donderdag 5 oktober 2006

Marathon

De ideale lezer van deze tekst is blij verrast dat "Speels maar Serieus" ook eens over sport gaat. Hij herinnert zich vaag dat één van de meest dramatische hoogtepunten van de Olympische Spelen naar één of andere veldslag is genoemd, waarschijnlijk nog van voor de tijd van Napoleon, waarbij een boodschapper 42 kilometer en oneffen liep om de overwinning te melden, om vervolgens nog dood neer te vallen ook.

Je voelt op je klompen dat dat een legende is - maar voor de verandering is de historische waarheid poëtischer dan de verdichting. Marathon, dus, is een plaatsje aan de oostkust van Griekenland, gelegen op het schiereiland Attica; waar ook Athene ligt, op een afstand van (of wat had je gedacht) 42 kilometer en oneffen. Wie vandaag van de Griekse oostkust uitblikt over het water kijkt in de richting van Turkije - en dus over de wateren waar tot vandaag geregeld schijngevechten worden gehouden tussen Griekse en Turkse schepen en jagers - zij het dat de toestand de laatste jaren wat verbeterd zou zijn.

25 eeuwen geleden was het er ook al boel. De toenmalige westkust van Turkije - de overzijde van die wateren waar Marathon op uitkijkt - was de streek van een aantal Griekse stadsstaten, die nog voor het Griekse thuisland zelf de eerste aanzet gaven naar de uitzonderlijke opbloei van de "eeuw van Pericles". Milete (Thales van)! Halicarnassus (Herodotos van)! Samos (Pythagoras van)! Efeze (Heracleitos van)! Enzovoort. Maar die waren intussen ingepakt door het Perzische rijk. Een rijk waarvan de hoofdstad zich op drie maand reizen van de Ionische kust bevond, en vanwaar je nog eens drie maand reizen nodig had om de oostelijke grenzen te bereiken. De onbetwiste supermacht van die tijd.

En wij, die deze geschiedenis lezen door Griekse ogen, vergeten vaak dat de Grieken enkele smerige streken uithaalden voor ze dat van die twee maal drie maanden te weten kwamen. Bijvoorbeeld, toen een groepje Griekse saboteurs in de stad Sardis, hoofdstad van één van de belangrijkste satrapen van het rijk, aan het huishouden ging schoten de vlammen al gauw zo hoog op, dat er in andere uithoeken van het rijk opstanden uitbraken. De Grieken die het haastig afbolden hebben net niet iets van "het was maar om te lachen" gemompeld, maar het scheelde niet veel.

Wat ook niet zal geholpen hebben was het diplomatiek gedrag van de Spartanen. De Perzische vorst stuurde een delegatie diplomaten om de Grieken alsnog de kans te geven zich aan de Perzen te onderwerpen. Het symbool daarvan was het aanbieden van "aarde en water". De Spartanen bezorgden de gezanten al het aarde en water dat ze wilden, door ze in een waterput te laten verdrinken. De Atheners vertoonden tenminste het fatsoen de diplomaten beschaafd in een afgrond te smijten, tolken incluis.

En dus verschenen op een kwade dag, van over de zeeën die naar de Aziatische landmassa's leidden, meer schepen dan de Grieken voor mogelijk hielden. Ze landden bij Marathon, en aan land marcheerde een leger, een supermacht waardig. En toen de Atheners aan de horizon een brandend baken zagen, zullen ze het wel geweten hebben, dat de Perzen waren geland. Een onmetelijk, onoverwinnelijk leger, dat zomaar de oude supermachten van Babylon en Egypte had ingepakt, de Phoenicische en Griekse stadsstaten van het huidige Turkije en Libanon, plus de toenmalige supermacht van koning Croesus (de man die zo rijk was als Croesus; hij was het tenslotte zelf).

Maar het mag gezegd dat ze zich deze keer van hun beste kant toonden. Als de Perzen over land naar Athene konden oprukken, dan was Athene verloren: de Perzen hadden steden van een ander kaliber dan het toenmalig Athene in een rokende puinhoop veranderd. En dus mobilizeerden de Atheners hun mannelijke bevolking tot de laatste man, en ze stuurden een 10,000 man sterke troepenmacht, te voet, gewapend met speer, zwaard en schild, en voorzien van bronzen bepantsering naar Marathon: 42 kilometer en oneffen. Daar arriveerden ze net op tijd om de passen boven de weg naar Athene te bezetten, en zich tegen de veel grotere overmacht in te graven: en de Perzen, ze zaten vast.

De Atheense soldaten, moet je weten, waren de beroemde hoplieten. Het waren de mannen die de "phalanx" zijn vreeswekkende naam bezorgden, de muur van pantsers en schilden en speren, en die in decennia van burgeroorlogen hadden geleerd er zelfs niet vandoor te gaan als ze tegen een andere phalanx moesten opboksen. En inbeuken op die zware infanterie, op een hoogte, en ingegraven, daar hadden zelfs de Perzen geen zin in.

En dus stuurden ze de helft van hun leger weer de schepen op - en nu zaten de Atheners in de ellende zoals maar zelden in de geschiedenis zal voorgevallen zijn.

Immers, beneden in de vlakte stond nog steeds een leger dat veel groter was dan de 10,000 Griekse infanteristen. En op de schepen, over zee op een boogscheut van de onverdedigde stad Athene, zat nog eens een leger, klaar om rond te varen en de Atheense vrouwen en kinderen af te slachten, of als slaaf te verkopen. Vanzelfsprekend nadat ze van de stad een rokende puinhoop van drie meter diep hadden gemaakt.

Dus konden ze zich niet omdraaien en haastig de stad gaan verdedigen. En dus, tot grote pret van de beneden wachtende Perzen, met hun boogschutters en andere gespecializeerde troepen, kwamen de hoplieten uit hun loopgrachten, en marcheerden naar beneden. Want zo was het voor de Perzen altijd al gegaan: de vijand stortte zich in de wolk van pijlen die Perzen afschieten, en wat er overbleef was voer voor de lichte infanterie.

Intussen was het geen cadeau om een Griekse phalanx van 10,000 hoplieten op je af te zien marcheren. Zoals gezegd, een muur van brons en schilden, en uitpuilend van de speren om de egels beschaamd te doen afdruipen. De aarde dreunt van hun ritmische voetstappen, het duurt minuten waarin ze in dichte gelederen steeds dichter op je afkomen, onstopbaar, onverzettelijk, je voelt tot in je tenen: dit is op leven en dood. Tot ze eindelijk binnen het bereik van je boogschutters komen, en je de bevrijdende wolken pijlen kan afvuren.

Maar Eleleu! Juist op het moment dat de vijand in de pijlenwolk moest uit elkaar stuiven, zetten ze het allemaal tegelijk op een drafje, de hele muur overbrugt praktisch onbeschadigd de laatste paar honderd meter - en knalt als een tsunami van speren in de licht gepantserde Perzische boogschutters en infanteristen. Zo stond het niet in het script. In eerste instantie is het een slachting. Dan zetten training en ervaring zich door, en Perzische elitetroepen beginnen het Griekse centrum terug te dringen: de wet van de grote getallen, of zoiets.

Maar de Grieken vechten met in de rug, en het achterhoofd, de onverdedigde stad, en hun families. Ze hadden er eerst eens goed over nagedacht. Ze hadden hun centrum wat dunner gemaakt, maar hun flanken wat dikker. Op die flanken begint de vijand te wijken. Met dezelfde ijzeren discipline die hen eerder door de wolk pijlen deed oprukken weerstaan ze de verleiding de vluchtende vijanden na te zetten, ze draaien naar binnen, en plots zitten de Perzen in een situatie die er niet al te best uitziet. Het front verkruimelt, de vijand slaat op de vlucht, en de Grieken gaan er achter, tot ze tot hun eigen stomme verbazing de Perzen weer de zee invegen.

Alleen - waar varen die heen? Naar Athene, natuurlijk, nog steeds de onverdedigde stad. Daar staan ze nu, de overwinnaars, uitgeput van enkele uren vechten en achtervolgen, met hun zware wapens en enkele tientallen kilogram brons aan hun been. Het is niet één enkele boodschapper die noodgedwongen de hele afstand terug aanvangt - en het is 42 kilometer en oneffen van Marathon naar Athene. Het is het hele Griekse leger, vele, vele duizenden man sterk. En er is hier geen sprake van "even rusten" hé; het is doorgaan of de Perzen arriveren eerst. En je kan ook niet voor het gemak enkele stukken staal en brons achterlaten - de probabiliteiten zeggen dat je al je staal en brons nog hard zal nodig hebben.

Zo arriveerden de overwinnaars van Marathon nog net op tijd in Athene om de vijandelijke vloot aan de horizon te zien verschijnen. En toen die op hun beurt bemerkten dat die mannen van brons met hun dodelijke speren al terug op hun muren stonden, toen dropen ze wijselijk af, en de Grieken waren een tijdje gerust.

Dat is de stof waaruit dromen worden gemaakt. Zo sterk spul, zelfs, dat de realiteit deze keer de droom overtreft. Misschien is dat de reden waarom tot op de dag van vandaag ook wordt verteld dat daar (en naar ik aanneem, enkel bij volle maan), op de vlakten bij Marathon, soms nog op de wind het gehinnik van paarden te horen is, en het inbeuken van speren op schilden? En misschien, ook, is dat de reden waarom de ideale lezer van het begin van dit stuk al die eeuwen later in de naam van de wedstrijd nog de echo’s van de slag hoort. Iets om in het achterhoofd te houden, de volgende keer dat je bij de vierjaarlijkse hoogmis van de sport met ontzag naar de atleten zit te kijken, die lopend een race afleggen van 42 kilometer en oneffen. De marathon.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Euh, ligt Marathon niet in Attica (in plaats van Ithaca, wat om een andere reden een beetje bekend is :-)) ?

Koen Robeys zei

Te veel Homeros lezen is slecht voor uw vermogen om plaatsnamen te onderscheiden. Bedankt.