maandag 9 oktober 2006

De Verenigde Naties: Hoe lossen we het nu op?

Dus: de problemen van de Verenigde Naties zijn historisch gegroeid (1), het zijn deels de politici en diplomaten - die de problemen zouden moeten oplossen – die hun instandhouding veroorzaken (2), en het probleem is deels ook “objectief”, of technisch van aard (3). Hoe lossen we deze knoop op?

Volgens mij moeten we de problemen in kleine stukjes aanpakken. Zozeer zelfs dat ik voor het gemak even aanneem dat we het technisch probleem hebben opgelost: We hebben dus zogezegd een compromis, met niet teveel permanente leden, waarbij iedereen zich toch een beetje vertegenwoordigd voelt, en dat, hoewel bijna niemand echt tevreden zal zijn, toch kan werken. Het zou namelijk minder slecht zijn dan helemaal niets, of dan wat we nu hebben, en zelfs de meest gekneusde ego’s zien dat in. Ik neem dat dus allemaal gewoon even voor het gemak aan.

Alleen: hoe verander je dan de feitelijk bestaande instellingen, gegeven dat een groot aantal van de deelnemers (a) niet zichzelf er zal willen uitgooien, en (b) enkele van de werkelijk belangrijke deelnemers altijd de pseudo-grootmachten kunnen beschermen: “jullie krijgen een zeteltje als je dit en dat plan van ons steunt”; zeer goedkoop verdiend.

Wel, ik denk dat het antwoord is: door organische evolutie. De bestaande Verenigde Naties, zoals ze nu georganizeerd zijn, zullen gewoon vanzelf altijd maar irrelevanter worden. Het is een kwestie van enkele decennia, en een VN zonder, pakweg, Indië zal gewoon een grap zijn. En de vraag is of we daarop zo lang moeten wachten.

Hier is wat we nu al kunnen doen. De één of andere niet zeer belangrijke, maar ook niet totaal irrelevante figuur neemt een initiatief, en nodigt een aantal andere niet totaal irrelevante, internationaal tamelijk prestigieuze figuren uit om “samen over de wereldpolitiek te discussiëren". Een beetje zoals de G7 (of was het “Davos”?) is ontstaan. Bijvoorbeeld, een Amerikaanse, of Chinese of Indische onderminister of een lid van de Europese Commissie, op voorhand (maar stilzwijgend) gesteund door een Nobelprijswinnaar en een Amerikaanse ex-president (of zoiets) en nog wat Bill Gates-achtigen.

Van bij het begin moeten we in het oog houden dat de deelnemers afkomstig zijn uit de landen waarvan we aannamen dat ze op de lijst staan van leden die we in ons beperkt comité willen zien. En van bij het begin moeten ze de nodige diplomatieke relevantie hebben, om te dienen als basis van uitbreiding.

Immers, na de eerste vergadering, waaraan de nodige ruchtbaarheid wordt gegeven, zonder bedreigend te zijn voor de alfamannetjes uit de landen (en in de comités) die we rustig verder in vergetelheid willen laten wegzinken, moeten de wegen openliggen voor meer. Er moet de kans zijn, ja, de wens, dat de vergadering nog eens wordt overgedaan, en deze keer niet met enkel de internationaal tamelijk prestigieuze figuren, maar ook hun bazen. Al snel zitten nu enkele echte ministers mee aan de dis, en misschien al een occasionele “staatshoofd en regeringsleider” – en niet uit van die landjes als Engeland en Frankrijk, natuurlijk.

Met het verloop van de tijd kunnen de discussies relevanter worden. Dat werkt vanzelfsprekend alleen als het aantal leden beperkt blijft. Wellicht verschijnen al gauw op dat bescheiden sub-top niveau enkele beslissingen of ontwikkelingen die de aandacht trekken van de echte diplomatieke zwaargewichten. Die dagen bij de volgende gelegenheid ook op, en ja, het zou eigenlijk wel handig zijn als we ineens alle diplomatieke zwaargewichten uit alle relevante landen bij elkaar hadden. De “echte” Veiligheidsraad van de VN, laten we vooral duidelijk zijn, mag intussen rustig verder parlementeren, want dat zal precies hetzelfde resultaat hebben, en dus dezelfde problemen scheppen, als vandaag al het geval is: assymptotisch neigend naar zero. En ergens naar het einde van de rit krijgt het organisch gegroeide clubje ook nog een mooie naam en een prestigieus gebouw, en de mensheid heeft terug een comité dat zich op een zinvolle manier met onze eigen zaken kan bemoeien.

Afhankelijk van de menselijke financiën kunnen we dan de obsolete organen van de Verenigde Naties laten uitdoven met de pensionering van de daar gestationeerde diplomaten, of zelfs beslissen die organen te laten blijven bestaan, inclusief bijhorende riante verloningen, met geen andere reden dan een soort opvangtehuis voor alfamannetjes uit ingebeelde grootmachten te voorzien.

-----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-verenigde-naties-een-historisch.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-verenigde-naties-een.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/de-verenigde-naties-een-technisch.html

Geen opmerkingen: