zondag 20 januari 2008

Hoe lang duurt het "nu"?

De lezer herkent zeker de vraag? Het is één van die filosofische oefeningen die u en ik geregeld ondernamen toen we, pakweg, vijf jaar oud waren. Zoals "wat is het grootste getal?" en "hoe kan de ruimte oneindig zijn?" en "wanneer begon de tijd?" en vele andere.

Hier is de wortel van het probleem. We weten welke combinatie vorige week uitkwam in de lotto en we weten wie de verkiezing van 100 jaar geleden won. We herinneren ons vaag van wanneer de laatste overwinning van de Rode Duivels dateert en wanneer de dinosaurussen uitstierven en we weten wat de beurs de laatste honderd jaar gedaan heeft. We weten daarentegen niet (per analogie) wat volgende week de lotto zal winnen, wie de volgende president wordt etcetera. Er is een verschil tussen "verleden" en "toekomst"; een verschil dat tastbaar is door het verschil in kennis dat we over die twee hebben. En verder is het verschil tastbaar aan de hand van kinderen die groeien, wijzelf die ouder worden, eieren die wel kunnen breken maar nooit uit een hoop struif kunnen her-ontstaan, enzovoort.

Tenslotte is er tussen die twee een soort glijdend punt dat maakt dat de regio "verleden" steeds groter wordt en de regio "toekomst" steeds kleiner: tenminste voor zover die twee regio's niet "oneindig" zijn (maar dat introduceert alleen maar een nieuw probleem voor vijfjarige filosofen). Caesar wist nog niet wie in 1,000 AD de paus ging zijn, en ons interesseert het al niet meer. Dat glijdend punt noemen we het "nu", het moment dat we voortdurend beleven en de scheiding tussen "verleden" en "toekomst" vormt.

Mijn vraag is hoe lang dat "nu" duurt. Als het twee onderscheiden gebieden scheidt, en we vanzelfsprekend vinden dat we weten wanneer iets "nog" in de toekomst ligt, en wanneer het "al" in het verleden ligt, dan verwachten we toch dat we toch ook dat we weten hoe lang het duurt?

Onze kleinste operationele, dagdagelijkse tijdseenheid is de seconde. Misschien duurt het "nu" één seconde? Bijvoorbeeld, we steken een lucifer aan, en de ene seconde zie je enkele vonken, de volgende is er een opflakkerende mini-explosie en de seconde daarna is er een vlammetje aan een stukje hout. Dus zeg dat het "nu" het moment is waarom dat vlammetje opflakkert.

Alleen heeft ook het opflakkeren een begin, een hoogtepunt en een einde waarin de explosie zich omzet in een vlammetje. En dan ligt, vanuit het standpunt van het hoogtepunt, het "begin" al in het verleden, en het "einde" al in de toekomst. En als er binnen één seconde een verleden en een toekomst te onderscheiden zijn, terwijl het "nu" de scheiding van die twee is, dan duurt het "nu" korter dan die ene seconde.

Maar zo kan je elke duurtijd die je tot het "nu" uitroept verder opdelen tot steeds kleinere eenheden, waardoor het verleden en de toekomst steeds dichter bij elkaar komen, tot er helemaal geen ruimte meer overblijft... Terwijl, als het zo'n overduidelijke scheiding voorstelt het toch een fysische realiteit moet hebben? Of hebben we redenen om het probleem niet in een objectieve, maar wel subjectieve realiteit te zoeken?

Als je wat speelt met dat opdelen arriveer je bij processen van zulke korte duur dat je zou gaan vinden dat het "nu" langer duurt dan die hyperkorte tijdsspannes. Dat suggereert inderdaad dat het in sterke mate een subjectieve beleving is. Het is een "puur verbale kwestie"! Op welke beleving willen we welk woord toepassen - en we hebben al meer voorbeelden gezien van hoe daarmee problemen kunnen ontstaan (1). Als je uit het bestaan van een woord afleidt dat er aan dat woord onafhankelijke, absolute realiteiten beantwoorden kan je zomaar het gevoel krijgen dat het "kip en ei probleem" een serieuze kwestie is!

Maar van welke achterliggende realiteit is het "nu" dan een beleving? Welke betekenis hebben "verleden" en "toekomst" nog, als die termen niet slaan op ons intuïtief begrip van een tijdsverloop dat uniform verloopt? Opeens moet ik terugdenken aan een eerdere post over een gelijkaardig onderwerp (2). Uit een boekje van Brian Greene had ik meegenomen dat "verleden" en "toekomst" een uitdrukking van "entropie" zijn. Immers, als wanorde over tijd toeneemt, kan je even goed zeggen dat toenemende wanorde samenvalt met verlopende tijd. (En het klopt nog met "dt = dr/S" (3) ook!) Het hele waarneembare universum bevindt zich in een toestand van onevenwicht, waarbij de wanorde laag lag, zodat we nu volop bezig zijn terug te keren naar de normale toestand. En dat geeft een zodanig dwingende richting aan de processen, dat we tijd altijd als universeel lopend in één richting ervaren. Op dat ervaren plakken we vervolgens met ons onhandig en onbeholpen apenbrein woorden, en voor we het weten geloven we dat er achter die woorden absolute realiteiten verscholen zitten. Geen wonder dat we er niet uitkomen met vragen als hoe lang het "nu" duurt...

-----------------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/een-puur-verbale-kwestie.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/puur-verbale-kwesties-nog-een.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/entropie-een-nieuw-inzicht.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/07/filosferen-over-ruimte-en-tijd.html

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Welke opleiding/werk heb jij eigenlijk? Filosofie? Economie? Ik zou raden Economie met filosofische aspiraties?

Koen Robeys zei

Anoniem: ik beloof een fatsoenlijke reactie als jij belooft een herkenbare nickname te gebruiken. (Dit is een heel serieus bedoelde vraag, je mag heus achter je nick "anoniem" blijven, maar ik zou het echt graag weten als bepaalde reacties van bepaalde terugkerende lezers komen: uit eerlijke belangstelling!)

En in afwachting vind ik dat ik in vergelijking al genoeg "anonimiteit" heb opgegeven :-)

Anoniem zei

Je hebt gelijk, maar een identiteit is iets heel formeel op internet. Doch, ik zal me voortaan als "Dagobert" kenbaar maken

Anoniem zei

Vanuit wiskundig standpunt is deze vraag even zinvol of onzinvol dan te vragen hoe dik een punt is, of als ik me op een lijn bevind, waar ben ik precies (tov de linkse punten of tov de rechtse punten, of om meer in tijdtermen te spreken, tov de punten voor mij, en tov de punten achter mij).
Interessant wordt het wel als je het meten van tijd gaat bekijken, en de nauwkeurigheid die we daarin (al dan niet) halen. Dan kom je in de quantumfysica terecht. Ook leuk is het dat sommige 'science fiction' wetenschappers speculeren op het bestaan van een tijdsquantum, en dan heb je een precies antwoord op je vraag...

Anoniem zei

Planck-tijd: theoretisch of echt?

Koen Robeys zei

Dagobert: Opleiding, ik ben licentiaat in de Rechten, dan in de bankwereld terechtgekomen, en als werkende mens ook nog licentiaat in de filosofie geworden.

Niet omdat ik filosofie zo doodsaai vond, natuurlijk.

Werk: zoals ik al zei, in de bankwereld waar ik in de financiële markten (om precies te zijn: de wisselmarkten) ben beland. En zoals dat gaat met filosofen, ze filosferen over wat ze meemaken, en ziedaar...

Koen Robeys zei

Tonny: uiteindelijk denk ik dat het een "verbale kwestie" zal zijn, zodat het (subjectieve) "nu" wel langer kan duren dan een (objectief) "kortste tijdseenheid".

Maar natuurlijk is het allemaal een tikje academisch, om het zacht uit te drukken...

Anoniem zei

Koen,

je begrijpt wel dat ik door mijn opleiding (ir) alle subjectiviteit probeer te vermijden :=)