vrijdag 25 januari 2008

"artificiëel leven": een "ethisch probleem"?

Verschillende nieuwssites maken melding van "wetenschappers die een nieuwe stap hebben gezet naar de ontwikkeling van artificiëel leven". Tegelijk maken ze melding van "critici" van dat soort projecten, die daarbij "ethische bezwaren" hebben.

Als voorbeelden daarvan citeren ze vragen als "hoe zal artificiëel leven interageren met de rest van de natuur, eenmaal het daarin terecht komt?". En dat vind ik echt wel goede vragen: hoe gevaarlijk zijn al die spullen, en wie beslist over dat soort dingen, en hoe belissen ze daarover? Alleen vind ik dat geen ethische vragen. Ik vind dat zeer praktische vragen, of technische vragen, zoals de vraag hoe gevaarlijk een nieuw geneesmiddel is. Pas wanneer je wéét dat het gevaarlijk is rijzen vragen rond ethiek: wat is "goed en kwaad" als een veelbelovend geneesmiddel toch gevaarlijk is (1)?

Echte "ethische bezwaren" rond artificiëel leven rijzen meestal bij varianten op "God heeft leven gemaakt en het komt de mens niet toe... enzovoort". (In feite, schiet me te binnen, vind ik dat ook geen "echte ethische bezwaren", omdat ik het kwezelarij vind, maar laat me even doen alsof.) Laat me aannemen dat we één of andere fatsoenlijke theologische of metafysische theorie hebben waaruit plausibel volgt dat er aan de natuur beter niet mag geprutst worden. In dat geval (probeer ik de redenering te reconstrueren) is er geen beter voorbeeld te bedenken van prutsen aan de natuur dan artificiëel leven creëren, nietwaar?

Wel, voor mij is dit een luchtspiegeling. Of beter gezegd, een "puur verbale kwestie" (2). Leven is een proces dat zich afspeelt op een materiële wereld. Het is een manier waarop bepaalde bouwstenen - simpele atomen en moleculen - gerangschikt en georganizeerd zijn in veel complexere systemen, zodanig dat het geheel zichzelf in stand houdt (tijdelijk, natuurlijk: alle "leven" eindigt met "dood"), en copieën van zichzelf kan maken... en al dan niet met nog een paar soortgelijke criteria noemen we die verschijningsvormen van materie "leven". De reden waarom daar zoveel verwarring rond ontstaat is analoog met wat er zou gebeuren als je het spectrum van alle tinten grijs moest beschrijven terwijl de enige woorden in je woordenschat "wit" en "zwart" waren. Je zou verplicht zijn ergens een grens te trekken. Maar die grens zou nogal arbitrair zijn, en zou even goed een beetje naar licht of donker kunnen opschuiven: en van het ene moment op het andere zou iets dat je eerst "wit" noemde veranderd zijn in "zwart", zonder dat er ook maar iets in de realiteit was veranderd. Puur een verbale kwestie!

Maar als "leven" die zeer complex georganizeerde materie is, afhankelijk van onze criteria, dan hebben we een woordenschat van twee woorden voor de hele waaier van alles tussen één enkel atoom, en alle atomen (en bijhorende verbindingen en interacties) in, pakweg, een mens. Natuurlijk is onze beslissing waar precies op dat zeer brede spectrum we het woord "leven" willen gebruiken niet iets dat ook maar een iota aan de realiteit zelf verandert. Het onderscheid tussen "leven" en "dood" waar theologische theorieën zo huiverachtig tegenover staan verdampt en het enige wat overblijft is wat het effect kan zijn van een ingreep in zeer complexe materie.

Nu als je gewoon de stelling "het mag niet" wil doorduwen, zonder dat je fysiek geweld kan gebruiken om het af te dwingen, dan blijft er niet zoveel over. Tenzij, neem ik aan, proberen je medemens af te dreigen met hel en verdoemenis. Meer theologie om de theologie te ondersteunen...

--------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/constant-gardener-suite-maar-fin.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/puur-verbale-kwesties-nog-een.html

1 opmerking:

Anoniem zei

Toch ook nog even op deze overpeinzingen reageren. Ik kan je over de hele lijn volgen. Wat deze wetenschappers door het hersamenstellen van een volledig bacteriëel DNA hebben gepresteerd is een puur materiële verwezenlijking die volgt uit onze voorlopig zeer schamele inzichten in de werking van levende cellen. Er is niets beangstigend aan of verbluffend, er stelt zich alleen heel misschien een vraag van veiligheid als men niet zorgzaam zou zijn.
Maar er is ook een simpele reden waardoor mensen overtrokken reageren op deze wetenschappelijk prestatie: ze wordt namelijk gehypt als zijnde iets wat ze niet is. Er is geen nagemaakte levende bacterie geconstrueerd en dat valt ook niet te verwachten in de door ons te overziene toekomst. De wetenschappers hebben gekende commerciële stukjes DNA (die uit levende wezens zijn verkregen) laten aaneenrijgen door de bacterie E. coli door ze er mee te injecteren. De bacterie bleek een kwartje van de fragmenten correct aaneen te hebben gezet zonder dat de wetenschappers daar de hand in hadden. Waarom? Dat weten de onderzoekers niet. Ze injecteerden het resultaat dan maar met de andere fragmenten in gistcellen en die bleken de rest van de fragmenten in de juiste volgorde te plaatsen. Waarom? Ook dat weten de onderzoekers niet. Het resultaat is een volledig ring-DNA van een gekende bacterie. DNA is slechts een organel dat alleen zinvol is binnen een cel. Rest dus nog om dit DNA binnen te brengen in een cel en hopen dat die zich kan vermeerderen. Dat is nog niet gebeurd. Maar in dit hele verhaal is van artificieel leven geen sprake. Tot nog toe kennen we maar 1 levensvorm die zich al enkele miljarden jaren weet te reproduceren door materie en energie op te nemen en af te geven. Ook al is dit een materieel proces: nooit zijn wij er in geslaagd een dergelijk proces op te starten. En ook deze wetenschappers hebben alleen een klein beetje inzicht toegevoegd in dit reproductieproces van het enig gekende leven. Maar als boven ieder krantenartikel staat dat men voor god heeft gespeeld, en men suggereert dat wetenschappers zomaar eventjes 500.000 baseparen eigenhandig hebben geschikt tot een levend wezen.. Tsja, zoiets is mikken op sensatie en de mensen essentieel inzicht onthouden. We weten al een paar honderd jaar dat het leven een zuiver materiële en kenbare basis heeft. Maar weten ook dat het leven vooralsnog een volstrekte uniciteit bezit en dat onze kennis volstrekt onvoldoende is om die uniciteit te doorbreken. Men moet de lezer dan ook het omgekeerde niet wijsmaken.