woensdag 27 december 2006

Het Ottomaanse Rijk

Nu mijn boek van Bernard Lewis (1) bijna uit is, gaan de borrelende lotgevallen van het Ottomaanse Rijk door mijn hoofd. De Islam als beschaving is altijd erg verdeeld geweest; religieus, sociaal, ethnisch, maar ook politiek. Verschillende volkeren hebben doorheen de tijd belangrijke rollen gespeeld: Arabieren, natuurlijk, maar ook Perzen, Egyptenaren en, met de Ottomanen, de Turken. Zij kwamen, in verschillende golven, als onderdeel van die voortdurende invasies uit het noorden, die alle beschavingen van de meer zuidelijke gordel van Eurazië gedurende millennia hebben geteisterd.

De Turken werden al snel na hun veroveringen opgevangen en beschaafd door de Islam, en na de nodige vijven en zessen kwamen ze zelfs aan het hoofd van één van de grootste rijken die de Islam heeft gekend: de Ottomanen. Als je de kaart met hun gebieden bekijkt zie je ongeveer het Byzantijnse Rijk van de tijd voor Mohammed: een heel stuk van Zuidoost Europa (tot bij Wenen...), plus Turkije, Syrië en Egypte, verder Irak en nog grote stukken van het Arabisch schiereiland.

Op dat gebied vertoonden ze de wisselende wedervarigheden van alle grote imperia uit de geschiedenis: hoogtepunten en dieptepunten. Gevolgd door de soort ineenstorting die werkelijk maakt dat je voor de Turken sympathie krijgt. Niet dat ze geen hoop dingen verkeerd deden. Ze vertoonden niet de politieke ondernemingslust of de technologische en wetenschappelijke dadendrang van het Westen, en dus raakten ze achterop. Maar ze hadden in heel wat opzichten toch ook wel pech.

Om te beginnen was er veel interne verdeeldheid binnen de Islam, juist op het moment waarop de Turken beseften dat ze achterop begonnen te lopen. Het was een periode van grote spanningen en regelrechte oorlogen met het rijk van de Perzen. En uitgerekend dat was het ogenblik waarop ze van verschillende kanten werden aangevallen door Westerse grootmachten: Oostenrijkers vanuit het noordwesten, Britten en/of Fransen vanuit westen (via Noord Afrika) en Russen vanuit het oosten en het noordoosten.

Om de ramp compleet te maken ontstonden ook binnen het rijk spanningen die er eerder niet waren. Grote stukken als Egypte maakten zich meer en meer los van het centraal gezag. En tenslotte – naar Lewis zegt, onder invloed van Westerse ideeën zoals bijvoorbeeld die van de Franse Revolutie – ontstonden er spanningen tussen bevolkingsgroepen die tot dan vaak loyale onderdanen van het rijk waren geweest.

Onder de Ottomanen hadden die volkeren elk een eigen statuut, dat vaak verbonden was aan hun religie. Er waren de Turken zelf, en de Ararbieren, en tussen beide was er, gezien hun moslimgeloof, geen werkelijk onderscheid. “Turk” of “Arabier” waren termen die de leden van de stedelijke elites reserveerden voor de primitievere mensen uit de woestijnen en achterlijke plattelandsgebieden. Ze kwamen pas in zwang met de idealen rond de natievorming die kwamen overwaaien uit Europa. Parallel met die versnippering ontstonden er problemen met de andere volkeren uit het rijk. Dat waren voornamelijk Grieken, Armeniërs en Joden (als ik dat nu goed heb, in die volgorde). Elk van die drie was één van de “volkeren uit het boek”, dat wil zeggen, volkeren die van God een monotheïstische Openbaring hadden ontvangen. Als zodanig kregen ze een voorkeurbehandeling in het rijk, van een soort die niet-Grieken onder, bijvoorbeeld, de Byzantijnen nooit gekregen hadden.

Die religieuze, culturele en sociale tolerantie maakte dat Grieken, Armeniërs en Joden op hun beurt enthousiast deelnamen aan het politiek en/of economisch leven van het rijk. In het bijzonder de Grieken bezetten vaak hoge posities in het bestuur. Om een lang verhaal kort te maken, met het ontwaken van het nationalistisch gedachtengoed ontstonden bevrijdingsbewegingen, en brokje per brokje verloren de Ottomanen hun Europese gebieden (Griekenland, Bulgarije, Yougoslavië...). Ook de Joden begonnen vanaf de negentiende eeuw te dromen van de terugkeer naar hun antieke thuislanden. En het droevigste verhaal is dat van de Armeniërs, die meer verspreid woonden dan (bijvoorbeeld) de Grieken, en minder de steun hadden van Westerse grootmachten. Temidden van de spanningen en de oorlogen waren ze één van de volkeren waarmee de zwaarbelaagde Ottomanen problemen hadden, en ze besloten tot een deportatie van Armeniërs naar plaatsen waar ze minder kwaad konden. Het resultaat was dat honderdduizenden tot meer dan een miljoen Armeniërs omkwamen. (Overigens is Lewis van oordeel dat dat niet het gevolg was van een geplande volkerenmoord, maar wel één van de vele dingen die in oorlogen nu eenmaal gigantisch verknoeid worden, en dat is hem zelfs al op een veroordeling wegens ontkenning van volkerenmoord te staan gekomen.)

Het resultaat van al die spanningen en oorlogen was een totale ineenstorting van het Ottomaanse rijk, tot de brokstukken (“de Levant”; “Mesopotamië”) zelf (onder invloed van de Westerse grootmachten) nog versnipperden in “Libanon”, “Syrië”, “Palestina”, “Egypte”, “Jordanië”, “Koeweit”, “Irak”, tot er behalve Turkije zelf alleen in het Arabisch schiereiland nog een Islambewind aan de macht was. Het klinkt zelfs bijna als een wonder dat er op dat moment een Ataturk opstond, die er in slaagde van het hedendaags Turkije een functionerende, en zelfs relatief welvarende staat te maken. Met Ataturk ontstond de voorlopig enige Islamstaat die de scheiding van kerk en staat heeft weten doorvoeren, en waar de elite heeft gekozen voor de waarden en prestaties van het Westen, eerder dan voor het obscurantisme en de armoede waarin zoveel delen van hun vroegere rijk maar blijven wegzinken.

Ja, ze zijn een heel eind gekomen, die Turken, sinds ze als primitieve steppevolkeren te paard de beschavingen deden beven van de schrik. En veel geluk hebben ze op het eerste zicht niet gehad. Zoals sommige andere rijken met problemen vertoonden ze volgens Lewis duidelijke tekenen dat ze probeerden er iets aan te doen. Maar met Westerse grootmachten die langs alle kanten opdrongen, oorlogen tegen de Perzen en interne versnippering, allemaal tegelijk, was de uitdaging te groot, en na de eerste wereldoorlog heeft het er even naar uitgezien dat er helemaal niets van zou overblijven.

Waarheen, Turkije? Het is een land met een heel interessante geschiedenis. Het verhaal van de Turken zelf begint pas rond het jaar 1,000 – maar wie hier de posts over “De Perzische oorlogen” heeft gevolgd weet dat het al véél langer een een bijzonder boeiende geschiedenis heeft. Wat kan een mens anders doen dan ze ook een mooie toekomst toewensen?

------------------------------------------------
(1) Lewis, The Middle East, 2000 Years of History from the Rise of Christianity to the Present Day, 1995

Geen opmerkingen: