool all of the people all of the time.
Because you can only fool about 30% of the people all of the time.

Zoiets?

Waar zijn al die Newtons?

Volgens Angus Maddison, The World Economy, Historical Statistics, (2003) leefden er in het West Europa (12 landen) van het jaar 1,700 ongeveer 70 miljoen mensen. In het jaar 2,000 waren het er 324 mio. Bijna 5 keer zoveel.

Het West Europa van het jaar 1,700 is geen plaats en tijd om mee te lachen. Het was de tijd van Newton en Leibniz. Dat waren zodanige kanonnen dat de namen van een reeks gewone genieën uit die tijd (Huygens, Bernouilli 1 en 2, Hooke... ) ervan in de vergetelheid zouden raken. Het was de tijd van Bach. Leonhard Euler werd geboren. Haydn en Mozart waren niet ver weg. Er waren al stoommachines aan het werk. Er was teveel om op te noemen, eigenlijk.

Even aangenomen dat de mensheid als geheel de laatste duizenden jaren niet slimmer of dommer is geworden. Als er nu vijf keer meer mensen leven in hetzelfde gebied als toen, waarom zijn er dan niet vijf keer meer genieën van hetzelfde kaliber? Let wel, ik twijfel er niet aan (hoewel ik er eigenlijk geen flauw benul van heb) dat je vandaag een concentratie topgeesten in wetenschap, technologie en kunst kan aanwijzen die ruwweg zal overeenkomen met de concentratie die je altijd zal aantreffen.

Maar dat is niet waar je het over hebt als je praat over Newton en Leibniz en Euler en Bach. Als je het over die namen hebt, dan praat je niet over je normale intellectuele elite, maar over mensen waar de andere genieën les van krijgen. Het zijn de namen die 300 jaar later nog steeds klinken als een klok. En eerlijk gezegd betwijfel ik of we er dààrvan voor het jaar 2,000 evenveel kunnen opnoemen als we dat kunnen voor het jaar 1,700. Terwijl de statistiek zegt dat we er vijf keer méér zouden moeten hebben.

Als ik het antwoord wist, zou ik het niet moeten vragen. Natuurlijk, enkele eerste aanzetten liggen voor de hand. Er zijn vandaag ook 6.5 miljard mensen op de planeet. Ook daarvoor geldt dat de concentratie Newtons ruwweg dezelfde als altijd moet zijn. (We zullen het gekronkel waarmee een bepaald krijgshaftig rechts probeert vol te houden dat dat in werkelijkheid causaal correleert met huidskleur glimlachend - nee: honend schaterend - naast ons neerleggen.) En dan liggen antwoorden op de vraag "waar zijn al die Newtons?" voor de hand.

Als je leeft in zeer agrarische samenlevingen (Afrika; ook Indië en China, minstens tot voor zéér kort), of in communistische samenlevingen (China; ook Rusland en sattelieten tot voor zeer kort) of in grootgrondbezitter samenlevingen (Zuid Amerika), dan leef je in zeer conservatieve samenlevingen die niet bevorderlijk zijn voor innovatie van welke soort ook. En dus werken al die Newtons op het land of in de mijnen, of zitten ze in heropvoedingskampen, of als het meezit spenderen ze hun tijd in het doen kloppen van de feiten met de Dialectiek.

En dus is het zeer gemakkelijk zich voor te stellen dat er vandaag in West Europa een vijftal Newtons en een vijftal Leibniz'en kunnen rondlopen, zonder dat we ze te zien krijgen. Er kunnen omstandigheden bestaan die maken dat ze onzichtbaar blijven. Maar de omstandigheden die ik me daarvan kan indenken zijn varianten op een enggeestig conservatisme. En met alle kritiek die ik (net als iedereen, veronderstel ik) heb op onze wereld van vandaag, heb ik niet het gevoel dat we leven in het soort verstikkende omstandigheden die we associëren met de Afrikaanse armoedeval of met een communistisch regime. Ik denk integendeel dat als je vandaag Newton bent, je veel en veel beter geplaatst bent om je te tonen dan in het West Europa van het jaar 1,700.

Dus waar zijn ze? Het feit dat we ons kunnen voorstellen dat ze er zijn zonder dat we ze zien is iets heel anders dan weten waarom ze er zijn zonder dat we ze zien. En uitgerekend dat is iets dat ik nu wel eens echt zou willen weten.

donderdag 4 mei 2006

De rijkste man ter wereld

Eén van mijn favoriete (non-fictie) passages is het begin van The Wealth and Poverty of Nations (1998) van David Landes. Het jaar onzes Heeren 1,836. De “rijkste man ter wereld” – mogelijk zelfs letterlijk – is Nathan Rotschild, 59 jaar, gezond van lijf en leden. Dan verschijnt op zijn rug een ontsteking, en die geneest niet, en dokters verschijnen aan zijn bed.

Flash-forward: 2,004. Door de Alpen wandelt een zekere Koen R die met een blaar aan zijn voet terugkomt. Die gaat niet vanzelf weg, en de dag waarop R terug naar België wil rijden komt hij uit zijn bed, en zakt tot zijn grote verbazing zomaar door zijn benen. Er staan rode strepen op zijn been, van de voet tot in de lies. (De stukken met de flash-forward komen niet uit het boek van Landes - doch dit geheel terzijde.)

1,836: De beste dokters van zijn tijd verzamelen zich aan het bed van Nathan Rotschild, ze houden geleerde conversaties in het Latijn, ze perforeren de infectie met instrumenten die niet gezuiverd zijn (omdat Louis Pasteur zijn mond nog niet heeft opengedaan) en ze roepen er nog meer geleerde specialisten bij.

2,004: Na de rit van 1,000 kilometer (per auto; niet per paardenkoets) beschrijft R (telefonisch; niet per postduif) de symptomen aan het ziekenhuis op 10 minuten van zijn deur. “Meld u onmiddellijk aan op de spoedafdeling” luidt het commentaar. Ter plaatse informeert R bij de vriendelijke maar kordate jonge dame die de arts van dienst lijkt te zijn, wat er zou gebeurd zijn als hij eerst nog een slaapke had gedaan en pas de volgende dag was komen opdagen. “Oh, dan was u op intensieve terechtgekomen” luidt het antwoord. De overlevingskansen zouden nog steeds reëel geweest zijn, gemakkelijk 50%!

1,836: de infectie leidt tot bloedvergiftiging en “de rijkste man ter wereld sterft aan een infectie die vandaag met gemak te genezen zou zijn voor iedereen die een hospitaal, een dokterskabinet of zelfs een apotheek kan binnenstappen”.

2,004: R ligt drie dagen aan een baxter en stapt fris en monter (maar denkend aan Nathan Rothschild: de rijkste man ter wereld in 1836) het ziekenhuis weer uit. Wie is er er rijker? De rijkste man ter wereld in 1,836, maar dood wegens gebrek aan een banaal antibioticum, of een simpele bankbediende in 2,004 die voor minder dan een maandloon dat antibioticum plus de bijhorende simpele behandeling kan kopen?

Mijn opinie is: de simpele bankbediende van 2,004 is veel, en veel, en nog eens veel, rijker dan de rijkste man ter wereld van 1,836. U mag van mij van mening verschillen. Maar het is natuurlijk zeer gemakkelijk om dit ene voorbeeld te vervangen door een ander voorbeeld. Had ik al verteld over mijn oogoperatie? Met het ongeval dat mij destijds is overkomen zou de rijkste man ter wereld van 1,836 – en naar ik denk te weten, ook van 1,936 – voor zijn leven blind geweest zijn aan beide ogen. En eenmaal je ziet dat je het voorbeeld door één ander voorbeeld kan vervangen, zie je ook dat je het door practisch oneindig veel voorbeelden kan vervangen. Wie is rijker?

De kosten van die ingrepen aan het oog zullen wel wat hoger oplopen dan het maandloon van een bankbediende, maar guess what? Er bestaat een kapitalistische verzekeringsmaatschappij, en ik heb er alle vertrouwen in dat die me weer een vriendelijke brief zullen sturen waarin ze alle kosten op zich zullen nemen, en die wéér zal eindigen met “we wensen u een spoedig herstel toe”.

Mag ik voorstellen om dat systeem te globalizeren, en vlug, en veel, en grondig, naar zoveel mogelijk plaatsen van de wereld? Het huis dankt u voor uw aandacht.