Beeld je eens in dat je als Babyloniër of Assyriër 's nachts naar de sterrenhemel staat te kijken. Wat je te zien krijgt zijn al die sterren die allemaal samen rond jou heen draaien; precies zoals overdag de zon. En dus moet je geen genie zijn om te zien: de Aarde staat stil, en alles beweegt daar rond.
Met een paar kleine uitzonderingen, wel. Als ik het boek van Smolin dat ik aan het lezen ben (1) tenminste goed begrepen heb, beschrijven de planeten helemaal geen fraaie cirkel rond de Aarde, en ze beschrijven zelfs geen ruwe vorm, maar hun baan vormt niet eens een gesloten lus. Totale chaos, dus. Ze volgen banen waarin ze doorgaans vooruit gaan, maar soms ook weer achteruit, en dan toch weer naar voor, alles in de grootst mogelijke onregelmatigheid.
En de uitdaging is: verzin nu maar eens een wereldbeeld dat uitlegt hoe dat kan. Begin maar!
Beeld je ook even in dat je op een atletiekpiste aan het lopen bent op een binnenbaan. Dat is de Aarde. Een eindje voor je uit loopt iemand anders, een beetje sneller dan jij: en dat is Mars. Als je je snelheid niet vergelijkt met die van hem, maar wel met het tijdstip waarmee jullie over de eindstreep komen - een halve piste, en dus twee bochten verder - dan zal je merken dat hij in vergelijking met jou een aantal vreemde bewegingen lijkt te maken. Op een recht stuk loopt hij van je weg: hij is immers sneller. Maar wanneer jullie in de bocht komen lijkt hij zich ten opzichte van jou ineens weer naar achteren te bewegen. Pas als je weer op een recht stuk bent zal hij je weer inhalen.
Moraal van het verhaal: om een wereldbeeld te verzinnen waarin Mars die eigenaardige bewegingen maakt moet je beseffen dat de Aarde zelf ook beweegt; namelijk zich net zoals Mars in een baan rond de Zon (en dus dat Mars niet rond de Aarde cirkelt) bevindt. Je moet beseffen dat onze baan dichter bij de Zon zit dan Mars, en verder ook nog eens rekening houden met het feit dat de Aarde om haar eigen as wentelt. En toch beweegt ze, zeg dat wel.
Om vervolgens ook nog eens uit te rekenen dat dat allemaal door de zwaartekracht wordt bijeen gehouden heb je nog een hoop meer nodig. Newton, om het in één woord te zeggen; een heel nieuwe wiskunde, een inzicht dat toelaat berekeningen te maken voor één ster met daarrond één hemellichaam, alsof er daarnaast helemaal geen andere planeten waren. Het feit dat dat lukt is ook nog eens te wijten aan een soort toeval. Het "n-body problem" is de naam van het feit dat je wel uitstekend banen kan uitrekenen van één satelliet rond één ster, maar dat dat niet lukt zodra er meer dan twee lichamen in het spel zijn .Gelukkig zijn vanuit het standpunt van ons zonnestelsel alle andere planeten zo miniem, dat je het kan berekenen alsof er negen individuele planeten rond één zon cirkelen.
Het verhaal zit vol voorbeelden van hoe het allemaal werkt omdat je er in slaagt, door waarnemingen, door inzichten, door berekeningen, en door stom toeval, uit een veel groter geheel een bepaald deel te isoleren, en dat uit te drukken in de mathematische termen die zo goed werken in voorspelbaarheid, of technologie. Maar - steeds voor zover ik het boek van Smolin goed begrepen heb - dat werkt niet als je probeert er mee aan kosmologie te doen, eerder dan aan astronomie. Kosmologie probeert immers na te denken over het hele universum, en als je dat behandelt met technieken uit een wereld die leeft van het feit dat je juist stukken geïsoleerd hebt, dan krijg je heel vreemde effecten. Zoals de vraag "welk verschil zou het gemaakt hebben als het hele universum tien minuten later was ontstaan?", bijvoorbeeld.
Ik vind dat een deel van onze problemen uit de economie eenzelfde logica vertonen. Een "markt", bijvoorbeeld, dat is iets dat we zo vanzelfsprekend vinden dat we er niet meer bij stilstaan, wanneer we eens een transactie doen, zoals aardappelen kopen. Die ene ruil, mijn geld tegen jouw goederen, het ziet er allemaal zo simpel uit, en het is allemaal zo netjes optelbaar. Maar nog los van alle voorwaarden die nodig zijn omdat allemaal te laten werken is er het feit dat al die deelnemers er moeten zijn. In een economie waarin iedereen krom ligt om net niet van honger te sterven is een berg goudstukken precies even veel waard (namelijk niets) als wanneer je er in een vergeten kerker bovenop van honger ligt te sterven. Goud, of alles wat we "geld" noemen, lijkt waarde te hebben, omdat heel die economie daar "hidden in plain sight" zo onzichtbaar achter ligt. En als er eens plotseling iets misgaat op het niveau van die economie zelf, dan loopt iedereen met gezichten van opperste verwondering zich af te vragen: "waar is het geld naartoe?" (2).
Maar dat geld is heus nergens naartoe, hoor! Het zijn nog altijd diezelfde op zich volstrekt waardeloze stukjes papier of klompjes glimmend metaal. Ze leken alleen maar zo waardevol omdat je er die economie gewoon maar bij bedacht, zonder te checken of die er wel echt was.
Zo op het eerste zicht is dat ook waar je de "spaarparadox" moet zoeken. "Sparen", dat kan je doen door minder uit te geven. En dat maakt op zijn beurt dat je ofwel meer inkomen overhoudt, ofwel bestaande schulden afbouwt; of desnoods minder snel opbouwt. En dat is allemaal heel puik: het maakt dat je kan investeren, en dat genereert op zijn beurt extra inkomen, of minder kosten, je kent dat.
Maar dat werkt allemaal alleen maar als er op de achtergrond een economie draait die door jouw individuele beslissing te sparen niet beïnvloed wordt. Tegen die achtergrond die even onveranderlijk is als de vaste sterren voorbij de planeten mag je inderdaad sparen zoveel je wil, en met nog wat samengestelde interest (3) erbij eindig je misschien wel steenrijk! Terwijl als die economie nu eens niet zo onveranderlijk daar was? Zie je het voor je, dat in een economie met haar heel weinig deelnemers, jouw beslissing om geld niet uit te geven een grote impact heeft op het leven van de persoon die zijn goederen niet aan jou kan verkopen (en dus op zijn beurt niet kan... etc)? Of bij uitbreiding, dat de gezamenlijke beslissing van heel veel spelers, ook in een heel grote economie, om allemaal tegelijk te "sparen" een grote impact heeft op de totale vraag van die economie? Bijvoorbeeld tot het punt dat niemand nog wil investeren, en iedereen uit onzekerheid alleen maar nog meer wil sparen? Vicieuze cirkel... Geluid van een vallend zwaar lichaam... BOEM! Zomaar opeens is datzelfde sparen dat per Calvinistische filosofie zomaar het kapitalisme had uitgevonden nu integendeel de motor die het kamikazevliegtuig de grond inboort.
Veel mensen hebben het er enorm moeilijk mee om dat onder ogen te zien. Misschien moeten ze een voorbeeld nemen aan de kosmologie?
-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/05/drie-fasen-westerse-kosmologie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2009/01/ijslandse-kroon-waar-is-het-geld.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html
"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
woensdag 22 mei 2013
zaterdag 18 mei 2013
Furst: Dark Voyage
Net Alan Fursts Dark Voyage (2004) uitgelezen, het achtste boek uit zijn serie uit de marges van de Tweede Wereldoorlog. Een wereld waarin heel gewone mensen verzeild raken in kleine intriges, een beetje spionage, een beetje verzet, maar een groot deel van hun tijd doorbrengen met het leiden van hun leven, zo goed en zo kwaad als dat kan in die niet bepaald vriendelijke omgeving. Ik was er met een beetje schrik aan begonnen. "Het speelt zich grotendeels af op een schip" lees ik in de commentaren op Amazon, en wie interesseert zich nu voor een klein vrachtschip op de golven van WOII?
Bovendien vrees ik een beetje het patroon te zien waarvoor ik nogal, uimmm... vrees. Zijn eerste boek vond ik zo schitterend dat ik het maar als "beter dan Tolkien" in het lijstje "beste fiction die ik ooit gelezen heb" heb gezet. Veel mensen vinden zijn tweede boek nog beter, maar ongeduldige en oppervlakkige lezer als ik nu eenmaal ben ging het me nogal boven mijn pet. Ik kijk er nu al naar uit het nog een tweede keer te lezen: binnen een jaar of zo. Vanaf dan gaat het (vind ik) objectief nogal achteruit, met opflakkeringen, maar toch. En alles is relatief, natuurlijk, ik weet zeker dat ik het zevende boek, Blood of Victory, een zeer fatsoenlijk boek had gevonden, als ik het onderbewust niet de hele tijd zat te vergelijken met de echte meesterwerken.
Welnu, Dark Voyage is een serieuze "opflakkering". Recht naar het niveau van vier sterren op mijn schaal van kwotering (1)! Als Nederland door Duitsland bezet wordt raakt kapitein DeHaan diplomatiek dakloos op zijn schip in de wateren van Europa, en via een soort Nederlands verzet vanuit het buitenland komt hij in dienst van de Britse marine terecht. Nu is "sfeer"; de manier waarop Furst die met een paar zinnen creëert altijd zijn sterk punt geweest, dus Marokkaanse havensteden, ontmoetingen in Soeks en dan het leven aan boord van een vrachtschip...
Daarmee krijg je ook WWII op zijn kleinste schaal te zien. Die fractaalstructuur die hier bij de Slag om Stalingrad (2) al eens op een heel grote schaal te zien was, die krijg je hier op het laagste niveau terug. De totale machteloosheid wanneer ze alleen in de Middellandse Zee een patrouilleboot van Vichy Frankrijk op zich af zien komen, of dan weer door een Italiaanse duikboot worden ondervraagd. Maar kijk, er duikt van over de horizon een Brits watervliegtuig op, en als de twee roofdieren elkaar in het oog krijgen kiest de vijand maar snel eieren voor zijn geld. Een patrouilleboot versus een log vliegtuig; het heeft niet de allures van de Slag bij Midway of het Zesde Leger dat tegen de Volga beukt, maar de bemanning van DeHaan ervoer het als een even ademstokkend conflict, daar in hun vrachtbootje op de zee.
En verder is er die totale verlorenheid in de greep van machten die je ver te boven gaan. De Britse geheime diensten zijn heus niet meer bekommerd om het welzijn van de pionnen die ze over de kaart sturen dan de Russen die DeHaan later op de Baltische Zee inlijven - maar als dat konvooi in de chaos van Barbarossa aan spaanders wordt gehakt stranden ze tenminste op een Finse zandbank, zodat ze niet in de kerkers van Nazi-Duitsland of Goelag-Sovjetunie hoeven te eindigen. En verder is er nog de manier waarop ze zich van de attenties van een Duitse mijnenveger weten te ontdoen, waarin al die doodgewone mensen ver boven zichzelf moeten uitstijgen en helden tegen wil en dank worden, zoals altijd, eigenlijk, in die boeken van Alan Furst. En dat is precies waarom dat allemaal zoveel beter is dan de gadgets en listen van Bond, James Bond.
Vier sterren; ik neem er niet één van terug.
----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/03/kwotering.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2010/06/stalingrad-het-eerste-bombardement.html
Bovendien vrees ik een beetje het patroon te zien waarvoor ik nogal, uimmm... vrees. Zijn eerste boek vond ik zo schitterend dat ik het maar als "beter dan Tolkien" in het lijstje "beste fiction die ik ooit gelezen heb" heb gezet. Veel mensen vinden zijn tweede boek nog beter, maar ongeduldige en oppervlakkige lezer als ik nu eenmaal ben ging het me nogal boven mijn pet. Ik kijk er nu al naar uit het nog een tweede keer te lezen: binnen een jaar of zo. Vanaf dan gaat het (vind ik) objectief nogal achteruit, met opflakkeringen, maar toch. En alles is relatief, natuurlijk, ik weet zeker dat ik het zevende boek, Blood of Victory, een zeer fatsoenlijk boek had gevonden, als ik het onderbewust niet de hele tijd zat te vergelijken met de echte meesterwerken.
Welnu, Dark Voyage is een serieuze "opflakkering". Recht naar het niveau van vier sterren op mijn schaal van kwotering (1)! Als Nederland door Duitsland bezet wordt raakt kapitein DeHaan diplomatiek dakloos op zijn schip in de wateren van Europa, en via een soort Nederlands verzet vanuit het buitenland komt hij in dienst van de Britse marine terecht. Nu is "sfeer"; de manier waarop Furst die met een paar zinnen creëert altijd zijn sterk punt geweest, dus Marokkaanse havensteden, ontmoetingen in Soeks en dan het leven aan boord van een vrachtschip...
Daarmee krijg je ook WWII op zijn kleinste schaal te zien. Die fractaalstructuur die hier bij de Slag om Stalingrad (2) al eens op een heel grote schaal te zien was, die krijg je hier op het laagste niveau terug. De totale machteloosheid wanneer ze alleen in de Middellandse Zee een patrouilleboot van Vichy Frankrijk op zich af zien komen, of dan weer door een Italiaanse duikboot worden ondervraagd. Maar kijk, er duikt van over de horizon een Brits watervliegtuig op, en als de twee roofdieren elkaar in het oog krijgen kiest de vijand maar snel eieren voor zijn geld. Een patrouilleboot versus een log vliegtuig; het heeft niet de allures van de Slag bij Midway of het Zesde Leger dat tegen de Volga beukt, maar de bemanning van DeHaan ervoer het als een even ademstokkend conflict, daar in hun vrachtbootje op de zee.
En verder is er die totale verlorenheid in de greep van machten die je ver te boven gaan. De Britse geheime diensten zijn heus niet meer bekommerd om het welzijn van de pionnen die ze over de kaart sturen dan de Russen die DeHaan later op de Baltische Zee inlijven - maar als dat konvooi in de chaos van Barbarossa aan spaanders wordt gehakt stranden ze tenminste op een Finse zandbank, zodat ze niet in de kerkers van Nazi-Duitsland of Goelag-Sovjetunie hoeven te eindigen. En verder is er nog de manier waarop ze zich van de attenties van een Duitse mijnenveger weten te ontdoen, waarin al die doodgewone mensen ver boven zichzelf moeten uitstijgen en helden tegen wil en dank worden, zoals altijd, eigenlijk, in die boeken van Alan Furst. En dat is precies waarom dat allemaal zoveel beter is dan de gadgets en listen van Bond, James Bond.
Vier sterren; ik neem er niet één van terug.
----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/03/kwotering.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2010/06/stalingrad-het-eerste-bombardement.html
zaterdag 11 mei 2013
Drie fasen Westerse kosmologie
Lezend in hoofdstuk 2 van Time Reborn, het nieuwste boek van Lee Smolin, valt me weer eens op hoe gemakkelijk het blijkbaar voor onze geest is om historische processen te beschrijven in drie fasen. Probeer maar eens, je vindt vast op een wip allerlei voorbeelden uit de geschiedenis bij elkaar. "Romeinen - Middeleeuwen - Wij"; komt bekend over? Een prachtig voorbeeld, in feite, van hoe het gemak van de manier van uitdrukken het ruim haalt van de accuraatheid. En "Es - Ich - Ueber-ich"; nog zo'n beroemd voorbeeld. De Dialectiek van Hegel! Enzovoort.
Ach, waarom ook niet? Als dat de manier is waarop wij er tenminste iets van onthouden; is dat dan niet oneindig veel beter dan een veel correcter verhaal dat de Romeinen situeert als laatkomers in het spel van de beschavingen - en dat we vervolgens weer helemaal vergeten?
Dus. Bij Smolin gaat het over kosmologie. De eerste fase is de kosmologie voorafgaand aan de Wetenschappelijke Revolutie, zeg vanaf de zestiende eeuw. De wereld bestaat uit vier elementen, ook "essenties" genoemd. Dat zijn aarde, vuur, lucht en water, en alle beweging en geschiedenis is een kwestie van vermengingen en proporties van die vier. Er is (beetje verrassend voor mij) geen sprake van mathematische benadering van die wereld: het is de wereld van "panta rhei"; alles is in beweging, chaos, degeneratie, verval. Mathematische benadering doen ze wel voor de astronomie. De wereld van de sterren en planeten is de wereld van perfecte cirkels, met de planeten weliswaar als een bijzonder geval, maar mits een zeer complex model, cirkels op cirkels op cirkels redt Ptolemaos het wereldbeeld. Anders dan de processen op Aarde wordt de hemel geregeerd door de perfectie, het goddelijke. De theorie is nauwkeurig, de waarnemingen kloppen nauwkeurig, we zijn vertrokken voor duizenden jaren.
We kunnen ons moeilijk de diepte van die scheiding tussen beide werelden inbeelden, maar vermoedelijk herken je nog wel enkele sporen in ons taalgebruik. De grens tussen de perfecte wereld daarboven en onze wereld in verval was de baan van de maan; en vandaar de term "het ondermaanse" voor dit tranendal. Voorbij die grens bestond de wereld ook niet uit de vier elementen, maar wel uit een vijfde essentie - en als je denkt aan de Griekse wortel "quint" voor vijf vindt je de oorspronkelijke betekenis van "quintessens" terug.
De tweede fase komt neer op wat wij de Wetenschappelijke Revolutie noemen. Eén stap komt van Galileï: valbewegingen op Aarde vormen parabolen, dat wil zeggen, ze zijn wel degelijk mathematisch beschrijfbaar. En dus, tot grote verbazing van "de Ouden", brengt Galileï een stuk van het goddelijke binnen onze wereld die al die tijd alleen maar verval en decadentie had vertegenwoordigd. En er komt nog een andere stap van Galileï: als hij zijn telescoop op de hemel richt ziet hij helemaal geen perfect ronde hemellichamen, maar een maan die bezaaid is met bergen en kraters en manen die rond Jupiter cirkelen. Zo injecteert hij een stuk van dat materiële - je weet wel, wat eigenlijk "slecht" was - in de wereld van het hemelse, die dat nu eenmaal zowel in de letterlijke als in de figuurlijke zin was: hemels.
En er is Kepler: de banen van de planeten zijn helemaal geen perfecte en goddelijke cirkels, maar integendeel ellipsen. En natuurlijk zijn er de ideeën van Kopernikus, en Tycho Brahe die een supernova ziet verschijnen en weer verdwijnen in de goddelijke wereld die eigenlijk eeuwig en onveranderlijk was, of een komeet de eeuwig onveranderlijke wereld van het bovenmaanse ziet induiken. Zo introduceren we alweer ideeën die te maken hadden met onvolmaaktheid, werelds, in de sferen die te maken hadden met perfectie, hemels. Er hingen, zoals de lezer wel weet, ook nog brandstapels in de lucht.
De derde fase begint met Newton. Hij verenigt de ideeën over de parabolen van Galileï met de ideeën over elipsen van Kepler in één reeks bewegingswetten. Dezelfde valbeweging die we zien als we op de top van de toren in Pisa een broodje laten vallen is ook de beweging die de maan rond de Aarde maakt, en de Aarde rond de zon. Eén enkele wiskunde beschrijft "beide" werelden; of beter gezegd, er is niet langer zoiets als "beide". Er is nog maar één enkele wereld, en onze materiële wereld is even materiëel, èn mathematisch, als de wereld van het bovenmaanse dat is - waarmee dat concept zijn betekenis verliest. De wereld is dan ook niet langer het centrum van het heelal, maar gewoon één van de planeten die rond de zon cirkelen. Zoals de zon maar één van de sterren in de melkweg is, en de melkweg één van de melkwegen in een lokale groep, en die weer, enzovoort, zo nog een paar niveaus hoger, en vanaf dan weten we het gewoon nog niet.
Natuurlijk, de voorstelling van zaken is weer hopeloos oppervlakkig. Zou het echt zo'n goed idee zijn om 5600 van de 6000 jaar menselijke geschiedenis als één enkele fase te zien? Zouden we niet even goed alles tot het jaar 1900 als één fase kunnen uitdrukken, en de periode waarin een Planck en een Einstein fronsend naar de natuurkunde zitten te kijken als een tweede fase, en alles daarna als de derde? Ik denk dat het heel nuttig is om dat soort kritische bedenkingen in het achterhoofd te houden, dat zeker.
Maar als dat dan goed in dat achterhoofd zit - is die manier van vertellen met klassieke kosmologie als eerste fase, de periode van ruwweg 1600 - 1700 als tweede, en "vanaf Newton" als derde, niet een uitstekende manier om toch ook een belangrijk stuk geschiedenis te vertellen?
Oh ja, en ik denk dat Smolins nieuwste boek zich best als een heel aardig boek aandient.
Ach, waarom ook niet? Als dat de manier is waarop wij er tenminste iets van onthouden; is dat dan niet oneindig veel beter dan een veel correcter verhaal dat de Romeinen situeert als laatkomers in het spel van de beschavingen - en dat we vervolgens weer helemaal vergeten?
Dus. Bij Smolin gaat het over kosmologie. De eerste fase is de kosmologie voorafgaand aan de Wetenschappelijke Revolutie, zeg vanaf de zestiende eeuw. De wereld bestaat uit vier elementen, ook "essenties" genoemd. Dat zijn aarde, vuur, lucht en water, en alle beweging en geschiedenis is een kwestie van vermengingen en proporties van die vier. Er is (beetje verrassend voor mij) geen sprake van mathematische benadering van die wereld: het is de wereld van "panta rhei"; alles is in beweging, chaos, degeneratie, verval. Mathematische benadering doen ze wel voor de astronomie. De wereld van de sterren en planeten is de wereld van perfecte cirkels, met de planeten weliswaar als een bijzonder geval, maar mits een zeer complex model, cirkels op cirkels op cirkels redt Ptolemaos het wereldbeeld. Anders dan de processen op Aarde wordt de hemel geregeerd door de perfectie, het goddelijke. De theorie is nauwkeurig, de waarnemingen kloppen nauwkeurig, we zijn vertrokken voor duizenden jaren.
We kunnen ons moeilijk de diepte van die scheiding tussen beide werelden inbeelden, maar vermoedelijk herken je nog wel enkele sporen in ons taalgebruik. De grens tussen de perfecte wereld daarboven en onze wereld in verval was de baan van de maan; en vandaar de term "het ondermaanse" voor dit tranendal. Voorbij die grens bestond de wereld ook niet uit de vier elementen, maar wel uit een vijfde essentie - en als je denkt aan de Griekse wortel "quint" voor vijf vindt je de oorspronkelijke betekenis van "quintessens" terug.
De tweede fase komt neer op wat wij de Wetenschappelijke Revolutie noemen. Eén stap komt van Galileï: valbewegingen op Aarde vormen parabolen, dat wil zeggen, ze zijn wel degelijk mathematisch beschrijfbaar. En dus, tot grote verbazing van "de Ouden", brengt Galileï een stuk van het goddelijke binnen onze wereld die al die tijd alleen maar verval en decadentie had vertegenwoordigd. En er komt nog een andere stap van Galileï: als hij zijn telescoop op de hemel richt ziet hij helemaal geen perfect ronde hemellichamen, maar een maan die bezaaid is met bergen en kraters en manen die rond Jupiter cirkelen. Zo injecteert hij een stuk van dat materiële - je weet wel, wat eigenlijk "slecht" was - in de wereld van het hemelse, die dat nu eenmaal zowel in de letterlijke als in de figuurlijke zin was: hemels.
En er is Kepler: de banen van de planeten zijn helemaal geen perfecte en goddelijke cirkels, maar integendeel ellipsen. En natuurlijk zijn er de ideeën van Kopernikus, en Tycho Brahe die een supernova ziet verschijnen en weer verdwijnen in de goddelijke wereld die eigenlijk eeuwig en onveranderlijk was, of een komeet de eeuwig onveranderlijke wereld van het bovenmaanse ziet induiken. Zo introduceren we alweer ideeën die te maken hadden met onvolmaaktheid, werelds, in de sferen die te maken hadden met perfectie, hemels. Er hingen, zoals de lezer wel weet, ook nog brandstapels in de lucht.
De derde fase begint met Newton. Hij verenigt de ideeën over de parabolen van Galileï met de ideeën over elipsen van Kepler in één reeks bewegingswetten. Dezelfde valbeweging die we zien als we op de top van de toren in Pisa een broodje laten vallen is ook de beweging die de maan rond de Aarde maakt, en de Aarde rond de zon. Eén enkele wiskunde beschrijft "beide" werelden; of beter gezegd, er is niet langer zoiets als "beide". Er is nog maar één enkele wereld, en onze materiële wereld is even materiëel, èn mathematisch, als de wereld van het bovenmaanse dat is - waarmee dat concept zijn betekenis verliest. De wereld is dan ook niet langer het centrum van het heelal, maar gewoon één van de planeten die rond de zon cirkelen. Zoals de zon maar één van de sterren in de melkweg is, en de melkweg één van de melkwegen in een lokale groep, en die weer, enzovoort, zo nog een paar niveaus hoger, en vanaf dan weten we het gewoon nog niet.
Natuurlijk, de voorstelling van zaken is weer hopeloos oppervlakkig. Zou het echt zo'n goed idee zijn om 5600 van de 6000 jaar menselijke geschiedenis als één enkele fase te zien? Zouden we niet even goed alles tot het jaar 1900 als één fase kunnen uitdrukken, en de periode waarin een Planck en een Einstein fronsend naar de natuurkunde zitten te kijken als een tweede fase, en alles daarna als de derde? Ik denk dat het heel nuttig is om dat soort kritische bedenkingen in het achterhoofd te houden, dat zeker.
Maar als dat dan goed in dat achterhoofd zit - is die manier van vertellen met klassieke kosmologie als eerste fase, de periode van ruwweg 1600 - 1700 als tweede, en "vanaf Newton" als derde, niet een uitstekende manier om toch ook een belangrijk stuk geschiedenis te vertellen?
Oh ja, en ik denk dat Smolins nieuwste boek zich best als een heel aardig boek aandient.
maandag 6 mei 2013
Het was een moment van ontroering
Heel, heel af en toe zet ik wel eens een voet in een kerk. Dat is voor een stuk uit "filosofische overtuiging", maar dat is helemaal niet fanatiek. De laatste keer (1) in het bijzonder heb ik gevoeld hoe je met het ouder worden ook milder wordt. Toegefelijk glimlachend, misschien, maar toch minstens evenveel om mezelf dan voor al die anderen...
Meestal gaat het om begrafenissen. In één geval van intussen vele jaren geleden ging het om een gewaardeerd familielid, en ik vergeet niet die hartverscheurende ontroering die ik voelde bij het idee: dat we hier nu voor jou allemaal bij elkaar moeten zijn, wij die als grote familie haast nooit meer samenkomen. En zingen we nu werkelijk voor jou die "Heer herinner u de namen", en wandelen we nu werkelijk met een bloem in onze handen naar jouw kist die al naast jouw graf staat te wachten?
Iedereen goed in de stemming? Je voelt de nattigheid, binnen in je ogen? Wel, het bovenstaande was een oefening in contrast! Het was helemaal geen begrafenis, dit weekend, maar wel de Eerste Communie van scholier Sarah! En er werd niet van "dat zij kwamen langs de paden van de pijn" gezongen, maar van "de zon in ons hart, hela, hola, jaja!". Feestelijk, gewoon, die atmosfeer in de kerk, met overal bloemen en hartjes, en dan de ukken van zeven jaar die huppelend naar voren kwamen, en dan de liedjes zongen, temidden van de oude teksten van vroeger...
En daartussen, ons Saartje.
Maar wat perste die ontroering zich toch weer naar binnen in mijn ogen! Scholier Sarah zag er stra - lend uit in haar lentejurkje met vrolijk rood en blauw, en ze had een rolletje te spelen (ze hadden allemaal wel één of ander rolletje te spelen), maar wat een overeenkomsten, weeral, met die heel andere ontroering die wel bij groot verdriet past. Het "dat we hier nu voor jou allemaal samen zijn en naar liedjes zitten te luisteren", dat kreeg me precies even knijpend in zijn greep als bij die heel andere gelegenheden, en apetrots als ik me echt wel voelde heb ik links en rechts wel eens "discreet " een traan weggepinkt.
En iedereen deed alsof ze niets in de gaten hadden, natuurlijk.
Het deed me weer helemaal aan "Het meisje met zwavelstokjes denken", toen het allemaal van de verkoudheid kwam (2), of desnoods van het slenteren (3). Het voelde zo herkenbaar hetzelfde aan, maar het was toch helemaal het andere extreem.
Na de mis zette de hele familie zich in beweging naar het etablissement dat we voor de gelegenheid gingen proberen. En ook dat viel enorm mee! Na het aperitief in de zon was het wel te koud om buiten te eten, maar we kregen een schitterend buffet, een uitstekend glaasje wijn en een heel aangenaam kader, en de twee families van twee kanten zaten bij te praten zoals nooit eerder vertoond. De meeste neefjes en nichtjes zijn quasi leeftijdsgenoten van scholier Sarah, en de hele bende heeft zich uitstekend vermaakt in het bijhorend speeltuintje, het grasveld en het springkasteel.
Dat was dus allemaal heel erg fijn, maar dat was niet het punt. Het punt was alweer de papa die met tranen van ontroering het ook weer zo goed gelukte Communiekaartje bekijkt, waarop een stralend lachend dochtertje de wereld in kijkt... Zeven jaar geleden intussen, dat op een heel ander, maar niet minder feestelijk kaartje een engel van een baby met haar knuistjes naast haar hoofdje lag te slapen. En zeven jaar later staat er zo'n groot klein meisje naar de lens te lachen, dat je straks half in slaap op je arm naar haar bedje draagt, maar er daar op haar foto al zo groot en flink uitziet.
Papa was weer zooo trots op zijn dochter. En nu nog even mijn neus snuiten; het zal een mooie herinnering blijven.
----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/03/het-mooiste-mirakel.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2010/05/het-meisje-met-de-zwavelstokjes.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2011/07/over-zwavelstokjes-en-paardenmolens.html
Meestal gaat het om begrafenissen. In één geval van intussen vele jaren geleden ging het om een gewaardeerd familielid, en ik vergeet niet die hartverscheurende ontroering die ik voelde bij het idee: dat we hier nu voor jou allemaal bij elkaar moeten zijn, wij die als grote familie haast nooit meer samenkomen. En zingen we nu werkelijk voor jou die "Heer herinner u de namen", en wandelen we nu werkelijk met een bloem in onze handen naar jouw kist die al naast jouw graf staat te wachten?
Iedereen goed in de stemming? Je voelt de nattigheid, binnen in je ogen? Wel, het bovenstaande was een oefening in contrast! Het was helemaal geen begrafenis, dit weekend, maar wel de Eerste Communie van scholier Sarah! En er werd niet van "dat zij kwamen langs de paden van de pijn" gezongen, maar van "de zon in ons hart, hela, hola, jaja!". Feestelijk, gewoon, die atmosfeer in de kerk, met overal bloemen en hartjes, en dan de ukken van zeven jaar die huppelend naar voren kwamen, en dan de liedjes zongen, temidden van de oude teksten van vroeger...
En daartussen, ons Saartje.
Maar wat perste die ontroering zich toch weer naar binnen in mijn ogen! Scholier Sarah zag er stra - lend uit in haar lentejurkje met vrolijk rood en blauw, en ze had een rolletje te spelen (ze hadden allemaal wel één of ander rolletje te spelen), maar wat een overeenkomsten, weeral, met die heel andere ontroering die wel bij groot verdriet past. Het "dat we hier nu voor jou allemaal samen zijn en naar liedjes zitten te luisteren", dat kreeg me precies even knijpend in zijn greep als bij die heel andere gelegenheden, en apetrots als ik me echt wel voelde heb ik links en rechts wel eens "discreet " een traan weggepinkt.
En iedereen deed alsof ze niets in de gaten hadden, natuurlijk.
Het deed me weer helemaal aan "Het meisje met zwavelstokjes denken", toen het allemaal van de verkoudheid kwam (2), of desnoods van het slenteren (3). Het voelde zo herkenbaar hetzelfde aan, maar het was toch helemaal het andere extreem.
Na de mis zette de hele familie zich in beweging naar het etablissement dat we voor de gelegenheid gingen proberen. En ook dat viel enorm mee! Na het aperitief in de zon was het wel te koud om buiten te eten, maar we kregen een schitterend buffet, een uitstekend glaasje wijn en een heel aangenaam kader, en de twee families van twee kanten zaten bij te praten zoals nooit eerder vertoond. De meeste neefjes en nichtjes zijn quasi leeftijdsgenoten van scholier Sarah, en de hele bende heeft zich uitstekend vermaakt in het bijhorend speeltuintje, het grasveld en het springkasteel.
Dat was dus allemaal heel erg fijn, maar dat was niet het punt. Het punt was alweer de papa die met tranen van ontroering het ook weer zo goed gelukte Communiekaartje bekijkt, waarop een stralend lachend dochtertje de wereld in kijkt... Zeven jaar geleden intussen, dat op een heel ander, maar niet minder feestelijk kaartje een engel van een baby met haar knuistjes naast haar hoofdje lag te slapen. En zeven jaar later staat er zo'n groot klein meisje naar de lens te lachen, dat je straks half in slaap op je arm naar haar bedje draagt, maar er daar op haar foto al zo groot en flink uitziet.
Papa was weer zooo trots op zijn dochter. En nu nog even mijn neus snuiten; het zal een mooie herinnering blijven.
----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/03/het-mooiste-mirakel.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2010/05/het-meisje-met-de-zwavelstokjes.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2011/07/over-zwavelstokjes-en-paardenmolens.html
zondag 5 mei 2013
Goud, aandelen, en de theorie van de "Asset Inflatie"
Een kleine drie maand geleden, alweer, dat ik zat te mijmeren over de theorie van de "asset inflatie" (1). Het zal niet gemakkelijk zijn het beknopter te formuleren dan Geert Noels recent in een tweet heeft gedaan, dus laten we het maar op zijn manier proberen:

Een tweet moet per definitie zeer kort, dus om het iets vollediger uit te drukken:
Monetaire autoriteiten hebben in reactie op de crisis, en sinds verschillende jaren, veel geld bijgedrukt
Niemand ontkent het bouwsteen-inzicht "geld drukken => inflatie"
Er is echter na jàààààren sinds de eerste waarschuwing geen spoor van inflatie te zien
Ergo
Er is nog een ontbrekende factor
Die ontbrekende factor kan bijvoorbeeld zijn dat het genoemde bouwsteeninzicht fout is. Maar ik ken werkelijk geen enkele serieuze commentator die dat denkt. Het is eerder letterlijk iets dat nog ontbreekt, een andere bouwsteen zeg maar, die meer in het vberborgene ook aan het werk is. En dat is wat Geert Noels ons probeert te doen opsporen. De toegenomen hoeveelheid geld drijft niet de prijs van de (ruwweg) constant gebleven economische productie op, omdat die toegenomen hoeveelheid geld niet naar economische producten en diensten vloeit, maar wel naar allerlei beleggingen en financiële instrumenten.
Dat zou bijvoorbeeld verklaren waarom de economie het helemaal niet zo goed doet, terwijl de aandelenkoersen stijgen als raketten. Het zou ook verklaren waarom onze simpele (in de niet-pejoratieve zin) bouwsteen "geld drukken => inflatie" helemaal niet op lijkt te gaan. Het zou verklaren waarom er onder een bepaald economisch bewind (het bestaande economisch bewind) in markt-termen grote resultaten worden geboekt, maar niet in reële termen. Dus ik haast me er op te wijzen dat ik van Geert Noels al een hope rake inzichten heb opgedaan en een hoop rake formuleringen heb overgenomen, en dat zijn opmerking me een zeer overwegenswaardige opmerking lijkt. Bijvoorbeeld omdat het een aanzienlijk risico signaleert.
Maar onder het motto "everyting before the 'but' is bullshit" volgt nu mijn "maar".
Ja, maar...
Zoals ik al schreef in voetnoot (1) - het is nu eenmaal een sinds lang veelgehoorde theorie - dat zou allemaal veel indrukwekkender zijn als je dat in de eerste plaats kon aflezen aan de koers van het goud (2). Dat is trouwens wat de goudkevers luid van alle daken schreeuwden, ongeveer de hele crisis lang, tot een eind in 2011! Immers, de overheden waren geld aan het drukken en, de koers van het goud was aan het stijgen - nee, explodeerde als een atoombom, dus: QED.
Maar drie maanden geleden was dat (sinds een vijftiental maanden) niet meer waar. En hahaha, wat een debacle toen iemand opmerkte dat ik de aandelenkoersen in euro had vergeleken met goudkoersen in dollar: hààààhahahahaha!
Point.
Hmmmmmm. Wat zou er gebeuren als ik drie maand later goudkoersen in dollar zou vergelijken met aandelenkoersen in dollar? Zou het plaatje (a) hetzelfde gebleven zijn, (b) mijn verhaal versterken of (c) mijn verhaal juist onderuit halen?
Hieronder de koers van de Dow Jones van de laatste drie jaar, gevolgd door de goudkoers in dollar van de laatste drie jaar (Alles van de site www.tijd.be):


Het hoogtepunt van de goudprijs (voor die periode) was in september 2011. Dat is niet het echte dieptepunt van de Dow Jones voor die periode, maar toch één van de zwakste momenten ervan, gevolgd door een quasi ononderbroken hausse. Het goud heeft een in verhouding veel volatieler parcours gereden, maar vertoonde een onmiskenbare neergang.
Wat ik zie is dat ik voor mijn verhaal in dollar niet naar november 2011 hoef te grijpen, maar al met september kan beginnen. Verder zijn er intussen drie maanden bij gekomen waarin mijn verhaal klopt, en tenslotte zien beide grafieken er (deels omdat er tijd is verlopen, deels omdat ze nu allebei dollargrafieken zijn) er alleen maar meer overtuigend uit.
En dus denk ik dat ik het zeer moeilijk mag hebben met de theorie van "asset inflatie". Ik vraag me werkelijk af of we het verschijnsel van de stijgende aandelen niet mogen verklaren in termen van betere vooruitzichten, eerder dan van bijgedrukt geld: omdat dat laatste zich niet alleen helemaal niet in stijgende inflatie vertaalt, maar ook niet, nu al 20 maanden lang, in stijgende goudprijzen. Wel integendeel.
In dat geval moeten we de stijgende goudprijzen van enkele jaren geleden niet zoeken in verkeerd monetair beleid (zoals we toen wel konden denken), maar gewoon in termen van paniek. Dat is ook waar we de dalende aandelen van destijds mee kunnen verklaren, en het wegebben van die paniek is waarmee we de stijgende aandelen van de laatste maanden kunnen verklaren.
Oh ja, en voor de theorie dat alles wat de overheid doet slecht is, is dit ook geen goed nieuws, natuurlijk.
--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/02/goud-versus-aandelen.html
(2) Natuurlijk zou je de theorie ook graag kunnen aflezen aan de evolutie van de interestvoeten, die zouden moeten stijgen als raketten, maar die doen dat ook niet. Soit, mijn voorbeeld is hier het goud.
Een tweet moet per definitie zeer kort, dus om het iets vollediger uit te drukken:
Monetaire autoriteiten hebben in reactie op de crisis, en sinds verschillende jaren, veel geld bijgedrukt
Niemand ontkent het bouwsteen-inzicht "geld drukken => inflatie"
Er is echter na jàààààren sinds de eerste waarschuwing geen spoor van inflatie te zien
Ergo
Er is nog een ontbrekende factor
Die ontbrekende factor kan bijvoorbeeld zijn dat het genoemde bouwsteeninzicht fout is. Maar ik ken werkelijk geen enkele serieuze commentator die dat denkt. Het is eerder letterlijk iets dat nog ontbreekt, een andere bouwsteen zeg maar, die meer in het vberborgene ook aan het werk is. En dat is wat Geert Noels ons probeert te doen opsporen. De toegenomen hoeveelheid geld drijft niet de prijs van de (ruwweg) constant gebleven economische productie op, omdat die toegenomen hoeveelheid geld niet naar economische producten en diensten vloeit, maar wel naar allerlei beleggingen en financiële instrumenten.
Dat zou bijvoorbeeld verklaren waarom de economie het helemaal niet zo goed doet, terwijl de aandelenkoersen stijgen als raketten. Het zou ook verklaren waarom onze simpele (in de niet-pejoratieve zin) bouwsteen "geld drukken => inflatie" helemaal niet op lijkt te gaan. Het zou verklaren waarom er onder een bepaald economisch bewind (het bestaande economisch bewind) in markt-termen grote resultaten worden geboekt, maar niet in reële termen. Dus ik haast me er op te wijzen dat ik van Geert Noels al een hope rake inzichten heb opgedaan en een hoop rake formuleringen heb overgenomen, en dat zijn opmerking me een zeer overwegenswaardige opmerking lijkt. Bijvoorbeeld omdat het een aanzienlijk risico signaleert.
Maar onder het motto "everyting before the 'but' is bullshit" volgt nu mijn "maar".
Ja, maar...
Zoals ik al schreef in voetnoot (1) - het is nu eenmaal een sinds lang veelgehoorde theorie - dat zou allemaal veel indrukwekkender zijn als je dat in de eerste plaats kon aflezen aan de koers van het goud (2). Dat is trouwens wat de goudkevers luid van alle daken schreeuwden, ongeveer de hele crisis lang, tot een eind in 2011! Immers, de overheden waren geld aan het drukken en, de koers van het goud was aan het stijgen - nee, explodeerde als een atoombom, dus: QED.
Maar drie maanden geleden was dat (sinds een vijftiental maanden) niet meer waar. En hahaha, wat een debacle toen iemand opmerkte dat ik de aandelenkoersen in euro had vergeleken met goudkoersen in dollar: hààààhahahahaha!
Point.
Hmmmmmm. Wat zou er gebeuren als ik drie maand later goudkoersen in dollar zou vergelijken met aandelenkoersen in dollar? Zou het plaatje (a) hetzelfde gebleven zijn, (b) mijn verhaal versterken of (c) mijn verhaal juist onderuit halen?
Hieronder de koers van de Dow Jones van de laatste drie jaar, gevolgd door de goudkoers in dollar van de laatste drie jaar (Alles van de site www.tijd.be):
Het hoogtepunt van de goudprijs (voor die periode) was in september 2011. Dat is niet het echte dieptepunt van de Dow Jones voor die periode, maar toch één van de zwakste momenten ervan, gevolgd door een quasi ononderbroken hausse. Het goud heeft een in verhouding veel volatieler parcours gereden, maar vertoonde een onmiskenbare neergang.
Wat ik zie is dat ik voor mijn verhaal in dollar niet naar november 2011 hoef te grijpen, maar al met september kan beginnen. Verder zijn er intussen drie maanden bij gekomen waarin mijn verhaal klopt, en tenslotte zien beide grafieken er (deels omdat er tijd is verlopen, deels omdat ze nu allebei dollargrafieken zijn) er alleen maar meer overtuigend uit.
En dus denk ik dat ik het zeer moeilijk mag hebben met de theorie van "asset inflatie". Ik vraag me werkelijk af of we het verschijnsel van de stijgende aandelen niet mogen verklaren in termen van betere vooruitzichten, eerder dan van bijgedrukt geld: omdat dat laatste zich niet alleen helemaal niet in stijgende inflatie vertaalt, maar ook niet, nu al 20 maanden lang, in stijgende goudprijzen. Wel integendeel.
In dat geval moeten we de stijgende goudprijzen van enkele jaren geleden niet zoeken in verkeerd monetair beleid (zoals we toen wel konden denken), maar gewoon in termen van paniek. Dat is ook waar we de dalende aandelen van destijds mee kunnen verklaren, en het wegebben van die paniek is waarmee we de stijgende aandelen van de laatste maanden kunnen verklaren.
Oh ja, en voor de theorie dat alles wat de overheid doet slecht is, is dit ook geen goed nieuws, natuurlijk.
--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/02/goud-versus-aandelen.html
(2) Natuurlijk zou je de theorie ook graag kunnen aflezen aan de evolutie van de interestvoeten, die zouden moeten stijgen als raketten, maar die doen dat ook niet. Soit, mijn voorbeeld is hier het goud.
Abonneren op:
Reacties (Atom)