Mijn vrouw had zonneschermen gekocht voor de autoramen, zodat peuter en baby daar achteraan niet in de volle zon hoeven te zitten. Op de schermen stond een kleurig figuurtje met een rode neus, een gele mantel en een gele punthoed.
“Boemba Boemba Boemba!” riep peuter Sarah toen ze dat voor het eerst zag, en ze rende met uitgestoken armpjes op de auto af. “Jullie moeten wel veel Boembafiguurtjes hebben” probeerde de papa van Saartje slim te zijn bij de crèche. Dat moest immers ook wel, want de papa van Sarah is de saaiste mens van de planeet, dus hier staat haast nooit een tv aan (mijn vrouw wil als alles rustig is qua klein grut wel eens zappen; maar goed ook, vanuit blogperspectief...), en het is heus niet hier dat peuter Sarah Boemba heeft leren kennen.
De mevrouw van de crèche keek me aan alsof ik “dt = dr/S” had beweerd. Ze hebben Moesti, en ze hebben Nijntje, maar géén Boemba.
Papa droop gemystifiëerd af. Het enthousiasme van peuter Sarah was werkelijk enorm. Ze scandeerde van “Boem – ba, Boem – ba”, en ze wilde absoluut één van de zonneschermen losmaken en ze liep er blij als, als... uim, wel, blij als een kind mee rond door het huis, terwijl ze maar van Boemba bleef roepen.
En toen kwam er een neefje op bezoek – de familie kwam naar de baby kijken – en toen die dat allemaal zag sprak hij medelijdend “en dat allemaal met een prentje”. Dat sneed recht door het hart. Dat was letterlijk “hartverscheurend”. Bij de allereerstvolgende gelegenheid verscheen in huize Sarah een mooi ingepakte doos. Toen papa het woord “cadeautje” uitsprak keek peuter Sarah vragend op. Toen hij ook nog met de doos zwaaide kwam peuter Sarah stralend en met de handjes uitgestrekt aangerend, en toen die doos eindelijk was opengeprutst brak de zon door dat een mens nog zou gaan denken dat het volle zomer is.
Want uit die doos kwam een figuurtje met een rode neus, een geel jasje (etcetera) en peuter Sarah liep heel het huis op en af, roepend van “Boemba, Boemba” alsof het einde van de Honderdjarige Oorlog was aangebroken, terwijl ze ermee zwaaide alsof ze de frequentie van gammastralen naar de kroon wilde steken.
En dat maakte het mysterie alleen maar groter. Waar kent ze in godsnaam Boemba van?
Ik zie maar één mogelijkheid. Een maand of twee geleden waren we op bezoek bij minder saaie familieleden waar niet één, maar twee peuters rondkruifelen. En daar had peuter Sarah een Boemba opgepikt zoals peuters nu eenmaal altijd knuffels oppikken, en hij was inderdaad nogal in de smaak gevallen. Maar dat was nog niets tot het moment waarop de tv werd aangezet, en de drie peuters zich voor het scherm verzamelden, peuter Sarah nog steeds met een boemba in de armen. Want lo and behold, daar verscheen zo’n figuur met een geel jasje (etcetera) op het scherm! En onder luide kreten stortte peuter Sarah zich naar voren en drukte haar Boemba tegen het toestel, en begon te springen en te dansen bij elke keer dat de Boemba in beeld verscheen. Een kostelijk zicht, je ziet het zo voor je.
En Boemba verscheen vaak in beeld. Eindelijk een knuffel die ook nog een beroemde Vlaming was!
Hoe dan ook, de saaiste mens van de planeet (uw dienaar) was dat allemaal al lang weer vergeten, en ook peuter Sarah repte twee maand lang met geen woord meer van Boemba. Thomadz van hier en van ginder en Koala van daar en Kangoeroe van nog ergens anders, maar nooit ofte niks nog Boemba.
Tot we dus zonneschermpjes aan de auto bevestigden, en toen was het zonnestelsel te klein. En zo heeft peuter Sarah ook een Boemba. Momenteel heeft hij een slab aan en draagt hij een luier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten