maandag 29 mei 2006

Het Zevende Millennium

Ruwweg 6,000 jaar geleden begon in Mesopotamië wat we vandaag de eerste beschaving noemen; die van de Sumeriërs. Alles is relatief: er waren in de voorgaande millennia al “culturen” en “hoogstaande samenlevingen” waarvan een ontwikkelde vertegenwoordiger ongetwijfeld dacht dat ze behoorlijk beschaafd waren. En anderzijds zou het ruwweg nog een millennium duren voor het schrift werd uitgevonden, en dus zou je al even goed kunnen argumenteren dat het Eerste Millennium nog de prehistorie was.

Maar toch, ze waren er, met hun tempeleconomieën, hun irrigatiewerken, hun kunst en hun spiritualiteit, en ze ontwikkelden wel degelijk dat schrift, en dus zal ik het er maar bijnemen. Het was het Eerste Millennium van de beschaving, en het begon 6,000 jaar geleden, en als iemand het anders ziet, wel, zoek op dit blog op trefwoord “een puur verbale kwestie”...

Bij het begin van het Tweede Millennium was er dus dat schrift, en er was nog iets anders: oorlog. De tempeleconomieën waren stadsstaten (-staatjes) geworden, en ze waren met elkaar in concurrentie geraakt om land en water, en de show begon. Ook ligt Mesopotamië er erg kwetsbaar bij vanuit het standpunt van een invasie. Van alle richtingen kan je er gemakkelijk binnenvallen, en de lokale bevolking die iets van verdediging wilde organizeren moest het op een hoger plan zoeken. Geleidelijk aan onderwierpen de kleinere steden zich aan de grotere, en naar het einde van het Tweede Millennium ontstond er onder Sargon een eengemaakt “keizer”rijk.

Sargon was eigenlijk “Sargon van Akkad”, en Akkad was een semi-beschaafd gebied, noordelijker tussen de “twee stromen” Tigris en Eufraat, dat geleidelijk de hogere beschaving van Sumer assimileerde, en dat bij gelegenheid wel eens onder de vorm van militaire verovering deed. Van dat patroon zijn vele voorbeelden: Alexander de Grote deed hetzelfde met de Grieken, 2,000 jaar later: evenveel tijd na Sargon als er tijd is verlopen tussen ons en Keizer Augustus.

En tegelijk kon nog een ander patroon van start gaan, dat bijgevolg geen eeuwen is maar wel millennia oud is. Met het Derde Millennium verscheen ook de vraag of het efficiënter was staten te organizeren op stadsniveau, dan wel op “rijksniveau”, of misschien ergens daartussenin. En zo is het beroemde rijk van Hamurabi een voorbeeld van hoe het Derde Millennium experimenteerde en worstelde met die vraag. Want evengoed viel het weer in stukken uiteen, door interne verscheuring of door externe bedreigingen, en toch ontstond het als concept telkens weer opnieuw, zowel in de tijd, in de volgende millennia, als in de ruimte, bij heel andere beschavingen.

Naar het einde van dat Derde Millennium gebeurt er één van die mysterieuze dingen waar we eigenlijk geen verklaring voor hebben, hoewel we voelen dat we er één zouden moeten hebben. Ergens rond 1,200 vC. storten alle beschavingen uit die tijd in elkaar: van de Egyptenaren over Kreta tot de toenmalige Grieken (de Mykeners die de Trojaanse oorlog hebben uitgevochten), er bleef niet veel meer van over, en dat was het einde van het zogenaamde Bronzen Tijdperk.

Maar daarmee waren tenminste de fundamenten voor beschavingen gelegd over een veel breder gebied dan Mesopotamië (en Egypte, waar zich bijna parallel een andere zeer oude en grote beschaving had ontwikkeld). In dat Derde Millennium waren er zelfs in Europa al tekenen van beschaafd leven opgedaagd, en na enkele donkere eeuwen (Homeros is maar een eerste, bescheiden poging om een straaltje licht te geven) laat het Vierde Millennium iets zien dat eigenlijk bijna even vreemd is. In bijna alle beschavingen leven, met amper een paar eeuwen verschil, de grote denkers die zowat de stamvaders van hun beschaving zijn. Het is de tijd van Confucius in China, Boeddha in Indië en Socrates in Griekenland; allemaal practisch halfweg dat Vierde Millennium.

En zo is voor ons, Westerlingen, het Vierde Millennium ook de tijd waarin “we” zelf, voor het eerst, beschavingsgewijs ook iets gaan voorstellen. Merk op: pas na het Vierde Millennium van het tijdperk van de beschavingen. We zijn echt laatkomers op dat geo-politieke toneel van Meden en Perzen. Het is het millennium van de bloeitijd van Griekenland en de opkomst van Rome. Het is het tijdperk waarin Alexander de Grote, twee millennia na Sargon, vanuit Macedonië, een semi-beschaafd randgebied van Griekenland, heel het territorium inpakt. Het is het tijdperk waarin Rome heel de Middellandse Zee domineert, en de oude heerschappij van Oosterse grootmachten voorbij lijkt.

Maar met het einde van het Vierde Millennium ontstaat het Christendom en lijkt het er op - volgens Arnold Toynbee (zie de post van enkele dagen geleden) tenminste - dat het Romeinse Rijk alleen maar de wegbereider voor dat Christendom was. Want het Vijfde Millennium is het tijdperk waarin Rome weer in elkaar stort, waarin Europa weer tot de barbarij vervalt waarin het al die millennia van Oosterse beschaving heeft gezeten, en waarin het Middellandse Zeegebied weer door Oosterse grootmachten, intussen min of meer verenigd door de Islam, gedomineerd wordt. Het is ook een millennium waarin China de belangrijkste beschaving van de planeet wordt, of misschien beter gezegd, die positie op een zodanige schaal consolideert, dat het moeilijk voor te stellen is dat het er ooit anders zou kunnen uitzien.

En toch is dat wat er in het Zesde Millennium gebeurt. Het Zesde Millenniu is het millennium van de Europeeërs. Op zeer korte tijd krabbelen ze recht vanuit hun positie van quasi-barbarendom, halen na minder dan een half millennium een niveau dat hen minstens naast de andere grote beschavingen van die tijd plaatst, en pakken in de eeuwen daarna de rest van de wereld op een nooit geziene schaal in. Ze verorberen het Noord-Amerikaanse continent en maken het de basis van de enige supermacht die aan het einde van het Zesde Millennium de naam waard is.

En op dit moment vangt een Zevende Millennium van menselijke beschaving aan. Net zoals het verleidelijk is in zeer brede termen iets te lezen over de voorgaande zes, zo is het ook verleidelijk te gaan profeteren over het volgende. Dat is natuurlijk absurd; nog absurder dan de reductie van hele millennia tot korte paragraafjes; wat tenminste nog aan een werkelijke geschiedenis appelleerde.

Terwijl zelfs onze meest vooruitziende blikken, als die niet helemaal in de nevelen van de speculatie willen verdwijnen, hoogstens kunnen vermoeden dat in een vrij vroeg stadium van dat Zevende Millennium enkele oude beschavingen, die nog steeds in herkenbare vorm overleven, hun oorspronkelijke positie in de vaart der volkeren opnieuw zullen innemen: China en Indië. Dat is een tamelijk veilige voorspelling (maar vanzelfsprekend nog lang geen zekerheid), en dat zal een kwestie van meerdere decennia zijn, mogelijk zelfs wel een eeuw, maar daarmee is de koek van de voorspelbaarheid op.

En dat is heel normaal. Net zoals een ontwikkelde Romein niet aan 500 jaar primitieve middeleeuwen zal gedacht hebben, of een leerling van Confucius zich niet veel zal kunnen voorstellen hebben bij een toekomst van tweeduizend jaar verbrokkelende keizerrijken, of een schrijver in dienst van de Faraoh Islamkrijgers te paard kon verzinnen, zo zouden wij zonder twijfel ook grote ogen opzetten, als er zoiets bestond als een kristallen bol die ons de toekomst liet zien.

Als iemand dit soort mijmeringen aan het begin van het Achtste of het Negende Millennium zou overdoen, denk ik, zou er zeker een plaatsje ingeruimd worden voor dat Zesde Millennium van de Europeeërs. Het is natuurlijk zeer goed mogelijk dat ze zich ons zullen herinneren zoals wij ons, pakweg, Djenghis Khan herinneren. Misschien zullen ze aan ons denken in termen van Hitler en Stalin en de atoombom, de holocaust, en het bombardement van Dresden. De slavenhandel, de kannonneerboten en bordjes met “verboden voor honden en Chinezen” in het park van Shanghai.

Maar we zijn weliswaar de beschaving van de kannonneerboten, maar ook van de boterbergen. Misschien zullen de komende millennia integendeel aan ons terugdenken in termen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de doorbraak uit het Malthus-evenwicht, de technologische en wetenschappelijke revolutie, de Verlichting en de Industriële Revolutie en de ontsnapping uit mythisch en religieus obscurantisme. Zou dat nu geen goed voornemen voor het komend millennium zijn, om de kansen dat er later in termen van boter, en niet in termen van kanonnen, aan de Europeeërs wordt teruggedacht, een beetje in de goede richting te duwen?

1 opmerking:

Fromwalking® zei

http://fromwalking.wordpress.com/2013/01/08/zevende-millenium-mens/