maandag 19 januari 2009

Girard en Dostojevski: (3)

We hebben hier al twee posts achter de kiezen waarin René Girard een Dostojevski liet zien, die diepe vragen wist te stellen over de aard van menselijk sociaal gedrag (1), maar daar in zijn vroege romankunst nog geen fatsoenlijk antwoord op weet te vinden (2). Dostojevski zag met zijn kunstenaarsoog hoe de held de heldin pas begerenswaardig vond als iemand anders haar eerst als zodanig had aangewezen, maar bleef intellectueel proberen het hele verhaal als een klassieke mannetje-vrouwtje relatie voor te stellen. In dit derde en laatste fragment van de oorspronkelijk tekst volgen we Girard die in de achtereenvolgende werken van Dostojevski de duisternis ziet optrekken...

Het vroege oeuvre van Dostojevski leent zich heel goed voor deze vorm van analyse. De verschillende romans schetsen ons de portretten van een serie helden die zich allemaal in deze zelfde positie bevinden. Allemaal zijn ze de wanhopige aanbidders van een uitverkorene, die echter maar als zodanig tot haar recht komt wanneer de verpletterende aanwezigheid van een rivaal haar onbereikbaar maakt. Dostojevski schetst deze toestanden op de meest verschillende manieren, nu eens als tragedie, dan weer als komedie, maar de onderliggende structuur blijft dezelfde. Ook het perspectief wisselt voortdurend, zodat we het verhaal vanuit de onderliggende held of vanuit het standpunt van een buitenstaander te zien krijgen. Op het einde van deze periode, met De Vernederden en Gekrenkten is er zelfs geen eigenlijke driehoek meer voorhanden, maar zijn er twee mannen en twee vrouwen die de begeerte als Schoppenboer voortdurend aan elkaar doorgeven:

"tandis que le jeune écrivain Vania pousse Natacha dans les bras d'Aliocha, Natacha, de son côté, pousse Aliocha dans les bras de Katia. Cette dernière, qui ne veut pas être en reste de grandeur d'âme, repousse Aliocha de toutes ses forces et le renvoie à la malheureuse Natacha." (3)

Deze "obsessie" spruit dus voort uit Dostojevski's besef dat de klassieke structuur waarbij de begeerte vloeit van het object naar het subject te kort schiet. Alleen slaagt Dostojevski er nog niet in uit te drukken hoe het dan wel zit. Het gevolg is dat Dostojevski zich wel bewust is van de feiten het mimetisch spel, maar ze van een interpretatie voorziet die de maag doet keren:

"Le roman se déroule d'un bout à l'autre, dans un climat d'idéalisme romantique qu'il faut bien qualifier de mystificateur. La rhétorique sentimentale place dans une fausse lumière d'effort moral et d'esprit de sacrifice une conduite qui relève de plus en plus visiblement du masochisme psycho-pathologique." (4)

Zo baadt het vroege werk in een schijn van romantiek, en zelfs een poging om een vorm van morele verheffing te vinden, op een plaats waar we in werkelijkheid niets anders dan achterbaks gekonkel aantreffen. En dat is een besef waar de klassieke kritiek nooit kan komen. Deze klassieke kritiek kan namelijk zelf ook niet meer dan in een kringetje om zichzelf heen draaien, en blijft alleen maar een nuttig instrument voor auteurs aan wie hetzelfde overkomt.

"Même en critique littéraire, d'ailleurs, rien ne me paraît plus fade et plus mystificateur, en dernière analyse, que l'insistance obsessive sur la diversité infinie des oeuvres, sur leur caractère ineffable et inépuisable, sur l'impossibilité de répéter deux fois la même interprétation, sur la négation de toute parole décisive, en somme. Je ne vois là qu'un vaste syndicalisme de l'échec." (5)

We moeten dus op een bepaald moment durven afscheid nemen van wat deze kritiek ons kon vertellen, en erkennen dat wanneer de auteur nieuwe dimensies gaat opzoeken, niet langer de overeenkomsten van de "obsessie" van tel zijn, maar wel de verschillen, die het nieuwe perspectief mogelijk maakt. Deze vooruitgang zet Dostojevski in met Herinneringen uit het Ondergrondse, waar het personage alweer "botst" op het onoverkomelijk obstakel dat een Ander voor hem neerzet:

“Un jour, dans un café, un officier dont notre avorton gêne les mouvements, saisit celui-ci par les epaules et le dépose un peu plus loin, sans même lui faire l'honneur de lui addresser la parole. Le souvenir de cette désinvolture hante le héros souterrain. L'officier inconnu prend, dans son imagination, des proportions aussi monstrueuses que Veltchaninov dans celle de Troussotzki." (6)

Daarbuiten wacht alweer die superieure "rivaal", die leidt tot het centraal stellen van precies die rivaal in de verdere psychologische processen van de held. Alleen, rivaal… voor wat? Voor een tijdelijk plaatsje in een druk café? Het is duidelijk dat het object verschrompeld is tot het niveau waar het de facto niet meer bestaat en geheel is vervangen door de persoon die dat plaatsje zelf inneemt.

In dit geval echter is het evenwicht van bij het begin voldoende verstoord om elke mogelijkheid tot ruzie op voorhand in de kiem te smoren, en juist daarom neemt de zegevierende officier in de ogen van de held die het onderspit dolf, gigantische proporties aan; terwijl hij zelf zich wentelt in de vernedering. In zijn dromen bevindt hij zich nochtans temidden van de grote literaire coryfeeën uit het verleden, maar de glans van deze roemrijke persoonlijkeden steekt schril af tegen het besef van onbeduidendheid waarmee de realiteit hem confronteert. En opnieuw, deze confrontatie en dit contrast wordt bemiddeld, het is het contact met de Ander, in dit geval de officier dat de plaats van de held in de wereld bepaalt.

Met deze verschrompeling van het object tot voorbij het punt waarop het nog waarneembaar is, zet Dostojevski de weg naar zijn eigenlijke grote werken in. Hij zet een reeks romans neer waarin het object zo goed als afwezig kan zijn, of van het kaliber van de literaire droom, maar waarbij het statuut van de hoofdpersoon, minstens in diens eigen ogen, bepaald wordt door wat de anderen ervan denken. Raskolnikov die om zijn Napoleontische souvereiniteit te vestigen een moord pleegt trekt aan ons oog voorbij, of De Speler die zich aan de grillen van de roulette onderwerpt en zijn successen en mislukkingen aan de speeltafel ziet als evenveel voortekenen van wat hem in de liefde te wachten staat. Nog steeds wisselt het perspectief van waaruit de verschillende romans de posities van de deelnemers bekijken, maar die posities worden nu niet langer bepaald door het bezit van het object, maar door de de verhouding tot de andere deelnemers.

Voor deze verschuiving van schijnbare motieven naar waar het in deze wereld werkelijk over gaat heeft Dostojevski een hoge prijs betaald, zowel in de inspanningen van het zoeken en tasten die we in de langzame vorderingen van de opeenvolgende romans vinden, als in de persoonlijke crisissen die hem zelf troffen wanneer hij zijn nieuwe besef weer uit het oog verloor. De manier waarop dit oeuvre de uitdrukking is van Dostojevskis onverklaarbare moeilijkheden in de literaire kringen van Sint-Petersburg doet ons vermoeden dat we een stap verder kunnen gaan. De vervanging van het object aan de oppervlakte door de persoonlijke verhoudingen onder dat oppervlakte helpt ons werkelijk bij het verklaren van het sociale gebeuren.

Op dit punt breekt de tekst van destijds, zoals ik het nu zie, nogal abrupt af. Het idee was: wanneer Dostojevski achter de oppervlakte in eerste instantie zoekt naar “het oeoude spel vande mannetjes en de vrouwtjes”, dan kiest hij voor een soort Freudiaanse interpretatie “avant la lettre”. Alleen slaat hij al snel nieuwe richtingen in wanneer hij beschrijft hoe het zogenaamde object zo verschrompeld raakt dat er niet echt iets meer van overblijft. Vanaf dan ziet hij in dat, en schrijft hij over hoe, sociale relaties niet bepaald worden door het genie van de kunstenaar of de bureaucratische talenten van de ambtenaar, maar door een heel eigen spel van streven en duwen, van blokkeren en dwarsbomen, dat juist door het ontbreken van het oorspronkelijke object zo onbegrijpelijk wordt, en zo gemakkelijk kan geïnterpreteerd worden in de termen die het officiële leven er aan geeft.

En zo vond ik destijds Girards analyse interessant genoeg om er dit verslag van te maken, niet alleen om de belevenissen en beschrijvingen van Dostojevski zelf, maar ook omdat in mijn ogen de overeenkomsten met onze eigen wereld van alfamannetjes versus officiële versies bijzonder verhelderend zijn.

-----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/12/ren-girard-en-dostojevski.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/girard-dostojevski-en-het-ondergrondse.html
(3) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2
(4) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 1
(5) Girard, Des choses Cachées, I, chap. 1,
(6) Girard, Dostoievski du double à l'unité, in: Critique dans un souterrain, (II), chapitre 2

Geen opmerkingen: