maandag 5 juli 2010

Mamaev Kurgan

"De 295ste Infanterie Divisie bewoog zich richting Mamaev Kurgan" zegt de tekst, die pakweg uit een boek over de veldslagen van Napoleon had kunnen komen. De Mamaev Kurgan is een heuvel van ruim 100 meter hoog, een prachtig stadspark van groene hellingen en brede uitzichten. Ook staat er een monument: een standbeeld van (naargelang de bron) 80 tot 150 meter hoog; het hoogste standbeeld van de wereld. Ga voor de kathedraal in Antwerpen staan en doe er in gedachten nog eens 25 meter bij. Je zal zeggen: het komt wel wat megalomaan over? Ja, inderdaad, het komt wel wat megalomaan over.

Maar toch. Als je op een bepaalde plaats bij wijze van monument een standbeeld van misschien wel 150 meter (!) hoog aantreft, dan voel je op je sokken dat er wel iets gebeurd zal zijn. En dat is het minste wat je ervan kan zeggen. De heuvel kijkt uit over een grote stad, èn over en voorbij een brede rivier. Om precies te zijn is de plaats het stadspark van Volgograd; jawel, het eermalige Stalingrad. In feite kan je op dit punt beter helemaal kortsluiten. Ongeveer zo:

1. Er bestaat een heuvel die uitkijkt over de stad Stalingrad plus het land voorbij de Volga.
2. [September 1,942: "Superlatieven Schieten Tekort" (1)]
3. vandaag staat er een monument van 150 meter hoog.

Wat kunnen we er ons ongeveer bij voorstellen? De hoogten van de Mamaev Kurgan moeten zowat het meest strategisch objectief van heel Stalingrad geweest zijn. Hoogtes zijn altijd gegeerde militaire doelwitten, maar in dit geval was er veel meer aan de hand. De hele slag om Stalingrad draaide om het vermogen van het Rode Leger om de geleidelijk meer geïsoleerde haarden van verzet in de stad van over de Volga te bevoorraden. Als de Wehrmacht de Mamaev Kurgan bezit, dan kunnen ze niet alleen de brede stroom met hun artillerie bestrijken, maar een enorm stuk van het achterland, vanwaar tenslotte nog altijd al die versterkingen moeten komen. Voeg daaraan toe al die andere strategische plaatsen in de stad die je in het vizier krijgt, en je begrijpt... Het zal er af en toe een tikje... uimmmm... onoverzichtelijk geweest zijn...

Tenminste is de chronologie bekend. De eerste dagen van september vecht de Wehrmacht zich dus van de rand van de stad tot aan de rand van het centrum, en dat is waarvan ik schreef dat er in WOII wel meer "verbeten straatgevechten zullen geweest zijn" (2). Dan is al duidelijk wat de betekenis was van dat Russisch visitekaartje, toen jonge meisjes zich letterlijk dood vochten achter de kanonnen van de buitenste verdedigingsgordel rond Stalingrad (3). Gedaan met de vorderingen uitgedrukt in kilometer, zoals een Duitse auteur die er bij was schreef: vanaf de rand van de stad gaat het om vorderingen in meter. Maar desondanks vechten ze zich straat per straat, blok per blok en huis per huis tot bij de binnenstad. Tot aan de rand van de Mamaev Kurgan, bijvoorbeeld. Mogelijk het meest strategisch doelwit van heel Stalingrad. En op 13 september staat de 295ste Infanterie klaar om de heuvel te bestormen.

En ook de Duitsers hadden omtrent hun plannen een visitekaartje afgegeven. Eerst dus nog maar eens een beschieting zoals de Duitsers dat konden! Mortieren, houwitzers (weetikveel), en natuurlijk: Stuka's, heel, heel veel Stuka's. De liefelijke hellingen van de Mamaev Kurgan veranderen in, in... nee, niet in een maanlandschap. "Superlatieven Schieten Tekort". Ze veranderen in iets in vergelijking waarmee een maanlandschap een verbetering zou zijn. De lucht verandert in een bruine nevel van het opstijgend stof en verkruimeld puin en de grond trilt en bonkt als een constante, ononderbroken aardbeving.

Er waren maanden werk nodig, na de slag, om in eerste instantie van de Mamaev Kurgan dat "maanlandschap" te maken. Het was heus niet dat de grasvelden pokdalig werden van de kraters. Het was zo dat er letterlijk geen grasspriet meer stond. Het was zo dat het na de slag maanden heeft geduurd voor er weer een grasspriet wilde groeien. Het was zo dat na de slag om de Mamaev Kurgan niet "het hele terrein was bedekt met kogels en granaatscherven": omdat dit de plaats was waar de dikte van het kogels- en scherventapijt werd gemeten: in centimeters (4).

Op 14 september staat de 295ste Infanterie op de toppen van de heuvel, na een gevecht waarbij, je weet het al, "voor elke centimeter grond is gevochten". Alleen - en hoewel we natuurlijk nooit echt weten "wat er zou gebeurd zijn indien" - als dat zo blijft, dan is de Slag om Stalingrad dan en daar voorbij. Dat weten de Russen natuurlijk ook. Dezelfde dag nog recruteert Chuikov, de commanderende generaal van het Rode Leger in Stalingrad, de NKVD troepen. Die kennen we vooral van het feit dat zij achter hun eigen linies stonden opgesteld en alle deserteurs of zelfs terugtrekkers onder vuur namen. Deze keer mag een bataljon het eens rechtstreeks met de Duitsers proberen: zolang er nog weerstand is tussen de heuveltoppen kunnen die niet rustig hun artillerie richten.

Dan beginnen er versterkingen van over de Volga binnen te druppelen, en een deel gaat ook de Mamaev Kurgan op. Vroeg in de ochtend van de zestiende september bestormen ze de top, waar op dat moment al geen grasspriet meer stond. Even later heroveren ze de toppen; de man die de vlag van de 295ste neerhaalt staat in de Russische geschiedenisboeken ingeschreven. De volgende dagen hield het Rode Leger de top tegen herhaalde tegenaanvallen van de Infanteriedivisie, waar geleidelijk minder en minder van overbleef. Pas op 27 september, als ik dat goed zie, slagen de Duitsers er in, na een enorm luchtbombardement, opnieuw de toppen in te nemen. En wéér weten de Russen nog enkele reserves samen te schrapen, en wéér weten ze, op 28 september, de Duitsers te verdrijven. Alleen blijft de top deze keer als een niemandsland achter - en voorlopig is de traffiek over de Volga "gered".

En al die tijd, dagen, weken lang, ligt de heuvel onder de hevigste artilleriebeschietingen en luchtaanvallen. De ontploffingen slingeren de zwartgeblakerde grond met aardbevingen tegelijk de lucht in, om weer neer te regenen in kraters binnen kraters binnen kraters. Brokstukken van lijken en wrakken, voor de honderdste keer kapotgeschoten, vermengen zich met de neervallende aarde en het opstijgend stof, en het geluid van de onophoudelijke explosies, bombardementen en kogelhagels is zo sterk dat het leek, zoals een overlevende het beschreven heeft, alsof een priem door je beide oren naar binnen werd gestoken en rechtstreeks je brein penetreert. Daaronder en -tussen besluipen en bevechten de twee legers elkaar met een verbetenheid die de wereldgeschiedenis maar zelden zal gezien hebben. Zeer, zeer weinig mensen die er bij waren hebben er ooit iets van kunnen navertellen. En dat alles, laten we het niet vergeten, was in al zijn belangrijkheid nog altijd maar een klein onderdeel van heel dat kolossale gevecht: de Slag om Stalingrad.

En vandaag staat er een monument dat, althans volgens sommige bronnen, 150 meter hoog is. Misschien komt het op sommigen wel wat megalomaan over, ja. Maar toch...

-----------------------------------
Update: lezer Ger verwijst naar een artikel van hem dat ingaat op de hoogte van het standbeeld, en "het hoogste standbeeld van de wereld" verandert in "het elfde grootste standbeeld van de wereld":

http://speervanger.web-log.nl/mijn_weblog/2010/05/kolossus-ontwaa.html

Maar het blijft monumentaal, natuurlijk. En de gebeurtenissen waaruit het is voortgekomen... Dat verhaal wordt nog vervolgd.

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/06/stalingrad-het-eerste-bombardement.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/06/straatgevechten-voor-elke-millimeter.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/06/stalingrad-het-eerste-artillerieduel.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/06/aan-de-oevers-van-de-volga-lag-een.html

zondag 4 juli 2010

De filosofische problemen van een kleuter ("tot stof en as")

Kleuter Sarah en mama liggen samen uitgestrekt op bed een siësta te doen. Kleuter Thomas slaapt en baby Simon ook. Papa doet de afwas: Dat is normaal. Ook eerder betrokken vaders (zoals, bijvoorbeeld: ikzelf) kunnen moeilijk om het feit heen dat mama's toch altijd nog veel meer doen in het huishouden dan papa's. We zijn dan ook maar domme mannetjes...

Hoe dan ook, ineens komt mama naar beneden. "Je zal een beetje moeten helpen" zegt ze een tikje bedremmeld, "het is grooote crisis". Kleuter Sarah is nat van tranen. Ik neem haar op schoot en probeer zo troostend mogelijk te weten wat er gebeurd was. "We waren aan het praten over sterven, en toen werd ik verdrietiger en verdrietiger, en ineens was ik aan het hui - ui - ui - len" klinkt het troosteloos.

Ja, dat sterven... Ze is er vaak mee bezig. Meestal slaag ik er goed in daar een eerder zorgeloze toon bij aan te houden. Iets van "dat hoort ook allemaal bij het leven" en "zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn en zoals het is, is zoals het moet zijn", dat soort dingen. En voor de onvermijdelijke ontroering bij dat soort gesprekken heb ik de regel dat je niet van dood zijn zelf moet bang zijn (je weet wel: dat is niet erger dan hoe het was voor je geboren was), maar dat de achterblijvers daar altijd erg verdrietig van worden. De filosofisch geschoolde lezer zal niet paf staan van ontzag, maar als hij of zij denkt het met een kleuter van vier jaar beter te kunnen mag hij of zij het altijd eens komen uitleggen.

Het blijkt dat kleuter Sarah zomaar uit het niets (en ik kan getuigen dat dat een geloofwaardige mogelijkheid is) had verklaard "als ik jou moet wisselen voor een andere mama wil ik jou toch eerst een grote knuffel geven, hoor". Och arme, dat kind, wat heeft die zich weer voor scenario in haar hoofdje gehaald? Ik heb zelf al tranen in mijn keel, klets je er op die manier maar eens uit. Gelukkig heb ik ondanks mijn tekortschieten op huishoudelijk, emotioneel, empathisch en psychologisch vlak van den Schepper toch één (toegegeven: kleine) troefkaart meegekregen. Als er filosofische problemen zijn kan papa toch "een beetje helpen".

Dus kleuter Sarah raakt gekalmeerd. Mama is niet oud, mama is niet ziek, ongeveer het laatste; letterlijk allerlaatste, dat mama wil is kleuter Sarah bij een andere mama inleveren, ergo, etc. Anderzijds is het niet slecht af en toe eens na te denken over het feit dat er in het leven verdrietige dingen zijn (dat is hoe verdrietige muziek wordt gemaakt, en kleuter Sarah heeft al ontdekt dat verdrietige muziek vaak ook de mooiste muziek is), maar dat er toch ook wel heel veel blije dingen zijn, en dus moeten we niet overdrijven.

Het lukt allemaal behoorlijk goed. Kleuter Sarah slaapt intussen. Maar ik moet zeggen, het raakt je toch wel allemaal... Ik zie baby Simon met glinsterende oogjes van verwachting op me toekruipen, en als hij bij mijn voeten is steekt hij zijn armpjes in de lucht - en baby Simon heeft geluk, hij heeft een papa die hem nog oppakt ook.

En hoeveel kindjes zijn er niet die hun mama en papa hebben moeten afgeven, en die tot in dit soort heel kleine details veel minder geluk hebben...?

vrijdag 2 juli 2010

De wereld kleurt oranje (Hup Holland!)

Soms kan een mens zich geweldig verbazen over zichzelf. Ik zit in de auto, ik heb nog geen minuut, nog geen seconde van het wereldkampioenschap voetbal gezien, en ineens valt me in dat de wedstrijd Nederland - Brazilië bezig is. En ik voel, ik die niet in staat ben ook maar één speler op te noemen die aan het toernooi deelneemt, mijn hand naar de knop van de radio gaan en ik vind een post waar de wedstrijd wordt becommentariëerd.

Meteen valt me op dat ik wil weten: hoe zouden "ze" het doen? En "ze", dat zijn de Nederlanders. Vaak merk je dat Belgen juist helemaal niet hopen dat Nederland wint (en als België meedoet wil ik dat natuurlijk ook niet), maar in dit soort omstandigheden gaat het vanzelf: van mij mag Nederland wereldkampioen worden. Het zal wel een soort jaloezie zijn die maakt dat sommige Belgen dat anders zien, of een niet altijd onterechte irritatie over supporters die rondlopen alsof ze elke dag de wereldbeker winnen: maar wat doet dat er toe? Het gaat tenslotte om de spelers. En het lijkt er op dat ze er weer eens wat van kennen, die Nederlandse ploeg.

"Het spel is in evenwicht" is het eerste wat ik verneem over de stand, even later gevolgd door "één - één" en ik vind dat al niet slecht. Het blijft natuurlijk Brazilië, daar aan de andere kant. En dan ineens, de hevige opwinding en de roepende commentator van "hij knalt hem er in" of zoiets en terwijl mijn redelijke ik vol verbazing naar mezelf kijkt neemt een ander stuk over en laat een enthousiast "hoh"! los. Mensen mensen, wie zou het gedacht hebben...?

Nu, zoals ik in een passerend krantenartikel zag: het zou nu heel typisch voor de Ollanders zijn om eerst tegen Brazilië te winnen, en er vervolgens tegen Ghana uit te gaan, omdat ze nu eenmaal zo graag doen alsof ze al gewonnen hebben, in plaats van zich bezig te houden met het echte winnen. Maar toch... Van mij mogen ze het halen tegen Ghana, en daarna de volgende ook. Maar ik moet wel zeggen, ik heb nu al mijn mooiste oranje ingezet. Hup Holland!

donderdag 1 juli 2010

Veel vragen...

Geert Noels heeft op zijn blog een post gezet die een goed voorbeeld is van iets waarmee ik al vaak een probleem heb gesignaleerd:

http://www.econoshock.be/2010/why-markets-are-a-bad-indicator/

Let wel, ik ben al vaker tot de conclusie gekomen dat vrije markten een "slechte indicator" kunnen zijn. Maar in dit geval zegt Geert achter elkaar (a) de markten zijn volgens Krugman niet erg bezorgd om inflatie, zoals je kan zien aan het feit dat lange termijn rentes erg laag staan, maar (b) dat komt voor een groot deel omdat de markten "gemanipuleerd" zijn. En dus, denk ik te begrijpen, zijn de markten géén goede indicator voor de inflatievrees, en dus is er alsnog wèl dringend nood aan monetaire orthodoxie.

Terwijl de andere kant van dit debat, met Paul Krugman op kop, nu juist denkt dat de overheden meer moeten doen, en desnoods ten koste van oplopende tekorten, om te vermijden dat de zwaar geteisterde economie helemaal de dieperik inknalt.

Dus ik heb er een nogal kritische commentaar geschreven. Zoals iemand me "in real life" vertelde doe ik blijkbaar nogal "submissief" naar het blog van Geert Noels toe (uim, wel, hij heeft 100 keer meer lezers dan ik èn het lijkt me heel serieus), dus je ziet, het kan anders. En de kritische vraag die ik daar, zoals eerder hier, stel is ongeveer als volgt.

Als we een gegeven economie op gang moeten houden door de schulden van, zeg, 100 naar 200 te laten stijgen, dan kan iedereen (ik echt ook, hoor!) zien dat dat niet echt comfortabel is.

Maar als we door het constant houden van een gegeven schuldniveau zouden meemaken dat de onderliggende economie in productie (en dus terugbetalings-) kracht halveert, dan ziet de orthodoxie daar blijkbaar geen graten in.

Zelfs niet als we in het passeren op het punt kunnen komen waar de VS regering zich afvraagt "hoe ze haar bevolking zou kunnen voeden" (1). Daar moeten we ons klaarblijkelijk allemaal niet teveel van aantrekken, want als de overheid toch tussen komt zouden er wel eens erge dingen kunnen gebeuren!

Kijk, ikzelf ben natuurlijk niet in een positie om een doordachte keuze tussen beide modellen te maken. Maar ik zie toch een grote assymetrie in de kracht waarmee beiden dit soort problemen te lijf gaan. Ik wil gerust geloven dat er meer kan dan "de markten zijn gemanipuleerd" en "anders zal er iets heel ergs gebeuren" - maar dat zou ik stilaan dan echt ook wel eens willen zien.

-----------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/07/remember-een-inktzwart-scenario.html