zondag 17 september 2006

De Verenigde Naties: Een Historisch Probleem

Het idee voor een “Verenigde Naties” dateert uit de tijd van de Verlichting. Er zou een forum zijn waar de souvereine staten hun meningsverschillen en conflicten konden bijpraten, of wellicht laten arbitreren, en van waaruit lokale conflicten door de rest van de deelnemers in het oog konden gehouden worden. En dat ging allemaal wonderen doen voor de wereldvrede.

De geschiedenis sindsdien leert dat het niet zo simpel was. Misschien toch even herinneren dat de VN ook instellingen omvatten, zoals Unesco of Unicef, die toch heel belangrijke verwezenlijken hebben behaald, maar dat van die eeuwige vrede... nee, dus.

Momenteel is er een levensgroot politiek probleem. In hun huidige versie zijn de VN gecreëerd na de Tweede Wereldoorlog. Eén van de belangrijkste instellingen werd de Veiligheidsraad. Daarin nemen, op roterende basis, een aantal landen plaats, en binnen dat comité spelen de discussies zoals hoger gesuggereerd zich af. En bovendien kreeg een uitgelezen kransje grootmachten geen roterende, maar wel een permanente plaats in de raad, en dit als uitdrukking van hun dominante positie in het wereldgebeuren.

Die permanente leden waren (en zoals ik al zei, het was de nasleep van WO II), de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog: Rusland, De VS, Engeland, China, en Frankrijk.

En nu ziet iedereen onmiddellijk dat er, behalve een hoop functionaliteit, ook toen al een hoop diplomatieke beleefdheid in het spel was bij het uitkiezen van de vijf permanente leden. Zelfs als we voor het gemak even aannemen dat het relatieve belang van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten ongeveer even groot was, is onmiddellijk duidelijk dat Engeland meteen in een lagere klasse speelt. De bijdrage van China dat op bepaalde momenten meer tegen zichzelf vocht dan tegen de Japanners is zo mogelijk nog dubieuzer, en de manier waarop Frankrijk mee aan tafel mocht zitten was toen al honderd percent een geval van wat in het Engels zo mooi “a polite fiction” wordt genoemd.

Maar als die verdeling er anno 1945 al een tikje vreemd uitag, dan is duidelijk dat de toestand vandaag helemaal een giller is. Iedereen die vandaag zou voorstellen een VN op te richten, en daarbinnen een beperkt comité van permanente leden, zou erg verbaasd zijn indien hij als kandidaten staten als Engeland (!) of Frankrijk (!!) had voorgesteld gezien. En niet Japan, of de Europese Unie, of Indië, of een vertegenwoordiger van Afrika of Zuid Amerika. En dus is de toestand, amper een 60 jaar later: heel veel meer “polite fiction”, maar heel veel minder functionaliteit.

Een eeuwenoud liedje. De instellingen, die ooit min of meer de uitdrukking van een bepaalde realiteit waren, evolueren niet, maar blijven elk jaar opnieuw de uitdrukking van dezelfde papieren oprichtingsacte. Terwijl die realiteit op het terrein, ieder jaar een beetje meer, wel evolueert. Op het einde verschilt de realiteit zo erg van de instellingen dat je een karikatuur zonder geloofwaardigheid hebt.

Toch was het destijds, bij de Verlichting, een buitengewoon goed idee. Het zou jammer zijn het idee te laten verloren gaan, omdat historische scheefgroeiïngen moeilijk rechtgezet kunnen worden. Laat staan omdat één van de voornaamste proponenten van een eeuw geleden intussen zelf “de sterkste” is geworden, zodat die intussen liever zelf een politiek van het Recht van de Sterkste voert. Dus zouden we er goed aan doen mee te denken over hoe we het idee kunnen handhaven, en hoe we de problemen die ermee zijn gegroeid kunnen oplossen. Alle suggesties welkom, veronderstel ik?

Geen opmerkingen: