zaterdag 30 december 2006

Herman Wouk

Het voordeel van wat in de muziek “tone-deaf” heet, maar dan toegepast op de literatuur, is dat je zo complexloos kan genieten van een goed verhaal – zonder dat soort halve schuldgevoel waarmee de Beethoven en Rachmaninov liefhebber in mij zich ook kan verheugen in de deuntjes van Abba of de dreuntjes van The Stones. Zo dus ook The Winds of War (1971) en War and Remembrance (1978) van Herman Wouk: twee kanjers van 1,000 bladzijden.

Het boek speelt zich af doorheen de Tweede Wereldoorlog, en vertelt het verhaal van twee Amerikaanse families die er in betrokken raken. De ene is de Amerikaanse tak van een wijd verspreide joodse familie, die nog contacten onderhoudt met haar Europese verwanten, en dus, bijvoorbeeld, (in september 1939), één van haar leden op het vliegtuig naar Warschau ziet zitten. Of (in 1943), op de trein naar nog veel ergere bestemmingen. De andere is een familie met een lange traditie in de marine: een vader en twee volwassen zoons, en de lezer kan zich al inbeelden welke mogelijkheden dat biedt om het militaire deel van de oorlog in beeld te brengen.

Het is het perspectief dat Wouk er aan weet te geven dat het meest indruk maakt. We gaan naar de Slag bij Midway, en hoofdpersonage Victor Henry staat op de brug van de zware kruiser waarover hij het bevel voert. Met zijn zoon Warren, vliegtuigpiloot op één van de Amerikaanse vliegdekschepen, heeft hij een code afgesproken. Als Warren heelhuids van de zoveelste sortie terugkomt maakt hij een omweggetje over het schip van zijn vader en wiegelt met zijn vleugels.

Zoals dat gaat tijdens de oorlog weet niemand wat er tijdens de eigenlijke strijd aan het gebeuren is – en in het bijzonder voor een vader aan boord van een schip dat weinig meer dan administratieve taken heeft, terwijl zijn zoon in een vliegtuig de vijand opzoekt, is het wachten ondragelijk. En dan, vele uren onzekerheid later, weten ze dat het hoogtepunt van de strijd moet bezig zijn, want de admiraals lanceren de ene sortie na de andere, en er komen nog maar heel weinig Dauntless torpedovliegtuigen terug. En geen ervan passeert over de brug van Victor Henry.

Het hele schip wéét waarom hun kapitein, zijn handen op de reling geklemd dat zijn knokkels er wit van worden, in de richting van de Japanners staat te staren, maar allemaal doen ze alsof ze niets gemerkt hebben. Dan meldt een uitkijk dat er uit de andere richting een Dauntless nadert, en die scheert over de brug en wiebelt met zijn vleugels, en als Kapitein Henry met een hand langs zijn ogen strijkt wendt iedereen zich discreet af.

Die levendigheid weet hij niet alleen te creëren bij de militaire operaties. Als het verhaal van Natalie Jastrow, na haar onvoorstelbare odyssee nog levend van tussen de lijken uit de beestenwagen geplukt, aan de oren van haar Amerikaanse verwanten komt, roept een brave mevrouw iets uit als “en te bedenken dat al die dingen een Amerikaans meisje overkomen zijn!”. De implicatie dat hetzelfde lot ergens wel geschikt lijkt voor Poolse of Duitse meisjes, maar toch niet voor beschaafde Amerikanen creëert opnieuw een sterk perspectief. Het leven door de ogen van de burger in de VS waar de vernieling nooit heeft huisgehouden, en die de adem inhoudt wanneer een glimp van wat oorlog zoal betekent tot zijn verstand doordringt.

En er is de andere zoon, Byron Henry die in 1939 onder de bommen van de Duitse Stuka’s in belegerd Warschau terechtkomt, en vandaar op zijn diplomatiek paspoort naar het vredige Berlijn reist, waar hij zich, nog ontzet van het meemaken van heuse gevechten en beschietingen, wijdt aan de studie van de toenmalige politieke actualiteit. Een bevriende intellectueel bezorgt hem een lijst met Hegel en Fichte en Nietzsche en vele andere namen: “ze zullen in het jaar 2,000 boeken schrijven” over de vragen die de vragen van die dag zijn. En pas nadat je het las dringt tot je door dat het jaar 2,000 intussen al gepasseerd is – zo krachtig komt dat beeld van de realiteit van Berlijn in 1939 tot leven, waar nog niemand weet wat voor oorlog er zit aan te komen. Er is dus nog tijd voor filosofie en geschiedenis.

Zo kan ik er nog veel opnoemen: Natalie die verweest achterblijft op de kaaien in Lissabon als Byron met zijn onderzeeboot afvaart. Victor Henry die als waarnemer het Russisch front bezoekt en ermee eindigt vanuit een kerktoren instructies voor de artillerie door te geven. Byron op zwerftocht door het platgeschoten Europa van 1945 in een hopeloze poging zijn zoon terug te vinden. Het komt allemaal zo tot leven dat het één van die boeken is die ik enkele keren van begin tot einde heb teruggelezen. Er is destijds zelfs een televisieserie van gemaakt, met Robert Mitchum in de rol van Kapitein Henry, maar tot mijn spijt lijkt die niet meer te vinden.

Een hele tijd geleden heb ik voorgesteld dat voor een kwotering op 5 sterren (zoals gebruikt op Amazon) een drie al een behoorlijk goed boek is, omdat de gemiddelde score toch minstens betekent dat het boek terecht de heel zware selectieprocedure is gekomen (1). Met dat in het achterhoofd krijgt Wouk van mij zonder twijfel vier daverende sterren.

-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: