De tv zond gisteren de film Hotel Rwanda uit. Die heb ik destijds in de bioscoop gezien, en met de nuance van even verder in deze post vond ik dat een erg goede film. Er kwam een scène in voor die ik zou kunnen blijven bekijken. De hoofdpersonen zijn zwarten, maar, zoals een collega van me zo kostelijk kan parodiëren: ze zien er uit juist gelijk mensen! Als ze in een auto stappen en hun voorpoten op het stuur leggen zie je nauwelijks het verschil!
Het hoofd van een klein contingent UN soldaten is een ruwe bolster met een blanke (yesssss!) pit, die er het hart van in is wanneer hij de mensen in het hotel moet meedelen: het beschaafde, rijke en machtige Westen heeft na ampele overweging het besluit genomen om alle blanke aanwezigen in het belegerde hotel te evacueren. Mocht de rest (dat zijn nog steeds die zwarte aanwezigen die er voor de rest nochtans juist gelijk mensen uitzien) vervolgens stikken, dan zou dat op die plaats en in dat tijdperk één van de beste dingen zijn die hen kan overkomen. De meest waarschijnlijke uitkomst was immers dat hun medemens hen met kapmessen levend in kleine stukjes zou hakken: dat is precies wat enkele honderduizenden tot een miljoen van hen destijds is overkomen. En zo komen we bij de scène waarin de echtgenote van de held die het nieuws verneemt, vraagt: "and what about us?".
De manier waarop verbluffing, ongeloof, wanhoop en angst op dat gezicht stond geacteerd - ze zag er uit juist gelijk een mens.
En omdat de scène wel geacteerd was, maar intussen verwees naar waar gebeurde feiten, werd het één van die momenten waarop ik me beschaamd voelde, als lid van de soort, alsof ik me beoordeeld voelde door een lid van een andere soort - het had "zelfs een hond" (1) kunnen zijn.
Misschien was dan ook één van de kritieken terecht, die iets opmerkte dat ongeveer ging als volgt: "goed, maar het blijft een Hollywoodproductie, de echte horror wordt zedig uit de weg gegaan".
Misschien. Intuïtief denk ik ook dat dat jammer blijft. Misschien is dat wat maakt dat ik het wel een goede film vond, maar dat het toch een gemiste kans bleef.
En toch. Het is al heel lang één van de filosofische onderwerpen waaraan ik geregeld gedachten wijd, en waaraan ik de werktitel "het menselijk bankroet" heb gegeven. Je weet wel, concentratiekampen, Nanking, Cambodja...
De filosoof in ons ontwaakt wanneer hij, met Plato, vol opgetogen verwondering naar een machtige sterrenhemel staat te kijken. Maar ook wanneer hij, met Sartre, verpletterd door walging met afgrijselijk (laat staan opzettelijk) lijden wordt geconfronteerd. Vragen als "waar komt alles vandaan" en "waar moet het naartoe" komen even goed in ons op wanneer we nadenken over ruimte en tijd, als wanneer we ons inbeelden: hier is het slachtoffer, hier is het kapmes, en nu mag jij dat kapmes vastgrijpen en op de armen en benen van dat slachtoffer inhakken.
Hoe doe je dat?
Maar het is gebeurd. Het is al heel vaak in heel veel varianten gebeurd, het gebeurt nu op dit moment en het zal nog heel vaak gebeuren. Terwijl een film die "de horror zedig onder de mat veegt daarmee het essentiële wegmoffelt. Het "menselijk bankroet", dat is nu eenmaal niet de rubriek gebroken armen en benen van de krant. Dat is wanneer bovenstaande stoten niet langer het werk zijn van een paar losgeslagen gekken, maar er genoeg deelnemers zijn om te weten: dit zit in ons, dit zijn wij, dit is ook een deel van dat prachtige bewustzijn van ons allemaal.
Maar ik blijf heen en weer slingeren tussen "het moet er allemaal bij" en integendeel "laat die eigenlijke horror er maar uit weg". Want als je dan die beschrijvingen ziet die beloven "de laatste uren van de slachtoffers" weer te geven, dan denk ik toch weer: dat hoef ik allemaal niet te weten: daar is mijn maag uiteindelijk toch niet sterk genoeg voor.
Zo moffel ik, met de krant, de goegemeente en de universele moraal op mijn beurt het essentiële weg, omdat ik er ook niet in slaag dat delicate evenwicht te vinden waar je de dingen kan weergeven zoals ze zijn, zonder in intellectueel ramptoerisme te vervallen. En dat is jammer, want ik blijf het één van de belangrijke filosofische kwesties vinden.
---------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/zelfs-de-hond.html
1 opmerking:
Kijk Koen, het Westeuropees (Stockholm?) syndroom van "het is allemaal onze schuld, vooral omdat we de moderne technologie hebben uitgevonden en niet zij", wellicht wortelend in onze Christelijk-Joodse schuldcultuur, en dat het zieltogend oude Westeuropa al 63 jaar obsedeert, heeft precies ook jou een beetje te pakken gekregen.
Het zit namelijk allemaal in de genen, dat "them and us". In tijden van peis en vree staan we natuurlijk allemaal onze plaats graag af aan oude dametjes en andersvalieden, maar als het spant en harde binaire keuzes moeten worden gemaakt, dan gaan eigen genen voor. Of die van onze neefjes en verre neefjes want die zullen toch wel een ietsiepietsie meer van onze genenpool dragen dan een Centraalafrikaan.
En laat me de deze ongetwijfeld harteloze, wrede en racistische opmerking afmaken met de bedenking dat het de Rwandezen vrij stond hun eigen volk en genenpool te evacueren met hun eigen vliegtuigen. Je weet wel, uit die prachtige vliegtuig- en chipsfabrieken rond het Victoriameer.
Niet boos worden hoor, maar soms kan ik het niet laten ;-)
Hugo
Een reactie posten