zondag 13 januari 2008

Kopernikus en Darwin

Als kerstgeschenk heb ik een boek van Lee Smolin (1) gekregen: The Trouble with Physics, The Rise of String Theory, the Fall of a Science and What Comes Next, 2,006. Nog maar pas begonnen (dit is hoofdstuk 2) valt me iets op dat me doet terugdenken aan een veel eerdere post (2) hier, over verschuivingen die ons conceptueel denken soms doormaakt, "van periferie naar centrum" (en terug).

In de tijd van Kopernikus - de zestiende eeuw - was er een hemel met allerlei merkwaardige objecten. De zon, de maan, en er waren sterren en er waren planeten. Ziedaar, vier uit het blote hoofd, en ik ben niet eens een kenner van de geschiedenis van de sterrenkunde. Overigens was de hemel ook de woonplaats Gods met bijhorende engelen en heiligen, dus er was ook een hoop metafysica (3) in het spel. Kopernikus voerde vervolgens het standaardvoorbeeld van mijn "periferie - centrum" verhaal uit; de "Kopernikaanse Revolutie". Niet langer stond tegenover de hemel (met die objecten) de Aarde in het centrum. Integendeel verschoof de zon naar het centrum, en werd de Aarde een "perifeer" geval; het werd "één van de planeten". Daar hoort ook nog een verklaring bij waarom wij dat "perifeer geval" zo vlot verkeerd als het centrum zagen - zeg dat de relatieve snelheid van de beweging te traag was om waar te nemen.

Ikzelf heb vaak nagedacht over een heel andere "Kopernikaanse Revolutie", namelijk die van Darwin in de negentiende eeuw. Voorafgaand aan Darwin stond de mens aan het hoofd van een levende wereld, met onder hem de dieren, de planten, de stenen en de filosofen (vrij naar Godfried Bomans). Met Darwin verschoof de mens weg uit dat centrum, en werd hij een "perifeer geval". De mens stond midden tussen de dieren en was gewoon één van de 200 soorten apen. En ook hier valt vrij gemakkelijk te begrijpen hoe we ons op zulke schaal illusies hebben kunnen maken: trek een aap een pak en een das aan, en hij lijkt niet meer zo erg op een aap als daarvoor.

Smolin voegt aan dat vriendelijke, eenvoudige beeld voor amateurs toe dat je het allemaal veel verder kan drijven. Als, dus, de Aarde gewoon één van de planeten was en bewoog rond de zon, dan moesten de sterren aan de hemel (dat was toen nog steeds die zwarte koepel waarachter zich God en de rest bevond) heel veel snellere bewegingen vertonen dan ze in werkelijkheid vertonen: want in werkelijkheid staan ze (zo goed als) stil. En dat kan onmogelijk als ze zich pakweg ter hoogte van Uranus bevinden EN de Aarde zelf ook om de zon draait.

De enige verklaring daarvoor kon zijn dat ze heel, heel en nog eens heel veel verder weg stonden dan dat beeld met de hemel (met God etc.) "vlak" boven ons suggereerde. Dus volgde uit Kopernikus' beeld veel meer dan alleen "de Aarde beweegt". De kosmos werd enorm veel groter, de hemel bevond zich niet daar waar we gedacht hadden, en overigens waren de sterren dan niet langer lichtpuntjes van ontsnappend hemels licht maar wel gigantische vuurbollen - kortom, ze waren waarschijnlijk zelf ook zonnen. En dan leefden daar wellicht ook mensen, dus hoe kon Jezus dan in een unieke daad de Redding van de mensheid op zo'n achterafvlek als de Aarde gerealizeerd hebben...?

Kortom, de problemen van Kopernikus (en eigenlijk beter gezegd: van Galileï) kwamen van veel dieper dan alleen maar "oei, de Aarde beweegt"": "metafysica".

Maar al die consequenties hingen dus wel af van dat ene, nogal absurd lijkende idee: de Aarde is een planeet, en beweegt dus.

Als ik nu terug naar mijn favoriet voorbeeld stap, dan geldt daar precies hetzelfde. Het wereldbeeld van die tijd zat niet met een ruimte die veel te klein was, maar wel met een tijd die veel te kort was. Indien de evolutietheorie waar was, dan was daar zoveel tijd voor nodig dat de Aarde onmogelijk 300 miljoen jaar oud kon zijn, hoewel de wetenschap in de negentiende eeuw dacht dat de Aarde 300 mio jaar jaar oud was. En zo vloeide uit de theorie niet alleen voort dat de mens een aap was, maar ook dat het universum veel ouder was dan gedacht, dat God blijkbaar "naar zijn beeld" een aap had geschapen, dat het proces geen enkele doelgerichtheid vertoonde en bijgevolg dat het ontstaan van de mens ook niet een daad van "Goddelijke liefde" kon zijn...

En weer zie je dat de problemen tussen "geloof" en "wetenschap" veel dieper zitten dan je soms zou verwachten. Dat we een aap tussen de apen zijn was misschien gemakkelijker te pruimen geweest als God dat tenminste zo in elkaar had gezet dat wij nog steeds een bewust resultaat waren.

Dat verhaal van "periferie-centrum" drukt ongetwijfeld al uit welke schokken zich af en toe bewegen door het inzicht van de mens in zijn universum . Maar zelfs als je dat al weet is het niet moeilijk voorbeelden te bedenken van hoe die schokken nog veel groter waren dan je dacht te weten. Maar oeps - begint dat er nu niet netjes circulair uit te zien?

--------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/08/kosmologische-natuurlijke-selectie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/09/periferie-en-centrum.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/04/de-metafyscia-van-het-persjonkelen.html

Geen opmerkingen: