maandag 28 juli 2008

De "Sociologie van het Denken" en WO I

Misschien het beste voorbeeld van wat Smolin in zijn The Trouble of Physics “de sociologie van de natuurkunde” noemde klinkt - ik geef het een beetje tegen mijn zin toe - tegelijk als niet meer dan een mooi verhaal. Maar als het waar was komt het wel heel goed uit voor het verhaal dat hij wil vertellen (1). Herinner je hoe Smolin van mening was dat de hedendaagse natuurkunde zich in een fundamentele crisis bevindt, en dat hij zich wil afvragen hoe dat komt: waarom kan zijn generatie geen Einstein vinden, terwijl ongeveer elke generatie van hier tot Newton dat wel kon?

Zo kwamen we terecht bij die “sociologie van het denken”. Er was teveel establishment dat de neiging heeft goed te vinden wat zij zelf ook altijd gedaan hebben, en de dingen waar zij zelf nooit veel mee konden aanvangen af te wimpelen als nieuwlichterij of pseudo-wetenschap, of hoe het ook mag heten. En het resultaat is dat je de echt grote namen van het vak zelden terugvindt in de zogezegd belangrijke posities van de vooraanstaande universiteiten: Einstein is hier alleen maar de bekendste naam van een lange reeks. Denk maar aan de wedervaren van Carlo Rovelli (2).

Om datzelfde verhaal met een heel ander voorbeeld te steunen wijst Smolin terug naar de vroege twintigste eeuw. Dat was voor de fysica een explosie van creativiteit zoals je die voor een aantal onderwerpen heel af en toe ziet gebeuren in de geschiedenis van de mensheid. Hoe verklaar je dat er in het Griekenland vanaf Pericles zulk een uitbarsting van filosofen plaatsvindt? Hoe verklaar je de explosie aan creativiteit in de Italiaanse Renaissance? Europese klassieke muziek tussen Bach en Rachmaninov! Duitse generaals sinds de Pruisen tot de Tweede Wereldoorlog! En waarom doet zich in het Judea van de eeuw na het jaar nul een supernova van spirituele ontwikkeling (Johannes de Doper, Jezus van Nazareth, Simon Petrus, Paulus van Tarsus, Johannes de Evangelist...) voor?

Waarom, ook, vind je op die enkele decennia in het West Europa van na Einstein een orkaan van natuurkundige revoluties (Schrödinger, Heisenberg, Bohr, Pauli, De Broglie, Dirac... hé, Einstein zelf staat er niet eens bij...!)?

Wel, speculeert Smolin, het zou in dit geval wel eens te maken kunnen hebben met de Eerste Wereldoorlog! Een beetje zoals ik me (intussen ook alweer heel wat jaartjes geleden) vaak afvroeg waarom je op beelden uit Rusland altijd zo enorm veel “baboesjka’s zag; oude Russische vrouwen die de straatbeelden domineerden, alsof ze weinig of geen mannelijke leeftijdsgenoten hadden. Tot ik een beetje ontroerd iemand hoorde zeggen: denk eens na: wanneer waren die baboesjka’s ongeveer 18 of 20 jaar? Koen dacht inderdaad na, rekende een beetje terug en ontdekte dat het antwoord op die vraag was: in de jaren 1,942 tot 1,944 waren die baboesjka’s ongeveer 18 tot 20 jaar.

Dus dàt was waarom ze enkele decennia later inderdaad geen mannelijke leeftijdsgenoten hadden, op zodanige schaal dat het West Europese pubers opvalt wanneer ze naar het nieuws zitten te kijken.

En dat was volgens Smolin mogelijk ook de reden waarom er in West Europa geen wetenschappelijk establishment was om tegen de generatie van aanstormende talenten te zeggen: ga eens eerst fatsoenlijk je atoomtheorie volgens Democritus bestuderen, voor je hier met onzin over onzekerheden en vertragende tijden aankomt. Want dat, laten we het niet vergeten, was precies de reden waarom Einstein geen job had aan de universiteit, zodat hij dan maar een ambtenaar was voor de Zwitserse overheid, toen hij in zijn vrije tijd de relativiteitstheorie uitvond.

De historische correctheid nodigt uit hieraan toe te voegen dat Einstein in diezelfde vrije tijd ook nog het natuurkundig werk heeft gedaan dat hem de Nobelprijs heeft bezorgd, en dat hij die prijs voor ander werk dan zijn relativiteitstheorie heeft gekregen.

Maar zo verging het niet de generatie na Einstein. De mensen die hen in de vorm van het natuurkundig establishment hadden kunnen blokkeren waren omgekomen in de loopgraven de Eerste Wereldoorlog. En dus bleven er weinig middelmatige natuurkundigen over om van Schrödinger over Heisenberg of de rest te verklaren dat ze juist geschikt waren als ambtenaar van de Zwitserse overheid.

Ik vind dat het verhaal klinkt als iets dat met geen mogelijkheid geverifiëerd kan worden. Maar het klinkt toch ook wel heel plausibel, nietwaar?

-------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/06/de-sociologie-van-het-denken.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/07/sociologie-van-het-denken-een-voorbeeld.html

Geen opmerkingen: