Laten we wat rondkuieren in het Vierde Millennium (1). Niet te ver van huis, we nemen de gebieden van de Middellandse Zee. Wandelend over een weg die al heel lang een belangrijke verbindingsweg tussen noord en zuid vormt, passeren we een rivier. Op een oversteekbare plaats, natuurlijk, anders passeerde die weg toch niet daar? En zoals dat gaat, in de streken rond de Middellandse Zee, zitten we in heuvelachtig gebied. Enkele hoogtes, vlak bij de plaats waar een rivier een weg kruist, zelfs in het Vierde Millennium is dat de ideale plaats voor een nederzetting.
Aan het begin van dat Millennium zaten de streken rond de Middellandse Zee in een soort “middeleeuwen”. Het einde van het Derde Millennium vertoonde de tot op vandaag niet helemaal opgehelderde (bij mijn weten, toch) val van de beschavingen van het Bronzen Tijdperk, waarin Mykeners, Kretenzen of Kanaänieten eraan gingen, en Egypte van een millennia oude supermacht veranderde in, hoogstens, een regionale macht. Oude beschavingen zijn vergaan, nieuwe zullen hun opwachtingen maken, en dat is een kwestie waar snel een aantal eeuwen overheen gaan.
Nu is de opkomst van beschavingen geen “digitaal” proces; het is niet ofwel schitterende steden, ofwel een stelletje naakte wilden. Het is een proces van nederzettingen die dorpen worden, dorpen worden steden, steden drijven handel, beoefenen ambachten, werken nieuwe technieken uit, er ontstaat kunst, literatuur, filosofie en spiritualiteit, politieke organizatie ook, en ziedaar: een beschaving. En op elk moment zie je uitdrukkingen van al die niveau’s naast elkaar bestaan. Enkele wilden op de heuveltoppen, enkele dorpen in de buurt en een heuse stad nog wat verder... Dat soort dingen.
Terug naar die heuvels bij de rivier waar een oversteek is voor een aloude weg van noord naar zuid. Geef ik de show al weg als ik vertel dat er zeven heuvels zijn? Zit iemand al glimlachend te bedenken dat de rivier dan zeker wel de Tiber zal zijn? In het vroege Vierde Millennium gebeurt er daar, op die zeven heuvels bij de oversteekplaats van de Tiber nog maar heel weinig. Enkele volkeren, voornamelijk schaapherders en misschien al enkele boeren, zetten er een paar gehuchten neer, en daarmee hebben we het gehad. Als er al militaire exploten te rapen vallen, dan zullen het schermutselingen om afbakeningen en graasrechten geweest zijn.
De Tiber is een rivier die door Italië stroomt, en destijds de gebieden Etrurië en Latium van elkaar scheidde. Het waren, voor zover we daar veel van weten, inheemse volkeren uit Latium die, aangetrokken door de nabijheid van Etrurië, zich begonnen te vestigen op de zeven heuvels bij de Tiber. Het ziet er naar uit dat de nederzettingen ook met elkaar praatten, en na een tijdje ontstond er een gemeenschappelijke plaats, tussen de heuveltoppen in, waar ze samenkwamen, voor comerciële en religieuze activiteiten, zoals een Griekse agora – in de taal van de volkeren uit Latium “forum” genaamd.
Tijd om het verhaal in zijn “internationale” contekst te plaatsen. In de eerste helft van het Vierde Millennium waren er er drie beschavingen die druk probeerden de plaats van de oude beschavingen van het Derde Millennium in te nemen. De Phoeniciërs (de kusten van wat nu Syrië, Libanon en Israel is), de Grieken en de Etrusken. De Etrusken zaten in Etrurië, ruwweg het huidige Toscane, noordelijk van de oversteekbare plaats op de Tiber, en zij waren vermoedelijk de reden waarom de primitievere volkeren van Latium zich aangetrokken voelden tot de heuvels bij de oversteekbare plaats.
Maar de “internationale” competitie tussen Etrusken en Grieken om de interessante gebieden van Zuid-Italië, in het bijzonder Campania, maakte dat de Etrusken op hun beurt geïnteresseerd raakten in de aloude weg die via de Tiber van Etrurië naar Campania liep, zeker nadat ze in die laatste streek de stad Capua hadden gesticht. Deels door inspiratie afkomstig van de verder gevorderde beschaving van de Etrusken, en deels gewoon opgelegd door die hogere beschaving, veranderden de nederzettingen op de zeven heuvels bij de Tiber in een heuse stad.
Rome, natuurlijk! We hebben het al de hele tijd over “Ab Urbe Condita”! Meer dan waarschijnlijk waren de eerste echte heersers van Rome, de beroemde “Koningen”, leden van een Etruskische elite, die overigens niet alleen Rome, maar ook andere steden van volkeren uit Latium – noem ze “Latijnse volkeren als je wil – tot Etruskische steden hadden gemaakt. Zo gaat dat met superieure beschavingen die primitievere volkeren aan hun grenzen hebben: ze lijven ze in.
Maar wanneer Grieken en (dacht ik) Phoeniciërs later (maar toch nog altijd niet later dan ongeveer het midden) in het Vierde Millennium zware klappen toebrengen aan hun vijanden, de Etrusken, dan zien veel van die steden hun kans schoon, en ze ontdoen zich van hun Etruskische koningen. In Rome betekent dat de stichting van de Romeinse Republiek, die het tot na Julius Caesar zou volhouden.
Voor het Westen van de tweede helft van het Vierde Millennium is de ontwikkeling van Rome, met grote voorsprong, het grote thema van de wereldgeschiedenis. Nu weet iedereen dat Rome, de grote antieke beschaving, zwaar ontleend heeft aan de Grieken. Maar gezien hun Etruskische afkomst hebben ze ook zwaar ontleend aan de Etrusken: de magistratuur, delen van de religie, dagelijkse gebruiken, architectuur, je vindt er heel veel van terug. De inheemse volkeren uit Latium zullen ook hun steentje wel nagelaten hebben: de taal, de dagelijkse, volkse devotie van de familiale organizatie...
En zo ontstaat uit een mengelmoes van vele invloeden, invloeden die zo zwaar doorwegen dat je haast zou gaan ontkennen dat er zoiets bestond als een eigen “Romeinse” beschaving, een heel nieuwe speler, en voor het Vierde Millennium over is, zijn de Etrusken geabsorbeerd, de Grieken ingelijfd, en de Phoeniciërs...
Ach, het droevige verhaal van de confrontatie tussen Rome en de Phoeniciërs – maar die droegen toen een heel andere naam – verdient echt wel een betere behandeling dan een voetnoot bij een blogpost. Laten we het er maar op houden dat de Romeinen, kort na die confrontatie, de Middellandse Zee “Mare Nostrum” noemden: Onze Zee. Ook de Phoeniciërs deden niet meer mee.
-------------------------------------
(1) Altijd weer in die tijdrekening uit de post: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten