"once help is assured to such an extent that it is apt to reduce individuals' efforts, it seems an obvious corollary to compel them to insure (or otherwise provide) against those common hazards of life." (F.A. Hayek, The Constitution of Liberty, hoofdstuk 19, over een mandaat tot verplichte ziekteverzekering)
zaterdag 9 mei 2009
"Terugtrekken van de belastingen"
Het zegt iets over de financiële onwetendheid bij de gemiddelde burger. We praten over een ontwikkeld mens, die heel goed in staat is; die geen halve minuut nodig had, om in te zien wat ik hem toch maar verteld heb. Wat bij mij blijft hangen is hoe veel mensen er moeten zijn, die ook geen halve minuut nodig zullen hebben, maar die toch nooit zover komen dat ze het even zelf uitpluizen. Om maar te zwijgen van de vele mensen die wel meer dan een halve minuut nodig hebben, en van daar over het hele spectrum tot en met zij die het nooit zullen inzien.
Al die mensen samen vormen mee de wereld van de beleggers, en als er al eens verlies wordt geleden, dan is dat (vanzelfsprekend) de schuld van de banken. Al die slimme beleggers zijn immers veel te slim om zelf iets fout te doen? Maar laat dit een kort maar zuur terzijde zijn.
In zijn simpelste vorm is de reden waarom iemand "terugtrekt van de belastingen" als volgt. Onze trekker verdient (bijvoorbeeld) een maandloon van 2,000 euro bruto, en krijgt er maandelijks (bijvoorbeeld) netto 1,000 uitbetaald (ik houd van ronde getallen). De reden is dat de werkgever de andere 1,000 inhoudt als voorheffing. En de reden dààrvan is dat een soort ruwe schatting zegt dat onze trekker in een schaal valt waarin hij (bijvoorbeeld) ongeveer 50% belastingen betaalt (het voorbeeld hoeft niet realistisch te zijn, het gaat om het idee). In zo'n geval vraagt het systeem de werkgever de geschatte belasting op voorhand ("voorheffing") te betalen, en na elk jaar wordt de afrekening gemaakt.
En als blijkt dat je teveel voorheffing hebt betaald, dan krijg je het verschil terug! Al die blije gezichten!
Dus in mijn voorbeeld hierboven had onze brave meneer elke maand ruwweg 200 euro teveel betaald, en dus kreeg hij nu twaalf keer 200 euro terug... Totaal 2,400 euro.
Maar als dat hem, of iemand anders, werkelijk zo blij maakt heb ik het volgende voorstel. Iedereen die een inkomen trekt mag van mij gerust elke maand 200 euro op mijn rekening zetten. Dat komt op hetzelfde neer als de 200 euro die onze vriend teveel had betaald aan voorheffing. Of hij nu eindigt met 200 euro minder omdat de werkgever ze niet uitbetaalt, dan wel omdat hij ze zelf aan mij doorstort: mathematisch is dat precies hetzelfde.
Natuurlijk zal ik na verloop van tijd - zeg: aan het einde van elk aanslagjaar - erkennen dat ik die 200 euro onterecht heb gekregen, en dus 2,400 euro terugbetalen. Dat zal niet moeilijk zijn want ik zal er echt niets meer mee doen dan ze op mijn spaarboekje laten staan, waar ze de dag van vandaag twee percent zullen opbrengen, tot ik ze moet teruggeven.
En iedereen is tevreden! Ik ben tevreden, want ik verdien de rente op dat geld, en zij zijn tevreden, omdat... omdat... Uimmm, omdat...
Ja, wel, dat weet ik dus eigenlijk niet. Ik zie dat iedereen tevreden is, omdat ze het doodeenvoudig zelf zeggen. Maar waarom ze zo tevreden zijn: ik heb er eerlijk gezegd geen flauw benul van.
In ieder geval, het voorstel hierboven blijft geldig.
vrijdag 8 mei 2009
Hoe verder hij terugwijkt, hoe grappiger hij wordt...
'The vast majority of our imports come from outside the country'
- George W. Bush
'If we don't succeed, we run the risk of failure.'
- George W. Bush
'One word sums up probably the responsibility of any Governor, and that
one word is 'to be prepared'.'
-George W. Bush
'I have made good judgments in the past. I have made good judgments in
the future.'
- George W. Bush
'The future will be better tomorrow.'
- George W. Bush
'We're going to have the best educated American people in the world.'
- George W. Bush
'I stand by all the misstatements that I've made.'
- George W Bush
'We have a firm commitment to NATO, we are a part of NATO. We have a
firm commitment to Europe. We are a part of Europe '
- George W. Bush
'Public speaking is very easy.'
- George W. Bush
'A low voter turnout is an indication of fewer people going to the
polls.'
- George W. Bush
'I have opinions of my own -- strong opinions -- but I don't
always agree with them.'
-George Bush
'We are ready for any unforeseen event that may or may not occur.'
- George W. Bush
'For NASA, space is still a high priority.'
-George W. Bush
'Quite frankly, teachers are the only profession that teach our
children.'
-George W. Bush
'It isn't pollution that's harming the environment. It's the impurities
in our air and water that are doing it.'
- George W. Bush
Ik geef toe, ik blijf rekening houden met de mogelijkheid dat er een paar zijn bijgekleurd. Maar toch, er zullen er toch ook wel een hoop echte tussen zitten...
donderdag 7 mei 2009
Geen "oorzakelijk verband"???
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=QO29UOA1
Het gaat over een dodelijk ongeval van een jaar geleden, waarin twee kindjes zijn omgekomen. Papa's van kleine kindjes, zoals bijvoorbeeld kleuter Sarah, peuter Thomas of baby Simon, lezen dat soort artikelen altijd met de grootst mogelijke huivering: natuurlijk kan het mij ook overkomen.
Het ongeval gebeurde op een kruispunt waar de lichten defect waren. Twee auto's rijden het kruispunt tegelijk op, en één ervan negeerde de voorrangsregels. In de andere auto zaten de kindjes die zijn omgekomen.
En nu krijgen de ouders van de overleden kinderen een dagvaarding van de man die de voorrangsregels had genegeerd. Ik citeer:
"Wij zijn verantwoordelijk voor de botsing, ja. Maar er is geen oorzakelijk verband tussen de aanrijding en de dood van de twee kindjes. Uit het onderzoek blijkt dat het slot van het kinderzitje versleten was en dat Thibo eigenlijk te groot was om op een verhoogkussentje te zitten."
En dit komt, steeds als ik het artikel mag geloven, van "advocaat Gert Buelens".
Ik weet natuurlijk niet zo veel als advocaten over dit soort onderwerpen, die er nog wel gespecializeerd in zullen zijn ook. Maar desondanks ben ik wel een afgestudeerde jurist. En in mijn tijd was er een vrij preciese manier om "oorzakelijk verband" te omschrijven. Een factor X staat in oorzakelijk verband met een verschijnsel Y indien het verschijnsel Y zonder de factor X niet, of aanzienlijk (of zoiets) anders, was opgetreden.
En zeker, ook dat blijft voldoende vaag om vele bladzijden rechtspraak en rechtsleer te produceren. Maar in dit concreet geval lijkt me de toestand niet zo erg vaag. Nogal duidelijk, om precies te zijn:
(a) Zonder ongeval, en met versleten kinderzitje waren de kinderen niet overleden.
(b) Met ongeval, en zonder versleten kinderzitje weten we het gewoon niet.
Maar dat laatste doet er niet toe. Het enige dat je nodig hebt om de uitspraak van de advocaat naar waarde te schatten, is zin (a). Er is op het meest simpel niveau wel een oorzakelijk verband tussen de aanrijding en de overlijdens. Al de rest kan waar zijn, of niet waar zijn, of onduidelijk, of irrelevant of niet, of wat dan ook, maar het zijn allemaal evenveel pogingen om de aandacht af te leiden van de essentie. Er was wel een oorzakelijk tussen het ongeval en de overlijdens.
Tenminste, voor zover de definitie van "oorzakelijk verband" niet is veranderd sinds ik rechten gestudeerd heb.
woensdag 6 mei 2009
Baby Simon is twee weken oud.
"Oh, wat een lief baaske" zei de mevrouw van Kind & Gezin die langs kwam. Ze mogen natuurlijk niets anders zeggen, maar toch. Hij lag daar rustig te slapen, en trok verbaasd zijn oogjes open toen we zijn pyama uittrokken, en hij keek nog meer verbaasd toen we hem op de weegschaal legden, maar er kwam geen kik van protest uit. Daarna wurmde papa, even handig als altijd, hem weer in zijn pyama, en nog altijd zag baby Simon er erg tevreden uit. Hij begon aandachtig om zich heen te kijken, en de mevrouw kon tevreden noteren: het kindje is heel alert. Baby Simon was ook heel goed aangekomen, en zijn koersen zijn nu gestegen naar 3 kilo en 800 gram. Het is een echte modelbaby!
Daarnaast hebben we ook een modelpeuter. Peuter Thomas is erg gesteld op zijn andere familieleden, en baby Simon is geen uitzondering. "Baby" zegt hij elke dag bij het opstaan, waarna hij zijn wang tegen de wang van baby legt, en hem over zijn haartjes aait. Peuter Thomas moet wel nog een beetje het minitrauma van de bevalling verwerken. Op een zaterdagmorgen, toen mama nog in het ziekenhuis lag, liep hij zoals elke dag de kamer van kleuter Sarah in, terwijl hij luid "Sa'a, Sa'a!" riep. Alleen, kleuter Sarah was uit logeren, en de kamer was leeg. Sindsdien voelen we nog elke dag: Peuter Thomas zag eerst zijn mama verdwijnen uit het huis, enkele dagen later was ook zijn zus verdwenen, en sindsdien kan ik niet meer bewegen, of zijn gezichtje betrekt en hij steekt zijn armpjes in de lucht, en ik moet hem meenemen. Stel je voor dat papa nu ook nog eens verdwijnt, wat moet peuter Thomas dan doen? Maar hij komt er alweer goed bovenop. Hij is nog altijd een zeer goed gehumeurde peuter, en zijn mama is tenslotte al lang weer terug.
Tenlotte is kleuter Sarah vandaag de koning te rijk. Ze heeft de aanwinst van haar leven gedaan! Een nieuwe fiets, met zijwieltjes! En in de Mega Mindy kleuren! In feite kon kleuter Sarah helemaal niet fietsen, maar omdat het nu eenmaal dringend tijd werd enzovoort enzovoort... En van de ene dag op de andere kan ze het ineens wel! En zo vond ik mezelf terug, in slakkengang enkele honderden meter straat afwandelend, met naast mij een kleuter op een fiets en een enorme helm op haar hoofd. De scène die je ongetwijfeld al honderden keren zelf hebt gezien en zonder er naar te kijken bent voorbijgelopen? Geloof me, als je zo'n dolgelukkig snaterende kleuter naast je hebt, dan voelt het aan als het grootste privilege van de wereld.
Op baby Simon na, natuurlijk.
dinsdag 5 mei 2009
Neal Stephenson: Anathem
En je zit al 150 bladzijden ver wanneer er nog altijd muren en moestuinen beschreven worden, bezoeken aan die buitenwereld (of andersom) waarin niets gebeurt - ik begrijp echt wel dat die karakters en gebeurtenissen ergens nog hun rol te spelen krijgen, hoor - en massa's personages met ingewikkelde namen worden opgevoerd. En als dit niet van de schrijver van Cryptonomicon was gekomen, dan had het echt geen 150 bladzijden geduurd voor ik het boek geïrriteerd had dichtgeklapt.
Al snel bouwt een tweede irritatie zich bovenop de eerste. Ik zie heus wel een hoop hints naar parallellen tussen de intellectuele geschiedenis van deze wereld en onze eigen Aarde. Ik zit een beetje te zuchten wanneer eerder gemakkelijk toegankelijke Platoonse ideeën voorwerp van de meer "diepzinnige" discussies zijn, of wanneer de debatten tussen onze middeleeuwse nominalisten en realisten als zo esoterisch worden voorgesteld dat de lezer ze maar huiverend op de achtergrond laat passeren. Nu is dat voorstellen van het doorzichtige als het diepzinnige niet wat er echt irritant aan is: meestal voelen wij, cerebrale types ons dan eerder deelgenoot aan een soort complot tussen de schrijver en wijzelf, vanwaar wij geamuseerd naar de andere lezers zitten te kijken (hey, gun ons onze dromen...). Alleen al de titel "anathem"... Neem een "a" weg, en je krijgt "anthem", een plechtige hymne. Maar voeg een "a" toe en je kijgt "anathema", een vreselijke abominatie. Hoera, dat hebben wij, cerebrale types toch maar weer netjes door (en anders staat het wel in de inleiding, maak je vooral niet ongerust).
Nee, het irriterende is dat je al snel inziet: OK, ik heb nu twee of drie hints doorzien... Maar ik moet er stilaan al een honderd gemist hebben. Want dat wil ik Stephenson toch nageven. De man is iemand die echt heel veel weet en begrijpt, enorm veel zelfs, en die er bovendien enorm veel weet mee aan te vangen (niet in het minst: hij kan fictie schrijven). Zijn verschillende betekenissen van "anathem" smelten natuurlijk wel degelijk samen, en het gaat niet om een geïsoleerde vondst, maar wel een soort rode draad (één van de vele) doorheen het boek. Kortom, de grootste irritatie (zo verdenk ik mezelf) is dat ik me even buitengesloten voel in zijn "complot" als bijna iedereen.
Zo wordt het boek alsnog een uitdaging, en ik lees de bladzijden voorbij de 150 eerste ook. En kijk, stilaan komt er iets op gang. Geleidelijk ontstaat er "atmosfeer" in het boek. Dat gaat soms zo met heel goede boeken, maar meestal moet je toch niet verwachten dat de lezer meer dan 50 bladzijden wil doorkauwen voor hij zijn beloning krijgt - en 50 is al veel. In ieder geval, stilaan begin je een beetje greep te krijgen op de vele personages en de complexe rituelen en de ingewikkelde studies en de labyrinthische verhoudingen tussen de verschillende ordes en hiërarchieën. Je krijgt zin om je er zelf ook in te gaan bewegen en te kijken wat er gebeurt. Stilaan ook krijgt de cerebrale maar ongeduldige lezer iets voorgeschoteld waarmee hij zich kan identificeren, wanneer de vertelfiguur niet alleen maar een soort junior in heel het gebeuren is, maar tegelijk ook een opmerkelijk verstand, met opmerkelijke studies en opmerkelijke inzichten: zoals nu eenmaal nodig is om in die wereld binnen te treden.
Dus bij bladzijde 200 begin ik de conversaties alsnog uitnodigend en uitdagend te vinden, en de beschrijvingen van de daden van de hoofdpersoon in de klokkentoren doen je al meer afvragen: "en wat gaat er nu gebeuren?", dan eerder bij zijn bezoek aan de buitenwereld waarvan je hoogstens kennis kon nemen, en meer niet. En nu nader ik de bladzijde 250 en er is toch al een mysterie waar de personages (in het geheim, natuurlijk) hun machtig brein en hun diepe kennis kunnen op botvieren, en er is een sympathiek personage dat slecht behandeld is en een minder sympathieke Discipline en bijhorende acolieten die, als het mijn verhaal was geweest, toch wel een heel stuk rehabilitatie zouden ondergaan (samen met het sympathiek personage, natuurlijk, voor mij altijd een happy end alstublieft).
Kortom, na honderden bladzijden - nog steeds minder dan een derde - is het boek met zijn abdij-achtige samenleving en zijn enorme kennis en eruditie en atmosfeer van boeken en studie toch nog: intrigerend geworden, en zit ik inderdaad verder te lezen met het idee: wat zal er nu gebeuren, hoe zal die en die reageren, en wat komt er van zus en zo terecht?
Maar het zal wel iets voor de liefhebbers blijven, voor de mensen die zichzelf tot "fijnproevers" benoemen, omdat ze zelf boeken over antieke filosofen en middeleeuwse geschiedenis en technologische ontwikkelingen lezen, terwijl dat nu eenmaal geen gemakkelijk aan te leren smaken zijn. Mocht ik het nog mis hebben, en ik er met het verderlezen toch nog één van die absolute toppers in vindt waarvoor "iedereen" de inspanning zou moeten doen, dan laat ik het nog wel weten.
maandag 4 mei 2009
Hopelijk hebben de markten gelijk...
De "dead cat bounce" post (1) is intussen ook alweer bijna twee maanden oud: "het steeg eens een weekje" en het koor stemmen dat voorspelde dat we al snel weer dieper gingen staan dan ooit klonk oorverdovend. Ik signaleer dat ik niet gezegd heb dat dat fout was, maar wel dat dat koor dat niet kon weten. Het koor had het mis, dus misschien is het interessant even stil te staan bij de vraag: wat is uiteindelijk "de markt"? De koersen die we dagelijks op het internet kunnen volgens zijn niet een soort Lotto waarmee je toevallig gewonnen of verloren hebt, of de uitdrukking van één of andere goddelijke beschikking, waarvan je maar kan hopen dat je in de prijzen valt. De koersen zijn wel de neerslag van het gedrag van al die mensen die kopen en verkopen.
Koersen die stijgen zoals ze nu stijgen - zoals ze maar zelden in de geschiedenis zullen gestegen zijn - suggereren (zeer sterk) dat er heel veel kopers zijn. Nota bene, midden in een economische crisis waarvan ik vrees dat de aankondigingen van verloren jobs nu pas zullen beginnen. Zo ontstaan toestanden waarbij er ineens alleen nog maar mensen zijn die aandelen hebben, en niemand die er nog meer wil, en zomaar opeens zijn er weer alleen nog maar verkopers, en helemaal geen kopers meer - en we zitten terug in januari 2,009 of september 2,008.
Natuurlijk, we hebben allemaal zo onze buik vol van de slogan "de markten hebben altijd gelijk" dat we niet meer op het idee komen dat ze wel eens... gelijk konden hebben. Dat gaat ongeveer zo. De markten hadden (bij hypothese) de vorige maanden ongelijk, toen ze de bankaandelen aan 5% van hun vroegere waarde verhandelden, en de rest min of meer meesleurden. Ze stopten een "faillissementspremie" (2) in de bankaandelen, en aangezien uiteindelijk maar een beperkt deel van de banken ook werkelijk fundamenteel scheef zit, was die premie veel te hoog. Dus het enige wat er nu gebeurt is dat de markten alsnog naar het punt gaan waar ze zonder de paniek al eerder moesten zijn: de banken zijn geen 100% waard van wat ze er twee jaar geleden voor wilden geven, maar (bijvoorbeeld) 40%. Dus zijn ze nu aan het stijgen van 5% naar 40%: op zich nog altijd een zeer zware crisis. Maar het verhaal neemt wel de nood weg aan een correctie; wat we zien is immers zelf een correctie, namelijk op de overdreven paniek.
Een andere manier om hetzelfde hoopvolle verhaal te vertellen zit in het verlengde van een post van een half jaar geleden (3), waarin het "vleesmoleneffect" beschreven stond. Als je als bank (en een hoop andere financiële instellingen) bepaalde verliezen te slikken krijgt, en je kan je kapitaal niet aanvullen (zoals het geval was, in deze crisis), dan zit er op een bepaald moment niets anders op dan je balans doen afnemen: "deleveraging" (4). Alleen was de hoeveelheid "deleveraging" die je nodig had een (groot) veelvoud van de hoeveelheid kapitaal die je had bijgetankt, indien je tenminste de kans had gekregen.
Kortom, er waren hopen spelers die moesten verkopen, letterlijk aan om het even welke prijs, zelfs als de banken nog maar 5% noteerden en ze ervan overtuigd waren dat ze 40% waard waren. Maar ze moesten verkopen omdat hun balans naar beneden moest, op zijn beurt omdat die te groot was in verhouding tot het overgebleven kapitaal.
Als je het verhaal zo uitdrukt is de huidige stijging - om niet te zeggen: explosie - niet zozeer een kwestie van enorm veel kopers, maar wel van enorm veel verkopers die er intussen niet meer zijn. Geen brave mensen zoals u en ik die de hele rit naar beneden hebben uitgezweet (en nu een tikje verbaasd weer naar boven drijven), maar integendeel al die gehaaide professionals waren de mensen die op het allerslechtste moment verkocht hebben, en het vermoedelijk zelf wisten ook. Maar de crisis liet hen werkelijk geen keus. En dat is inmiddels voorbij, en dus zijn er verhoudingsgewijs geen verkopers meer, en dus stijgen de koersen. Zonder dat we daarom al snel een correctie nodig hebben.
Ik hoop het. Er staan ons nog tsunami's aan slecht nieuws te wachten, voornamelijk in termen van jobs die verloren gaan en groeicijfers die negatief zullen zijn om u tegen te zeggen. Allemaal dingen die de koersen van "100" van twee jaar geleden linea recta naar "40" zouden sturen. Maar nu ze eerst zo ver zijn doorgezakt dat ze langs de "5" zijn gepasseerd zal de beurs op al dat slecht nieuws alleen maar reageren met nieuwe stijgingen richting "40". Hoop ik.
(BEL20 slot op 4 mei: 1,993.47; Dow Jones: 8,426.74)
----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/03/dead-cat-bounce.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/04/de-crisis-is-bezworen.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/10/nog-een-klein-facet-van-de.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/01/bc-en-ad.html
zondag 3 mei 2009
Het verschil tussen verleden en toekomst
Met een vriend ben ik in een uitwisseling terechtgekomen, zowel mail als IRL, over een onderwerp waar ik me gewoonlijk ver weg van hou: een mens moet zijn grenzen kennen. Dus durf ik wel eens filosoferen, steeds vervuld met gepaste bescheidenheid, over de principes van hedendaagse theorieën over ruimte en tijd. Maar de “onzekerheden” van de theorieën over elementaire deeltjes (de “Quantum” theorieën)... Brrrr!
Maar goed, het onderwerp kwam dus ter sprake. We beschouwen één of ander elementair deeltje – beeld je een extreem kleine tennisbal in, tijdens de wedstrijd tussen Proton en Neutron – en we willen weten, juist op het moment dat het zich boven het net bevindt, in welke richting het beweegt. Klinkt redelijk, nietwaar?
Maar alle experimenten rond elementaire deeltjes hebben uitgewezen dat het onmogelijk is om tegelijk te weten waar een deeltje zich bevindt, en hoe het beweegt. Dus kan je bijvoorbeeld meten waar het zich bevindt, maar het wordt op slag onmogelijk te weten waar het heen gaat. Of je kan meten wat voor baan het beschrijft (denk terug aan de tennisbal) maar het wordt op dat moment onmogelijk te weten waar het zich (voor een bepaald moment) precies bevindt. Als dat onredelijk klinkt, stel je dan gerust: de hele wereld, inclusief alle quantumfysici, vinden dat onredelijk, en ze hebben er geen flauw idee van waarom de wereld zich zo gedraagt. Maar nogmaals, alle experimenten die ooit geprobeerd zijn om deze “onzekerheden” te omzeilen zijn telkens weer stuk gelopen. En er zijn zéér listige pogingen ondernomen, door mensen die véél scherper waren, en zijn, dan jij en ik.
Eén van de mensen die zich gepassioneerd verzet heeft tegen die “onzekerheid”, en die naar best vermogen manieren heeft verzonnen om ze te doen verdwijnen, was Einstein zelf. Maar ondanks alle pogingen is de toestand, bijna 100 jaar later, zo dat de mensheid het resultaat aanvaardt: de onzekerheden zijn er nog steeds, en niemand weet waarom de natuur zich zo gedraagt. Het is allemaal heel nauwkeurig uit te rekenen in termen van probabiliteiten, en zonder deze theorieën zouden onze hedendaagse technologieën niet werken, maar waarom het allemaal zo is: geen kat die het weet.
Eén van de dingen die we dus alleen maar kunnen vaststellen is dat onze theorieën van een deeltje hoogstens kunnen weten waar het zich “ongeveer” bevindt, en hoe het “ongeveer” beweegt (in termen van waarschijnlijkheid). Steeds wanneer we het hebben over deeltjes op de zeer kleine schaal, natuurlijk, liefhebbers van artillerieduels hoeven zich geen zorgen te maken.
Nu kunnen we om iets te weten te komen niet alleen beredeneren (“theorieën”) maar ook waarnemen (“meten”). En als we willen waarnemen kunnen we doodeenvoudig kiezen of we willen weten waar het deeltje zich bevindt, dan wel wat voor baan het beschrijft. Zolang we maar goed voor ogen houden dat, eenmaal we de keus hebben gemaakt en uitgevoerd, de mogelijkheid om de andere keuze nog te maken onherroepelijk verloren is. Het gevolg is dat je het verhaal kan vertellen alsof het feit te meten de oorzaak is van het feit dat er opeens geen probabiliteiten meer in het spel zijn, maar zekerheden (bijvoorbeeld: je weet heel precies waar het deeltje zich bevindt) en onmogelijkheden (je kan nooit meer te weten komen wat voor baan het deeltje beschreef). Of ook: je weet niet langer "ongeveer" waar het deeltje zich bevindt, want je weet het (vermits je bent gaan kijken) nu heel precies. Maar je weet ook niet langer hoe het "ongeveer" beweegt, want (sinds je bent gaan kijken) heb je daar niet langer het flauwste idee van.
In onze conversatie vond de vriend echter dat een wereldbeeld waarin het bewustzijn (het feit iets waar te nemen), oorzaak was van eigenschappen van de realiteit (het vastleggen welke eigenschappen de waarnemer, of om het even wie op om het even welk moment in de tijd, nog kon meten of niet) geen erg realistisch wereldbeeld was. En hij was in goed gezelschap want na wat opzoeken liet hij me weten dat Feynman klaarblijkelijk dezelfde mening was toegedaan.
Nu probeer ik altijd alles beter te weten, maar zelfs ik aarzel als het over Feynman en de deeltjesfysica gaat. Laat ik gewoon in het achterhoofd houden dat hedendaagse auteurs (bijvoorbeeld: Brian Greene) de interpretatie met een bewustzijn dat de realiteit “schept” meegeven, temidden van een reeks mogelijke andere interpretaties, en er bij zegt dat de andere echt niet minder bizar zijn, om een waaier aan mogelijke redenen. Voor mij is dat niet eens wat me het meest trof. Wel schiet me hier een overeenkomst te binnen met een heel ander mysterie, en dat is het verschil tussen “heden” en “verleden”, waarover hier al eens eerder een post verscheen (1).
De manier om dat verschil te beschrijven was in die post de volgende: “We weten welke combinatie vorige week uitkwam in de lotto en we weten wie de verkiezing van 100 jaar geleden won. We herinneren ons vaag van wanneer de laatste overwinning van de Rode Duivels dateert en wanneer de dinosaurussen uitstierven en we weten wat de beurs de laatste honderd jaar gedaan heeft. We weten daarentegen niet (per analogie) wat volgende week de lotto zal winnen, wie de volgende president wordt etcetera. Er is een verschil tussen "verleden" en "toekomst"; een verschil dat tastbaar is door het verschil in kennis dat we over die twee hebben.”
Tussen de ene zone van de realiteit (“verleden”, waarvan we de details met zekerheid kennen en alle alternatieve mogelijkheden definitief uitgestorven zijn), en de andere (“toekomst”, waarvan geen enkel deel met zekerheid bekend is, omdat ze alleen in termen van grotere of kleinere probabiliteiten uit te drukken zijn), zat het “nu”. Het onderwerp hier is de parallel tussen dat verschil in de macroscopische (onze) wereld, en wat we net hebben gezien. In de microscopische wereld is het moment van de waarneming immers ook het moment waarop sommige probabiliteiten zomaar opeens in 100% zekerheid veranderen, en alle andere mogelijkheden terugvallen op 0%. Zeg nu zelf, dat doet denken aan hoe je, bijvoorbeeld, bij een studiekeuze een waaier aan mogelijkheden ziet open liggen, en zodra je een bepaalde weg bent ingeslagen een heel aantal richtingen ziet dicht gaan. Zoveel overeenkomst; het kan ongetwijfeld een geval van "oppervlakkige overeenstemming" zijn, maar er kan, wie weet, misschien ook wel een betekenis aan vastzitten.
Eén van de gevolgen is dat het probleem van onze conversatie opgelost raakt: "creëert" de waarneming de wereld? Tenminste denk ik niet dat iemand het “nu” de reden noemt waarom probabiliteiten veranderen in zekerheden, vermits “nu” alleen maar de naam is van het feit dat het gebeurt. Op dezelfde manier, misschien, kan ik vaststellen dat in de wereld van de elementaire deeltjes de “meting” of “de waarneming” het moment is waarop probabiliteiten in zekerheden veranderen, zonder dat ik hoef te beweren dat het één ook de oorzaak is van het ander?
Want wie ben ik, tenslotte, om te suggereren dat ik dit beter weet dan Feynman?
-------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/01/hoe-lang-duurt-het-nu.htmlwoensdag 29 april 2009
Boek: Econoshock, eerste indrukken
Natuurlijk ben ik nu niet in een positie om een grondige analyse van een serieus boek te maken, maar ervaren boekenlezers hebben vaak al snel een fatsoenlijke opinie bij elkaar. Mij viel meteen een enorm "to the point" gevoel op, een bijna staccato brengen van de boodschap, op een manier die ik nog niet vaak gezien heb. Als je geschiedenis leest krijg je vaak de andere kant van het spectrum te zien, een heel verhalende stijl, maar grote namen als een Fernand Braudel halen er ook vaak prachtige resultaten mee. De ervaren lezer van Speels maar Serieus ziet natuurlijk meteen dat die "andere kant van het spectrum" ook mijn kant van het spectrum is (over de resultaten zullen we maar zedig zwijgen) maar dat hoeft helemaal geen grote probleem te veroorzaken. Integendeel vult de stijl van Econoshock iets op dat ikzelf in de vertelstijl als een grote leemte ervaar, en dat is het verschil tussen een anecdote en een statistiek.
Daarmee zitten we bij het tweede punt dat me onmiddellijk opvalt, namelijk de kaarten, grafieken en tabellen waarmee het hele boek geïllustreerd wordt. Iedereen kan met grote ogen prachtige verhalen vertellen, maar als je er "de cijfers" meteen bijgeeft loop je weinig kans te blijven steken in irrelevante aandachttrekkers. Je ziet de evolutie van de prijzen, of je krijgt de omvang van een relevante oppervlakte, uitgedrukt op een kaart van Eur-Afrika voor je ogen te zien.
Dat waren de twee factoren - naast die naambekendheid - die me in de winkel deden besluiten het boek te kopen. Intussen heb ik al wat zitten lezen in hoofdstukken die me interesseren, en bij wijze van meer concrete illustratie pik ik er enkele momenten uit de "fossiele brandstoffen" uit. Ik was erg geamuseerd te lezen over de "ironie" van het feit dat woestijnen de oppervlaktes bieden waar het oogsten van zonne-energie rendabel zou zijn; zodat de olieleveranciers van vandaag de zonneleveranciers van morgen zouden zijn. Ik heb het punt eens bijna letterlijk geschreven in een post van toen dit blog nog jong was (1), maar ik geef toe dat ik er geen kaartje heb bijgezet van hoe weinig Sahara oppervlak je nodig hebt om de hele hedendaagse wereld van electriciteit te voorzien. En toch was juist dat kaartje uit Econoshock iets waar ik een hele tijd heb naar zitten staren.
Maar kom, dat is een voor mezelf grappige anecdote, die niet voorbij het niveau van "ik heb het altijd wel gezegd" komt. In datzelfde hoofdstuk komt ook één van die momenten waarbij ik hoofdschuddend zit te denken van "daar had ik nu eens nooit aan gedacht". We hebben dan al bladzijden en bladzijden analyses over alternatieve energiebronnen achter de kiezen, telkens met voor- en nadelen, en er komt geen magische oplossing in zicht... en dan ineens krijg je dit:
"We weten allemaal dat Amerikaanse auto's 50% meer verbruiken dan Europese. Als ze een voorbeeld aan Europa nemen, zouden de Amerikanen 8 tot 12 miljard vaten per dag besparen. De grootste oliebron ter wereld ligt dus in Detroit, en ze is makkelijk te ontginnen."
Kijk... Zeg nu zelf. "De grootste oliebron ter wereld ligt in Detroit"; ik zal de uitdrukking niet vlug vergeten.
Stilaan ga je misschien denken dat ik een nieuwe bijbel heb gevonden. Dat kunnen wij, gediplomeerde dwarsliggers, natuurlijk niet hebben! Snel naar een punt dat ikzelf heel anders zie! Aan het begin van dat hoofdstuk over energie schrijft Geert dat toegang tot (efficiënte) energie een soort voorspeller is voor welke samenlevingen voor bepaalde periodes de dominante beschavingen zullen zijn. Nu heb ik op dit blog al vaak gezegd dat ik dezelfde vraag tot heel andere factoren reduceer (2). Voor mij waren de voorspellende factoren voor wie de dominante beschaving zal zijn (a) de bevolkingsgrootte en (b) de economische productiviteit per hoofd van de samenleving in kwestie. Als ik dan het zeer plausibele idee van Econoshock vergelijk met mijn opinie, dan denk ik: zeker, natuurlijk zal de beschaving met de meest efficiënte energiebron de meest dominante beschaving zijn, maar dat blijft maar een afgeleide van de factoren "grootte" en "productiviteit". Immers, een heel klein land zou onrealistisch ver voorop moeten zijn in zijn energie om er de wereld mee te domineren. Terwijl landen met honderden miljoenen inwoners en alle olie of uranium(of wat dan ook) van de wereld, maar met een doodarme en onproductieve bevolking, niet meer het verschil zullen kunnen maken dan pakweg het Nigeria van het jaar 2,000.
Stof voor discussie, ongetwijfeld, en zo zullen er meer staan in het boek, dat ik nu eenmaal nog lang niet helemaal gelezen heb. Maar nu ik zo eens heb gesnuffeld aan mijn aankoop kan ik toch een eerste indruk formuleren: het ziet er zeer interessant uit, het lijkt op verschillende momenten het verstand en de verbeelding te prikkelen, en ik hoop zeker de tijd te vinden om er verder in te lezen. Een goed begin.
----------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/speels-indien-serieus-zich-onthouden.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/europa-tussen-britannia-en-bokrijk.html
maandag 27 april 2009
Vaderinstinct
Het speelt je op een eigenaardige manier parten. Misschien als vlug terzijde meegeven dat de windstilte hier van de laatste dagen te wijten is aan de knaller van de verkoudheid die begonnen is vrijdag, en die me heel het weekend slapeloze nachten bezorgde - en als je nog eens terugkijkt naar het lijstje taken uit de vorige post; waarmee een vader van twee ukken wordt geconfronteerd als zijn vrouw net een derde heeft gekregen... Er was echt geen energie meer over. Zelfs niet met de kindjes die opgevangen werden door een zeer bereidwillige familie.
Hoe dan ook, er speelde zich de volgende scène af. Ik zat op een rustig moment bij baby Simon en zijn mama, toen de laatste telefoon kreeg van een vriendin. Snatersnatersnater, natuurlijk, en ineens betrap ik mezelf er op dat ik de kamer ben buitengewandeld en al een eind de gang ben ingelopen. En dat had helemaal niets te maken met verveling bij al die "girltalk". Ik was integendeel die gang opgewandeld met de mentale gedrevenheid van iemand met een Plan. Restte nog de vraag te weten te komen wat dat plan dan precies was, want verder dan mijn onderbewustzijn was het duidelijk niet gekomen.
Maar het was helemaal geen diep verborgen plan. Op de gang klonk het typische gekrijs van borelingen, met lange uithalen en veel meer energie dan je van zo'n klein lijfje zou verwachten. En ikzelf, zoals altijd verzonken in Zeer Diepzinnige Gedachten (maar die jammer genoeg Te Briljant zijn om Ooit door de rest van de wereld Begrepen te Worden), maar met naast mij een pasgeboren zoon die in zijn bakske ligt te slapen, was door dat onderbewustzijn op mijn voeten gezet en de gang opgestuurd. De baby moest getroost worden! Je denkt toch niet, zei mijn onderbewustzijn op de sarcastische toon waar mijn onderbewustzijn zo goed in is, dat je vader kan worden en je vervolgens niets aantrekken van babygekrijs?
En dus stond ik daar zomaar ineens midden in de gang van de kraamafdeling, een man met een plan, maar zonder object om dat plan op af te reageren. Baby Simon sliep, en hij hield dat vol tot het weer etenstijd was. Elke dag opnieuw. Daar sta je dan met je vaderinstinct.
Geluk bij een ongeluk, dus, toen ik vandaag kleuter Sarah op de speelplaats met een zeer bedremmeld gezichtje op mij zag afkomen, en bleek dat ze lelijk gevallen was, en allebei haar knietjes helemaal opengeschramd waren. En zo kon papa al zijn koesterende warmte toch nog kwijt, zoals een ster die het geluk heeft dat één van haar planeten leven heeft ontwikkeld, zodat ze haar stralen niet voor niets de ruimte instuurt...
vrijdag 24 april 2009
Kleuter Sarah en Peuter Thomas en Baby Simon
En peuter Thomas steekt met grote oogjes en een sip gezichtje zijn twee armpjes de lucht in, en er is niemand die hem pakt.
OK, OK, ik geef het toe, jullie weten immers toch al allemaal wat voor peperkoeken hartje dit groot bakkes heeft, dus natuurlijk had papa het wel gezien - hoe had ik het anders kunnen schrijven? - en natuurlijk heeft papa toen peuter Thomas gepakt en de lucht in gestoken; maar toch blijft het een definiërende scène. Peuter Thomas komt nog altijd niet verder dan het uitbrengen van een paar woordjes, doorgaans half vermoord, en je kan hem ook nog niet uitleggen dat zijn mama verschillende dagen in het ziekenhuis ligt. En dus dwaalt hij door alle vertrekken en vraagt overal "mama"? "Mama"? En het enige wat je als papa kan doen is hem zo goed mogelijk zijn normaal ochtend- en avondritueel geven, zodat er voor hem in deze chaotische tijden, waarin grote delen van het universum zelf aan het verkruimelen zijn, toch nog enkele eilanden van stabiliteit overblijven.
Kleuter Sarah daarentegen geniet van alle aandacht die haar status van grote zus met zich meebrengt. "Vandaag vond ik het heel leuk op school" zegt ze 's avonds zuchtend in de auto. En dat is niet moeilijk, want de hele eerste kleuterklas heeft de hele dag gewerkt aan een machtig kunstwerk. Een enorme tekening van een baby, geïnspireerd ingekleurd in diverse tinten geel en groen en rood en blauw, en waarbij duchtig is geëxperimenteerd rond antieke conventies waarin, bijvoorbeeld, mensen binnen de lijntjes moesten kleuren. Ook staan er wel twintig afdrukken in van kleurige vlekken in dikke verf, en die allemaal ongeveer het formaat hebben van kleuterhandjes. Al die aandacht voor haar broertje: van kleuter Sarah mogen er nog veel babietjes bijkomen.
Maar wat een werkschema! Opstaan om 07.00 uur, wassen, scheren en de rest, kleuter Sarah die uit haar kamer komt en informeert "waar is oma?", proberen te overtuigen kleedjes aan te trekken, wil niet, nogmaals proberen (tanden poetsen), wil weer niet, bubbubbubbubbubbu... klinkt het uit de kamer van peuter Thomas (sokken aantrekken) inpraten op kleuter Sarah, wil nog altijd niet, vlug flesje maken voor peuter Thomas, kleuter Sarah wil nog altijd niet, flesje op, Met kleuter Sarah naar de kleerkast, er weer weg om peuter Thomas van bij het trapgat weg te halen, tegenstribbelende kleuter aankleden, melk uitschenken, boterhammetje smeren met confituur, peuter aankleden, schoentjes aantrekken, boterhammetje smeren, appel schillen voor kleuter op school, boterhammetjes smeren voor ditto, drinkbus vullen voor ditto, koekje in brooddoos voor ditto (gisteren vergeten, "ma' ik was niet erg boos op jou, hoor, papa") luiertjes voor peuter in de tas, jasjes aan, tassen de auto in, peuter ook, kleuter ook, peuter afzetten in crèche met geboortepaashaasjes, kleuter afzetten in school, 09.00 uur terug thuis, papa ook boke eten, drukker bellen terwijl ik de koffie maak, mama in het ziekenhuis bellen terwijl ik de ijskast opentrek, naar ziekenhuis, vanuit de parking direct naar de drukker, 20 minuten stappen heen en terug, naar bakker voor de geboortepaashaasjes, aankomst in ziekenhuis, dag mama, dag Simon, hoeveel weegt hij vandaag? Kaartjes schrijven, baby verluieren, water halen, even rusten voor het middageten, nog kaartjes schrijven kleuter Sarah van school afhalen, peuter Thomas van crèche afhalen, erwtensoep opwarmen en te eten geven, peuter niet genoeg: flesje melk, jasjes terug aan, naar ziekenhuis, file, met peuter op de arm en kleuter aan het handje en een grote tas met flesjes en speeltjes door de garage en de liften en de gangen naar de kamer van mama (néé, Thomas! Afblijven Saartje"...)
Uimmm, het is op dat punt ongeveer zestien uur; de lezer gelooft het zo ook wel, zeker?
Intussen ligt het voorwerp van zoveel drukte zalig te slapen in zijn bedje. Het lijkt er op dat wij mensen zijn die onredelijk veel geluk hebben. Ik weet het, "prijs de dag niet voor het avond is", maar toch. Zowel kleuter Sarah als peuter Thomas kwamen ter wereld als zéér rustige babies, die de jaren daarna zeer goed sliepen, zelden ziek waren, je kent dat. Baby Simon kwam ter wereld terwijl hij een sireen opzette alsof hij vond dat er iets aan te kondigen viel, maar (echt waar) zodra hij in onze handen lag, tussen mama en papa in, werd hij heel rustig, en sindsdien, 60 uur later, schijnt hij te vinden dat er niets bijzonders meer is gebeurd in de kosmos: stilte bij baby Simon (behalve smakken als hij zijn melkske drinkt, en een boerke, natuurlijk).
En zo drijven wij verder door die heel bijzondere dagen, die zo snel voorbij zijn en die zich toch zo in je geheugen griffen, dat je er tientallen jaren later aan terugdenkt alsof het gisteren gebeurd was. En wie weet, wie weet, of het die dagen niet zal helpen als er ergens op het internet postjes staan over Kleuter Sarah en Peuter Thomas en Baby Simon?
woensdag 22 april 2009
Een nieuwe lente! Nieuw leven! Panta Rhei!
http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2008/11/baby-thomas-is-niet-langer-een-baby.html
De kleine dubbelzinnigheid zat in de staart. Die staart luidde:
"Intussen is baby Thomas toch maar peuter Thomas. We wensen peuter Thomas veel succes in de wereld van de peuters, en bedenken weemoedig dat we nu wel een peutertje en een kleutertje hebben, maar geen babytje meer. Maar ja, zoals de oude Grieken al zeiden, "panta rhei", niets blijft zoals het is..."
Het idee was natuurlijk dat baby's nu eenmaal geen baby's blijven, en als de formule "panta Rhei" van toepassing is, dan is dat omdat de baby intussen een peuter is geworden, terwijl de (vorige) peuter intussen al een flinke kleuter is, enzovoort. Dat gaat nu eenmaal zo in het leven...
Maar er is een tweede reden waarom mensen die "niet langer" een baby'tje hebben aan "panta rhei" kunnen denken. Ja, en de lezer die destijds niets vermoedde krijgt nu een tweede kans door snel een blik op de "tag" onderaan te werpen, waar hij zou verwachten "kleuter Sarah en peuter Thomas" te zien staan.
Nieuw leven dus! Het is hier inderdaad weer "B-day" (1)! En de "B" staat nog steeds voor "baby"! Simon Robeys, 3 kilo en 530 gram, en 53 centimeter. Moeder, kleuter, peuter en baby stellen het goed. Ook de papa stelt verwonderd vast dat de derde baby al even rustig en tevreden is als zijn twee voorgangers. En mooi, natuurlijk, heel mooi.
En baby Simon zelf? Die kijkt er nu al naar uit om met zijn deel van de aandacht van Speels maar Serieus aan de haal te gaan...
--------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/06/b-day-de-tweede-al.html
dinsdag 21 april 2009
Ierland: de schuld van de overheid, of de schuld van de markt?
Het begint ermee dat Geert Noels op zijn blog enkele opmerkingen plaatst over de aanpak van de crisis door Ierland. Nu had ik daarover een bedenking die overigens verder gaat dan het oorspronkelijke punt, maar goed: zelf zou ik het iemand zeker niet kwalijk nemen als hij een randbemerking plaatst zodat er ineens er een hele draad op mijn blog staat.
Al was het maar ter registratie plaats ik hier die eerste opmerking van mezelf opnieuw, maar wie wil weten hoe het verder gaat verwijs ik naar Geerts Econoshock:
http://www.econoshock.be/2009/de-ierse-route/
Mijn eigen postje ging als volgt:
"Wat ik over “Ierland en de crisis” wel eens zou willen weten is het volgende.
We hebben lange tijd vernomen dat het Ierse mirakel het gevolg was van een bepaald soort liberale politiek: terugdringen van overheidsingrepen, vrij ondernemersschap enzovoort.
Op dit punt wil ik er wel op wijzen: iedereen kan van mij op het internet een tienjarig spoor terugvinden, waarin ik de voordelen van vrije markten bezing, (vaak bitsige) discussies met (”tegen”) communisten voer, relatief recent luid juichend Friedrich Hayek ontdek, enzovoort. Alleen vond ik, puur intuïtief, dat het verband tussen het Iers mirakel en het liberaal beleid nogal gemakkelijk getrokken werd.
Dus als we nu vaak vernemen dat de overheid de schuld is van de bankencrisis, en verder dat Ierland zwaar getroffen is door de bankencrisis, en verder dat Ierland staat waar het staat dank zij het liberaal beleid… dan lijkt me dat er enkele stukjes van mijn puzzel ontbreken.
Ikzelf zou het “vrije markt” denken willen versterken. Ik heb het altijd erg zwak gevonden om het telkens weer zonder veel kritisch denken aan successen te koppelen. Volgens mij is het een goed moment om na te denken over de beperkingen van het model. Veel zullen we niet bereiken door steeds krampachtiger verhalen te vertellen over hoe “we” toch gelijk hadden. Om te leren van tekortkomingen moet je natuurlijk wel eerst je tekortkomingen kunnen inzien."
Iedereen die denkt er iets zinnigs over te kunnen zeggen wil ik signaleren dat er op Geerts blog veel meer mensen het zullen zien dan hier. A bon entendeur...
vrijdag 17 april 2009
Afgaan op het uiterlijk
http://www.youtube.com/watch?v=9z0h1NNk1Ik&feature=bz302
Maar hier is het verhaal in mensentaal. Het is een tv-programma waarin "talent" zichzelf komt voorstellen aan een professionele jury. Nu heeft iedereen wel eens een dergelijk programma gezien, en hoewel je af en toe verbaasd bent over sommige amateurs allemaal kunnen is de conclusie meestal toch eerder een zuchtend "er loopt wat rond...". Wat ze niet belet allemaal te vinden dat ze heel erg goed zijn; anders deden ze immers niet eens mee.
Dus het zoveelste speciment wandelt, of beter gezegd, waggelt het podium op, en je ziet de drie juryleden denken: "hoe heette toch ook weer dat uitgestorven zoogdier, ze leken ook op olifanten en ze waren ook groter en plomper?". Maar goed, ze hebben er zo al heel veel zien passeren, en ze stellen beleefde de standaardvragen: hoe heet je, waar woon je, hoe oud ben je...
De mevrouw blijkt 47 jaar oud te zijn, en opnieuw, je ziet ze denken... Maar je moet zelf maar eens naar het filmpje kijken. Je ziet letterlijk rollende ogen, blazende monden, zo van "en hier gaan wij een hele song lang naar moeten luisteren...". En als ze op de vraag "wat is je droom" zegt "ik wil een professionele zangeres zijn" dan zit het publiek haar recht in haar gezicht uit te lachen. Maar goed, ze mag aan haar nummertje beginnen, en let vooral goed op die verbijsterde gezichten van de juryleden: "oh my God, wat hebben ze nu losgelaten?", en de man rechts die duidelijk van plan is het allemaal zéér gelaten te ondergaan.
En ze zingt haar eerste zin en weer komt dat gezicht van dat ene jurylid in beeld - terwijl jij die stem dus al een volle zin hebt gehoord - met nog altijd iets van die gelatenheid op zijn gezicht... En dan zie je die wenkbrauwen omhoog gaan, en je ziet die ogen zich opensperren, en dan springt het beeld naar de dame in het midden die nog maar pas meewarig zat te glimlachen en op wiens gezicht intussen al een uitdrukking van totale verrassing is verschenen. En haar mond valt letterlijk open! Het derde jurylid zie je pas als de tweede zin al gezongen is, en hij zit breed lachend met het nu al opgetogen klappende publiek mee te applaudisseren. De camera glijdt over dat publiek en je ziet dan al ongeveer de helft - dat zijn nog steeds diezelfde mensen die tien seconden daarvoor Het Nijlpaard nog zaten uit te lachen - uit hun stoel komen voor een staande ovatie.
Wel, je moet zelf maar eens kijken, zeker als je een beetje muziek kan smaken. Die gezichten van die jury: ongeloof, verbazing, verrassing, verrukking, en al die tijd die stem, van een soort die je toch echt maar heel af en toe te horen krijgt, en die opstijgt uit iemand waar je nooit of nooit een tweede keer naar gekeken zou hebben.
En op een paar dagen tijd is ze een wereldberoemdheid, en staat ze op sites als CNN en weet ik wat allemaal meer. Als je je ooit had afgevraagd waar dat cliché van "nooit op een uiterlijk afgaan" voor dient...
donderdag 16 april 2009
Meer bij "joden en Perzen"
Eén van de invalshoeken is intussen wel degelijk hedendaagse actualiteit. De "Perzen", dat zijn nu eenmaal de inwoners van het huidige Iran. En de "joden", die hebben een staat in het huidige Israel. En het zal lastig zijn (niet onmogelijk, maar toch lastig) twee staten te vinden die meer wederzijdse dreigementen uitwisselen dan uitgerekend Iran en Israel. En dus is het onderwerp alleen al vanuit dat standpunt uiterst boeiend. Uitgerekend de twee volkeren van die oeroude periode die tot op de dag van vandaag bestaan, en vriendschapsbanden onderhielden dat je de invloeden van de één nog herkenbaar bij de ander terugvindt, vliegen nu naar elkaars keel om de wereld voor nucleaire oorlogen te doen vrezen.
Maar hoe ze dat nu juist voor elkaar kregen is niet eens wat ik het meest "zou willen weten". Er is ook nog het aspect "oude geschiedenis" zelf. Waar stonden destijds die joden en Perzen precies in hun spirituele ontwikkeling? Wij, erfgenamen van het Christendom, bezitten uitgebreide bibliotheken over dat onderwerp, vol "experten die mekaar tegenspreken", alsook het "politiek" gemotiveerd discours waarover de "te defensieve post" het al had. Met andere woorden, we "weten" er wel erg veel over, maar het is toch altijd weer het "weten" van wat we willen "weten". Om maar een voorbeeld te noemen, Karen Armstrong vertelt in het boek waarover ik het laatst had (2) dat de joden in de periode voorafgaand aan de ballingschap nog maar tot een zeer dubieus "monotheïsme" waren gekomen. Jahweh was een soort stadsstaatsgod, zoals er in die periode en die plaats een hoop waren. De Phoenicische Baal op kop, maar ik denk wel dat ik er in een wip nog wat meer bij elkaar heb. En er is nu eenmaal een groot verschil tussen "de priesters vinden dat de andere goden niet aanbeden mogen worden" en "de priesters prediken dat de andere goden niet bestaan". Dus hoe zat dat nu precies?
Tenslotte, naast de hedendaagse actualiteit en de eruditie van de "oude geschiedenis" is er nog de dramatiek van de (noem het) demonologie. We weten allemaal (denk ik toch) dat het Christendom uitpuilt van de engelen en heiligen, en we weten veel minder (ik kan me vergissen, natuurlijk) dat daarin uitgewerkte hiërarchieën (Daar! Een woord met twéé koppeltekens: nu gij!) bestaan met "engelen" en "aartsengelen" en "machten" en "tronen" en ik vergeet er nog een hele serie.Voor zover we er iets van weten zien we dat als middeleeuwse uitvindingen - in de bijbel vinden we er alvast niet veel van terug. Maar ergens zegt iets me zeer vaag dat dat één van die Perzische invloeden is - waar of niet?
En naast de engelen en heiligen zijn er de nog veel spannender duivels en demonen! Ik weet nog dat ik me als speler van "Advanced Dungeons & Dragons" destijds bijzonder interesseerde voor figuren als Belial en consoorten - maar daar voel je al snel precies die antieke Phoenicische en Kanaänitische concurrenten van Jahweh weer opduiken. De goden van de vijandige volkeren waren natuurlijk al snel de duivels van het Uitverkoren Volk - of alweer nuance: ook dat is nu juist één van de dingen die ik graag had willen weten. Want ook daarvan heb ik me ergens laten vertellen dat je er veel Perzische invloeden in terugvindt.
Zuiver intuïtief, dus, neem ik aan dat we daar veel meer over zouden weten, als we de geschiedenis van die heel oude Perzen, nog voor die eerste dynastie van de Achaemeniden, zo'n beetje kenden, en wel vanuit cultureel-spiritueel oogpunt. En ja, ik neem ook aan dat wie een beetje zoekt ook op een wip een hele bibliografie bij elkaar heeft. Maar een bibliografie bij elkaar vinden is momenteel niet het probleem. Het probleem is in deze periode van zéér schaarse vrije tijd te weten welk onderdeel daarvan bovenaan de stapel boeken die ik aan het (her)lezen ben mag komen te liggen.
Maar ik blijf hopen.
----------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/04/dingen-die-graag-had-willen-weten-van.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2009/02/karen-armstrong.html
woensdag 15 april 2009
En dat kan allemaal zomaar...
http://lvb.net/item/7286
Daar vernemen we dat de kinderen het volgende hebben geleerd:
"In de Wero-lessen werkten we rond Koning Rusttevree uit het nette en mooie land Intepedinte. Maar ook met het land van de geldwolven, het land van Koning Douwdzjoons, waar alles vervuild en vies was."
En na die sneer naar "de geldwolven van de Dow Jones" vernemen we ook nog dat "Piecegrientje" als held die geldwolven wist te overwinnen, of nog beter zelfs, "tot inkeer te brengen".
En ik moet zeggen, mijn maag gaat er even hard van keren als die van LVB. Ik moest aan iets denken waarvan ik wel weet dat het nog veel erger is - altijd voor zover het allemaal waar is, natuurlijk - maar volgens een Israeliër die bij mij een grote geloofwaardigheid heeft staan de tekstboeken van Palestijnse schoolkinderen vol formules als "één dode Israeli plus één dode Israeli is gelijk aan twee..." enzovoort. Het Belgische "schoolwerk"mag honderd keer minder bloederig zijn, maar als propagandatruc komt het uit dezelfde school. Bweikk.
Sommigen zullen zeggen - er is er tenslotte al één die dat in de commentaren van LVB ook werkelijk zegt - dat dat allemaal niet zo belangrijk is, en dat de kindjes immers toch niet weten waar het over gaat, enzovoort. Nu is dat misschien zelfs goed bedoeld, maar het blijft fout. Precies zoals LVB zegt is de kunst van de indoctrinatie nu juist om associaties te leggen waar het bewust denken er geen heeft. Zoals ook de commentator onmiddellijk zal inzien zodra hij bedenkt: als dat dan toch allemaal zonder enig effect is: waarom doen de makers dan zoveel moeite om uitgerekend niet-vertrouwde klanken als "Dow Jones" en "Greenpeace" in de geesten te sijpelen?
Minstens zo erg is dat het propaganda van het niveau "de Aarde is plat" is. Het is hier op dit blog al vaak het onderwerp geweest, dus ik herinner summier: de hele menselijke geschiedenis lang is de mensheid wanhopig arm geweest, met levensverwachtingen bij geboorte van minder dan 30 jaar, een kans van tien percent om te sterven in het kraambed, voortdurend weerloos tegen epidemieën of gewoon longontsteking, en als je tandpijn had (om van serieuze operaties te zwijgen) gedenk dan dat de verdoving uitgevonden is in de Westers kapitalistische negentiende eeuw. En sorry beste makers van dat soort programma's, maar er is maar één (1) uitzondering op die millennia durende vermorzelende armoede, en dat is het Westen van na de Industriële Revolutie.
Het zou niet de eerste keer zijn dat sommige mensen ietwat beteuterd van deze kennis op de hoogte raakten. Het zou ook niet de eerste keer zijn dat ze dan heel hard beginnen te spartelen, en dingen verklaren zoals dat er "vandaag veel meer hongersnoden zijn dan vroeger in Indië" (hetgeen ongetwijfeld de verklaring is van het feit dat de levensverwachting in Indië is gestegen van (uit het blote hoofd) 30 in 1,900 naar (ook uit het blote hoofd) 60 in 2,000). En als ze na nieuwe dosissen kennis ook nog beginnen te schelden, dan zijn alle condities vervuld, en dan zijn ze doodgewoon "dom links".
Maar eenmaal je al die dingen - en het gaat heus om zeer simpele, zeer eenvoudig aan te leren historische gebeurtenissen - wèl weet, dan zie je ook wel wat voor gevaarlijke propaganda hier achter schuilt. Ik geef toe dat ik moet rekening houden met de mogelijkheid dat die mensen gewoon niet beter weten, maar zeg nu zelf. Verwacht je dat ik onder dat motto zou goedvinden dat, bijvoorbeeld, kleuter Sarah op school krijgt opgelepeld dat de Aarde plat is, dat aderlatingen een deskundige medische praktijk zijn en dat de kindjes worden gebracht door de ooievaar? En als je dat niet verwacht, dan verwacht je toch ook niet dat ik het soort ideeën wil laten propageren die me zowat de beste garantie lijken voor een terugval naar de middeleeuwen?
En toch kan dat allemaal zomaar, en is het blijkbaar al tien jaar bezig. En over de mogelijkheid dat de makers wel degelijk goed weten wat ze allemaal aan het uitspoken zijn heb ik dan nog huiverend gezwegen...