De kindjes van het tweede leerjaar zijn uitgenodigd om iets voor de klas te komen vertellen. Het moet niet, maar het mag. Het mag een serieus onderwerp zijn, waarvoor ze iets voorbereiden, dat ze zelfs op papier mogen zetten, en "de juf heeft gezegd dat het echt niet erg is als daar eens een foutje in staat".
Dat is een uitdaging die scholier Sarah met beide handen aangrijpt. Behalve allemaal dikke, saai uitziende boeken over filosofie, economie en geschiedenis, is mijn werktafel nu ook bevolkt door twee kleurige boekjes, respectievelijk geheten "Je lichaam binnenstebuiten" en "Meer weten over je lichaam". Scholier Sarah studeert wanneer ze aan een spreekbeurt werkt! Uit de naslagwerken selecteert ze het onderwerp van de vijf zintuigen: schreef ook Goethe al niet dat in de beperking het kenmerk van de meester schuilt? En nog is het niet gedaan. Scholier Sarah ziet haar papa geregeld bezig, en dus zit ze even later (met het puntje van haar tong tussen haar tandjes) achter een Word document.
Ze werkt met titels, ze werkt met nummers, het wordt stilaan al een heel essay. Ze klikt geregeld op de "save" knop, en nu ze dat na enkele regels toch vergeten was en op één of andere manier de computer heeft uitgekregen zonder die laatste regels, nu weet ze ook hoe belangrijk dat "saven" kan zijn. Maar zelfs rekening houdend met kleine tegenslagen heeft ze nu toch al 700 woorden, netjes verdeeld in titels, met daarin tekst die ze pas neerschreef nadat ze haar boekjes had geraadpleegd, en die vervolgens had dichtgeklapt, zodat ze het zeker in haar eigen woorden zou doen.
Allemaal quasi spontaan, allemaal met een minimum aan richtlijnen, gewoon, scholier Sarah, ijverig typend achter de computer. Het staat nog vol fouten, de spatiëring deugt van geen kanten, de grammatica laat wel eens onduidelijkheden en regelrechte vergissingen zien, maar toch... Ik sta er eerlijk gezegd letterlijk met open mond op te kijken. Ze werkt er nog even aan voor het tijd is om te gaan slapen, en de volgende dag zet ze de computer aan en vindt haar document terug ("dat had mama uitgelegd, maar ik heb toch wel even moeten zoeken!") om er verder aan te werken na het ontbijt. Ze probeert al eens een kleine zinswending uit; ze veroorlooft zich al eens een aarzelende poging tot een grapje, het is allemaal wel heel serieus bedoeld, maar je voelt wel dat ze heel goed weet: de beste manier om het te brengen is het uiteindelijk ook speels te houden.
Zeven jaar oud. Helemaal haar vader.
"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
Posts tonen met het label scholier Sarah en kleuter Thomas en peuter Simon. Alle posts tonen
Posts tonen met het label scholier Sarah en kleuter Thomas en peuter Simon. Alle posts tonen
dinsdag 19 februari 2013
zondag 22 april 2012
Peuter Simon is niet langer een peuter!
Nog definitiever dan bij vorige gelegenheden valt de dag als een verdict. Vandaag wordt peuter Simon drie jaar. Tot nu toe vroegen we geregeld "is Simon babietje?" en dat antwoordde peuter Simon zo schattig "neeeee, Simon is peute'tje!". Maar vandaag is dat allemaal geschiedenis. Peuter Simon zei vandaag zelf "Simon is kleute'tje, eh?" en daarmee is het lot bezegeld. Bij deze is "peuter Simon" veranderd in "kleuter Simon", en we zullen dat rap gewoon zijn.
Maar vandaag doet het me toch iets.
Scholier Sarah kwam deze morgen (het voelde aan als 04.30 uur, maar we mogen niet klagen, het was ruim na 06.00 uur) de kamer binnengestormd, op de voet gevolgd door kleuter Thomas, roepend van "Simon is wakker, Simon is wakker, (recursie, punt)." Inderdaad kwam het feestvarken breed grijnzend de kamer binnen gehuppeld en het "lang zal hij leven" steeg op uit alle kelen. Hierna volgde op ons gelukkig brede bed een enorme knuffel- en kietelpartij met vijf deelnemers, om Homeros' "ontelbare golven van gelach" het nakijken te geven. Daarbij vroeg de kersverse kleuter Simon niet veel meer dan honderd keer "cadeautje?", want zoveel had hij er ook wel al van begrepen.
Dus begaf de hele familie zich ter chocolademelk tafel, waar kleuter Simon zich een welgemeend "waaaaaaw" liet ontvallen, toen hij de feestelijke ballonnen en vlaggen zag waarmee de eethoek was opgefleurd. Toen peuterde kleuter Thomas een grote, ingepakte kartonnen doos van onder tafel tevoorschijn, en kleuter Simon stortte zich onder het slaken van kreten zoals "cadeautje!" en "mij, eh!" en "nie ope maken, eh!" op het pak. Er kwamen allemaal feestelijke kleinere pakjes uit, een doos stiftjes, een boekje en drie autootjes uit de Bob De Bouwer serie... En even later zat kleuter Simon achter zijn beker chocomelk de nieuwe aanwinsten over de tafel heen en weer te schuiven, terwijl hij het "kunnen wij het maken" voortdurend (en luidkeels) liet volgen volgen door "nou en of!".
De lezer die geen kinderen heeft en bij de vorige zin met zijn ogen zat te knipperen is bij deze breed glimlachend geëxcuseerd.
Natuurlijk staan er voor de rest van de dag balletjes op het programma, en chocoladetaart en het bezoek van de nichtjes met neefje Lukas ("Lukas is grote vriend") en bijhorende mama en papa, en nog meer "lang zal hij leven's" en héél veel gespeel met de autootjes - waar hij nu al druk mee bezig is.
En morgen begeeft hij zich met een grote cake naar school, waar hij op de troon zal mogen zitten en nog meer dan anders in het centrum van de belangstelling zal staan - vraag me niet waarom, maar als je met peuter Simon op het schoolplein verschijnt hoor je vanuit alle richtingen, tot de hoogste klassen van het lager onderwijs roepen van "Dag Simon" en "Simon! Simon!" enzovoort. Daar zal het dus niet aan ontbreken, morgen...
En zo is ons laatste peutertje er vandoor, maar hebben we in ruil een flinke, opgewekte, actieve en breed lachende kleuter in de plaats gekregen. En mama en papa sluiten het hoofdstuk van de peutertjes af en wensen hun jongste kleuter, een tikje weemoedig maar toch zo trots als een pauw, een daverende derde verjaardag en een rijke carrière als kleuter toe.
Ik vraag me ook wel af of we met die duizend foto's wel genoeg hebben, maar we zullen het er mee moeten doen.
Maar vandaag doet het me toch iets.
Scholier Sarah kwam deze morgen (het voelde aan als 04.30 uur, maar we mogen niet klagen, het was ruim na 06.00 uur) de kamer binnengestormd, op de voet gevolgd door kleuter Thomas, roepend van "Simon is wakker, Simon is wakker, (recursie, punt)." Inderdaad kwam het feestvarken breed grijnzend de kamer binnen gehuppeld en het "lang zal hij leven" steeg op uit alle kelen. Hierna volgde op ons gelukkig brede bed een enorme knuffel- en kietelpartij met vijf deelnemers, om Homeros' "ontelbare golven van gelach" het nakijken te geven. Daarbij vroeg de kersverse kleuter Simon niet veel meer dan honderd keer "cadeautje?", want zoveel had hij er ook wel al van begrepen.
Dus begaf de hele familie zich ter chocolademelk tafel, waar kleuter Simon zich een welgemeend "waaaaaaw" liet ontvallen, toen hij de feestelijke ballonnen en vlaggen zag waarmee de eethoek was opgefleurd. Toen peuterde kleuter Thomas een grote, ingepakte kartonnen doos van onder tafel tevoorschijn, en kleuter Simon stortte zich onder het slaken van kreten zoals "cadeautje!" en "mij, eh!" en "nie ope maken, eh!" op het pak. Er kwamen allemaal feestelijke kleinere pakjes uit, een doos stiftjes, een boekje en drie autootjes uit de Bob De Bouwer serie... En even later zat kleuter Simon achter zijn beker chocomelk de nieuwe aanwinsten over de tafel heen en weer te schuiven, terwijl hij het "kunnen wij het maken" voortdurend (en luidkeels) liet volgen volgen door "nou en of!".
De lezer die geen kinderen heeft en bij de vorige zin met zijn ogen zat te knipperen is bij deze breed glimlachend geëxcuseerd.
Natuurlijk staan er voor de rest van de dag balletjes op het programma, en chocoladetaart en het bezoek van de nichtjes met neefje Lukas ("Lukas is grote vriend") en bijhorende mama en papa, en nog meer "lang zal hij leven's" en héél veel gespeel met de autootjes - waar hij nu al druk mee bezig is.
En morgen begeeft hij zich met een grote cake naar school, waar hij op de troon zal mogen zitten en nog meer dan anders in het centrum van de belangstelling zal staan - vraag me niet waarom, maar als je met peuter Simon op het schoolplein verschijnt hoor je vanuit alle richtingen, tot de hoogste klassen van het lager onderwijs roepen van "Dag Simon" en "Simon! Simon!" enzovoort. Daar zal het dus niet aan ontbreken, morgen...
En zo is ons laatste peutertje er vandoor, maar hebben we in ruil een flinke, opgewekte, actieve en breed lachende kleuter in de plaats gekregen. En mama en papa sluiten het hoofdstuk van de peutertjes af en wensen hun jongste kleuter, een tikje weemoedig maar toch zo trots als een pauw, een daverende derde verjaardag en een rijke carrière als kleuter toe.
Ik vraag me ook wel af of we met die duizend foto's wel genoeg hebben, maar we zullen het er mee moeten doen.
vrijdag 13 april 2012
Een vakantie met duizend stukjes
Het zal paradoxaal klinken, maar door het zeer matige vakantieweer is het me niet gelukt in het "serieus" boek te lezen dat ik had meegenomen. Niet heel erg: het was Against Method van Paul Feyerabend, en in feite heb ik het al een paar keer gelezen. Maar het is één van die boeken die je best een paar keer leest om toch een beetje te doorgronden waarover hij het heeft - en dat is dus niet gelukt: Zeer matig vakantieweer.
Normaal zou je het omgekeerde verwachten. Maar vakantie (in het bijzonder als het) "aan zee" (is) gaat als volgt. Ochtend op het zonnige maar rustige strand, waar ruisende zeeën en spelende kindjes (ze zijn toch ook niet meer super klein) precies de soort rust geven om heel veel in serieuze boeken te lezen. Vanaf de namiddag is het Machtig Brein al een beetje vermoeid, en dan is het tijd voor het "speels" boek. Dat is veel beter gelukt: peuter Simon doet nog lange middagslaapjes, en hoewel af en toe de zon goed doorbrak was papa toch vrijwilliger om thuis te blijven: boekje lezen.
Deze keer was het Reamde van Neal Stephenson, de auteur van Cryptonomicon (en Anathem, en vele andere). Ik vind het tot nu toe heel erg goed; vele honderden en honderden bladzijden gelezen, en tot nu toe vind ik het zowat de Cryptonomicon klasse: ongeveer het hoogst mogelijk compliment. Kortom, het was geen straf om namiddagen en avonden met zicht op zee een boek te moeten vasthouden; misschien schrijf ik er nog wel iets over.
Intussen was het ook daarnaast best nog een redelijke vakantie. Het was vooral koud, maar zolang het niet teveel regent is de kust best te doen. Een strandwandeling door het gemiezer en fris uitgewaaid een etablissementje op de dijk in en pannenkoeken en wafels, met boter en suiker en ijsjes, en dan de ingrediënten voor het avondeten, inclusief een flesje wijn, of gewoon de dagschotel in het restaurant van het hotel twintig meter verder: meer moet dat niet zijn.
En de go-carts op de dijk! Scholier Sarah en kleuter Thomas kozen elk een soort paardenracewagen, met trappertjes aan een wagentje achter een paardenkop, en ze voelden zich als Romeinse wagenmenners in het Circus Maximus. Het was rustig op de dijk ("zeer matig vakantieweer") en ze reden de ene wedstrijd na de andere, en kleuter Thomas deed dat zo goed dat hij geregeld zijn grote zus voorbijstak - misschien had hij gewoon een wagentje dat vlotter reed, maar toch. In ieder geval, loeiende pret aan beide kanten, en niet veel meer dan twintig aanrijdingen. Het mooist was echter peuter Simon. Die had een wagentje in de vorm van "Bliksem" uit de beroemde "Cars" serie, en op een leeftijd waarop de toenmalige peuter Sarah nog geen driewieler kon trappen raasde hij over het plein als een toekomstige Formule Eén rijder. Met gemak stak hij een hoop kleuters voorbij terwijl hij in het passeren vol triomf "Bliksem McQueen, eh! Bliksem McQueen, eh!" brulde. Met dat peuterstemmetje, natuurlijk.
Zoals vanzelf spreekt hebben we ook een stichtelijke dag in Plopsaland DePanne doorgebracht.
En dan waren er zeker ook nog de zonnige perioden, waarbij je een wandeling naar de volgende badplaats (pannenkoeken, wafels...) maakt en met de tram terugkeert, of waarbij je wel degelijk een volle dag op het strand zit (boekjes, zandkastelen...) of de bewolkte dagen waarop je met je handen op je rug langs de Luidbruisende Zee loopt en denkt aan oude mythen en moderne wetenschap. De spelletjes van peuters, kleuters, en schoolkindjes, en de verhaaltjes, en de puzzels.
Ja, de puzzels. We hebben een puzzel van duizend stukjes gekocht: dui - zend. Scholier, kleuter en papa hebben eerst alle stukjes omgedraaid. Het was een pretparkmotief, waarbij allerlei Disneyfiguren op allerlei attracties zaten te wuiven naar de puzzelaar. Begon een gepluk en geschuif van jewelste, waarbij de vorderingen, om eerlijk te zijn, eerst minimaal waren. Tot papa enkele lange stukken kant isoleerde en aan mekaar reeg, terwijl scholier Sarah een hoop wit en roos uit een voorgrondmotief van een eerste structuur voorzag. Het zijn geweldige puzzelaars, die ukken van ons, maar in hun eentje zou het niet gelukt zijn. Desondanks peuterde scholier Sarah verschillende eilandjes in mekaar, die werkelijk, met de nodige moeite, geleidelijk groter werden. Met papa als goed voorbeeld - al snel enkele eilandjes van twintig en meer stukjes, en een kader dat er al snel heel overzichtelijk ging uitzien - zette het klein grut zich ijveriger dan ooit aan het werk. Peuter in bed, mama mee aan de slag, de familie zag het werkstuk groeien onder haar handen.
In het begin ging het kleuter Thomas boven zijn pet, maar ook hij is een geweldige puzzelaar: alleen is hij nog maar vier jaar. Eénmaal je de structuur van het ding kon gaan zien - zeg na een vierhonderd stukjes of zo - bleek hij heel goed te weten hoe de puzzel ineen zat. Je zag hem het ene stukje na het andere beetpakken; onmiddellijk ging dat hoofdje naar de juiste kant van de puzzel, en even later lag het ding waar het moest zijn: kleuter Thomas glunderde dat het licht gaf. In ruim meer dan de helft ging het werkelijk zo; hij moet werkelijk oog hebben voor het detail van die kleine stukjes, èn voor het groot overzicht van het geheel. Ik weet zeker dat hij een pak meer dan 100 stukjes aan het totaal heeft bijgebracht, en ik verzeker je, dat maakt een verschil.
Het was een daverend succes. Het schijnt dat we een echte plensnamiddag hebben gehad, de vorige week daar aan zee. Niks van gemerkt. Op één dag was de puzzel af.
Normaal zou je het omgekeerde verwachten. Maar vakantie (in het bijzonder als het) "aan zee" (is) gaat als volgt. Ochtend op het zonnige maar rustige strand, waar ruisende zeeën en spelende kindjes (ze zijn toch ook niet meer super klein) precies de soort rust geven om heel veel in serieuze boeken te lezen. Vanaf de namiddag is het Machtig Brein al een beetje vermoeid, en dan is het tijd voor het "speels" boek. Dat is veel beter gelukt: peuter Simon doet nog lange middagslaapjes, en hoewel af en toe de zon goed doorbrak was papa toch vrijwilliger om thuis te blijven: boekje lezen.
Deze keer was het Reamde van Neal Stephenson, de auteur van Cryptonomicon (en Anathem, en vele andere). Ik vind het tot nu toe heel erg goed; vele honderden en honderden bladzijden gelezen, en tot nu toe vind ik het zowat de Cryptonomicon klasse: ongeveer het hoogst mogelijk compliment. Kortom, het was geen straf om namiddagen en avonden met zicht op zee een boek te moeten vasthouden; misschien schrijf ik er nog wel iets over.
Intussen was het ook daarnaast best nog een redelijke vakantie. Het was vooral koud, maar zolang het niet teveel regent is de kust best te doen. Een strandwandeling door het gemiezer en fris uitgewaaid een etablissementje op de dijk in en pannenkoeken en wafels, met boter en suiker en ijsjes, en dan de ingrediënten voor het avondeten, inclusief een flesje wijn, of gewoon de dagschotel in het restaurant van het hotel twintig meter verder: meer moet dat niet zijn.
En de go-carts op de dijk! Scholier Sarah en kleuter Thomas kozen elk een soort paardenracewagen, met trappertjes aan een wagentje achter een paardenkop, en ze voelden zich als Romeinse wagenmenners in het Circus Maximus. Het was rustig op de dijk ("zeer matig vakantieweer") en ze reden de ene wedstrijd na de andere, en kleuter Thomas deed dat zo goed dat hij geregeld zijn grote zus voorbijstak - misschien had hij gewoon een wagentje dat vlotter reed, maar toch. In ieder geval, loeiende pret aan beide kanten, en niet veel meer dan twintig aanrijdingen. Het mooist was echter peuter Simon. Die had een wagentje in de vorm van "Bliksem" uit de beroemde "Cars" serie, en op een leeftijd waarop de toenmalige peuter Sarah nog geen driewieler kon trappen raasde hij over het plein als een toekomstige Formule Eén rijder. Met gemak stak hij een hoop kleuters voorbij terwijl hij in het passeren vol triomf "Bliksem McQueen, eh! Bliksem McQueen, eh!" brulde. Met dat peuterstemmetje, natuurlijk.
Zoals vanzelf spreekt hebben we ook een stichtelijke dag in Plopsaland DePanne doorgebracht.
En dan waren er zeker ook nog de zonnige perioden, waarbij je een wandeling naar de volgende badplaats (pannenkoeken, wafels...) maakt en met de tram terugkeert, of waarbij je wel degelijk een volle dag op het strand zit (boekjes, zandkastelen...) of de bewolkte dagen waarop je met je handen op je rug langs de Luidbruisende Zee loopt en denkt aan oude mythen en moderne wetenschap. De spelletjes van peuters, kleuters, en schoolkindjes, en de verhaaltjes, en de puzzels.
Ja, de puzzels. We hebben een puzzel van duizend stukjes gekocht: dui - zend. Scholier, kleuter en papa hebben eerst alle stukjes omgedraaid. Het was een pretparkmotief, waarbij allerlei Disneyfiguren op allerlei attracties zaten te wuiven naar de puzzelaar. Begon een gepluk en geschuif van jewelste, waarbij de vorderingen, om eerlijk te zijn, eerst minimaal waren. Tot papa enkele lange stukken kant isoleerde en aan mekaar reeg, terwijl scholier Sarah een hoop wit en roos uit een voorgrondmotief van een eerste structuur voorzag. Het zijn geweldige puzzelaars, die ukken van ons, maar in hun eentje zou het niet gelukt zijn. Desondanks peuterde scholier Sarah verschillende eilandjes in mekaar, die werkelijk, met de nodige moeite, geleidelijk groter werden. Met papa als goed voorbeeld - al snel enkele eilandjes van twintig en meer stukjes, en een kader dat er al snel heel overzichtelijk ging uitzien - zette het klein grut zich ijveriger dan ooit aan het werk. Peuter in bed, mama mee aan de slag, de familie zag het werkstuk groeien onder haar handen.
In het begin ging het kleuter Thomas boven zijn pet, maar ook hij is een geweldige puzzelaar: alleen is hij nog maar vier jaar. Eénmaal je de structuur van het ding kon gaan zien - zeg na een vierhonderd stukjes of zo - bleek hij heel goed te weten hoe de puzzel ineen zat. Je zag hem het ene stukje na het andere beetpakken; onmiddellijk ging dat hoofdje naar de juiste kant van de puzzel, en even later lag het ding waar het moest zijn: kleuter Thomas glunderde dat het licht gaf. In ruim meer dan de helft ging het werkelijk zo; hij moet werkelijk oog hebben voor het detail van die kleine stukjes, èn voor het groot overzicht van het geheel. Ik weet zeker dat hij een pak meer dan 100 stukjes aan het totaal heeft bijgebracht, en ik verzeker je, dat maakt een verschil.
Het was een daverend succes. Het schijnt dat we een echte plensnamiddag hebben gehad, de vorige week daar aan zee. Niks van gemerkt. Op één dag was de puzzel af.
vrijdag 30 maart 2012
"Venus... Aarde... Mars... Jupiter..."
Het is me bij vorige jaargangen al opgevallen: dat eerste prachtig lenteweer is niet bevorderlijk voor de bloggerij. Ook heel slecht is wanneer ik me nogal veel met de filosofie bezig houd. Dat heeft enkele jaren quasi stil gelegen, maar sinds de kindjes alweer een beetje groter zijn...
Er moeten acht hoofdstukken komen, en daarvan staan er al vier helemaal op papier, en het vijfde begint stilaan vorm te krijgen. Ook weet ik nu ongeveer wat er in elk van de laatste drie moet komen. Voor veel daarvan heb ik al een hoop materiaal. En dat allemaal maakt dat het allemaal wat meer serieus is, de laatste tijd, en wat minder speels. Misschien heb je er wel wolkjes stoom van zien passeren, hier, tijdens de laatste maanden: complexe wetenschappen, veel geschiedenis, dat soort dingen.
Maar wat ik ondanks de blogobstakels wil registreren is de soort anekdotes waarvan ik me meer en meer ga realiseren: met een beetje geluk gedragen ze zich de komende jaren zoals de vergeelde foto's van onze kindertijd zich nu in onze ogen gedragen...
Het gaat er om dat ik voorzichtig door de donkere gang sluip, kwestie van de slapende schattebollen niet wakker te maken, wanneer ik ineens het stemmetje van scholier Sarah hoor: "Venus... Aarde... Mars... Jupiter..." (gevolg door een heel droevig zuchtend uitgesproken) "... en dan weet ik het niet meer".
?????
Voorzichtig maak ik de deur open, anders dan anders niet van plan te zeggen dat het stil moet zijn, maar verbaasd: "zoek jij de namen van de planeten?"
Waarop kleuter Thomas roept: "ja, en welke is nu de verste?"
("Wacht even Thomasje...")
"Zeg, Saartje, en welke kende je wel nog?"
"Mercurius... Venus... Aarde... Mars... Jupiter..."
"... en dan weet je het niet meer?"
(heel droevig zuchtend uitgesproken) "neeh".
Waar halen ze het toch? Dat waren dus de eerste vijf planeten, in de juiste volgorde gerekend vanaf de zon, maar dan weet ze het niet meer. Papa heeft de resterende planeten opgesomd (ook in de juiste volgorde, natuurlijk, hé, je begrijpt...), en de rest van de avond hebben we ze niet meer gehoord. Nadat ik kleuter Thomas had verteld dat Pluto de verste was, weliswaar.
UPDATE. Net nog even opnieuw gecheckt. Ze was intussen Mercurius vergeten, en Jupiter ook, maar voegde Saturnus toe. Dan moest papa Uranus en Neptunus helpen, maar Pluto kende ze dan weer wel nog.
"Maar daarvan weet de mens niet zeker of die wel echt bestaat" voegde ze er nog aan toe.
OK, er valt nog héél veel te leren, maar 't is toch al lang niet slecht.
Er moeten acht hoofdstukken komen, en daarvan staan er al vier helemaal op papier, en het vijfde begint stilaan vorm te krijgen. Ook weet ik nu ongeveer wat er in elk van de laatste drie moet komen. Voor veel daarvan heb ik al een hoop materiaal. En dat allemaal maakt dat het allemaal wat meer serieus is, de laatste tijd, en wat minder speels. Misschien heb je er wel wolkjes stoom van zien passeren, hier, tijdens de laatste maanden: complexe wetenschappen, veel geschiedenis, dat soort dingen.
Maar wat ik ondanks de blogobstakels wil registreren is de soort anekdotes waarvan ik me meer en meer ga realiseren: met een beetje geluk gedragen ze zich de komende jaren zoals de vergeelde foto's van onze kindertijd zich nu in onze ogen gedragen...
Het gaat er om dat ik voorzichtig door de donkere gang sluip, kwestie van de slapende schattebollen niet wakker te maken, wanneer ik ineens het stemmetje van scholier Sarah hoor: "Venus... Aarde... Mars... Jupiter..." (gevolg door een heel droevig zuchtend uitgesproken) "... en dan weet ik het niet meer".
?????
Voorzichtig maak ik de deur open, anders dan anders niet van plan te zeggen dat het stil moet zijn, maar verbaasd: "zoek jij de namen van de planeten?"
Waarop kleuter Thomas roept: "ja, en welke is nu de verste?"
("Wacht even Thomasje...")
"Zeg, Saartje, en welke kende je wel nog?"
"Mercurius... Venus... Aarde... Mars... Jupiter..."
"... en dan weet je het niet meer?"
(heel droevig zuchtend uitgesproken) "neeh".
Waar halen ze het toch? Dat waren dus de eerste vijf planeten, in de juiste volgorde gerekend vanaf de zon, maar dan weet ze het niet meer. Papa heeft de resterende planeten opgesomd (ook in de juiste volgorde, natuurlijk, hé, je begrijpt...), en de rest van de avond hebben we ze niet meer gehoord. Nadat ik kleuter Thomas had verteld dat Pluto de verste was, weliswaar.
UPDATE. Net nog even opnieuw gecheckt. Ze was intussen Mercurius vergeten, en Jupiter ook, maar voegde Saturnus toe. Dan moest papa Uranus en Neptunus helpen, maar Pluto kende ze dan weer wel nog.
"Maar daarvan weet de mens niet zeker of die wel echt bestaat" voegde ze er nog aan toe.
OK, er valt nog héél veel te leren, maar 't is toch al lang niet slecht.
woensdag 7 maart 2012
Beelden... beelden...
"Papa" zegt scholier Sarah in het halfdonker en met slaperige oogjes, zoals ze altijd pas uit haar bedje komt, "kan de komeet ook 's nachts vallen?"
Ik had het toch gezegd, een paar dagen geleden (1), dat je zo'n kindje één en ander kan vertellen en dat je soms verbaasd staat over wat er dan allemaal in dat hoofdje gebeurt. Wel, we hadden het over de geschiedenis van het leven, en dus waren de dinosaurussen gepasseerd: maar waar zijn die dan nu? ("Papa, wat betekent dat, uitgestorven?".) En dus... (enz. enz...) en de volgende dag wordt ze wakker, springt in mijn armen en vraagt of zo'n komeet ook 's nachts zou kunnen vallen.
En dus dat beeld van papa die met zijn dochter van zes jaar op de arm zit (mens, dat is al een zwaar pak, en zeggen dat het nog maar pas zo'n klein babietje was), en uitlegt dat er tegenwoordig helemaal geen kometen meer vallen... Mijn vrouw vertelde dat ze ook nog had gevraagd of mensen dan op een dag ook zouden uitgestorven zijn. Maar dat was een vraag die bewaard werd "voor als papa terug was", en toen dat zover was toch weer even vergeten bleek.
En een beeld dat me helemaal heeft ingepakt kwam tot stand toen ik verbaasd afging op het lawaai van een nogal constant zwaar getik. En daar, midden in de woonkamer, temidden van de blokjes, overal verspreid in het rond, zit kleutertje Thomas. Zijn kin naar boven, een brede glimlach op zijn gezichtje, de beentjes gestrekt in een hoek van 45 graden... En het getik is afkomstig van de twee blokjes die hij vast heeft, één in elk handje, en die hij gedurig tegen elkaar tikt, op het ritme van een versje dat hij zit op te zeggen. Dat beeld van de kleuter lachend van zijn ene oor tot aan zijn andere terwijl hij met zijn armpjes de blokjes tegen elkaar zwaait - dat staat in die fractie van een seconde in mijn geheugen gegrift, zo scherp als was het een foto.
Ik hoop dat ik het nog heel lang zal kunnen onthouden.
En dan is er de scène waarbij ik me 's morgens sta te scheren. Ineens voel ik een prikkend vingertje, ergens ter hoogte van mijn rug. Het is kleuter Thomas! Ik richt mijn scheerapparaat op hem en doe dreigend van Bzzzzzzz! en kleuter Thomas holt gillend van de pret weg. Dat heeft peuter Simon gehoord! Peuter Simon heeft het altijd gehoord als er ergens te spelen valt. Van toen hij baby was sperde hij zijn mondje wijd open als hij ergens veel schik in had, en met dat wijd opengesperd mondje komt hij nu ook aangelopen, de oogjes glinsterend van verwachting. Peuter Simon doet ook prik in het been van papa. Peuter Simon krijgt ook het zoemend scheerapparaat in zijn richting gezwaaid. De twee broertjes sluiten ter plekke een bondgenootschap en nu begint een drukke belegering van papa in de badkamer. Ze stuiven uiteen en komen weer terug en ze zijn nog te klein om simpele tactieken als "de omsingeling" te gebruiken of papa uit zijn evenwicht te kunnen duwen.
Maar dat beeld van die twee kleine jongetjes die telkens weer op je af komen en zich dan weer omdraaien om joelend weg te stuiven als je doet alsof je achter hen aanzit...
Twee, vier en zes jaar zijn ze. Het gaat zo vlug voorbij...
-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/03/maar-hoe-zijn-de-dieren-ontstaan.html
Ik had het toch gezegd, een paar dagen geleden (1), dat je zo'n kindje één en ander kan vertellen en dat je soms verbaasd staat over wat er dan allemaal in dat hoofdje gebeurt. Wel, we hadden het over de geschiedenis van het leven, en dus waren de dinosaurussen gepasseerd: maar waar zijn die dan nu? ("Papa, wat betekent dat, uitgestorven?".) En dus... (enz. enz...) en de volgende dag wordt ze wakker, springt in mijn armen en vraagt of zo'n komeet ook 's nachts zou kunnen vallen.
En dus dat beeld van papa die met zijn dochter van zes jaar op de arm zit (mens, dat is al een zwaar pak, en zeggen dat het nog maar pas zo'n klein babietje was), en uitlegt dat er tegenwoordig helemaal geen kometen meer vallen... Mijn vrouw vertelde dat ze ook nog had gevraagd of mensen dan op een dag ook zouden uitgestorven zijn. Maar dat was een vraag die bewaard werd "voor als papa terug was", en toen dat zover was toch weer even vergeten bleek.
En een beeld dat me helemaal heeft ingepakt kwam tot stand toen ik verbaasd afging op het lawaai van een nogal constant zwaar getik. En daar, midden in de woonkamer, temidden van de blokjes, overal verspreid in het rond, zit kleutertje Thomas. Zijn kin naar boven, een brede glimlach op zijn gezichtje, de beentjes gestrekt in een hoek van 45 graden... En het getik is afkomstig van de twee blokjes die hij vast heeft, één in elk handje, en die hij gedurig tegen elkaar tikt, op het ritme van een versje dat hij zit op te zeggen. Dat beeld van de kleuter lachend van zijn ene oor tot aan zijn andere terwijl hij met zijn armpjes de blokjes tegen elkaar zwaait - dat staat in die fractie van een seconde in mijn geheugen gegrift, zo scherp als was het een foto.
Ik hoop dat ik het nog heel lang zal kunnen onthouden.
En dan is er de scène waarbij ik me 's morgens sta te scheren. Ineens voel ik een prikkend vingertje, ergens ter hoogte van mijn rug. Het is kleuter Thomas! Ik richt mijn scheerapparaat op hem en doe dreigend van Bzzzzzzz! en kleuter Thomas holt gillend van de pret weg. Dat heeft peuter Simon gehoord! Peuter Simon heeft het altijd gehoord als er ergens te spelen valt. Van toen hij baby was sperde hij zijn mondje wijd open als hij ergens veel schik in had, en met dat wijd opengesperd mondje komt hij nu ook aangelopen, de oogjes glinsterend van verwachting. Peuter Simon doet ook prik in het been van papa. Peuter Simon krijgt ook het zoemend scheerapparaat in zijn richting gezwaaid. De twee broertjes sluiten ter plekke een bondgenootschap en nu begint een drukke belegering van papa in de badkamer. Ze stuiven uiteen en komen weer terug en ze zijn nog te klein om simpele tactieken als "de omsingeling" te gebruiken of papa uit zijn evenwicht te kunnen duwen.
Maar dat beeld van die twee kleine jongetjes die telkens weer op je af komen en zich dan weer omdraaien om joelend weg te stuiven als je doet alsof je achter hen aanzit...
Twee, vier en zes jaar zijn ze. Het gaat zo vlug voorbij...
-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2012/03/maar-hoe-zijn-de-dieren-ontstaan.html
zaterdag 3 maart 2012
Maar hoe zijn de dieren ontstaan (evolutie voor kindjes)?
"Papa", zegt scholier Sarah, "maar hoe zijn de dieren ontstaan?".
Het komt zomaar "out of the blue", waaraan je ziet dat je soms iets zegt tegen kindjes waarop ze helemaal niet reageren, om weken later te ontdekken dat ze er al die tijd mee bezig zijn geweest.
Dus scholier Sarah wist al van vroeger dat mensen niet ontstaan zijn omdat een aap in een mens was veranderd. Scholier Sarah wist wel al dat apen kindjes krijgen en dat die kindjes groot worden en ook kindjes krijgen, enzvoort enzoverder, en bovendien dat al die kindjes wel heel erg op hun ouders lijken maar toch ook allemaal licht verschillend van die ouders en van elkaar zijn. En verder kon ze zich er al iets bij inbeelden dat groepen apen op verschillende plaatsen konden gaan wonen. En dus kon het gebeuren dat er plaatsen waren waar de apenkindjes met een beetje grotere hoofden, of die beter rechtop konden lopen (en vele andere) het beter deden dan apenkindjes die dat minder konden, zodat die meer kindjes kregen dan de anderen en zodat de eigenschappen om (pakweg) beter rechtop te lopen meer begonnen voor te komen.
Waarop de kindjes van die kindjes weer licht verschillend van elkaar waren, zodat de betere rechtop lopers weer meer kindjes zouden krijgen, zodat er nog meer betere rechtop lopers kwamen, waar ook weer de besten (...) enzovoort enzoverder. Scholier Sarah kon het zich allemaal best wel voorstellen. Er was nog nooit zomaar een dier in een ander dier veranderd, maar geef het voldoende tijd waarin kindjes steeds weer een heel klein beetje in een bepaalde richting van hun ouders verschilden, en je zal eens wat gaan zien (1).
Zodat ze zoveel maanden later met grote onschuldige oogjes kwam vragen: maar hoe zijn dan de dieren ontstaan?
Ha, wel, de vraag impliceert al zeer juist dat we leven op een wereld waarop ooit geen dieren waren, maar er was wel water en zand en aarde etc etc, en daaruit kunnen (zoals we alle dagen met onze eigen ogen kunnen zien) behoorlijk complexe structuren ontstaan, die in vergelijking met onszelf toch nog altijd zeer simpel zijn.
"Ah ja?" vroeg scholier Sarah met ietwat skeptisch samengeknepen mondje, "en waar komt dat dan wel weer vandaan?".
Een veelbelovende scholier, die scholier Sarah, ze heeft ook al eens haar nonkel Tom verbaasd naar mij doen kijken toen ze een uitleg gaf over de Grieken die hadden gevochten tegen de Perzen (2). Hoe dan ook, dit evolueerde naar een uitleg die ermee begon (naast de zeer sterke aanmoediging, onder veel complimenten, om altijd oog te hebben voor dit soort skeptische vragen) dat er een aantal dingen zijn die tot vandaag niemand weet. En dat de kunst is om uit de dingen die we nog niet weten zo goed mogelijk te isoleren (a) wat precies we nog niet weten, en (b) de dingen waarover we toch iets zinnigs kunnen zeggen.
Dus heeft de mensheid een kleine eeuw geleden kunnen "zien" dat de sterren, zoals ze gegroepeerd zijn in melkwegen, uit elkaar weg vliegen, en dat de snelheid waarmee dat gebeurt (hoe verder ze uit elkaar zijn, hoe sneller het gaat) doet denken aan een ontploffing. Gevolgd door een samenvatting (3) van argumenten dat we wel heel weinig tot niets weten over het hoe en waarom van die ontploffing, maar dat we wel krachtige argumenten kennen om er toch maar mee te vertrekken.
Waarmee we ineens de ingrediënten "waterstof" en "helium" hebben, plus het feit dat we volgens mechanismen die we wel heel goed kennen (doorgaans "ster", of desnoods "zon" genoemd) begrijpen hoe veel andere atomen zijn ontstaan. Zodat we op zijn beurt begrijpen hoe volgens andere goed bekende mechanismen ("papa, wat betekent scheikunde?") waar al die bouwstenen vandaan komen en hoe die dan complexe structuren konden ontwikkelen.
Vandaar naar een nieuwe stap die we, als mensheid, nog niet doorgronden: het mechanisme waarmee die complexere structuren zo complex konden worden dat ze kopieën van zichzelf konden maken, en dit volgens een bouwplan dat ze in zichzelf meedragen, ook wel eens "leven" genoemd. Want eenmaal we die stap hebben gezet gaan we weer over naar bekende mechanismen - "natuurlijke selectie" (4) - om te verklaren hoe uit de simpelste "complexe structuren" de dieren ontstaan zijn; zoals uit de apen de mensen ontstaan zijn.
Scholier Sarah zat er allemaal met grooote oogjes op te luisteren. Ik vraag me nu al af waar we met de volgende vraag, binnen een paar weken of maanden, zullen staan.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/socratische-dialoog-met-poedels.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/search/label/Vreemdeling%20ga%20de%20Spartanen%20vertellen...
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/01/kosmologie-een-anecdote.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/kosmologie-weemoedig-wegdromend.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
Het komt zomaar "out of the blue", waaraan je ziet dat je soms iets zegt tegen kindjes waarop ze helemaal niet reageren, om weken later te ontdekken dat ze er al die tijd mee bezig zijn geweest.
Dus scholier Sarah wist al van vroeger dat mensen niet ontstaan zijn omdat een aap in een mens was veranderd. Scholier Sarah wist wel al dat apen kindjes krijgen en dat die kindjes groot worden en ook kindjes krijgen, enzvoort enzoverder, en bovendien dat al die kindjes wel heel erg op hun ouders lijken maar toch ook allemaal licht verschillend van die ouders en van elkaar zijn. En verder kon ze zich er al iets bij inbeelden dat groepen apen op verschillende plaatsen konden gaan wonen. En dus kon het gebeuren dat er plaatsen waren waar de apenkindjes met een beetje grotere hoofden, of die beter rechtop konden lopen (en vele andere) het beter deden dan apenkindjes die dat minder konden, zodat die meer kindjes kregen dan de anderen en zodat de eigenschappen om (pakweg) beter rechtop te lopen meer begonnen voor te komen.
Waarop de kindjes van die kindjes weer licht verschillend van elkaar waren, zodat de betere rechtop lopers weer meer kindjes zouden krijgen, zodat er nog meer betere rechtop lopers kwamen, waar ook weer de besten (...) enzovoort enzoverder. Scholier Sarah kon het zich allemaal best wel voorstellen. Er was nog nooit zomaar een dier in een ander dier veranderd, maar geef het voldoende tijd waarin kindjes steeds weer een heel klein beetje in een bepaalde richting van hun ouders verschilden, en je zal eens wat gaan zien (1).
Zodat ze zoveel maanden later met grote onschuldige oogjes kwam vragen: maar hoe zijn dan de dieren ontstaan?
Ha, wel, de vraag impliceert al zeer juist dat we leven op een wereld waarop ooit geen dieren waren, maar er was wel water en zand en aarde etc etc, en daaruit kunnen (zoals we alle dagen met onze eigen ogen kunnen zien) behoorlijk complexe structuren ontstaan, die in vergelijking met onszelf toch nog altijd zeer simpel zijn.
"Ah ja?" vroeg scholier Sarah met ietwat skeptisch samengeknepen mondje, "en waar komt dat dan wel weer vandaan?".
Een veelbelovende scholier, die scholier Sarah, ze heeft ook al eens haar nonkel Tom verbaasd naar mij doen kijken toen ze een uitleg gaf over de Grieken die hadden gevochten tegen de Perzen (2). Hoe dan ook, dit evolueerde naar een uitleg die ermee begon (naast de zeer sterke aanmoediging, onder veel complimenten, om altijd oog te hebben voor dit soort skeptische vragen) dat er een aantal dingen zijn die tot vandaag niemand weet. En dat de kunst is om uit de dingen die we nog niet weten zo goed mogelijk te isoleren (a) wat precies we nog niet weten, en (b) de dingen waarover we toch iets zinnigs kunnen zeggen.
Dus heeft de mensheid een kleine eeuw geleden kunnen "zien" dat de sterren, zoals ze gegroepeerd zijn in melkwegen, uit elkaar weg vliegen, en dat de snelheid waarmee dat gebeurt (hoe verder ze uit elkaar zijn, hoe sneller het gaat) doet denken aan een ontploffing. Gevolgd door een samenvatting (3) van argumenten dat we wel heel weinig tot niets weten over het hoe en waarom van die ontploffing, maar dat we wel krachtige argumenten kennen om er toch maar mee te vertrekken.
Waarmee we ineens de ingrediënten "waterstof" en "helium" hebben, plus het feit dat we volgens mechanismen die we wel heel goed kennen (doorgaans "ster", of desnoods "zon" genoemd) begrijpen hoe veel andere atomen zijn ontstaan. Zodat we op zijn beurt begrijpen hoe volgens andere goed bekende mechanismen ("papa, wat betekent scheikunde?") waar al die bouwstenen vandaan komen en hoe die dan complexe structuren konden ontwikkelen.
Vandaar naar een nieuwe stap die we, als mensheid, nog niet doorgronden: het mechanisme waarmee die complexere structuren zo complex konden worden dat ze kopieën van zichzelf konden maken, en dit volgens een bouwplan dat ze in zichzelf meedragen, ook wel eens "leven" genoemd. Want eenmaal we die stap hebben gezet gaan we weer over naar bekende mechanismen - "natuurlijke selectie" (4) - om te verklaren hoe uit de simpelste "complexe structuren" de dieren ontstaan zijn; zoals uit de apen de mensen ontstaan zijn.
Scholier Sarah zat er allemaal met grooote oogjes op te luisteren. Ik vraag me nu al af waar we met de volgende vraag, binnen een paar weken of maanden, zullen staan.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/12/socratische-dialoog-met-poedels.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/search/label/Vreemdeling%20ga%20de%20Spartanen%20vertellen...
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/01/kosmologie-een-anecdote.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/kosmologie-weemoedig-wegdromend.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/nogmaals-natuurlijke-selectie.html
maandag 20 februari 2012
Scholier Sarah wisselt haar eerste tand.
Het was scholier Sarah nu al vaak opgevallen, met dat fronsend gezichtje van haar, dat verschillende kindjes van de klas hun tandjes begonnen te wisselen. Maar bij scholier Sarah bewoog er niets, en dat vond ze toch wel jammer. Haar potje om uitgevallen tandjes te bewaren staat nochtans al vele maanden klaar, maar voorlopig staat het koppig leeg. En scholier Sarah vertelde met dat fronsend gezichtje over hoeveel er nu weer losstonden bij scholier Lena en boog voorover onder de slagen van een oneerlijk universum...
Maar toen ik vandaag over onze oprit voorbij de keukendeur reed knalde ineens die keukendeur open (bij deze temperatuur...) en daar vloog scholier Sarah naar buiten, op de voet gevolgd door een al even uitgelaten kleuter Thomas en peuter Simon, zelfs gevolgd door een niet minder trots kijkende mama. "Papa, papa!" kon ik doorheen het raampje en het motorgedreun horen, maar wat daarachter volgde kon ik niet verstaan. Maar eindelijk raakte het goede nieuws door heel het huishouden verspreid: die middag was er een tand los komen te zitten, en nog dezelfde dag had het tandje losgelaten, en nu zat het dus in het potje dat daar al die tijd op had staan wachten.
En scholier Sarah voelt zich de koning te rijk, nu kan ze eindelijk meepraten met de twee nichtjes van negen maanden ouder, wanneer die het hebben over aangelegenheden van grote kinderen, zoals het wisselen van tandjes.
Maar in het lezen is ze wel bij de vlugsten. We hebben nu de hele Sjakie en de Chocoladefabriek van Roald Dahl achter de rug. Ik geef toe dat ik heel grote stukken zelf heb voorgelezen, maar ze heeft er toch heelder bladzijden zelf van gelezen. Scholier Sarah was er helemaal weg van, en ze verklaarde dat het boek nooit nog uit haar gezelschap mocht verdwijnen en dat we het nooit mochten weggooien. (Weggooien? Maar Saartje, heb jij papa ooit ook maar één boek weten... weggooien???) En verder vroeg ze zich af, toen we de machtige finale achter de rug hadden, of het zelfs maar denkbaar was dat er nog betere boeken waren dan "Sjakie". Ach... Wel... Kijk, dat valt eigenlijk ook wel best mee...
Maar toen ik vandaag over onze oprit voorbij de keukendeur reed knalde ineens die keukendeur open (bij deze temperatuur...) en daar vloog scholier Sarah naar buiten, op de voet gevolgd door een al even uitgelaten kleuter Thomas en peuter Simon, zelfs gevolgd door een niet minder trots kijkende mama. "Papa, papa!" kon ik doorheen het raampje en het motorgedreun horen, maar wat daarachter volgde kon ik niet verstaan. Maar eindelijk raakte het goede nieuws door heel het huishouden verspreid: die middag was er een tand los komen te zitten, en nog dezelfde dag had het tandje losgelaten, en nu zat het dus in het potje dat daar al die tijd op had staan wachten.
En scholier Sarah voelt zich de koning te rijk, nu kan ze eindelijk meepraten met de twee nichtjes van negen maanden ouder, wanneer die het hebben over aangelegenheden van grote kinderen, zoals het wisselen van tandjes.
Maar in het lezen is ze wel bij de vlugsten. We hebben nu de hele Sjakie en de Chocoladefabriek van Roald Dahl achter de rug. Ik geef toe dat ik heel grote stukken zelf heb voorgelezen, maar ze heeft er toch heelder bladzijden zelf van gelezen. Scholier Sarah was er helemaal weg van, en ze verklaarde dat het boek nooit nog uit haar gezelschap mocht verdwijnen en dat we het nooit mochten weggooien. (Weggooien? Maar Saartje, heb jij papa ooit ook maar één boek weten... weggooien???) En verder vroeg ze zich af, toen we de machtige finale achter de rug hadden, of het zelfs maar denkbaar was dat er nog betere boeken waren dan "Sjakie". Ach... Wel... Kijk, dat valt eigenlijk ook wel best mee...
dinsdag 7 februari 2012
"Die kunnen zelf hun problemen oplossen".
Scholier Sarah vertelde dat de kleine kindjes van de school - ze bedoelt de peutertjes en de kindjes van de eerste of de tweede kleuterklas - soms bij haar komen als ze problemen met "de groten" hebben. "Ze weten wel dat wij ze dan altijd helpen" zegt ze. "Wij", dat zijn dan de scholieren Sarah en Lena, de grote vriendin van scholier Sarah. Die heeft ook een broertje in de tweede kleuterklas, dus zij weet ook wat dat is, verantwoordelijkheid. Dus als er weer eens een grote lummel aan de oortjes van de ukken heeft getrokken, dan keert zich de woeste furie van de dames als waren het twee bonobo vrouwtjes tegen de onverlaat, en die krijgt alle hoeken van de speelplaats te zien.
"En komen de kindjes van de derde kleuterklas ook bij jullie?" wil papa weten. "Nee" zegt scholier Sarah langzaam, met haar oogjes peinzend op oneindig gericht heel diep nadenkend. "Maar ik denk..." (ze keert zich nu direct naar mij, om me ernstig recht in de ogen te kunnen kijken) "...dat die zelf hun problemen kunnen oplossen."
Ons Saartje. Ze kan zo serieus kijken, dat lachebekje van ons. Ik zag in een boekenwinkel het boek "Sjakie en de Chocoladefabriek" staan, van Roald Dahl. Mijn hart sprong op, het bloed joeg door mijn aderen en ik kreeg er zowaar warm van. Wat een jeugdherinnering! Wat een verhaal! Ik weet er bijna niets meer van; het is één van de weinige boeken waar ik erg van genoten heb, en dan later nooit meer teruggezien. Ik koop het en geef het aan scholier Sarah, hoewel ik vrees dat het wel voor een paar jaar ouder is.
Ze eet het op. Ze vréét het op. Terwijl ze zit te lezen ga ik helemaal voor haar gezicht hangen, ik vraag of het mooi is, ik roep "Sarah? Sarah? Sààààrah?" maar er komt geen beweging in. De Mona Lisa glimlach blijft strak op het boek gericht en als ik aan haar mouw begin te rukken zegt ze verontwaardigd "zeg, ik zit wel te lezen, hé!".
Ons Saartje.
"En komen de kindjes van de derde kleuterklas ook bij jullie?" wil papa weten. "Nee" zegt scholier Sarah langzaam, met haar oogjes peinzend op oneindig gericht heel diep nadenkend. "Maar ik denk..." (ze keert zich nu direct naar mij, om me ernstig recht in de ogen te kunnen kijken) "...dat die zelf hun problemen kunnen oplossen."
Ons Saartje. Ze kan zo serieus kijken, dat lachebekje van ons. Ik zag in een boekenwinkel het boek "Sjakie en de Chocoladefabriek" staan, van Roald Dahl. Mijn hart sprong op, het bloed joeg door mijn aderen en ik kreeg er zowaar warm van. Wat een jeugdherinnering! Wat een verhaal! Ik weet er bijna niets meer van; het is één van de weinige boeken waar ik erg van genoten heb, en dan later nooit meer teruggezien. Ik koop het en geef het aan scholier Sarah, hoewel ik vrees dat het wel voor een paar jaar ouder is.
Ze eet het op. Ze vréét het op. Terwijl ze zit te lezen ga ik helemaal voor haar gezicht hangen, ik vraag of het mooi is, ik roep "Sarah? Sarah? Sààààrah?" maar er komt geen beweging in. De Mona Lisa glimlach blijft strak op het boek gericht en als ik aan haar mouw begin te rukken zegt ze verontwaardigd "zeg, ik zit wel te lezen, hé!".
Ons Saartje.
vrijdag 27 januari 2012
"Die is altijd zo!"
Scholier Kobe komt vandaag logeren. Hij is een vriendje van scholier Sarah, maar zoals dat past bij mannetjes van een hogere primatensoort is hij erg genereus naar jongere mannetjes, en dus is het ook voor kleuter Thomas en peuter Simon feest. Nog grotere hoogtepunten van ambiance worden gehaald wanneer blijkt dat scholier Kobe ook nog een snoepjesspies heeft meegebracht voor elk van de kindjes. Ze mogen er ieder drie afhalen en opeten - maar wat doen ze nu met de rest?
"Kom maar hier", zeg ik tegen scholier Kobe, flexibel als altijd mijn hand uitstekend, "ik zal ze wel opeten!". Je ziet dat kindergezichtje van uitdrukking veranderen, nog net op tijd de kostbare spies terugtrekkend, en mij een tikje verbluft aankijkend.
Scholier Sarah legt vertrouwelijk haar hand op zijn schouder. "Trek je van hem maar niets aan" zegt ze op de toon van een veteraan in dit soort gevecht, "die is altijd zo."
Wat kan een mens er in 's hemelsnaam nog aan toevoegen?
"Kom maar hier", zeg ik tegen scholier Kobe, flexibel als altijd mijn hand uitstekend, "ik zal ze wel opeten!". Je ziet dat kindergezichtje van uitdrukking veranderen, nog net op tijd de kostbare spies terugtrekkend, en mij een tikje verbluft aankijkend.
Scholier Sarah legt vertrouwelijk haar hand op zijn schouder. "Trek je van hem maar niets aan" zegt ze op de toon van een veteraan in dit soort gevecht, "die is altijd zo."
Wat kan een mens er in 's hemelsnaam nog aan toevoegen?
zaterdag 7 januari 2012
Uit de kindermond...
Terwijl papa zit te surfen hijst peuter Simon zich op schoot. Op het scherm staat juist een grote foto van de Amerikaanse presidentskandidaat Newt Gingrich. Peuter Simon wijst naar het scherm en zegt: "Pinguin!".
Ziezo.
(Oh, en kleuter Thomas heeft vandaag een puzzel van 200 stukjes gelegd. 200 kleine stukjes.)
Ziezo.
(Oh, en kleuter Thomas heeft vandaag een puzzel van 200 stukjes gelegd. 200 kleine stukjes.)
zaterdag 3 december 2011
Vandaag was het De Grote Dag
Scholier Sarah had goed door dat de Sint wel verjaart op zes december, maar af en toe wel eens gebruik maakt van het week-end om zijn jaarlijkse ronde te doen. Op één of andere manier dacht ze dat hij zondagochtend zou komen, maar voor de zekerheid stonden ook vrijdagavond al drie schoentjes met wortelen en deze keer een blikje bier klaar. En toen de volgende ochtend het klein gespuis om 07.00 uur mijn vrouw hoorde opmerken dat ze "precies deze nacht iets gehoord had", toen stond de hele bende veel sneller dan anders ineens beneden.
Voltreffer! De Sint had het dit jaar wel extra goed gezien. Scholier Sarah zag bij de ingang van de ontbijthoek dat de tafel er heel anders dan anders uitzag, en toen ze het licht aanknipte zag ze meteen het stuk Playmobiel waarvan ze al een tijdje droomde. Peuter Simon zag bij zijn bordje een grote vrachtwagen staan, van de soort waarop personenauto's worden vervoerd en waarop die personenauto's ook werkelijk stonden en sprak "autootjes van Simon, eh", en die hebben we een uurke niet meer gehoord. En kleuter Thomas had zowaar een echte "Beyblade" op zijn plaats staan, en ook dat was iets waar kleuter Thomas al tijden de mond van vol had. Vraag niet aan papa wat een "Beyblade" eigenlijk is: het volstaat te zeggen dat de hele set momenteel naast het bed van kleuter Thomas op de grond staat.
Ineens overvalt me een visioen. Ineens denk ik hoe er ooit een tijd bestond, en er nog steeds plaatsen zijn, waar jongens en meisjes niet elkaars gelijken waren, maar jongens een veel betere behandeling kregen of krijgen. Huiverend zie ik de drie kindjes springen en dansen van de pret, de vreugdekreten als ze de kleinere verrassingen (een puzzel van Tinkerbel! Een sheriffpost met een kantoor en een gevangeniscel!) ontdekken, de opgewonden commentaren tegen mama en papa en het blij gekwetter onder elkaar. Ik zie drie kindjes en aan de manier van doen of de geproduceerde geluiden zal je nooit van je leven kunnen afleiden dat de oudste een meisje is, en de twee andere jongentjes. En ik zie huiverend een wereld voor me, waarin één kindje met een sip gezichtje, of gewoon berustend, moet toekijken hoe de twee broertjes kraaiend van de pret met de speeltjes bezig zijn, terwijl zij alleen maar een meisje is.
En hoe kan je ooit mensen, die zelf in dat soort wereld zijn opgegroeid en ongetwijfeld denken dat het allemaal overeenkomt met Het Plan Gods, vertellen hoe grondig fout dat soort wereld in feite is?
"Papa, papa, weet jij hoe je die deurtjes moet openkrijgen?" komt scholier Sarah het donkere visioen exploderen. Even later zit papa ijverig poortjes te openen en paarden op hun plaats te zetten en scholier Sarah klapt in haar handjes van plezier. De meute is nog lang niet uitgespeeld als papa, die discreet de oprit in de gaten had gehouden plots uitroept "oh, kijk eens buiten!". Papa zet peuter Simon op de vensterbank, die meteen begint te wuiven, terwijl buiten niemand minder dan Sinterklaas, vrolijk terugwuivend, met twee Zwarte Pieten de oprit opstapt. Ja, de geregelde lezer weet dat nu een déjà vu (1) volgt, maar het was toch weer erg leuk gedaan. De Sint was een vaderlijke figuur, die echter heel gevat reageerde op de grapjes van de Zwarte Pieten, en de sfeer zat er meteen in.
Toen opende de Sint zijn grote boek, en we hebben enkele foto's van drie snoetjes die toch een tikje ongerust zaten te wachten op het verdict. Maar het kwam weer allemaal goed, natuurlijk. In feite hadden mama en papa hierover vooraf en nadien een serieus meningsverschil! Papa, moet je weten, gelooft namelijk heus wel in een wereld waarin je af en toe serieus moet ingrijpen en corrigeren, maar niet dat je dat moet doen aan de hand van Sinterklaas. En aangezien papa ook de mail naar de gezinsbond schrijft sprak de Sint weer de verlossende woorden dat Sinterklaas dat toch wel erg graag ziet, zo'n scholier Sarah die zo flink naar het eerste leerjaar gaat en haar broertjes zo goed helpt, en zo'n kleuter Thomas die zo vrolijk en goedlachs is, en zo flink kan helpen opruimen, en een peutertje dat zo schitterend zijn eerste pasjes in het peuterklasje zet.
Daartegenover is mama juist iemand die probeert te sturen door positieve feedback - maar juist als de Sint binnenstapt haar eigen opinies lijkt te zijn vergeten. Dus had de Sint, weer als gevolg van die mail, op het einde wel iets gezegd over de kindjes die af en toe een beetje bezorgd waren "of ze wel flink genoeg waren", maar ook dat "alle kindjes wel eens deugnieterijen uithalen" en dat dat helemaal "niet is wat de Sint bedoelt met stoute kinderen". Oh, die foto met de stralende snoet waarmee kleuter Thomas voor de Sint staat terwijl zijn doosje uit de zak tevoorschijn wordt gehaald; oh die foto van scholier Sarah die de Sint een grote knuffel geeft! De foto met peuter Simon is wel een beetje mislukt, mispeuterd, zullen we maar zeggen.
Maar zou het niet toch nuttig zijn om ook de Sint eens te laten zeggen dat er af en toe wel wat minder gezeurd en wat beter geluisterd mag worden? Wie zal het zeggen; ikzelf weet het alvast niet. Ik weet wel dat ik de kindjes later liever een herinnering aan een kindertijd met een vaderlijke Sinterklaasfiguur wil geven, dan een Sint die de zoveelste ouwe zeur is die je voor de zoveelste keer moet negeren. Noem me gerust een watje.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/12/eind-goed-al-goed.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/12/en-zo-wordt-het-stilaan-een-ritueel.html
Voltreffer! De Sint had het dit jaar wel extra goed gezien. Scholier Sarah zag bij de ingang van de ontbijthoek dat de tafel er heel anders dan anders uitzag, en toen ze het licht aanknipte zag ze meteen het stuk Playmobiel waarvan ze al een tijdje droomde. Peuter Simon zag bij zijn bordje een grote vrachtwagen staan, van de soort waarop personenauto's worden vervoerd en waarop die personenauto's ook werkelijk stonden en sprak "autootjes van Simon, eh", en die hebben we een uurke niet meer gehoord. En kleuter Thomas had zowaar een echte "Beyblade" op zijn plaats staan, en ook dat was iets waar kleuter Thomas al tijden de mond van vol had. Vraag niet aan papa wat een "Beyblade" eigenlijk is: het volstaat te zeggen dat de hele set momenteel naast het bed van kleuter Thomas op de grond staat.
Ineens overvalt me een visioen. Ineens denk ik hoe er ooit een tijd bestond, en er nog steeds plaatsen zijn, waar jongens en meisjes niet elkaars gelijken waren, maar jongens een veel betere behandeling kregen of krijgen. Huiverend zie ik de drie kindjes springen en dansen van de pret, de vreugdekreten als ze de kleinere verrassingen (een puzzel van Tinkerbel! Een sheriffpost met een kantoor en een gevangeniscel!) ontdekken, de opgewonden commentaren tegen mama en papa en het blij gekwetter onder elkaar. Ik zie drie kindjes en aan de manier van doen of de geproduceerde geluiden zal je nooit van je leven kunnen afleiden dat de oudste een meisje is, en de twee andere jongentjes. En ik zie huiverend een wereld voor me, waarin één kindje met een sip gezichtje, of gewoon berustend, moet toekijken hoe de twee broertjes kraaiend van de pret met de speeltjes bezig zijn, terwijl zij alleen maar een meisje is.
En hoe kan je ooit mensen, die zelf in dat soort wereld zijn opgegroeid en ongetwijfeld denken dat het allemaal overeenkomt met Het Plan Gods, vertellen hoe grondig fout dat soort wereld in feite is?
"Papa, papa, weet jij hoe je die deurtjes moet openkrijgen?" komt scholier Sarah het donkere visioen exploderen. Even later zit papa ijverig poortjes te openen en paarden op hun plaats te zetten en scholier Sarah klapt in haar handjes van plezier. De meute is nog lang niet uitgespeeld als papa, die discreet de oprit in de gaten had gehouden plots uitroept "oh, kijk eens buiten!". Papa zet peuter Simon op de vensterbank, die meteen begint te wuiven, terwijl buiten niemand minder dan Sinterklaas, vrolijk terugwuivend, met twee Zwarte Pieten de oprit opstapt. Ja, de geregelde lezer weet dat nu een déjà vu (1) volgt, maar het was toch weer erg leuk gedaan. De Sint was een vaderlijke figuur, die echter heel gevat reageerde op de grapjes van de Zwarte Pieten, en de sfeer zat er meteen in.
Toen opende de Sint zijn grote boek, en we hebben enkele foto's van drie snoetjes die toch een tikje ongerust zaten te wachten op het verdict. Maar het kwam weer allemaal goed, natuurlijk. In feite hadden mama en papa hierover vooraf en nadien een serieus meningsverschil! Papa, moet je weten, gelooft namelijk heus wel in een wereld waarin je af en toe serieus moet ingrijpen en corrigeren, maar niet dat je dat moet doen aan de hand van Sinterklaas. En aangezien papa ook de mail naar de gezinsbond schrijft sprak de Sint weer de verlossende woorden dat Sinterklaas dat toch wel erg graag ziet, zo'n scholier Sarah die zo flink naar het eerste leerjaar gaat en haar broertjes zo goed helpt, en zo'n kleuter Thomas die zo vrolijk en goedlachs is, en zo flink kan helpen opruimen, en een peutertje dat zo schitterend zijn eerste pasjes in het peuterklasje zet.
Daartegenover is mama juist iemand die probeert te sturen door positieve feedback - maar juist als de Sint binnenstapt haar eigen opinies lijkt te zijn vergeten. Dus had de Sint, weer als gevolg van die mail, op het einde wel iets gezegd over de kindjes die af en toe een beetje bezorgd waren "of ze wel flink genoeg waren", maar ook dat "alle kindjes wel eens deugnieterijen uithalen" en dat dat helemaal "niet is wat de Sint bedoelt met stoute kinderen". Oh, die foto met de stralende snoet waarmee kleuter Thomas voor de Sint staat terwijl zijn doosje uit de zak tevoorschijn wordt gehaald; oh die foto van scholier Sarah die de Sint een grote knuffel geeft! De foto met peuter Simon is wel een beetje mislukt, mispeuterd, zullen we maar zeggen.
Maar zou het niet toch nuttig zijn om ook de Sint eens te laten zeggen dat er af en toe wel wat minder gezeurd en wat beter geluisterd mag worden? Wie zal het zeggen; ikzelf weet het alvast niet. Ik weet wel dat ik de kindjes later liever een herinnering aan een kindertijd met een vaderlijke Sinterklaasfiguur wil geven, dan een Sint die de zoveelste ouwe zeur is die je voor de zoveelste keer moet negeren. Noem me gerust een watje.
--------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/12/eind-goed-al-goed.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/12/en-zo-wordt-het-stilaan-een-ritueel.html
maandag 14 november 2011
Assumpties ("uit het leven gegrepen")
Mama heeft koekjes gebakken, cakedeeg in kleine vormpjes, en je eindigt met allemaal hartjes, bloemetjes, sterretjes, en vele andere. Natuurlijk eten de kindjes eerst flink een paar boterhammetjes, en dan mogen ze proeven. Maar omdat het grootste kindjes sneller kan eten dan het kleinste kindje heeft het grootste kindje twee koekjes op als het kleinste kindje er nog maar één op heeft.
"Krijg ik nog een koekje?" vraagt het kleinste kindje. Het antwoord is, natuurlijk, "ja".
"Krijg ik ook nog een koekje?" vraagt het grootste kindje. En het punt is, wat zou de lezer nu doen?
Ik denk, maar je mag me corrigeren, dat ongeveer iedereen denkt dat de twee kindjes elk evenveel koekjes mogen krijgen, en dus is het antwoord nu "nee". Ja? Akkoord?
Groooot concert! Het grootste kindje vindt helemààl niet dat "eerlijkheid" en "gerechtigheid" enzovoort betekent dat elk kindje evenveel koekjes krijgt. Het grootste kindje vindt wel dat "eerlijkheid" (enzovoort) gebiedt dat elk kindje even lang kan koekjes eten! Wat heb je er aan dat je al "meer" op hebt; waar het om gaat is waarom dat mormel nog altijd koekje kan knabbelen als ik dat niet meer kan?
Nu kan je natuurlijk gewoon je standpunt herhalen ("eerlijk" is "ieder evenveel"), en je kan ook luider gaan praten, en als dat allemaal niet helpt kan je beginnen schelden of geweld gebruiken. Maar ik denk, als je "eerlijk" bent, dat je kan inzien dat het allemaal afhangt van een complexe combinatie van gewoonte, gedachtenloze verwachtingen, en vooral: assumpties. Is het werkelijk zo duidelijk dat "gewicht" doorslaggevend moet zijn, en "tijdsduur" niet? Is het werkelijk zo absurd dat je evengoed met het omgekeerde criterium kan werken?
Het is werkelijk heel interessant, letterlijk adembenemend, om nu iets te zien gebeuren dat je op het niveau van grote mensen discussies de hele tijd ook ziet. Het grootste kindje vertrekt van een (in onze ogen) heel gemakkelijk te ontmaskeren assumptie: ik wil nog koekjes. Die assumptie kan je echter niet opleggen als één of andere eigenschap van het universum. Dus je moet het "afleiden"; je moet beginnen met de structuur van de logica; je vult in die structuur in de elementen die al gebeurd zijn (Thomasje zit koekjes te eten") en je vult verder in, zo hoog mogelijk in die structuur, wat je nodig hebt om tot de gewenste "conclusie" te komen.
De voorlopige structuur is dus als volgt:
En dus krijgt "iedereen mag even lang koekjes eten" nu het statuut van een absolute waarheid, op het niveau van de eigenschappen van het universum. Maar beeld je nu in dat je te maken krijgt met een aantal lastige feiten. Laten we zeggen: "wie teveel (in termen van "gewicht") koekjes eet wordt ziek". Oeps! Wat nu? Er zijn vele mogelijkheden, maar één ervan is "denial": "nee hoor, van koekjes word je helemaal niet ziek". Of je roept andere factoren in: "OK, vorige keer was ik ziek na al die koekjes, maarreh... uimmm... het kwam door de stand van de planeten!"
OK. Elke overeenkomst met reëel bestaande figuren en discussies... is helemaal niet toevallig!
"Krijg ik nog een koekje?" vraagt het kleinste kindje. Het antwoord is, natuurlijk, "ja".
"Krijg ik ook nog een koekje?" vraagt het grootste kindje. En het punt is, wat zou de lezer nu doen?
Ik denk, maar je mag me corrigeren, dat ongeveer iedereen denkt dat de twee kindjes elk evenveel koekjes mogen krijgen, en dus is het antwoord nu "nee". Ja? Akkoord?
Groooot concert! Het grootste kindje vindt helemààl niet dat "eerlijkheid" en "gerechtigheid" enzovoort betekent dat elk kindje evenveel koekjes krijgt. Het grootste kindje vindt wel dat "eerlijkheid" (enzovoort) gebiedt dat elk kindje even lang kan koekjes eten! Wat heb je er aan dat je al "meer" op hebt; waar het om gaat is waarom dat mormel nog altijd koekje kan knabbelen als ik dat niet meer kan?
Nu kan je natuurlijk gewoon je standpunt herhalen ("eerlijk" is "ieder evenveel"), en je kan ook luider gaan praten, en als dat allemaal niet helpt kan je beginnen schelden of geweld gebruiken. Maar ik denk, als je "eerlijk" bent, dat je kan inzien dat het allemaal afhangt van een complexe combinatie van gewoonte, gedachtenloze verwachtingen, en vooral: assumpties. Is het werkelijk zo duidelijk dat "gewicht" doorslaggevend moet zijn, en "tijdsduur" niet? Is het werkelijk zo absurd dat je evengoed met het omgekeerde criterium kan werken?
Het is werkelijk heel interessant, letterlijk adembenemend, om nu iets te zien gebeuren dat je op het niveau van grote mensen discussies de hele tijd ook ziet. Het grootste kindje vertrekt van een (in onze ogen) heel gemakkelijk te ontmaskeren assumptie: ik wil nog koekjes. Die assumptie kan je echter niet opleggen als één of andere eigenschap van het universum. Dus je moet het "afleiden"; je moet beginnen met de structuur van de logica; je vult in die structuur in de elementen die al gebeurd zijn (Thomasje zit koekjes te eten") en je vult verder in, zo hoog mogelijk in die structuur, wat je nodig hebt om tot de gewenste "conclusie" te komen.
De voorlopige structuur is dus als volgt:
- X
- Thomasje zit koekjes te eten
- Ergo, ik krijg ook nog een koekje.
En dus krijgt "iedereen mag even lang koekjes eten" nu het statuut van een absolute waarheid, op het niveau van de eigenschappen van het universum. Maar beeld je nu in dat je te maken krijgt met een aantal lastige feiten. Laten we zeggen: "wie teveel (in termen van "gewicht") koekjes eet wordt ziek". Oeps! Wat nu? Er zijn vele mogelijkheden, maar één ervan is "denial": "nee hoor, van koekjes word je helemaal niet ziek". Of je roept andere factoren in: "OK, vorige keer was ik ziek na al die koekjes, maarreh... uimmm... het kwam door de stand van de planeten!"
OK. Elke overeenkomst met reëel bestaande figuren en discussies... is helemaal niet toevallig!
maandag 7 november 2011
De laatste eerste schooldag
Vandaag heeft peuter Simon zijn eerste schooldag beleefd. Eind oktober is hij twee en een half jaar geworden, dus hij zal zowat de jongste van het klasje zijn, maar hij leek er helemaal rijp voor. Sinds maanden al sprak hij van "naa' s'oleke gaan" en af en toe was hij serieus ontevreden als hij naar de crèche moest terwijl de zus en de broer allerlei spannende avonturen tegemoet gingen. Maar geleidelijk vermenigvuldigden zich de gunstige voortekenen. Peuter Simon kreeg een brooddoosje. Peuter Simon kreeg een drinkbusje. En peuter Simon kreeg een rugzakje zoals de zus en de broer en hij was er helemaal weg van.
En toen was het dan zover. Scholier Sarah en kleuter Thomas waren nog meer opgewonden over Peuter Simons eerste schooldag dan de betrokkene zelf, maar hij deelde toch ook mee in de algemene ambiance. Hij zag er parmantig uit, zoals hij met zijn winterjasje en zijn rugzakje door de schoolpoort liep, en hij leek helemaal niet geïntimideerd door al dat groot gespuis dat daar rondliep. We gingen al snel zijn klasje binnen, en toen Juf Leen hem voorstelde het rugzakje naar de juiste plaats te brengen zei hij overtuigd "ja" en wandelde meteen mee.
Kortom, alles leek goed te gaan, en het kon helemaal niet meer stuk toen zijn vriendinnetje van de crèche ook haar opwachting voor haar eerste schooldag maakte. Alleen, toen we dan toch vertrokken zette hij een enorme keel op. Ineens moest ik terugdenken aan zijn geboorte. Hij kwam ter wereld met een sirene van kan niet meer, en ik dacht al dat we na twee heel rustige babies een huilbaby hadden. Maar destijds is hij heel snel gekalmeerd, en we waren er nogal gerust in dat het in school ook wel zou loslopen.
En inderdaad. Zowel kleuter Thomas als scholier Sarah als Juf Leen hebben bevestigd dat hij heel flink is geweest. Al zijn bokes waren op, zijn appeltje ook en zijn koekjes ook. Hij verklaarde wel dat hij morgen "wil nie naa' s'ool", maar goed, er was toch een ballenbad in het klasje en er waren autootjes, en daarmee kan het voor peuter Simon niet meer stuk.
Scholier Sarah vertelde nog dat hij ergens tijdens de dag hardnekkig aan haar been was blijven plakken en haar gevolgd was naar het eerste leerjaar ("waar hij nog niet veel kon komen doen") tot de juf hem weer naar de peuters moest brengen. Maar voor de rest, goed bezig, die peuter Simon. Een nieuw tijdperk begint.
En toen was het dan zover. Scholier Sarah en kleuter Thomas waren nog meer opgewonden over Peuter Simons eerste schooldag dan de betrokkene zelf, maar hij deelde toch ook mee in de algemene ambiance. Hij zag er parmantig uit, zoals hij met zijn winterjasje en zijn rugzakje door de schoolpoort liep, en hij leek helemaal niet geïntimideerd door al dat groot gespuis dat daar rondliep. We gingen al snel zijn klasje binnen, en toen Juf Leen hem voorstelde het rugzakje naar de juiste plaats te brengen zei hij overtuigd "ja" en wandelde meteen mee.
Kortom, alles leek goed te gaan, en het kon helemaal niet meer stuk toen zijn vriendinnetje van de crèche ook haar opwachting voor haar eerste schooldag maakte. Alleen, toen we dan toch vertrokken zette hij een enorme keel op. Ineens moest ik terugdenken aan zijn geboorte. Hij kwam ter wereld met een sirene van kan niet meer, en ik dacht al dat we na twee heel rustige babies een huilbaby hadden. Maar destijds is hij heel snel gekalmeerd, en we waren er nogal gerust in dat het in school ook wel zou loslopen.
En inderdaad. Zowel kleuter Thomas als scholier Sarah als Juf Leen hebben bevestigd dat hij heel flink is geweest. Al zijn bokes waren op, zijn appeltje ook en zijn koekjes ook. Hij verklaarde wel dat hij morgen "wil nie naa' s'ool", maar goed, er was toch een ballenbad in het klasje en er waren autootjes, en daarmee kan het voor peuter Simon niet meer stuk.
Scholier Sarah vertelde nog dat hij ergens tijdens de dag hardnekkig aan haar been was blijven plakken en haar gevolgd was naar het eerste leerjaar ("waar hij nog niet veel kon komen doen") tot de juf hem weer naar de peuters moest brengen. Maar voor de rest, goed bezig, die peuter Simon. Een nieuw tijdperk begint.
zaterdag 29 oktober 2011
Peuter Simon is afgestudeerd!
Ach, weer één van die "mens wat vliegt de tijd" posts, en deze keer dan toch nog een beetje weemoediger dan anders. Nu het de derde keer is (1) weet je, een tijdperk is voorbij, de periode van de babietjes, of toch heel kleine kindjes ligt achter ons, dat komt alvast nooit meer terug. Zoveel mensen hebben ons gezegd, de afgelopen jaren, "geniet ervan, ze worden zo rap groot", en nauwelijks heb je de tijd om geduldig ja te knikken, en de jongste neemt afscheid van de crèche.
En "Mama Greet" die je de waarborg van destijds terug geeft, en ineens herinner je je: dat moet bijna zeven jaar geleden geweest zijn, maanden voor je zelfs maar een idee hebt van wat dat is, kindjes hebben, dat je met die toen nog onbekende vrouw een contract afsluit, en een waarborg afgeeft, en je bijna huiverend afvraagt hoe dat zal zijn, een jaar later, wanneer de baby (want wat is dat tenslotte; een baby?) naar de crèche gaat - onwetend van de wachtende toekomst van crèches en flesjes melk en broertjes en schooltjes en huiswerk en de hele rest.
Zeven jaar voorbij, zeven jaar waarin je nauwelijks de tijd hebt gehad om erbij stil te staan dat ze voorbij gaan. Zeven jaar waarin "Ukkepuk Heffen" zowat de meest belangrijke instelling van ons leven was, misschien net niet even hoog als de bank waar we werken. En waarmee kunnen we beter onze ervaring met "den Ukkepuk" uitdrukken dan de mededeling dat onze drie kinderen er alle dagen breed lachend naartoe gingen en er alle dagen breed lachend weer weg gingen, enthousiast wuivend van "dààà-ààà mama G'eet!"? En ja, in de schoolvakanties kunnen ze er ook nog terecht, gelukkig.
Peuter Simon is net twee jaar en zes maanden, en verslaat daarmee zowel zus als broer, die pas op twee jaar en (resp) tien en acht maanden rijp voor de dienst waren bevonden. Nog klein, dus, maar hij komt al heel goed uit zijn woordjes, experimenteert met kleine zinnetjes, en hij heeft enorm veel energie. Dus we verwachten wel wat traantjes in het begin, maar hij heeft toch al een grote zus en broer in school, en we denken wel dat hij het er snel zal gewoon worden.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/03/peuter-sarah-is-afgestudeerd.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/04/peuter-thomas-is-afgestudeerd.html
En "Mama Greet" die je de waarborg van destijds terug geeft, en ineens herinner je je: dat moet bijna zeven jaar geleden geweest zijn, maanden voor je zelfs maar een idee hebt van wat dat is, kindjes hebben, dat je met die toen nog onbekende vrouw een contract afsluit, en een waarborg afgeeft, en je bijna huiverend afvraagt hoe dat zal zijn, een jaar later, wanneer de baby (want wat is dat tenslotte; een baby?) naar de crèche gaat - onwetend van de wachtende toekomst van crèches en flesjes melk en broertjes en schooltjes en huiswerk en de hele rest.
Zeven jaar voorbij, zeven jaar waarin je nauwelijks de tijd hebt gehad om erbij stil te staan dat ze voorbij gaan. Zeven jaar waarin "Ukkepuk Heffen" zowat de meest belangrijke instelling van ons leven was, misschien net niet even hoog als de bank waar we werken. En waarmee kunnen we beter onze ervaring met "den Ukkepuk" uitdrukken dan de mededeling dat onze drie kinderen er alle dagen breed lachend naartoe gingen en er alle dagen breed lachend weer weg gingen, enthousiast wuivend van "dààà-ààà mama G'eet!"? En ja, in de schoolvakanties kunnen ze er ook nog terecht, gelukkig.
Peuter Simon is net twee jaar en zes maanden, en verslaat daarmee zowel zus als broer, die pas op twee jaar en (resp) tien en acht maanden rijp voor de dienst waren bevonden. Nog klein, dus, maar hij komt al heel goed uit zijn woordjes, experimenteert met kleine zinnetjes, en hij heeft enorm veel energie. Dus we verwachten wel wat traantjes in het begin, maar hij heeft toch al een grote zus en broer in school, en we denken wel dat hij het er snel zal gewoon worden.
---------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/03/peuter-sarah-is-afgestudeerd.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/04/peuter-thomas-is-afgestudeerd.html
Abonneren op:
Reacties (Atom)