Een hele tijd geleden stond hier een post over ruimte en tijd (1). We hebben de neiging om die twee nogal mysterieuze entiteiten tot een gelijke categorie te rekenen: ze vormen een soort kader waarbinnen alle gebeurtenissen zich afspelen. Maar toch kan je bij die symmetrie problemen zien. Je kan namelijk wel ruimte meten zonder dat je expliciet op tijd moet beroep doen, maar je kan onmogelijk tijd meten zonder via ruimte te passeren. Zo heel symmetrisch waren die twee ineens niet meer.
Intussen zit ik een heel eindje verder in The Trouble with Physics, The Rise of String Theory, the Fall of a Science and What Comes Next, 2,006 van Lee Smolin, en het thema is nog steeds die crisis in de natuurkunde, en dus ook de vraag wat er aan te doen is. En daarbij stuiten we op het volgende idee. De assenstelsels die we hebben meegekregen van kanonnen als Descartes en Galileï, met tijd op de ene as en ruimte (alle metingen deden beroep op ruimte, remember?) op de andere hebben ons (vanzelfsprekend) duizelingwekkende vorderingen doen maken, maar tegelijk veroorzaken ze (mogelijk) momenteel het probleem!
Onze inzichten over tijd, verandering, nieuw-heid,... raken er als het ware mee bevroren, tijd wordt ermee gereduceerd tot niet meer dan een dimensie van ruimte, en daardoor, wie weet, heel erg miskend:
“We have to find a way to unfreeze time – to represent time without turning it into space. I have no idea how to do this. I can’t conceive of a mathematics that doesn’t represent a world as if it were frozen in eternity. It’s terribly hard to represent time, and that’s why there’s a good chance that this representation is the missing piece.”
Dat is bijna letterlijk hetzelfde! OK, het is zelfs nog veel meer. Smolin zegt niet alleen dat we tijd voorstellen als ruimte, maar hij is bekwaam en bedreven genoeg in het onderwerp om zich op een serieus niveau af te vragen welke problemen daarmee zijn. Het vertrekpunt is intussen toch maar hetzelfde. En zeggen dat ik vond dat het “weer zo’n woest idee op science fiction niveau” was! Nu ja, in die post had ik het ook al bij Brian Greene vermeld gezien, dus ik was toch al dapper genoeg geworden om er over te beginnen.
Maar goed. Smolin zegt meteen ook zelf dat hij met dat probleem niet vooruit raakt. Ik beweer vanzelfsprekend niet dat amateurfilosofen als ikzelf zouden kunnen wat een fysicus als Smolin niet kan. Maar amateurfilosofen kunnen zich wel tevreden voelen wanneer ze ontdekken dat de soort problemen die ze tenminste als merkwaardig ervaarden ook bij de natuurkundigen aan de spits van het onderzoek door het hoofd spoken.
--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/ruimte-en-tijd.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten