zaterdag 7 augustus 2010

Guns, Germs and Steel

Jared Diamonds' Guns, Germs and Steel (1,998) is voor mij één van de twee beste non-fiction boeken die ik ooit gelezen heb. Een daverende vijf op mijn persoonlijke schaal van "kwotering"(1). Het is één van die boeken die je perspectief grondig veranderen, zeg gerust: helemaal overhoop halen. Tot het punt dat je zegt, zelfs iemand die geen barst geeft om geschiedenis kan het lezen en zal zeggen, inderdaad, een zeer, zeer goed boek.

Natuurlijk maakt dat het boek veel te rijk om in één postje te vertellen wat er in staat. Laten we gewoon kijken naar waar het over gaat. En dat is de vraag waarom, na vele millennia menselijke geschiedenis, het Europeërs zijn die de planeet domineren, en niet één van de vele andere volkeren die vaak al veel langer beschavingen hebben geproduceerd. Dat is praktisch hetzelfde als de vraag waarom Europeërs, in de decennia rond het jaar 2,000 zoveel rijker zijn dan de andere volkeren. En daarmee komen we in de buurt van de twee hypothesen die hier al eens onder elkaar heb gezet:

OFWEL: De Europeërs zijn zoveel rijker dan al de anderen omdat ze de welvaart van al de anderen hebben afgepakt.
OFWEL: De Europeërs hebben zoveel van de anderen kunnen afpakken omdat ze al zoveel rijker en bijgevolg machtiger waren.

De eerste versie vind je eerder in Marxiaanse kringen terug, terwijl mijn eigen liberale ideeën eerder naar de tweede versie kijken. In het laatste geval, immers, is er veel ruimte voor het idee dat de welvaart is geproduceerd, in tegenstelling tot geplunderd, en dan is de vraag in welk opzicht het Westen het dan zoveel beter heeft gedaan dan de anderen.

Zoals je van een buitengewoon rijk boek kan verwachten werpt Diamond heel nieuwe perspectieven op beide standpunten. Het boek beschrijft aspecten van al die millennia geschiedenis om te zeggen dat rond 1,500 AD Europa een zodanige voorsprong had op al de rest, dat het niet te verwonderen is dat ze zich op enkele eeuwen in een positie manoeuvreren waarin ze al de anderen kunnen plunderen.

Maar wie daaruit een bevestiging wil putten van een mono-causaal "het kapitalisme is de oorzaak van de welvaart" zal ook al snel zijn wereldbeeld zien uitbreiden om de vergelijking met een explosie te kunnen doorstaan. Diamond illustreert zijn bedoeling met de confrontatie van de Spanjaarden - destijds de dominante cultuur van Europa - met de Inca's: de dominante cultuur van Zuid Amerika. Het punt is, nog altijd eeuwen voor de Industriële Revolutie een volwassen "kapitalisme" mogelijk maakte veroverden Europeanen Zuid Amerika, terwijl de Zuid Amerikanen van geen kanten in een positie waren om Europa te veroveren. Kortom, er waren al een paar factoren aan het werk die op hun beurt toelieten, veel later, "het kapitalisme" te ontwikkelen - en de vraag is: welke factoren zijn dat.

Diamond onderscheidt een waaier van factoren die (heel ruw) in 1,500 maakten dat Spanjaarden Amerika konden veroveren, en niet omgekeerd. Het is ook wel interessant te zien dat die factoren doorgaans niet op zich doorslaggevend waren. Bijvoorbeeld, als Europese ziektekiemen een grote rol speelden omdat ze de numeriek veel sterkere Amerikaanse bevolking sterk verzwakten, dan belet dat niet dat er tijdens en na de ziektes verschillende grootscheepse rebellieën zijn geweest, die militair verslagen moesten worden.

En als de Europeanen superieure wapens hadden, met hun staal tegenover culturen die nog quasi in het stenen tijdperk zaten, dan moet je niet vergeten dat proportioneel zeer kleine groepjes soldaten veel grotere legers konden verslaan, hoewel die nog altijd met pakweg knuppels en grote aantallen één en ander konden bereiken. Kortom, er was steeds een veelheid aan factoren in het spel, zodat we er ook nog een superieure scheepvaarttechnologie, een superieure politieke organisatie, het verschil tussen een geletterde (en dus gedocumenteerde) en een ongeletterde beschaving, en een beschaving die over het paard beschikte tegenover één die geen paarden had moeten aan toevoegen. En vele andere.

En zo wordt de vraagstelling: waarom beschikten Europeanen in (zeer ruw) 1,500 AD over al die factoren en meer, en hadden de andere beschavingen al die dingen niet, of in veel mindere mate. En waar ik hoop dat je het er mee eens bent dat dat een zeer interessante vraag is, blijft het feit dat hij niet de enige was om deze vraag te zien. Maar ik denk een quasi-consensus te zien tussen de commentatoren, vriend en vijand, dat daarmee het zwakste deel van het boek is beschreven. Dat is in ieder geval ook mijn opinie. Na een stuk dat alleen maar "razend interessant" is, en soms niet eens erg overtuigend (ik spreek louter voor mezelf) gaat hij in op de vraag: waar komen die factoren dan vandaan?

Met zijn analyse van dat vraagstuk katapulteert hij zich tot "één van de twee beste non-fiction boeken die ik ooit gelezen heb". En ook "een daverende vijf op mijn schaal van kwotering". Waarschijnlijk heb ik het daar ook nog wel eens over.

-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/kwotering.html

Geen opmerkingen: