zaterdag 20 mei 2006

Ivan Janssens over immigratie

De “Flemish Beerdrinker” gaat de discussie over immigratie aan:

http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=1555

De belangrijkste stelling lijkt te zijn dat immigratie in precies hetzelfde verband staat tot economische groei als natuurlijke bevolkingsaangroei. En daarnaast lijkt de stelling te zijn dat dat verband tussen bevolkings- en economische groei een eerder positief verband is. Namelijk, citeert Ivan:

“What happens as population grows? The economy grows along with it. New housing developments are put in place, another Safeway, another bank, another 7-11, another set of medical and law offices are built, all sorts of new businesses are started or existing businesses expand.”

Met andere woorden (zoals verder ook staat), zelfs als de toenemende populatie precies hetzelfde doet als wat de kleinere bevolking ook al deed, dan groeit nog steeds de totale output van de economie. Maar daarmee zijn eigenlijk twee problemen.

Het eerste probleem is dat er noch in theorie, noch in de historische realiteit, veel redenen te vinden zijn om aan te nemen dat een toenemende bevolking ook werkelijk een constante productiviteit kan halen. In de theorie heet het probleem “afnemende meeropbrengsten”. Zet een toenemende bevolking op een beperkte hoeveelheid land (of welke collectie natuurlijke hulpbronnen ook) en er zal, ergens, na X aantal generaties een probleem ontstaan met de draagkracht van die beperkte hoeveelheid.

Nu bestaat er een sterke historische aanwijzing, namelijk wijzelf, dat het mogelijk is om aan die simpele theoretische beschouwing te ontsnappen, door toenemende efficiëntie. Maar de historische realiteit is ook dat dat maar één aanwijzing is, en dat alle andere historische voorbeelden uitwijzen dat wat de theorie zegt ook is wat er werkelijk gebeurt (1). Dat suggereert dat toenemende bevolkingen (veel) vaker een probleem zijn voor economische groei dan een oplossing.

En dat is eigenlijk logisch, want wat het citaat een beetje lijkt over het hoofd te zien, is dat economische groei niet echt zit in stijgende activiteit, zelfs als we de nogal ongemakkelijke hypothese aannemen dat ze een constante productiviteit zullen halen. Economische groei – dat is nog steeds die toenemende efficiëntie – is veeleer groei van de output per input, dat wil zeggen, dat we meer maken met evenveel natuurlijke hulpbronnen; maar evengoed dat we meer maken met evenveel mensen. Want zelfs als we even doen alsof er een oneindige voorraad land bestaat, en we daarop de bevolking eindeloos laten toenemen. Zolang ze daarbij op subsistentieniveau blijven zitten noemen we dat toch niet echt “groei”? OK, er is nu het simpele feit dat er 10 miljoen boeren net genoeg wormstekige aardappelen oogsten om niet met hun families van honger te sterven. Maar dat is toch nog geen “groei” in vergelijking met de tijd dat ze nog maar met tienduizend waren, ook al zijn er nu in totaal duizend keer meer wormstekige aardappelen?

En dat economische groei eigenlijk niet zozeer toename van de activiteit, maar wel die toename per hoofd van de bevolking is, is niet iets dat ik zomaar verzin en met bovenstaand verhaaltje probeer hard te maken. Het is iets dat ik lees in verschillende economische analyses (2), en dat ik met bovenstaand verhaaltje probeer in mijn eigen woorden na te vertellen. Maar in dat geval is economische groei voor te stellen als een eenvoudige mathematische operatie, namelijk een breuk, met in de teller de activiteit, en in de noemer uitgerekend de (stijgende) bevolking. En dat is het tweede probleem. We weten allemaal dat mathematisch de waarde van een breuk daalt wanneer de noemer stijgt, en dat bijgevolg, in een eerste benadering, bevolking zelfs negatief correleert met economische groei, en niet omgekeerd.

Overigens, verwant met dat tweede probleem, is er een ander mathematisch probleem, waarover ik het hier eerder heb gehad (3). Maar laten we ons nog gewoon op die breuk concentreren, waar de bevolking in de noemer per definitie negatief met welvaart correleert.

Het idee is, niets verplicht ons om ons op die eerste benadering te blijven blindstaren. Maar indien we tegen de mathematische realiteit willen ingaan, dan zullen we moeten argumenteren dat de stijgende bevolking, nààst de negatieve impact, zich ook vertaalt in een positieve impact, en dat die laatste de negatieve impact ruim compenseert. En dat is natuurlijk mogelijk, en dat is precies wat dan ook al gebeurd is (4). Maar hoewel dat me in het algemeen een heel goed boek lijkt, is er uitgerekend op dat punt een probleem. Immers, laten we ons even concentreren op dat positieve verband tussen bevolkingsgroei en welvaart dat het moet inroepen.

Als er een sterk causaal verband zou bestaan tussen toenemende bevolking en toenemende efficiëntie (dat is voornamelijk technologische evolutie); hoe kunnen er dan zo ontzettend veel voorbeelden zijn van bevolkingsexplosies die uitlopen op Malthusiaanse crisissen, en slechts één tegenvoorbeeld? En als er integendeel hoogstens een zwak causaal verband bestaat, dan hebben we alle redenen om de stijgende economische groei te gaan zoeken in de andere factoren die blijkbaar wel in sterk causaal verband staan met die groei, en niet in de bevolking, vermits die dat in deze hypothese juist niet deed.

En daarom denk ik dat we ons voor dat ene geval (wijzelf) waar de bevolking steeg, maar waar dat niet resulteerde in een Malthusiaanse crisis, de oorzaak daarvan ergens anders moeten zoeken. Namelijk moeten we die oorzaak zoeken in “toenemende efficiëntie”, en in “technologische evolutie” en welke namen je er ook maar aan wil geven. Maar omdat al die dingen historisch zo weinig correleren met toenemende bevolking, denk ik dat dat laatste zelf weinig of geen oorzakelijk verband heeft gespeeld.

En zo kan ik best een heel eind meegaan met het artikel van Ivan, bijvoorbeeld wanneer het zegt dat het niet met de simplismen van extreem-rechts over immigratie is dat we veel vorderingen zullen maken. Maar voor we kunnen beweren dat immigratie goed is voor de economische groei zullen we toch nog een hoop werk hebben met het bekijken van die andere factoren die daarin een belangrijke rol spelen.

---------------------------------------------------

(1) Enkele algemene analyses daarvan:
Braudel, Les Structures du Quotidien, (Civilisation Matérielle, Economie et Capitalisme, volume I), 1979
Diamond, Collapse, How Societies Choose to Fail or Survive, 2005

Een veel concretere analyse, namelijk een gedetailleerde vergelijking van China en het pré-industriële Europa:
Pomeranz, The Great divergence, China, Europe, and the Making of the Modern World Economy, 2000

(2) Bijvoorbeeld:
Krugman, The Age of Diminished Expectations, 1994, chapter 1
Krugman, The Return of Depression Economics, 1999, chapter 2, § 3
Easterly, The Elusive Quest for Growth, 2001, chapter 3, §1

(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html

(4) North & Thomas, The Rise of the Western World, A New Economic History, 1973

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik denk dat een van de problemen erin bestaat dat men de gezondheid van de economie in één enkel getalletje wil vatten en dus gaan oversimplifiëren. "Groei" is zo'n indicator die gemakkelijk gezien wordt als het ene getalletje dat perfect en in al zijn nuances weergeeft hoe goed men het doet. Een land met een groei van 4 procent is 'dubbel zo goed bezig' als een land met een groei van 2%. Terwijl er natuurlijk een pak factoren zijn waar 'groei' geen rekening mee houdt: bevolkingstoename of afname bijvoorbeeld. Maar ook: absolute welvaart, continuiteit (Irak was in 2004 kampioen van de groei nadat in 2003 alles was platgegooid), wisselkoersverschillen,....

Wanneer er in een land een netto-immigratie plaatsvindt, is dat goed voor de economische indicator 'groei' en dus voor de rangschikking in allerlei lijstjes. Of die bevolking daadwerkelijk vooruit gaat, hangt inderdaad van een aantal andere factoren af. Je voorbeeld van de wormstekige aardappelen is daar een goed voorbeeld van.

Nu wil het toeval dat ik zelf ook het thema van de immigratie zijdelings had aangesneden hier.

Groetjes,

delirium