dinsdag 10 oktober 2006

Politieke Herverkaveling

Telkens ik onze “klassieke” politieke partijen aan mijn geestelijke horizon zie verschijnen (bijvoorbeeld, wegens een verkiezing), valt me op dat de inhoudelijke verschillen tussen die verschillende partijen, vaak veel kleiner zijn dan de inhoudelijke verschillen tussen de verschillende vleugels binnen die partijen.

Ik denk dat het voor allemaal geldt, maar beste voorbeeld lijkt me de VLD. Als je ziet hoe breed de kloof is tussen de rechts- en de linksliberalen, of tussen Jean Marie en Guy, dan valt de kloof tussen de partijen toch practisch weg? Allemaal denken de partijen dat de economie de belangrijkste pijler van zowel onze cultuur, als ons beleid is (via de financiering van dat beleid), en allemaal denken ze dat die economie voor een deel moet gedragen worden door het private initiatief van een deel van de bevolking, en voor een deel door collectief optreden van de staat.

En één van de enige dingen waarover ze van mening verschillen is de grootte van het aandeel dat deze beide in de economie moet hebben: officiëel maken ze van dat graduele verschil heel veel spel, maar dat is precies wat je kan verwachten. De verschillende waspoeders lijken nog meer op elkaar dan de politieke partijen, en ze maken ook veel rhetorische poeha over hun eigen merk. Dus er zijn wel verschillen, maar als je van nabij toekijkt zijn ze miniem.

En als de kloof tussen de verschillende vleugels binnen de partijen groter is dan de verschillen tussen de partijen zelf, dan komt de vraag op waarom die verschillende partijen eigenlijk bestaan. Waarom creëren we niet één enkele centrumpartij, waarin iedereen over de economie, onze “belangrijkste topic”, min of meer hetzelfde zegt, en waarbinnen ook nog steeds diverse vleugels kunnen bestaan voor andere opinies, net zoals dat nu ook het geval is?

Het voordeel van dat idee is dat je een nieuw perspectief creëert. Vanuit dat perspectief wordt België sinds jaar en dag geregeerd door de centrumpartij – zij het dat met de tijd de levensbeschouwelijke vleugel aan belang heeft ingeboet tegenover de economische vleugel. En ook zien we dat de centrumpartij de laatste decennia van haar meerderheid inboet, zodat ze meer en meer coalities moet aangaan met partijen wiens voornaamste topic buiten dat economische aspect valt.

Het zal volstaan de mogelijke coalitiepartners hier te omschrijven met respectievelijk “groen”, “rood” en “zwart”. En geheel terzijde, als ik zie dat iemand momenteel overweegt een coalitie aan te gaan met de PVDA, dan vraag ik me af waar de protesten, uitgedrukt in de tientallen miljoenen doden van Stalin en Mao, blijven. Het punt is: als je dit perspectief inneemt kan je meteen doorstoten naar relevante vragen, zoals met wie je wil regeren, en waarom (niet), zonder dat je je moet concentreren op twisten tussen mensen die onder het oppervlak hetzelfde programma hebben.

Kortom, er ontstaat een aanzienlijk schaalvoordeel bij het regeren, want de verschillende voorstellen van de verschillende mensen die onder het oppervlak hetzelfde programma hebben, zullen niet langer via de (zogezegd) verschillende partijhoofdkwartieren moeten passeren, en ze zullen niet langer voorwerp van een hoop politieke koehandel moeten zijn. Alweer zullen we veel sneller kunnen doorstoten naar de kern van de problemen.

Natuurlijk zien we op dit punt meteen waarom we het niet doen. De partijen zijn historisch gegroeid, een erfenis uit een tijd waarin we een hoop dingen nog niet wisten, die we nu wel weten. En ook historisch gegroeid zijn de verschillende postjes, één per partij, van voorzitter, en ondervoorzitter, en secretaris, en hoofd van de studiedienst, en vele andere. Terwijl, als je bezuinigt op partijen, en dus postjes, terwille van bestuurlijke efficiëntie, dan is dat goed voor de samenleving, maar niet voor de mensen die deze postjes bezetten.

En dus roepen ze allemaal om het hardst dat er natuurlijl wèl heel grote, heel belangrijke verschillen tussen al die partijen zijn – want anders gaan al die postjes, met al die gelegenheden om op tv met je armen te komen zwaaien voor de bijl. Iets zegt me dat de mensheid dat soort problemen de eerstkomende millennia nog niet zal opgelost hebben.

Geen opmerkingen: