donderdag 4 mei 2006

De rijkste man ter wereld

Eén van mijn favoriete (non-fictie) passages is het begin van The Wealth and Poverty of Nations (1998) van David Landes. Het jaar onzes Heeren 1,836. De “rijkste man ter wereld” – mogelijk zelfs letterlijk – is Nathan Rotschild, 59 jaar, gezond van lijf en leden. Dan verschijnt op zijn rug een ontsteking, en die geneest niet, en dokters verschijnen aan zijn bed.

Flash-forward: 2,004. Door de Alpen wandelt een zekere Koen R die met een blaar aan zijn voet terugkomt. Die gaat niet vanzelf weg, en de dag waarop R terug naar België wil rijden komt hij uit zijn bed, en zakt tot zijn grote verbazing zomaar door zijn benen. Er staan rode strepen op zijn been, van de voet tot in de lies. (De stukken met de flash-forward komen niet uit het boek van Landes - doch dit geheel terzijde.)

1,836: De beste dokters van zijn tijd verzamelen zich aan het bed van Nathan Rotschild, ze houden geleerde conversaties in het Latijn, ze perforeren de infectie met instrumenten die niet gezuiverd zijn (omdat Louis Pasteur zijn mond nog niet heeft opengedaan) en ze roepen er nog meer geleerde specialisten bij.

2,004: Na de rit van 1,000 kilometer (per auto; niet per paardenkoets) beschrijft R (telefonisch; niet per postduif) de symptomen aan het ziekenhuis op 10 minuten van zijn deur. “Meld u onmiddellijk aan op de spoedafdeling” luidt het commentaar. Ter plaatse informeert R bij de vriendelijke maar kordate jonge dame die de arts van dienst lijkt te zijn, wat er zou gebeurd zijn als hij eerst nog een slaapke had gedaan en pas de volgende dag was komen opdagen. “Oh, dan was u op intensieve terechtgekomen” luidt het antwoord. De overlevingskansen zouden nog steeds reëel geweest zijn, gemakkelijk 50%!

1,836: de infectie leidt tot bloedvergiftiging en “de rijkste man ter wereld sterft aan een infectie die vandaag met gemak te genezen zou zijn voor iedereen die een hospitaal, een dokterskabinet of zelfs een apotheek kan binnenstappen”.

2,004: R ligt drie dagen aan een baxter en stapt fris en monter (maar denkend aan Nathan Rothschild: de rijkste man ter wereld in 1836) het ziekenhuis weer uit. Wie is er er rijker? De rijkste man ter wereld in 1,836, maar dood wegens gebrek aan een banaal antibioticum, of een simpele bankbediende in 2,004 die voor minder dan een maandloon dat antibioticum plus de bijhorende simpele behandeling kan kopen?

Mijn opinie is: de simpele bankbediende van 2,004 is veel, en veel, en nog eens veel, rijker dan de rijkste man ter wereld van 1,836. U mag van mij van mening verschillen. Maar het is natuurlijk zeer gemakkelijk om dit ene voorbeeld te vervangen door een ander voorbeeld. Had ik al verteld over mijn oogoperatie? Met het ongeval dat mij destijds is overkomen zou de rijkste man ter wereld van 1,836 – en naar ik denk te weten, ook van 1,936 – voor zijn leven blind geweest zijn aan beide ogen. En eenmaal je ziet dat je het voorbeeld door één ander voorbeeld kan vervangen, zie je ook dat je het door practisch oneindig veel voorbeelden kan vervangen. Wie is rijker?

De kosten van die ingrepen aan het oog zullen wel wat hoger oplopen dan het maandloon van een bankbediende, maar guess what? Er bestaat een kapitalistische verzekeringsmaatschappij, en ik heb er alle vertrouwen in dat die me weer een vriendelijke brief zullen sturen waarin ze alle kosten op zich zullen nemen, en die wéér zal eindigen met “we wensen u een spoedig herstel toe”.

Mag ik voorstellen om dat systeem te globalizeren, en vlug, en veel, en grondig, naar zoveel mogelijk plaatsen van de wereld? Het huis dankt u voor uw aandacht.

1 opmerking:

Anoniem zei

Koen,
Ik kwam er onlangs op in een andere discussie, maar ik denk dat het hier ook van toepassing is.
In het armoede vs rijkdom debat, moet je volgens mij rekening houden met volgende aspecten:

1. Absolute armoede/rijkdom.
Dit is wat ik met mijn geld kan aanschaffen. Zoals je correct aanhaalt is dit in de loop der jaren drastisch gestegen. Een persoon met gemiddeld inkomen kan zich een goede gezondheid, een auto, een jaarlijkse vakantie en nog vanalles permitteren. Een eeuw terug was dit enkel weggelegd (en dan nog) voor de topklasse. Absolute armoede bestaat nog: mensen die zich amper een dak boven het hoofd en voldoende eten kunnen permitteren. In Belgie is dat (zo even los uit het hoofd) een kleine 10% van de bevolking.

2. Relatieve armoede/rijkdom of de kloof tussen arm en rijk
Sommige mensen zijn nogal jaloers van nature en kijken niet zozeer wat zij hebben, maar wat zij niet hebben dat hun buur wel heeft. Een zwembad? Een Jaguar? Een tweede huis? Het kunnen allemaal redenen zijn om te argumenteren dat de wereld niet rechtvaardig is. Op die manier kan ongeveer iedereen zich relatief arm noemen.

3. Kansarmoede
Persoonlijk zou ik er best mee leven dat ik in een Fiat Punto rijd en mijn buur in een Jaguar als ik een luierik ben en mijn buur iemand die dag en nacht werkt. Maar laten we even naar de volgende generatie kijken. Stel even dat mijn kinderen even veel talent hebben als de kinderen van mijn buur. Gaan zij het dan even ver schoppen? Indien mijn kinderen veroordeeld zijn om ook in een Fiat Punto te rijden en de kinderen van mijn buur in een Jaguar, dan heb je zoiets als kansarmoede. Als mijn kinderen later evenveel zullen hebben als zijn kinderen, heb je perfecte sociale mobiliteit. Maar zijn er hier goede cijfers over? Ik zou het begot niet weten.

Mijn punt is dat er in het klassieke armoede vs rijkdom debat dikwijls 1 en 2 tersprake komen (en dat is gemakkelijk, want daar bestaan goede cijfers over), maar dat er veel te weinig (en veel te subjectief) over 3 gesproken - of erger nog, het wordt allemaal op één hoopje gegooid. Nochtans is vind ik sociale mobiliteit een belangrijk element voor een rechtvaardige maatschappij.


groetjes,
delirium
http://www.crazyfriends.be