zondag 5 maart 2006

And the winner is...

Twee van de vorige posts (“De Schepen Van De Ming” en “Een theorie van de geschiedenis”) contrasteerden twee sterk verschillende opvattingen over wat “de geschiedenis leert” over het onderwerp staatsinterventie.

Zoals het eerste verhaal het vertelt was de ineenstorting van China als de nummer één macht in de wereld het gevolg van overheidsinterventie. Als de overheid te veel macht heeft, en als de vele individuen die wel eens een goed idee hebben niet de kans krijgen om die ideeën ook uit te werken, dan haalt een gegeven cultuur het niet tegen een andere die dat beter doet.

Maar het tweede verhaal neemt precies het omgekeerde perspectief in. De Chinezen lieten de scheepvaart over aan de markt, net zoals de Amerikanen dat in de negentiende eeuw deden, en met precies hetzelfde effect. De markt stuurde de “resources” naar de plaats waar ze het meest effect hadden, en in beide gevallen was dat de ontwikkeling van dat gigantisch binnenland waar beide voorbeelden over beschikten. De staat speelt in deze vertelling helemaal niet de hoofdrol uit de eerste versie.

En zoals de theorie al voorspelt leverde de markteconomie inderdaad de indrukwekkende economische prestaties op, die wij allemaal van de Amerikaanse economie in de negentiende en twintigste eeuw kennen.

En als dat niet was hoe het eindigde in China in de vijftiende eeuw, dan lag dat aan het optreden van een externe factor. Die externe factor was het verschijnen van de Portugezen. De VS in 1,900 hadden dan (per analogie) gewoon geluk dat er geen enkele andere beschaving in een positie was om een beetje te komen huishouden in de Golf van Mexico.

Maar de Portugezen dankten hun expansie bij uitstek aan overheidsinitiatief en -inmenging. Immers, van de technische en de mathematische opleiding tot de opstelling van de nautische kaarten en de praktische organizatie van de zeemanskunst; het was allemaal een kwestie van organizatie door koningen en prinsen.

In dit soort debatten is mijn opinie van evenveel belang als mijn opinie over de relativiteitstheorie. Maar aangezien dit alles hier gewoon voor de lol verschijnt; hier komt toch die opinie. Ik blijf toch maar aanleunen bij de eerste interpretatie. Als je ziet hoe de private Chinese traders China verlaten en een ware Zuid-Aziatische diaspora op gang brengen, als gevolg van een “marktbeslissing”, en “wegens de dure prijzen van het hout”, juist op het moment dat de Keizer, met zijn macht over leven en dood, de oceaanvaart verbiedt, dan vraag je je toch af hoe je dat laatste aspect zo kan minimalizeren.

Een tweede reden is dat de externe factor, dus de Portugezen die ineens aan de kust stonden, in dit tweede verhaal wel bijzonder zwaar doorweegt. Beide economieën zijn dus druk bezig hun neus in hun eigen vrije markt te steken, en beide zijn dus heel goed bezig, alleen, die dekselse Portugezen sluiten in China de boel kort.

In 1,550, of zoiets? Als het nu nog 1,850 was geweest, tot daar, maar 1,550? Zouden we het feit dat de nummer één economische en politiek macht van de wereld zijn voorsprong uit handen geeft niet beter toeschrijven aan interne beslissingen, centraal genomen en afdwingbaar over het hele grondgebied; eerder dan aan het arriveren van een paar scheepjes, aan de rand van het rijk, en aan het einde van een zéér lange “supply line”? Die in 1,550 een impact van dat kaliber hebben, tot helemaal de andere kant van China?

Het zijn maar twee intuitieve redenen om mijn opinie te vormen. Een opinie die zegt dat de relatieve neergang van China in het laatste millennium meer dan marginaal veroorzaakt is door zeer zwakke overheidsbeslissingen, in combinatie met het feit dat die overheid over een heel grote oppervlakte heerste. Desondanks ook trekt het tweede verhaal niet alleen de aandacht weg van de factor “overheid”, maar vestigt het ook onze aandacht op heel andere factoren, zoals marktbeslissingen die tot soortgelijke resultaten kunnen leiden, of “toeval” als die soortgelijke resultaten in de VS van de negentiende eeuw niet vervolgens leiden tot een vreemde vloot die er zomaar binnenwandelt. Dus als illustratie hoe we moeten oppassen met uitspraken van de vorm “de geschiedenis leert dat... “ gevolgd door uitgerekend ons vooroordeel, vind ik dat het contrast tussen beide manieren om hetzelfde verhaal te vertellen kan tellen.

Geen opmerkingen: