zaterdag 25 december 2010

Mijn Kerst Goede Daad!

Kleuter Sarah was roepend de deur binnengekomen van "papa, mama was vastgeraakt in de sneeuw en toen hebben drie mannen haar geholpen!" Mijn vrouw is erg goed in het vertellen van dat soort dingen. Ze heeft aan een half woord genoeg om een hele wereld op te roepen van behulpzame mannetjes die ijlings toeschieten om de vastgeraakte prinses te bevrijden; atmosfeer; gezichtsuitdrukkingen, enzovoort.

En dat zat allemaal nogal in mijn hoofd toen ik zelf een zwaar besneeuwde parking had geprobeerd, en opgelucht zonder problemen het sneeuwtapijt achter mij kon laten: tenslotte ben ik geen fraai exemplaar van het vrouwtje van de soort maar wel - maar ik bespaar u de pijnlijke details. Maar potverdekke! Wat zie ik als ik achteruit rijd en een eindje verder de parking afrijd? Een andere automobilist zit wel degelijk vast, en er is nog maar één andere hulpbieder opgedaagd. En dus ik stop en stap uit en vraag of ik kan helpen. Natuurlijk had ik daarbij niet gemerkt dat de oplossing erin bestond de andere wagen een eindje achteruit te laten rijden, draaien en dan rechtdoor weg: precies over de plaats waar ik mijn wagen had gezet. De interventies van Koen die met alle goede bedoelingen meer kwaad doen dan goed: niets nieuws onder de zon.

Maar even later staat mijn wagen niet meer in de weg, even later staan we met drie te duwen aan de vastgeraakte wagen, even later rijdt de bevrijde chauffeur dankbaar zwaaiend weg, en wij kijken elkaar nog eens glimlachend aan... En ik denk nog eens terug aan die lachende gezichten, die schouderophalende vanzelfsprekendheid waarmee je stopt en uitstapt en opgewekt even overlegt en aan de slag gaat.

Ik weet best dat dit maar een zeer bescheiden voorbeeld van hartverwarmende solidariteit was. Maar toch. Ieder van ons had daar zonder blikken of blozen gewoon kunnen verder rijden, en geen haan die er ooit om gekraaid zou hebben. Prijzen en gelukwensen zullen we er niet om behalen: en daar is ook helemaal geen reden voor. Maar als ik denk aan hoe onze soort vaak wordt voorgesteld als een collectie koude, harteloze individuen... In moeilijke omstandigheden is het vaak ieder voor zich. Maar in helemaal géén omstandigheden, of zelfs in lichte vrieskou en zonder enige kans op beloning is dat van die harteloze soort gewoon niet waar.

Geen opmerkingen: