woensdag 23 augustus 2006

Islam: Ups en Downs

Op het blog van LVB staat weer een draad over een nogal actueel onderwerp (1) De vraag is of de huidige achterlijkheid van veel Islamlanden, zowel in materiële zin (bekijk de cijfers) als in spirituele zin (de grote charismatische figuur is Bin Laden) "inherent" aan de "cultuur" is, dan wel een historisch verschijnsel dat er vandaag zus uitziet, maar morgen weer zo kan zijn.

De geregelde lezer van dit blog weet natuurlijk al lang dat, aangenomen dat je de geschiedenis op een schaal bekijkt die een béétje langer is dan je eigen neus, historische golfbewegingen (2) een veel betere kandidaat lijken dan de "inferieure cultuur" van de Islam. En gebaseerd op simpele historische feiten kunnen we zien dat, inderdaad, de Islam gedurende de 1,400 jaar dat ze bestaan verschillende grote bloeiperiodes heeft gekend, en dat minstens één daarvan voorkwam in een periode (zeg: de eeuwen voor het jaar 1,000 AD) waarin het het het Westen was dat tot relatieve (en grotendeels absolute ook, trouwens) barbarij was vervallen (3).

Nu is het zo dat in tijden van politieke spanning tussen twee culturen (nu, dus) de neiging tot inhoudsloos loeien en schelden ("islamfascisme" vandaag, "Untermensch" een paar generaties geleden, "ketters" nog wat langer geleden, enzovoort) vermenigvuldigt zoals de broden en vissen. Maar in de draad in kwestie gaat het er (vooralsnog, tenminste) heel redelijk aan toe. Zo hebben we commentator "Bart" die iets opmerkt dat we meteen zien passen in het bovenstaande, maar dat intussen wel doodeenvoudig waar is:

"hé jongens, je moet gewoon het aantal uitvindingen van de arabische wereld en het aantal patenten dat zij hebben, het aantal wereldmerken die ze hebben opgebouwd even optellen. En dat dan vergelijken met een bevolking van pakweg Zweden. Zweden heeft meer gedaan dan de hele maghrebwereld."

Het punt is dus niet dat dit niet klopt, want het klopt wel. Het punt is dat veel mensen uit de hoek die ik "dom rechts" ben gaan noemen daarvan iets maken dat er doodeenvoudig niet is. Ik stel voor dat je in gedachten een kort lijstje maakt met wat voorbeelden van "grote beschavingen" uit het verleden. De Romeinen, Chinezen, Maya's en Babyloniërs? Uitstekend, we tellen van al deze grote beschavingen het aantal patenten op, enzovoort enzoverder, en de conclusie is zeer simpel: Alle (A - L - L - E) zogenaamde "grote beschavingen" uit het verleden zinken qua materiële (sociaal-economische) prestaties zo in het niets vergeleken bij het Westen van, zeg, sinds de tweede helft van de negentiende eeuw, dat je ze allemaal met Barts opmerking kan afschrijven. Het klopt met andere woorden wel, maar niet omdat we hier een revolutionaire ontdekking hebben gedaan, die ons de "inferioriteit" van de Islam doet inzien. Het klopt omdat het gewoon een toepassing is van een simpele historische realiteit; een universeel kenmerk van alle menselijke beschavingen van de laatste zes millennia, tot en met de Westerse beschavingen van die periodes.

Dus indien luidkeels geëist wordt dat de Arabische cultuur een serie patenten kan voorleggen, terwijl soortgelijke eisen niet worden gesteld van alle anderen, dan proberen ze met twee maten en twee gewichten te wegen, in de hoop dat niemand iets in de gaten heeft (en in de zekerheid dat hun aanhangers het zeker niet in de gaten zullen hebben: als iemand iets wil geloven, dan zal hij het geloven.) Daarentegen, indien iemand er gewoon op wil wijzen dat Het Westen sinds enkele eeuwen dingen heeft gedaan die andere beschavingen, zoals bijvoorbeeld de Islam, niet hebben gedaan, dan is dat doodeenvoudig juist.

Een veel voorkomende variant daarop is een vraag waar de discussie bij LVB ook in terecht komt - maar eens temeer, op een manier, die gegeven de emotionaliteit waarop het onderwerp gewoonlijk kan rekenen verbazingwekkend genuanceerd is. We krijgen namelijk de vraag of de toenmalige grote prestaties van de Islam-beschavingen wel "origineel" zijn, en niet "eigenlijk" aan (zeg) de Grieken of de Indiërs te danken zijn. En ik durf wedden dat het antwoord is dat gemakkelijk 90% van de voorbeelden die ze opgeven "ontleend" zullen geweest zijn aan anderen. En weet je hoe ik daar zo gerust in kan zijn? Omdat alle beschavingen van het verleden een heel groot deel van hun prestaties te danken hebben aan "ontleende" elementen van andere culturen. (De "90%" is alleen maar het (uit het blote hoofd onthouden) cijfer dat ik in gedachten heb, nu ik niet meer zo direct weet waar ik dat precies gelezen heb.)

Dus wat zou er nu gebeuren als de één of andere Chinese "eigen cultuur eerst" aanhanger in het jaar 1,500 AD de bewering te slikken kreeg dat Europa op het punt stond de wereld te veroveren? Ja, want ze hadden de boekdrukkunst uitgevonden?

"Europa??" zou hij zich in zijn thee verslikken, de "boekdrukkunst??? Maar, mijn arme vriend, de boekdrukkunst hebben ze van de Arabieren moeten leren; Baghdad was in de twaalfde of dertiende eeuw het West-Aziatische (je weet wel, waar Europa een moerassig schiereiland van is) centrum van de boekhandel, met industriële papierproductie en dergelijke secundaire industrieën. In die tijd waren de Europeanen (voor zover mogelijk) zelfs nog Barbaarser dan nu! En natuurlijk hebben die Arabieren dat ook niet zelf uitgevonden (hoewel ze misschien wel het papier hebben uitgevonden: zo'n Chinees in 1,500 weet dat natuurlijk ook niet allemaal van buiten) maar, in alle bescheidenheid, dat kunstje van ons (Chinezen) geleerd."

Dat is wat die Chinees zou zeggen, en hoewel hij een punt zou hebben, zou er meteen zo'n bescheiden glimlachende Indische Boeddhist klaarstaan, om er op te wijzen dat ook de Chinese "uitvinding" van de boekdrukkunst al een afkijken was van een Indische gewoonte om heilige teksten te "stempelen", op zijn beurt een afgeleide van de kledingindustrie.

Om maar te zeggen, we zijn weer op het punt waarop we alle kenmerken van de grote Islamculturen van het verleden kunnen afwimpelen, bijvoorbeeld omdat we er ons emotioneel goed bij voelen, maar daarvoor wel het systeem van de twee maten en gewichten zullen nodig hebben. Want volgens dit criterium is er geen enkele grote beschaving uit het verleden die veel eigen prestaties kan voorleggen - ze zullen allemaal massa's dingen ontleend hebben aan de Babyloniërs, de Phoeniciërs en de Egyptenaren (Het Grieks alfabet en de wiskunde! Alexandrië!). En dus kan je er al even weinig de "inferioriteit" van één enkele cultuur uit afleiden, als wanneer je erkent dat de Islamculturen van het verleden evengoed grote bloeiperiodes hebben gekend als al die andere beschavingen: het enige wat je voor ogen moet houden is dat de criteria waarmee je de ene beoordeelt, bruikbaar moeten zijn voor alle andere.

En natuurlijk ontstaat dan de ruimte waar wij, liberaal rechts, kunnen zeggen dat onze cultuur wel iets heel veel beter heeft gedaan dan alle andere beschavingen uit het verleden. Wij hebben een levensverwachting van tegen de 80, en niet langer 30; en wij kennen een kindersterfte van enkele promillen, en niet langer tientallen percenten, en bij ons heeft een vrouw geen kans van een tien percent om te sterven in het kraambed, zoals zo vaak en zo lang het geval is geweest. En eerlijk gezegd denk ik dat een aanwijzen van wat het Westen als beschaving werkelijk onderscheidt van al de rest, veel en veel overtuigender is wanneer het geen beroep moet doen op manoeuvres, verdraaiïngen, geloei en gescheld.
---------------------------------------------------------
(1) http://lvb.net/item/3289
(2 http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/convergentie-en-divergentie.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed-david-landes.html (bij noot 5)

dinsdag 22 augustus 2006

Evolutietheorie: een "ethisch" probleem?

Critici van de evolutietheorie, in het bijzonder wanneer ze uit religieus-fundamentalistische hoek komen, baseren hun kritiek wel eens op morele overwegingen. Verschillende soorten gedrag staan (zowel theoretisch als praktisch) in verband met het mechanisme van “natuurlijke selectie”. En dat gedrag gaat niet altijd over de snoezige oogjes van baby’s. Een hele waaier aan gedragingen ziet er heel wat minder hartverheffend uit, en wanneer blijkt dat ze eigenlijk voortvloeit uit “evolutie”, dan zijn de controverses vaak niet te tellen.

Laten we uit die waaier één voorbeeld uitkiezen: kindermoord. Ooit identificeerden we “evolutie” zo nauw met “het behoud van de soort”, dat we moord op de jongen van de eigen soort afwimpelden als afwijkend gedrag; het individu dat zoiets deed was gestoord. En dat ging mis naarmate bleek dat het vermoorden van kinderen ook een evolutionair voordeel kon opleveren – zolang je maar kinderen van een ander individu vermoordde. Want toen verschenen statistieken uit de dierenwereld (leeuwen, diverse soorten apen...) die precies dat toonden. Een mannetje versloeg een dominant individu – dat bijgevolg de vader van een hoop kinderen uit de troep was – en vermoordde vervolgens die kinderen omdat – een eenvoudig biologisch feit – dan de vrouwtjes sneller opnieuw vruchtbaar worden. En aangezien het mannetje dat het vorige dominante individu had verslagen nu wel zelf dominant zal zijn, kon die nu op zijn beurt aan zijn nageslacht beginnen denken.

Maar nu kwam het dak naar beneden. Evolutie leidde tot gedrag als kindermoord! Evolutie is een immoreel wereldbeeld dat kindermoord en soortgelijk weerzinwekkend gedrag rechtvaardigt, vermits het “goed” is in termen van de maximalizatie van het aantal nakomelingen! Overspel. Verkrachting. Tot een met moord, dus. Oeioeioeioeioei: de religieuze critici “verschreven” zich wel eens en maakten er de “theory of evilution” van.

Nu moeten we natuurlijk onderscheid maken tussen een theorie van een bepaalde soort geschiedenis, en die geschiedenis zelf. De geschiedenis zelf is intussen al lang, wel... geschiedenis; voorbij, passé, finito, schlusz. En als het nu in die geschiedenis is voorgekomen dat individuen die op het juiste (tja) moment kinderen vermoordden daar zelf extra nakomelingen aan overhielden – is dat dan een geldig moreel verwijt aan de theorie die dat feit duizenden tot miljoenen jaren later alleen maar vaststelt?

Waarschijnlijk beelden onze critici zich in dat ze een moreel voordeel hebben, omdat evolutietheorie die bewuste gedragingen “toelaat”, terwijl hun religie die juist “verbiedt”: zie eens met welke vrome gezichtjes ze nu weer hun godheidje danken dat ze niet zijn zoals de anderen! En hoe ze zich daarbij verschuilen achter een woordenkramerij, die eigenlijk alleen maar infantiel is.

Evolutie “laat” kindermoord alleen “toe” in de zin dat het een mogelijk gedrag is, dat in sommige omstandigheden tot extra nakomelingen leidt, en dus niet door het systeem wordt weggeselecteerd. Terwijl de respectievelijke goden die het zogezegd zo veel beter doen het alleen maar “verbieden” in de zin dat er met hel en verdoemenis gedreigd wordt in de gevallen dat iemand het zich toch in zijn hoofd zou halen.

Maar, zoals Freud al beroemd opmerkte, de sterkste verboden zijn natuurlijk ook de verboden die het hardst nodig zijn. Met andere woorden, het hele verhaal speelt zich nog steeds af in een wereld waarin die gedragingen mogelijk zijn. Indien één van die diverse goden de moeite had genomen een wereld te scheppen waarin kindermoord (en de rest) onmogelijk is, dan had Hij het ook niet hoeven te “verbieden”. Kortom, in Zijn wereld is kindermoord en de rest evengoed mogelijk als in de wereld die door de evolutietheorie wordt beschreven, en in die betekenis “laat” Hij kindermoord (en de rest) evenzeer “toe”. Erger nog, de godheid die het zo in elkaar heeft gezet is er veel méér verantwoordelijk voor, dan een theorie die, nogmaals, alleen maar de toestand beschrijft.

En zo zal het er wel weer op uitdraaien dat het allemaal begint met hoe het kleinste kind kan zien dat het veel redelijker en ethischer is er een religieus wereldbeeld op na te houden, terwijl even blazen tegen het bouwwerk volstaat om er snel van te moeten maken dat Gods wegen nu eenmaal ondoorgrondelijk zijn. Tjatja. Tjatjatja...

maandag 21 augustus 2006

"Convergentie" en "Divergentie"

De post van eergisteren over David Landes had het met een zekere vanzelfsprekendheid over de “divergentie” van Europa. Die was, “uiterlijk vanaf de Industriële Revolutie” een onbetwistbaar feit. En dat is sterke taal! Bij het herlezen dacht ik aan de tijden waarin ik Kuifje las, en Kapitein Haddock zijn tegenstanders zag uitmaken voor “anakholouth” of “invertebraat”, woorden die ik destijds alleen maar onthield omdat ze zo, wel, exotisch overkwamen.

“Convergentie” en “Divergentie” zijn nochtans twee simpele en handige ideeën als je de gewoonte hebt om de menselijke geschiedenis te bezien op het niveau van opkomst en verdwijning van beschavingen. “Universele” geschiedenis, zeg maar, en geen “particuliere” geschiedenis, zoals die in Engeland aanvangt met Willem de Veroveraar, of hier met de Gulden Sporen, of in het oude Rome “ab urbe condita”. Het werkt ongeveer als volgt.

Voor het aanvangen van het tijdperk van de beschavingen (in ca. 4,000 BC, aan het begin van wat ik voor het gemak “het Eerste Millennium” (1) noem) bestonden al sinds ettelijke millennia landbouwculturen, in diverse vormen en kleuren, op heel diverse plaatsen op de planeet. Wanneer toen al, en zeker vanaf het Eerste Millennium, stedelijke culturen ontstonden, dan moeten de specialismen, de economische prestaties en de bijhorende pracht en praal van de alfmannetjes er voor die omliggende culturen indrukwekkend en in veel opzichten zelfs spectaculair uitgezien hebben. En omgekeerd zullen die culturen in de ogen van de stedelingen barbaars en wild en gevaarlijk geleken hebben: wat we samen met die eerste nederzettingen aantreffen zijn stadsmuren: dat zal niet geweest zijn om beter van het uitzicht te genieten.

Kortom, de stedelijke culturen “divergeerden” in termen van economische, culturele en spirituele prestaties weg van de omliggende culturen. En wat je daarna, doorheen periodes van eeuwen, mogelijk millennia, te zien krijgt is dat minstens een deel van de achtergebleven gebieden, vaak omdat ze aan de verder gevorderde gebieden grensden, die laatste weer bijbenen: Convergentie. Of zelfs voorbijsteken: nieuwe Divergentie. Het Belgica van Julius Caesar mocht dan het thuisland zijn van de meest barbaarse – voor het gemak vertaald met “dapperste” – volkeren uit Gallië, wanneer ruim een millennium later Europa terug uit de barbarij klimt is het uitgerekend in die streken dat (naast dan in Italië zelf) de stedelijke cultuur weer op gang komt. En het was die stedelijke cultuur die van “het Zesde Millennium” het millennium van de Europeërs zou maken (2).

Samengevat: Halfweg het Vierde Millennium divergeert Rome, en al gauw heel Italië, weg van de rest van West Europa. In het vroege vijfde millennium convergeert heel het pak, een beetje ongelukkig omdat Rome terugvalt; niet omdat de rest volgt. Maar in het Zesde Millennium divergeert heel West Europa weer weg van de rest van de wereld, met in eerste instantie hun stedelijke cultuur als drijvende kracht: uitgerekend “Belgica” speelt een hele tijd een hoofdrol in de divergentie van die periode. Het is pas helemaal aan het einde van dat millennium, wanneer grote stukken van die rest van de wereld het kunstje (technologie, Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Industriële Revolutie) ook toepassen, dat een aantal niet-Westerse samenlevingen opnieuw convergeren.

En dat patroon vinden we de hele tijd terug, al die zes millennia lang, en ongetwijfeld al veel eerder. Mesopotamië divergeert in het Eerste Millennium, maar Egypte convergeert bijna onmiddellijk, aan het begin van het Tweede Millennium (3). China divergeert weg van ongeveer iedereen onder de Songdynastie, maar de Islam convergeert in het latere Vijfde Millennium naar dat niveau, en het Westen convergeert er ook naartoe in het eerste deel van het Zesde. Terwijl in het tweede deel van dat Zesde Millennium het Westen van iedereen weg divergeert.

En wat waar was in het verleden kan heel gemakkelijk waar zijn voor de toekomst. Het patroon, je kan zelfs zeggen, de golfslag, van convergentie en divergentie zal meer dan waarschijnlijk ook in latere tijdperken zichtbaar blijven. Alle tekenen wijzen er op dat de slinger nog maar eens een keer de andere richting begint uit te gaan. Sinds een halve eeuw convergeren landen als Japan en een aantal Aziatische tijgers naar het Westers niveau, en nu veel recenter reuzen als China en Indië hetzelfde beginnen te doen ziet het er pas echt menens uit.

Het punt is, grote verschillen in niveau tussen diverse culturen zien er op dat gegeven moment spectaculair en indrukwekkend uit, zoals ze dat al deden in de dagen dat Ur nog toekomstmuziek was. Wijzelf kijken naar de chaos, de economische en spirituele armoede van andere gebieden, zoals de oude Grieken de Skythen of de Thraciërs bezig zagen, en ze “barbaren” noemden. Wisten zij veel dat ze aan de vooravond van 25 eeuwen stagnatie stonden! Met voldoende gebrek aan historisch perspectief ziet een periode van enkele eeuwen, laat staan 1,000 jaar, er lang genoeg uit om die enorme verschillen er helemààl in steen gebeiteld te doen uitzien. En al snel zit je in de illusie dat het wel onvermijdelijk en nooit anders geweest had kunnen zijn, en nog een beetje later ligt het aan de “superieure” cultuur en/of genen van zij die op dat moment bovenop liggen.

Maar hoe indrukwekkend die verschillen er ook uitzien, ze zijn eigenlijk niets anders dan een schouwspel dat er “altijd” geweest is. In ons eigen concreet geval, in het jaar nul lag Europa, met Rome, mijlen voor op Noord Afrika. In het jaar 1,000 was het omgekeerd, en in het jaar 2,000 was het wéér omgekeerd. En niets zegt dat de geschiedenis daarmee geëindigd is; wie weet hoe het sociaal-economisch oppervlak van de planeet Aarde er zal uitzien in het jaar 3,000...
----------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/het-einde-van-het-europesche.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/spectakel-bij-het-begin-van-het-tweede.html

zondag 20 augustus 2006

Welke "liberaal" heeft het volgende gezegd?

Ik zou zeggen, probeer het eens zonder het met copy and paste in google in te geven. Je kan wel aan de stijl en de atmosfeer zien dat het niet van de twintigste eeuw is; maar van welke eeuw dan wel? Als iemand zin heeft het als quiz te proberen, laat hij dan met de juiste eeuw antwoorden - ik hou zelf teveel van ronde getallen om te eisen dat het op een paar jaar juist is.

Hier gaan we:

Our political system does not compete with institutions which are elsewhere in force. We do not copy our neighbors, but try to be an example. Our administration favors the many instead of the few: this is why it is called a democracy. The laws afford equal justice to all alike in their private disputes, but we do not ignore the claims of excellence. When a citizen distinguishes himself, then he will be called to serve the state, in preference to others, not as a matter of privilege, but as a reward of merit; and poverty is no bar.

... The freedom we enjoy extends also to ordinary life; we are not suspicious of one another, and we do not nag our neighbor if he chooses to go his own way. ... But this freedom does not make us lawless. We are taught to respect the magistrates and the laws, and never to forget that we must protect the injured. And we are also taught to observe those unwritten laws whose sanction lies only in the universal feeling of what is right....

Our city is thrown open to the world; we never expel a foreigner.... We are free to live exactly as we please, and yet, we are always ready to face any danger.... We love beauty without indulging in fancies, and although we try to improve our intellect. this does not weaken our will.... To admit one's poverty is no disgrace with us; but we consider it disgraceful not to make an effort to avoid it. A [CENSUUR!] citizen does not neglect public affairs when attending to his private business.... We consider a man who takes no interest in the state not as harmless, but as useless; and although only a few may originate a policy, we are all able to judge it. We do not look upon discussion as a stumbling block in the way of political action, but as an indispensable preliminary to acting wisely....

zaterdag 19 augustus 2006

"Rechts, maar toch goed": David Landes

David Landes, The Wealth and Poverty of Nations, Why Some are so Rich and Some so Poor, 1998.

In mijn opinie is één van de prangendste vragen van onze tijd hoe sommige delen van de wereld, aan het einde van zes millennia beschaving, de armoede van die vorige zes overwonnen hebben. En steeds in mijn opinie is “liberaal rechts” op zijn best wanneer het op die vraag probeert te antwoorden. Namelijk, denk ik, geven ze antwoorden die vertellen hoe het gebeurd is, en tegelijk suggereren wat andere samenlevingen, die nog niet op dat punt zijn, (ook) kunnen doen. Liberaal rechts lijkt me zo belangrijk omdat ze een economische geschiedsschrijving hebben die veel overtuigender overkomt dan die van het Marxisme, en omdat ze toelaten klaarder te zien in onze eigen noden voor een economische beleid. En daarvan is David Landes een voorbeeld, dat ik – knipogend naar mijn “rechts, maar dom” thema van de laatste weken (1) – durf omschrijven met “rechts, maar toch goed”.

Voor deze context deel ik de wereld in naar “links” en “rechts”, naargelang het soort antwoord dat ze geven. “Links” zoekt de oorzaken van de divergentie van “het Westen” bij “het Westen is rijk omdat ze de welvaart van de rest plunderden”. “Rechts” heeft het daarentegen over “het Westen werd rijk omdat ze iets deden dat de rest van de mensheid niet deed en nog niet doet.” En in dat geval willen we graag weten wat “iets” was, en hoe de rest “iets” kan nadoen.

Landes’ opinie, naverteld in eigen woorden, is dat het Westen van vandaag meer heeft dan andere samenlevingen omdat het meer maakt. Geworteld in een vooruitgang die dateert uit de middeleeuwen bereikt Europa, vanaf pakweg 1,750, het stadium van de Industriële Revolutie – en uiterlijk vanaf dat moment is de divergentie tussen Europa en al de rest een onbetwist feit. Die industriële Revolutie leidt tot de massaproductie van goederen als voeding, of textiel, of zeep, of hygiëne, of bakstenen, en vele vele andere. Dat doet de prijzen dalen en maakt de producten bereikbaar voor een veel breder publiek dan in al die vroegere “grote beschavingen”. De Europeanen hebben zeep en textiel en bakstenen, want de Europeanen maken zeep en textiel en bakstenen.

En meteen zitten we kniediep in mogelijke controverses. Wanneer we zeggen dat de Europeanen iets “beter dan de anderen” deden, dan is het woord “superioriteit” niet ver weg. En op het niveau van de semantiek (“een puur verbale kwestie”) is dat woord vanzelfsprekend bruikbaar. Maar zoals ik schreef in de post van enkele dagen geleden (2), laat de bedoeling zijn een ingebeelde lezer van “luciede links” bij de hand te nemen, en een conversatie te hebben die niet degenereert in verbale provocaties. Als een luciede rechts het heeft over “superioriteit”, dan gaat het over praktische, pragmatische superioriteit. Het “iets beter” is niet het gevolg van één of ander gedetermineerd proces, maar is iets dat even goed anders had kunnen zijn – zowel voor zij die het “beter” hebben gedaan, als voor zij die dat niet deden.

Een eerste soort deterministische superioriteit die Landes weet te vermijden, is de “biologische superioriteit van het blanke ras”. In dat verband is het significant dat klimaat (“omgevingsfactoren”) niet de belangrijkste factor van Landes’ causaliteit uitmaken, maar in het boek wel als eerste factor verschijnen. Beschouw alle welvarende samenlevingen van de planeet, zegt hij aan het begin, en je vindt ze allemaal in de gematigde klimaatzones. Als we al op zoek willen naar een simpel determinisme, dan is dit wel de eerste kandidaat. (Merk terzijde op dat we weten (maar dat is een ander verhaal) dat organismen zich qua uiterlijk snel aanpassen aan omgevingsfactoren; verder dat een lichte huid een selectievoordeel zal hebben in zonarme streken en omgekeerd, en de notie “blanke ras” is al een simpele afgeleide van klimaat.)

Maar Landes is juist niet op zoek naar simpele determinismen. Er zijn troeven die je hebt, maar er is ook hoe je ze gebruikt: Europa was niet de enige streek ter wereld met een gematigd klimaat. Maar Europa was wel de enige streek ter wereld waar vanaf het jaar 1,000 AD (ronde getallen helpen enorm om het verhaal te vertellen in termen van “het Zesde Millennium” (3), terwijl de ene arbitraire afbakening niet slechter is dan de andere) een technologische revolutie op gang kwam, die zich later vertaalde in een wetenschappelijke revolutie, die op zijn beurt uitliep in de Industriële Revolutie. Andere beschavingen die vergelijkbare ontwikkelingen doormaakten, hetzij in ruwweg dezelfde periode (China, Indië, de Islam), hetzij in eerdere periodes van de geschiedenis (Grieks Alexandrië) raakten telkens weer ingehaald door het armoede evenwicht.

Dus de vraag is nog steeds: hoe komt dat? We hebben al klimaat, maar dat kan niet het enige zijn. We hebben nu ook “cultuur”; een elan van innovatie, maar ook dat is iets dat wel meer voorkomt. Nog een factor die Europa onderscheidt van andere beschavingen was het relatieve politieke pluralisme, in vergelijking met de alleenheerschappij van de Sultan of de Keizer in de Islam en China. Het klopt dat in omstandigheden van politieke concurrentie wel vaker culturele en wetenschappelijke bloeiperiodes voorkwamen, zoals in het China van Confucius of het Griekenland van Socrates (4).

Stilaan ontstaat een lappendeken van factoren, die de vraag naar het ontsnappen aan de armoede beantwoordt met een complexe causaliteit. Deels bepalen toevalsfactoren de gebeurtenissen. Klimaat heeft niemand in de hand, politieke structuren door de eeuwen heen beïnvloeden we maar in beperkte mate, maar een cultuur van nieuwsgierigheid en innovatie kunnen we meer zelf stimuleren. En dat maakt de “liberaal rechtse” boodschap tot een optimistische boodschap. Iedereen vertrekt met troeven en handicaps – het Europa van voor de beschaving was een moerassig of met wouden overdekt, moeilijk toegankelijk gebied, en de eerste culturen die er voor het jaar 1,000 op gang kwamen lagen open voor voortdurende plunderingen vanuit letterlijk de vier windstreken – en er zijn geen a priori redenen (zoals “inferieur ras”) waarom er niets van te maken zou zijn.

Dat zien we in een tweede determinisme dat Landes omzeilt. De vergelijking van de Europese geschiedenis met die van de Islam laat een relatieve neergang van de Islam zien in de periode van de opkomst van Europa. Ligt het aan een “inferieure cultuur” van de Islam? Als dat zo is, hoe hebben Islamculturen dan bloeiperiodes kunnen vertonen, in een periode waarin de “superieure cultuur” van Europa tot quasi-barbarij was vervallen (5)? Wat wel werkt is de juist opgenoemde elementen toepassen op dit concrete voorbeeld. De Islam miste de Europese materiële cultuur van technologie, wetenschap en (later) winst; en de Islam werd overheerst door relatief monolithische politieke structuren. Voeg er het klimaat juist noordelijk van en zelfs middenin de woestijngordels van de evenaar aan toe, en zonder te beweren dat we een heel preciese causaliteit hebben, zijn we niet verbaasd wanneer deze culturen het op de duur moeilijker hadden dan de Europese culturen.

Het is een erg dik boek, dat zich behoorlijk “rechts” op het politieke spectrum bevindt, en het staat vol met razend interessante ideeën: rechts, maar toch goed! Eigenlijk heb ik de conclusie aan het begin verklapt. Liberaal rechts brengt een positieve boodschap. We kennen het recept, want het heeft al gewerkt. Het kan zijn dat er handicaps (klimaat, sociaal-religieus fundamentalisme) te overwinnen zijn, maar ze zijn overwinbaar, want het westen heeft ze overwonnen. Landes heeft dan ook niet veel geduld met filosofieën als “het is de schuld van de anderen” en “het is de schuld van de omstandigheden”. De Europeanen hebben meer, want de Europeanen maken meer, en zijn daarbij een pad voorgegaan dat iedereen kan volgen.

------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/rechts-en-toch-dom.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/rechts-maar-toch-goed.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/het-zevende-millennium.html
(4) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/05/arnold-toynbee.html
(5) Het is interessant dat deze vraag, waarop niet echt een antwoord is, door “dom rechts” dan maar wordt afgehandeld met de simpele ontkenning dat het zo was. David Landes zelf is altijd erg amusant in het sarcasme waarmee hij dat soort houding hekelt; zij het dat hij dat gewoonlijk met Marxiaanse standpunten doet.

donderdag 17 augustus 2006

De crèche is dicht.

Deze week is de crèche dicht. Dus moeten mama en papa veel tijd steken in het afrijden van het Vlaamse land om bereidwillige grootouders aan te spreken, zodat baby Sarah van een fatsoenlijke opvang verzekerd is. En aangezien dat vermoeidende dagen geeft, heeft papa even geen tijd en inspiratie om te bloggen.

Geen nieuws, goed nieuws,

Koen

dinsdag 15 augustus 2006

"Publish or Perish"

Een IRL discussie vandaag bracht me tot overpeinzingen bij de "Publish or Perish" slogan. Die gaat om een beschrijving van hoe je aan een universiteit - met andere woorden: in de academische, intellectuele wereld - maar iets voorstelt in de mate waarin je artikelen en je boeken ook verschijnen. Nu maak ik er geen geheim van dat ikzelf een hobby-filosoof ben, die nooit ook maar bij benadering in aanmerking kwam voor een academische carrière. Om te beginnen: niet eens grote onderscheiding, einde discussie.

Hoe dan ook, het gesprekje bracht me in gedachten nog veel verder terug in de tijd, toen ik nog rechten studeerde. Daar herinner ik me dat een assistent, in gesprek met een begaafde student - de lezer beseft natuurlijk meteen dat het hier niet mezelf betreft - en na een paar pinten op, zich bekloeg: we moeten altijd maar lezen en lezen en lezen, en wanneer we dan zelf ook moeten schrijven ("Publish or Perish"), dan doen we weinig anders dan al die dingen die we moeten lezen zelf ook weer aanhalen. De perfecte intellectuele tredmolen, weinig gelegenheid tot vernieuwend denken.

En ik denk dat er iets van waar is. Zelf zit ik al met honderden bladzijden briljante, ja, geniale filosofische beschouwingen, allemaal netjes voorzien van bibliografie en voetnoten, maar helaas te briljant om begrepen te worden. Dus géén publicaties, geen academisch succes, en de echte filosofen die ik geregeld van mijn vorderingen op de hoogte houd, zijn zo open en eerlijk er op te wijzen dat de kansen dat daarvoor ooit een doctoraat wordt uitgereikt, laten we zeggen: beperkt zijn. Ik lees nu eenmaal niet wat al die professionals telkens weer over elkaar schrijven; ik ken ze niet eens.

Maar beeld je nu eens in dat hier in België een echt kaliber, één dat tussen de groten hoort wordt geboren. Zeker, ik denk dat de status van "hobby-filosoof met een blog" niet het beste is dat hem kan overkomen. (Om misverstanden te vermijden; in mijn geval denk ik dat dat wel een goede uitdrukking van de realiteit is.) Alleen is de vraag of een academische positie echt zo veel beter is. Moet onze Belgische Nietzsche dan ook zoveel tijd spenderen in het panklaar maken van teksten - terwijl het gebruik van teksten om gedachten vorm te geven zoveel rendabeler is? Moet onze Belgische Nietzsche ook alle moeite doen om zeker te zijn dat hij alles wat alle collega-filosofen er ooit over bij elkaar hebben gepend mee in zijn teksten heeft opgenomen - terwijl, laten we eerlijk zijn, een Belgische Nietzsche wel wat beters te doen zou hebben?

Het antwoord op al die vragen is "ja". Hij zou daar allemaal zijn tijd in moeten steken. Was het niet Wittgenstein die één van de belangrijkste werken van de twintigste eeuw schreef - en van de echte filosofen vernam dat het niet beantwoordde aan de criteria voor... weet ik veel wat precies? Ik bedoel maar, als hobby-filosoof kijk je natuurlijk wel een beetje op naar mensen die tussen gelijkgezinden en volle bibliotheken van hun hobby hun beroep kunnen maken. En toch, heel veel illusies moeten we waarschijnlijk niet maken. "Publish or perish"... een vorm van het opofferen van lange termijn ontwikkeling aan korte termijn resultaten, met als resultaat zuchtende assistenten die klagen over de lage kwaliteit van wat ze van hun collega's moeten lezen.

maandag 14 augustus 2006

Woorden schieten te kort ("Nuke Mecca")

Momenteel vertoont het citatenblog van LVB al twee voorbeelden van mensen die met een serieus gezicht de voordelen van het "Nuke Mecca" plan bespreken (1). (Ook de nieuwsgroep be.politics vertoont af en toe symptomen, maar goed, het blijft natuurlijk een nieuwsgroep.) Zoals vaak gebeurt wanneer je je geconfronteerd voelt met een leeghoofdigheid waarbij woorden tekort schieten, komt de vraag op waar een mens in 's hemelsnaam moet beginnen. (Nog een vlug terzijde, het feit dat LVB op zijn blog iets citeert betekent niet dat hij het er zelf mee eens is: ik heb er ook al linkse samenzweerderstheorieën geciteerd gezien. Als iemand wil weten wat LVB er zelf van denkt, zal die het hem moeten vragen.)

Eén mogelijk aanknopingspunt is de herinnering aan het totale moreel bankroet waarvan dit soort "denken" blijk geeft. Merk in dit verband op hoe ze hun plan af en toe omschrijven als de "optie". Het woord "optie" is een mooi, nee, een prachtig voorbeeld van iets dat ze onmiddellijk zouden herkennen als Orwelliaanse "newspeak", indien het tenminste afkomstig was van de Sovjet-Unie, die weer eens een land had "bevrijd". Maar nu het woord niet moet dienen om Sovjetmisdaden weg te poetsen, maar wel een nog veel hallucinanter voorstel tot massamoord, lopen de dappere tinnen soldaatjes er weer met open ogen in. En toch zit hier wellicht al een eerste glimmer van hoop in. Het feit dat ze genoeg beseffen dat ze moeilijk van de "Mecca holocaust" kunnen spreken - of de "Mecca massamoord" waar ik het net over had - om die termen maar haastig te vervangen door het woord "optie", doet vermoeden dat er heel misschien, ergens, iets, aan de rand van het waarneembare, iets knaagt.

Of misschien is het "denken" zelf een goed aanknopingspunt voor "waar een mens in 's hemelsnaam moet beginnen". Bijvoorbeeld vernemen we in het jongste voorbeeld dat er een "onverklaarbaar" probleem is: waarom is er nooit een herhaling van 9/11 gekomen? Nu wil ik er op wijzen dat het niet voldoende is iets "onverklaarbaar" te noemen opdat het ook "onverklaarbaar" zou zijn. Bijvoorbeeld zouden we kunnen bedenken dat terwijl, onder hun ogen, de inlichtingendiensten van het UK, de VS en Pakistan, na een operatie van een goed jaar, aankondigen dat ze een actief terreurnetwerk hebben opgerold, een bepaalde kliek maar geen antwoord kan vinden op de vraag waarom er geen nieuwe aanslagen plaatsvonden. Om maar te zwijgen van de verijdelde aanslagen die niet in de krant staan. Of van het feit dat aanslagen van dat kaliber misschien toch ook weer niet zo gemakkelijk in elkaar te zetten zijn. Maar natuurlijk, als een bepaalde kliek zelf opbiecht dat iets voor hen "onverklaarbaar" is, dan moeten wij niet gaan beweren dat ze wèl in staat zijn het te begrijpen.

Want zoals we gemakkelijk aan vele andere voorbeelden kunnen zien, als iemand iets wil geloven, dan zal hij het geloven. Dus nadat ze moesten opbiechten enkele zeer simpele dingen niet in te zien, plaatsen ze op de plaats van de gapende leegte in hun hoofd maar meteen de Grote Verklaring: het komt door de "Nuke Mecca" optie (sic). En, en hou je nu helemaal vast aan je bretellen, dank zij de inval in Irak heeft die dreiging ook nog geloofwaardigheid gewonnen!

Dat zijn twee vliegen in één klap! Niet alleen vinden we een strohalm om nog vlug het Iraakse debacle - dat stilaan zulkdanig Paard van Trojaanse proporties aanneemt, dat zelfs Bush iets begint door te krijgen - aan vast te klampen, maar nu geeft het onze mooie fantasie over een massamoord nog geloofwaardigheid ook! Hey, had iemand er zelfs maar aan gedacht dat Mekka een stad is van 600,000 inwoners; groter dan Antwerpen? Maar ach, zelfs als iemand daar aan gedacht had (en om te denken moet je natuurlijk verstand hebben, en bovendien moet je het willen gebruiken) wat dan nog? Dat zijn toch allemaal maar Moslimterroristjes?

Maar terug naar de, uimmm, laten we zeggen, uimmm... "redenering"! Irak heeft dus geloofwaardigheid verleend aan de massamoo- oeps, ik bedoel, "Nuke Mecca optie", de "Nuke Mecca optie" is de enige verklaring die zij kunnen bedenken voor het uitblijven van nieuwe aanslagen, dus die optie (sic) is daar de enige verklaring van, en dus is dat nu een heel goed "idee" (sic). En guess what? Bush heeft dat idee (sic) "gevonden"! Het staat er letterlijk zo! Hier zien we gewoon een bepaald soort processen, zoals dat gaat in de hoofden van een bepaald soort rechts, terwijl ze zich aan het afspelen zijn. Je neemt één van de meest vulgaire "fantasieën van de macht" zoals die al sinds tijden circuleren in het circuit van de politieke porno, je blijft je er een tijdje in wentelen tot ze de vorm aannemen van iets dat (op jouw niveau) op een "origineel idee" lijkt, je projecteert dat "idee" op een figuur die (in jouw ogen) een lichtend genie is, en zomaar opeens kan je je frustratie en je impotentie van je afschrijven in een uitbarsting van krachtige taal. En op het einde van een "redenering" die begint met "er is een gerucht" en "er wordt gefluisterd", vernemen we dat "het gewerkt heeft". Zo goed heeft het gewerkt, dat Osama dan persoonlijk de inlichtingendiensten op de hoogte heeft moeten brengen van de plot om negen vliegtuigen op te blazen. Ja, want anders waren ze naar beneden gekomen, en was Mekka nu een rokende puinhoop geweest.

Woorden schieten te kort. Laat me toch proberen er enkele uit te brengen.

Pa - the - tisch.

Pot - sier - lijk.
-----------------------------------------------------------------------------

(1) http://lvb.net/item/3246
EN http://lvb.net/item/3223
----------------------------------------------------------------------------

UPDATE 23.00 uur. De post heeft zich al vertaald in een debat op de nieuwsgroep be.politics, o.a. te volgen via deze link:

http://groups.google.com/group/be.politics?lnk=sg&hl=nl

Je moet er wel voor zorgen dat je de datum op 14 augustus 2006 zet, natuurlijk. Dat kan via "geavanceerd zoeken", bovenaan nogal in het midden.

zondag 13 augustus 2006

Rechts, maar toch goed!

Ooit, lang geleden, vroeg iemand in een usenetdiscusie wie de “theoreticus”, of de “filosoof” (mogelijk ook meervoud, veronderstel ik) was van het fascisme (of nazisme of noem maar op), zoals Marx de grote filosoof was van het communisme. Die vraag las ik destijds (en nu nog) als “het communisme met zijn miljoenen doden, concentratiekampen en verbeteringsgestichten”. Daarom merkte ik op dat het communisme en politiek links in het algemeen (ondanks alles) altijd grote, tot heel grote, tot absolute toppers onder de filosofen had opgeleverd, en dat dat bij rechts niet het geval was; dat rechts integendeel voornamelijk uitblonk in afwezigheid van veel intellectuele onderbouw.

En dat kwam niet goed! Hoezo, schreef (zo denk ik me te herinneren) niemand minder dan Luc van Braekel, nooit gehoord van Smith of Ricardo of Hayek (en een hele serie meer)? Maar dat was natuurlijk niet meer dan een misverstand, het onderscheid dat ik hier ook al enkele keren gemaakt heb (1). Als iemand het “links” van de Goelag vergelijkt met “rechts”, dan denk ik aan het “rechts” van de concentratiekampen, en dus niet aan het liberaal rechts dat van een heel ander kaliber is.

Nu blijft het een beetje zo dat Marx één van de allergrootsten onder de filosofen was, en dat in het spoor van “allergrootsten” vaak een sliert andere groten volgt; en dat “allergrootsten” hoe dan ook per definitie dun gezaaid zijn... Kortom, dat het helemaal niet zo vreemd is dat er een gebrek aan eenwicht ontstaat: niet elke stroming kan verwachten zijn eigen Marx te hebben. Toch neemt dat op zijn beurt niet weg dat er een onmetelijke afstand gaapt tussen de "ideeën" (nu, ja...) van “dom rechts” en die van liberaal-democratisch rechts. En omdat er sinds Marx toch één en ander van tijd is gepasseerd, en liberaal rechts in die tijd niet heeft stilgezeten, zijn we stilaan in staat een inventaris op te maken. De “boeken die iedereen zou moeten lezen”! In dit geval bedoel ik boeken die tegelijk slogans à la “het kapitalisme veroorzaakt de honger in de wereld” weerleggen, als de oliedomme “ideeën” rond “biologische superioriteit van het blanke ras” of de “inherente inferioriteit van de Islam” weten te vermijden.

Zou dat nu geen goed idee zijn? Laten we ons inbeelden dat we praten met een vertegenwoordiger van “luciede links”. We kunnen onze liberale sympathieën aankaarten zonder dat hij over Hitler begint! Van onze kant beginnen wij, zoals het volwassen mensen betaamt, niet zomaar over de Goelag. We zijn dus in een positie om elkaar iets te vertellen als “maar dat soort dingen bedoel ik nu eenmaal helemaal niet”. Zou het dan geen goed idee zijn als wij, “liberaal rechts”, een inventaris hadden van “boeken die onze intellectuele tegenpartij zouden moeten lezen”? Boeken waarin staat wat we dan eigenlijk wel bedoelen? Boeken die we met een knipoog naar recente posts hier “rechts, en toch goed” durven noemen?

Wat ik in gedachten heb zijn, ruwweg, boeken die om te beginnen niet flagrant in tegenspraak zijn met anthropologische, historische en economische inzichten. Boeken, verder, die wel in minstens één van deze domeinen (er zijn ongetwijfeld andere belangrijke domeinen waaraan ik hier zo voor de vuist weg niet heb gedacht) bijdragen leveren, waarvan je denkt: “voilà, dat is wat we links maar niet duidelijk kunnen maken, en dat ze eindelijk zullen te weten komen als ze nu toch eens de moeite zouden doen om dit boek te lezen”.

Natuurlijk, ik heb op usenet lang genoeg met creationisten en extreem-linkse antiglobalisten in ruzie gelegen, om te weten hoe ergerlijk het is als ze je een reeks titels (of zelfs, godbeware, url’s) door de strot wringen, die je “eerst maar eens” moest lezen. Misschien moeten we zorgen dat wij het beter doen. Misschien moeten we het zo aanpakken dat we er telkens zelf, in onze eigen woorden, kunnen bijzeggen waarom anderen die boeken zouden moeten lezen.

Ik ben, met andere woorden, op zoek naar de boeken die we durven beschouwen als onze basisprincipes, waarop we ons durven laten bekritizeren. Aanzienlijke problemen met die boeken zouden neerkomen op aanzienlijke problemen met het liberale wereldbeeld. Maar aangezien we die boeken zelf zullen gekozen hebben, zullen onze critici éérst enkele dingen te weten komen, waarvan wij vinden dat ze die dringend moeten te weten komen.

---------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/07/rechts-en-toch-dom.html
OF: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/aanhangers-van-al-qaeda.html
OF: http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/te-gemakkelijk.html

zaterdag 12 augustus 2006

Te gemakkelijk?

Vandaag spreekt iemand me aan over de post van twee dagen geleden (1). Wat ik temidden van de vele mogelijke kritieken en verwijten beslist niet had verwacht, was de opmerking die ik te horen kreeg: te gemakkelijk.

Eerlijk gezegd, ik stond er even met open mond van te kijken. Want ik zag natuurlijk meteen het punt. Maar juist het feit dat die opmerking zo correct is, onderstreept meteen ook mijn punt. En dat punt is dat teksten van een dusdanig niveau, dat volwassener geesten ze schouderophalend als “te gemakkelijk” afdoen om er enig belang aan te hechten, nu precies zijn waar de discussies vandaag bol van staan.

Dus snel even enkele url’s opgezocht, waar momenteel zeer serieus gediscussiëerd wordt over de voor en nadelen van “nuke Mecca”. Met de woorden “maakt dat die van mij er nog als een koorknaap uitziet, nietwaar?” aan mijn criticus laten lezen. En na even (grijnzend) afwachten, het “maar die is gewoon gek!” incasseren. Want dat is nu net het punt van mijn “rechts, maar dom” posts. Het zijn die scheldposts tussen “wie het niet met de Irak-oorlog eens is, is een Al-Qaeda aanhanger” en het met uitgestreken gezicht bespreken van “nuke Mecca” die representatief dreigen te worden voor de hedendaagse conversatie van “rechts”.

En daar protesteer ik tegen! Dit zijn mensen die er in slagen zich te beroepen op één of andere zelfbenoemde “morele superioriteit”, en tegelijk dit soort dingen uitkramen! En die, hou je vast, af en toe nog over een "ideeënoorlog" beginnen ook. En als er na een lange serie van dit soort stoten eens een zin als “hij is rechts, maar niet onverstandig” verschijnt, dan staan de schelders er met open mond op te gapen, en ze hebben geen idee van waar ze het allemaal aan verdiend hebben.

En op dat laaste punt kan ik ze gelijk geven: ze hebben inderdaad geen flauw benul, en de meesten zullen dat ook nooit hebben. En daarom vind ik het erg belangrijk dat dat soort discours zich niet zomaar in een statuut van representatief voor “rechts” hijst. En bijgevolg, als je je er tegen wil afzetten, ben je wel verplicht om teksten aan te pakken, waarvan je kennissen vervolgens komen zeggen dat ze wel wat beneden je niveau liggen. Maar hoe zou het ook anders kunnen? Als ze enig niveau hadden gehaald, hoefden we ons er niet van te distanciëren, nietwaar?

--------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/aanhangers-van-al-qaeda.html

vrijdag 11 augustus 2006

Vlug wat verwarring zaaien

Vandaag lees ik in de krant dat een Britse agent was geïnfilteerd in de terreurcellen die op het punt stonden om nieuwe aanslagen van 9/11 kaliber te plegen.

Als dat waar is, denk ik, had de politie dat liever niet in de krant zien staan.

Sta me toe vlug wat verwarring te zaaien. Het is natuurlijk ook mogelijk dat het helemaal niet waar is. Het kan best zijn dat de politie alleen maar probeert het functioneren van de terreurnetwerken moeilijker te maken, door iedereen nog nerveuzer en wantrouwender te maken dan ze nu al zijn. In dat geval zou het een leuke list zijn om de zogenaamde informatie te laten "lekken" via de krant.

Natuurlijk, ik zeg het alleen maar voor het geval het toch waar is, en deze opmerking een beetje helpt het lek te dichten.

donderdag 10 augustus 2006

"Aanhangers" van... Al-Qaeda?!

Op het blog van Vincent De Roeck (1) Staat een artikel over Joe Lieberman. Dat is een Amerikaanse senator van de Democratische partij, die in een voorverkiezing de nominatie verloren heeft, om voor zijn partij in de senaatsverkiezingen op te komen. En vriend en vijand zijn het er over eens dat Lieberman, die (bij mijn weten) een track record heeft dat in veel gevallen op "links" en "progressief" stemgedrag wijst, dat verlies te danken heeft aan zijn steun voor de oorlog in Irak.

Dat inspireert Vincent De Roeck tot een scherp artikel, dat al van bij de titel "Democrats for Al-Qaeda" insinueert dat wie niet voor de oorlog in Irak is eigenlijk een aanhanger is van Al-Qaeda. En omdat dat soort beweringen niet alleen een typische uitspraken van een bepaald soort rechts zijn, maar tegelijk ook laag bij de grondse beledigingen, lijkt dit me een goede gelegenheid om te demonstreren hoe je met beledigingen soms weet waar je aan begint, maar niet altijd waar je mee eindigt.

Dus laten we maar eens een paar stukken nader bekijken. Helemaal aan het begin vernemen we het volgende:

"De val van de Baath-dictator werd echter niet gevolgd door de nodige hervormingen eigen aan een "bevrijding". Het ondankbare Iraakse volk onthaalde de Amerikaanse soldaten niet op vreugde, integendeel. Ze namen de wapens op tegen deze Christenhonden, deze ongelovigen, deze vreemde heidenen. Het vrije Westen was verbouwereerd."

Uim, neen, Vincent, het Vrije Westen was niet verbouwereerd. Het Vrije Westen heeft bij monde van een zeer, zeer breed spectrum aan opinies - van Amerikaanse ex-presidenten, ex-ministers van Buitenlandse Zaken, ex-veiligheidsadviseurs, presidentskandidaten en hordes generaals en diplomaten (enerzijds) tot de eerste de beste extreem-linkse anti-globalist (anderzijds) - van lang op voorhand tot lang daarna precies deze uitkomst voorspeld. Alleen, telkens er een reëel gevaar was dat deze simpele realiteit zou doordringen in de zeer harde koppen van de dappere tinnen soldaatjes, pink op de naad klaar om alle propaganda na te praten, steeg uit de rangen van de kliek een geloei en een gescheld op... de Klaroenen van het Laatste Oordeel zijn er niets bij. Zo hard klonk dat geloei en gescheld, dat er zijn die tot op de dag van vandag geloven dat ze "het Vrije Westen" voorstellen, en dat dat "Vrije Westen" nu "verbouwereerd" is.

Neen, dus, Vincent, het Vrije Westen is niet verbouwereerd, het "Vrije Westen" zit bedroefd te kijken naar de rokende puinhopen die de Bushbende heeft aangericht, en vraagt zich af of het bewind van één kliek, gedurende een periode van acht jaar, in staat is de Westerse beschaving zelf in gevaar te brengen, of dat de schade integendeel zal kunnen beperkt worden tot min of meer de chaos die we nu allemaal met onze eigen ogen kunnen aanschouwen.

Maar we gaan verder. Hier is er nog één:

"Zoals bijna alle Democraten steunde hij aanvankelijk de oorlog van Bush in Mesopotamie. Niets aan de hand lijkt het dus, ware het niet dat de Democraten - met de vaandelvlucht eigen aan links - nadien het geweer totaal van schouder veranderden. John Kerry - nochtans een voorstander van de oorlog - voerde campagne tegen Iraqi Freedom."

Het probleem hier is, de democraten waren grotendeels tegen de oorlog, maar de Democratische politici zaten verstrikt in een dusdanige storm van leugens, propaganda en bedrog, dat sommigen niet beter wisten of Saddam was een "imminente bedreiging voor de VS", "zat trouwens persoonlijk achter 9/11", "had massa's WMD's", "steunde het terrorisme" (en de rest van de hoempa) en dierf niet anders, in de algemene sfeer van hysterie, dan zich dan maar achter het "beleid" van de president scharen.

Ik durf haast wedden dat je dat soort hypocriet en ruggengraatloos gedrag onmiddellijk herkent, zolang het maar afkomstig is van Belgische Socialisten. Sta me dan ook toe me een beetje te verwonderen dat je kritische zin je van het ene moment op het andere zo in de steek laat, dat je het maar meteen hebt over de "typische vaandselvlucht van links". Maar aangezien ik de indruk heb dat het geloei en gescheld, onder druk van het zich ontrollende debacle, de laatste tijd wat afneemt, maakt een poging de realiteit te beschrijven vandaag misschien een kleine kans. Dus gewoon voor info: de hele wereld, van Amerkaans links tot Europees links EN Europees rechts, op de aanhangers van de kliek na, was tegen de oorlog, en dat bepaald openlijk genoeg opdat ook jij dat mits een minimale inspanning had kunnen weten.

Ik moet zeggen dat ik me een tikje, uim, "geamuseerd" voelde bij de volgende passage:

"Zijn de Democraten ordinaire koppensnellers, doortrapte opportunisten of achterbakse kazakkendraaiers? Laat het ons anders maar beleefd houden bij machtsgeile landverraders."

Denk je dat ik een tekeningetje moet maken waarom dat soort scheldpartijen er zo pathetisch uitzien? Laat ik het als oefening voor een bepaald soort rechts laten, om te zien of ze er wel of geen contradictie in kunnen vinden: je hebt drie uur.

En op het einde ziet de arme good ol' Joe zich voorgesteld als het slachtoffer van een typisch zondebokmechanisme. Nochtans, Vincent, ik weet haast zeker dat, als Lieberman het toch gehaald had, je dit resultaat zou voorstellen als "democratie". Kortom, ik verdenk je ervan dat bij jou "democratie" de uitslag betekent die je goed uitkomt, en een lynchpartij de uitslag die je niet goed uitkomt.

En vanzelfsprekend zit je je nu af te vragen hoe ik je van zoiets kan verdenken (vooropgesteld, natuurlijk, dat je jezelf niet al lang tegen hoofdpijnbezorgende boodschappen uit de werkelijkheid hebt geïmmunizeerd, met het standaard "Koen is een extreem-linkse, Stalinistische, hysterische, Islamofascistische anti-Amerikaanse pseudo-intellectueel). Wel, simpel, omdat ik dit soort posts, met dit soort stoten erin, van jouw hand lees, natuurlijk. Want laten we nu eens naar de conclusie kijken:

"Misschien wordt het eens tijd dat de Democrats zich eens grondig bezinnen en voor eens en altijd uitmaken aan welke kant van de clash of civilizations zij eigenlijk staan."

Zie je, ik voel wel dat je dit zelf een overtuigend slot hebt gevonden. En toch wil ik je signaleren dat ik een heel simpel antwoord op die vraag kan geven, dat toch heel anders is dan je je ongetwijfeld had ingebeeld. Ikzelf sta in de The Clash of Civilizations aan de kant van het Westen. En in die clash, beste Vincent, denk ik dat een geïnfiltreerde spion die onze zaak zoveel mogelijk schade moest berokkenen, onmogelijk nog beter in zijn opzet had kunnen slagen, dan wanneer hij er in gelukt was de VS hun huidig Irak"beleid" te doen verzinnen.

En volgens mij ligt de reden waarom Lieberman de verkiezing verloor in het feit dat de kiezers in Connecticut iets dergelijks ook vinden.

Vriendelijke groeten,

Koen, anti-Bush want pro-Amerikaans, Robeys

----------------------------------------------------------------------------------
http://vincentderoeck.blogspot.com/

woensdag 9 augustus 2006

Het Sombrero Effect

De sombrero uit de titel komt van de tekeningen uit de boeken van Lucky Luke. In een heet stadje in het Zuiden van Noord Amerika ligt een Mexicaan te slapen onder een grote witte hoed: de sombrero. Desgevraagd verschaft hij, met één oog open, en met een duim de rand van zijn sombrero optrekkend, belangrijke informatie over de locatie van de Daltons. Wanneer de held vierklauwens weer wegrijdt verklaart hij lachend “Gringos locos” (via een kleine omweg te vertalen als “Rare jongens, die vreemdelingen”), plaatst zijn hoed weer op zijn hoofd en slaapt verder onder de hete zon van zijn slaperige stadje.

Daar moest ik aan denken toen iemand me vertelde dat hij, via via, had vernomen hoe in sommige plaatsen in Afrika de mannen zo goed als helemaal niet werken, maar integendeel rondhangen, drinken, gokken en vechten. Op basis van één en ander dat ik heb gelezen (1) kon ik hem meteen vertellen dat het “sommige plaatsen in Afrika” meteen mocht genuanceerd worden tot “veel plaatsen in de ontwikkelingslanden”. Op de sombrero zelf na, precies hetzelfde verschijnsel.

En daarmee zitten we op glad ijs. Want van dat besef naar “ze zijn te lui om te werken” (en in het geval van Afrikanen ook nog te dom, natuurlijk, of wat had je nu gedacht?) “en daarom zijn ze arm” is maar een kleine stap. En het ziet er nog overtuigend uit ook! Vooroordelen bevestigend èn overtuigend klinkend, wat heeft een mens nog meer nodig om gelukkig te zijn?

Laten we evenwel niet vergeten dat er in de wereld nog wel meer dingen te lezen zijn. Zo volstaat het wat te gaan neuzen in de economische geschiedenis van Europa, en je zal zien dat het Sombrero Effect daar precies evengoed heeft gespeeld (2). En dat kan kloppen; de welvaart van Europa voor ergens, pakweg, de zeventiende eeuw was waarlijk niet hoger dan die van een Afrikaans land vandaag – als het er even geen (burger)oorlog mag zijn. En als niet alleen Mexicanen, zwarten en Indiërs het doen, maar ook echte onvervalste Europeanen, tot en met de tijd van de Renaissance – dan verandert het natuurlijk meteen van een typische eigenschap van volkeren die te dom en te lui zijn in een rationele reactie op een specifieke situatie.

En zo is het ook. Beeld je een wereld in met een beperkte technologie en een beperkte productiviteit. “Afnemende meeropbrengsten” vertelt je dat een extra inspanning zal leiden tot een afnemende hoeveelheid van iets dat je al hebt; “meer van hetzelfde” – en niet eens veel meer. En nu, wat ga je er nu mee doen? Je hebt nu een extra zak graan. Je bezit evenwel niet de middelen om hem op te slaan buiten bereik van ratten en muizen. Er is geen, of een hoogst onbetrouwbare overheid, als het er op aan komt je bezit als zodanig te erkennen en te beschermen. Om de haverklap breken oorlogen en revoluties uit, en worden alle voorraden gewoon opgevorderd. En in die wereld zou je moeten de handen uit de mouwen steken om er nog zo’n zak graan bij te maken? Ga je eens vlug een beetje in je gezicht laten uitlachen! Gringos locos!

Maar hoe is het dan eigenlijk veranderd? Wel, als de reden van de hoge waarde die we zien toekennen aan de vrije tijd ligt in het feit dat er weinig andere dingen van hoge waarde zijn (“beperkte technologie”; “beperkte productiviteit”), dan voel je op je klompen aankomen dat de beschikbaarheid van dingen die wèl een hoge waarde hebben de waarde van vrije tijd (relatief) doet dalen. En nu is het ineens wel de moeite waard om te werken. Markten! Vanaf de vroege Renaissance varen Europese schepen de wereld rond, en ze komen terug met koffie, thee, cacao, tabak, suiker, specerijen, zijde en vele, vele andere.

Dus is die extra zak graan ineens wel iets waard: niet langer zal hij liggen rotten in je voorraadschuur (nog een statistiek: eens om de zoveel decennia brandden in een economie waar het belangrijkste bouwmateriaal hout was, alle gebouwen helemaal af (3). Oefening voor de lezer: wat is het effect op de zakken graan in een voorraadschuur wanneer die helemaal afbrandt? Nog een oefening: gegeven dat risico: hoe aantrekkelijk ziet het bezit van extra zakken graan als lange termijn voorraad er uit?). Nu er markten zijn is die zak ineens veel meer waard, want je zal hem kunnen ruilen tegen je dagelijkse cup of tea (4).

En dus ligt de vraag of mensen veel of weinig werken niet alleen in de handen, noch in de cultuur, en nog minder in de genen van die mensen. Het antwoord op die vraag ligt in het vermogen van al die mensen na te denken over wat het oplevert indien ze besluiten hard(er) te werken. Kortom, het hangt af van concrete omstandigheden. En het feit dat wij, Westerlingen, in zo’n ontzettend gepriviligiëerde wereld leven dat we uiterst gunstige omstandigheden niet langer zien als zeer uitzonderlijk, maar integendeel als zeer normaal, volstaat nu eenmaal niet om te maken dat ze ook werkelijk normaal zijn. De werkelijkheid is dat heel veel mensen, tot vandaag, nog leven in omstandigheden waarin ze heel rationeel zijn, even rationeel als die Europeanen die de Westerse beschaving hebben uitgebouwd, wanneer ze heel vaak geen klap uitvoeren.
--------------------------------------------------------
(1) Bijvoorbeeld Easterly, The Elusive Quest for Growth, Economist’s Adventures and Misadventures in the Tropics, 2001
(2) Zie bv. Duplessis, Transitions to Capitalism in Early Modern Europe, 1997
(3) Dit staat ergens in Braudel, Les Structures du Quotidien, Civilisation Matérielle, Economie et Capitalisme XV° - XVIII° Siècle, Tome I, 1979
(4) Het thema komt uitgebreid voor in Pomeranz, The Great Divergence, China, Europe and the Making of the Modern World Economy, 2000

dinsdag 8 augustus 2006

"War is Big Government"

Ivan Janssens (1) haalt op zijn blog iemand aan, en is het met hem eens, die het volgende zegt:

"War is big government, authoritarianism, central planning, command and control, and bureaucracy in its most naked form and on the largest scale. The Pentagon is the Post Office with nuclear weapons."

Dit trof me geweldig, omdat ik (alweer een hele tijd geleden) ergens op het blog van Luc Van Braekel zwaar werd uitgescholden, o. a. voor "linkse kleuter", alsook "Stalinist", omdat ik de oorlog in Irak altijd één van de meest verdwaasde ondernemingen heb gevonden die ik me maar kon indenken. Nadat ik me lang genoeg voor links had laten uitschelden, was precies dat van die "oorlog is staatsinterventie" ook bij me opgekomen: Grote verhalen (had ik gezegd), ondernomen van overheidswege, ik had er ook nog de oplopende begrotingstekorten (Keynes!) bijgezet... allemaal zo links als de pest! En verdomd, nu krijg ik nog gelijk ook! Maar nu ik er zo aan terugdenk; ik denk niet dat ik ooit veel antwoord op die opmerking heb gezien. Loeien en schelden, dat kunnen ze bij een bepaald soort rechts, maar nadenken is er zelden bij.

Maar ere wie ere toekomt: van dat “bepaald soort rechts” heb ik Ivan nooit verdacht. Integendeel: hoe rijmen we dat dan met het feit dat ze (als ik het zelf even probeer te herformuleren) libertariër willen zijn, maar daarom nog geen pacifist? En het antwoord gaat in de richting van "zonder de Eerste Golfoorlog bezat Saddam de inkomsten van Koeweit en voelde hij waarschijnlijk de drang om het nog eens opnieuw in Iran te proberen, "sounds like fun?".

En ja, het is een argument. Ik laat even het "waarschijnlijk" passeren; als dit voorbeeld niet goed genoeg is, dan zullen er andere te bedenken zijn waarin je niet eindeloos laat begaan. Dus ik noteer: ik hoef me blijkbaar niet voor "Islamofascist" (laat staan varianten op "links") te laten uitschelden, als ik niet verkondig dat staatsoptreden onmogelijk een goed idee kan zijn. Als libertariërs zelf een voorbeeld van nuttig staatsoptreden kunnen geven, dan kan iemand anders onmogelijk een randdebiel zijn, omdat hij zich afvraagt of daar nog andere voorbeelden van zijn.

Maar dit terzijde. Aangenomen, dus, dat zelfs de libertariërs uit hun toetsenbord kunnen wringen dat staatsinterventie in sommige gevallen een goed idee is, probeer ik even mee te denken wat daar zoal de voorwaarden van zijn. Zo op het eerste zicht zou ik verwachten dat ze heel restrictieve voorwaarden eisen. Zomaar uit de losse pols veronderstel ik dat een lijstje er minimaal als volgt zou uitzien:

1. De interveniënde staat moet verdomd goed weten waar ze mee bezig zijn.
2. De staat moet ook verdomd goed weten of, en hoe, ze hun optreden (we praten hier over oorlog, hé, het gaat hier niet over het relatieve gebeuzel rond openingsuren) succesvol kunnen afronden.
3. De staat moet ook een goed beeld hebben van de vraag of het optreden, zelfs als het succesvol is, geen grotere kosten zal meebrengen dan de opbrengsten.

Nu passen we dat toe op de huidige oorlog in Irak:

1. Hoe goed denk je dat "we" weten waar we mee bezig zijn, als we informatie moesten verbergen, verdraaien, en/of uitvinden, en als elke poging om die informatie kritisch te bekijken prompt onthaald werd op een geloei en gescheld om de term "hysterisch" nieuwe dimensies te geven ("we are at war with France")?

2. Hoe goed denk je dat een staat als de VS nadachten over hoe ze hun optreden succesvol konden afronden, als hun eigen generaals ontslagen werden omdat ze niet bereid waren de politiekers na te praten? Bijvoorbeeld over de vraag naar het aantal nodige troepen; kortom, als een waaier onderwerpen beslist werden op basis van ideologie ("we zullen op bloemen onthaald worden") en niet op basis van feiten?

3. Welke kwaliteit denk je dat het denken van de VS had over het plaatje van opbrengsten en kosten, als de generaals ruim drie jaar later moeten opbiechten dat ze nooit eerder zoveel geweld gezien hebben; als het stadium waarin we nog niet van "guerilla" mochten spreken al zo lang gepasseerd is, dat ze intussen zelf van "burgeroorlog" spreken?

Al was het maar met hindsight - en ik blijf me verwonderen dat een hoop doorgaans luciede geesten hiervoor hindsight nodig hadden - kan iedereen met zijn eigen ogen zien dat het antwoord op al die vragen nul komma nul was. Het is jammer te moeten vaststellen dat de eerste de beste extreem-linkse antiglobalist dat al vier jaar geleden had kunnen vertellen; sterker nog, dat die dat ook luidkeels gedaan heeft.

En dus zie ik een probleem. Want desondanks zijn sommige libertariërs tot op de dag van vandaag bereid om dat gigantische overheidsoptreden goed te keuren, inclusief de begrotingstekorten, en ik vergat nog het inperken van de burgerlijke vrijheden, alsook het opzeggen van zoiets als de rechten van de verdediging, en vele vele andere.

Waarbij we er niet aan moeten twijfelen dat ze bij de volgende relatieve beuzelarij (zeg: snelheidsbeperkingen) weer zullen aanschuiven om iedereen van negelreverij, verkapt socialisme en pleitbezorger van de inperking van de vrijheid te beschuldigen. Niet moeilijk dat je op de duur dingen als "hij is rechts, en toch niet dom" te lezen krijgt...

--------------------------------------------------
http://www.ivanjanssens.be/dutch/artikel.asp?link=17

maandag 7 augustus 2006

De Wereld is Rond!

Ter vereenvoudiging nemen we aan dat het grondplan van mijn huis een vierkant vormt. Snij dat vierkant in twee, en nu heb je twee langwerpige ruimtes. Eén van die twee snijd je nogmaals in twee om twee kleinere vierkante ruimtes te verkrijgen. De andere is gewoon één lange rechthoekige woonkamer.

Deze lange woonkamer heeft (vereenvoudigend abstractie gemaakt van trappen, hallen of voordeuren) twee deuren die uitkomen in de twee kleinere ruimtes. En die twee kleinere ruimtes hebben verder nog een onderlinge deur. Tot zover de geografie.

Bij één van beide deuren in de langwerpige woonkamer ligt een kleurige mat. Op die mat treffen we aan: een clown met een rode neus, Bonifaaz (1), een simpele constructie van zeer grote lego-achtige blokken, twee zeer kleine pantoffeltjes, een rups met een lieveheersbeestje, een vogeltje en een bijtje, en een boekje “waar komt de kip vandaan?”.

Dit terrein wordt sinds ettelijke maanden bezet door baby Sarah. Die zat daar al die speeltjes aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen, geregeld “eh, eh, eh” te zeggen, en heel af en toe zet ze een keel op. Baby Sarah peinsde er niet over te kruipen: zoals mijn zuster zegt, slimme baby’s laten zich dragen.

Maar nu ze bijna één jaar oud is kan ze het van de ene dag op de andere wel, en meteen kan ze er geen genoeg van krijgen. Dus je zet haar op de speelmat, en voor je het weet vind je haar terug aan de verste deur van de langwerpige kamer. En dat zijn alles bij elkaar toch ettelijke meters, een heel eind voor zo’n kleine kabouter.

Dat is niet allemaal in één rechte lijn gebeurd. Bijvoorbeeld kom je tijdens de lange reis wel eens een kabel tegen, die in het huis van onervaren ouders nog ergens van een onmetelijke hoogte naar beneden komt. Snok! Tok! Wheieieieiei! Concert voor keel en stembanden: molto vivace. Maar eindelijk komt ze bij de verre deur aangekruifeld; de speelmat is dan al een herinnering aan een ver verleden.

En zie nu! Achter die deur ligt een heel nieuwe wereld verborgen! Weet baby Sarah veel dat ze die ruimte vanop een heel andere hoogte al honderd keer doorkruist heeft. Tap, tap, tap gaan de handjes op de lichte tegel, enthousiast lachend manoeuvreert ze van stoelpoot naar schuifdeur, prutst hier een kostbare Chinese vaas uit de Mingdynastie tegen de vlakte, zet daar de frietpot omgekeerd op het Perzich tapijt, knalt tegen een muurtje aan (“wheieieieiei: concert voor stembanden en longen, molto fortissimo”), maar zet dan alweer de zoektocht verder.

En wéér verschijnt er zo’n mysterieuze deur in het gezicht! Wéér overschrijdt baby Sarah een nieuwe drempel en verlegt ze grenzen. Nu zijn boekenkasten de gevaarlijkste monsters: als je er hard genoeg op klopt glijden er wel eens werken over het “Eerste Millennium” of “Mannetjes en Vrouwtjes” naar beneden. En één of ander kieken (het mannetje) heeft ook een stofzuiger midden in de kamer laten staan, en daar kan je met je handjes in frutselen.

Maar het onmogelijke blijkt waar te zijn. Lang genoeg rondkruifelen in de nieuwe plaats toont dat er in het universum nog meer deuren zijn! Recht er op af, onder het slaken van verschillende soorten strijdkreten! Pets, pets, pets gaan de handjes en voetjes, het tempo neemt alleen maar toe, onhandige tweevoeters komen bijna adem tekort om het te kunnen volgen.

Maar toch alleen maar bijna te kort. Er was nog net genoeg om op tijd een punt te bereiken, waar het mogelijk is het gezicht te zien waarmee baby Sarah ontdekte dat ze weer in de langwerpige woonkamer eindigt, en nog wel op haar eigen speelmat. De wereld is rond, het universum is eindig, als je maar lang genoeg doorgaat kom je aan het einde weer bij het vertrekpunt uit – de maanlanding verzinkt erbij in het niets. Hadden jullie echt zes millennia beschaving nodig om dààr achter te komen? Baby Sarah wordt pas volgende week één jaar, en zij heeft het nu al door.

------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/04/bonifaaz.html

Meer "Geheim van de Steden"

Enkele maanden geleden vroeg ik me luidop af wat "het geheim van de steden" zou kunnen zijn. Immers, we hebben inmiddels zes millennia menselijke beschaving achter de rug, en die beschaving valt zo nauwkeurig samen met opkomende steden, dat je bijna kan zeggen dat beschaving en steden hetzelfde zijn. En toch schrijft iedereen die op zoek gaat naar de oorzaak van het Europees succes van het laatste millennium, dat het komt door die unieke Europese steden.

Dus, even gekarikaturalizeerd, als er zes millennia menselijke beschaving is, dan ligt aan dat de steden, en als we daaruit het succes van één bepaald millennium isoleren, en in één bepaalde regio, wel, hou je vast en verslik je niet, dan komt het door de steden! Dat klinkt nauwelijks als een eerste stap op weg naar de Nobelprijs...

Laten we verder zoeken in de richting van dat woord "unieke". De vraag is dan: wat hadden de Europese steden die opkwamen vanaf het jaar 1,000 dat de steden van China, de Islam, of het oude Perzië en Rome niet hadden? En als kandidaat antwoord op die vraag hadden twee vroegere posts de volgende lijst aangelegd (1):

* Het Europese klimaat is extreem gunstig zodat de urbanizatiegraad er hoger kon zijn dan in andere beschavingen en tijdperken.
* De "recente" Europese gesschiedenis was veel barbaarser dan die van China en de Islam, zodat de Europeanen beter waren in, uim, eufemisme, "expansie".
* In een relatief minder agrarische samenleving als de Europese hadden stedelijke activiteiten als nijverheid een groter sociaal prestige.

En nu zit ik een tekstje te lezen (2) dat daar in zekere zin een variant op is, maar dat toch een nog andere dimensie belicht. Namelijk waren de grote steden van de beschavingen altijd centra van heersers, ambtenaren en bureaucraten. Het waren consumptiesteden, waar belangrijke kwesties waren wie er naast de koning mocht zitten, en op welke spijzen hij was onthaald. De bedoeling was vaak de uitoefening van de macht omwille van de macht, en het bijhorende uiterlijk vertoon. Dus probeerden heersers de consumptie en het uiterlijk vertoon van die kleine elite te maximalizeren, en niet het totale inkomen van de economie. Niet de ontwikkeling van het land, maar wel de exploitatie ervan was belangrijk.

(Een klein terzijde, een ander woord voor het totale inkomen van de economie is “winst".)

Maar de Europese heersende klasse van voor het jaar 1,000 zat niet in steden, maar in burchten en kastelen, en misschien in kloosters. Stedelijke elites waren dus vrijer om maatregelen te treffen die voordelig voor de stad zelf waren, en minder voor de pluimen van de lokale haantjes. En zo ontstonden instituties die voordelig waren voor de ontwikkeling, en omdat het nog meerdere eeuwen duurde voor staatsbureaucratieën alsnog de zaak overnamen, was intussen het ontstaan van een welvarende middenklasse een feit, en de democratizering was onomkeerbaar.

Merk de verwantschap van dit thema op met het lijstje. De elite zit niet in de steden, omdat de recente geschiedenis er één was van invasies en oorlogen - er waren in het begin zelfs nauwelijks steden. En de steden konden verder ontwikkelen dan je zou verwachten omdat het klimaat zo gunstig was. En aangezien ze zo vrij waren ontstond er een heel ander sociaal prestige en ethos. Dus die elementen hoeven niet overboord te gaan. Maar deze laatste factor doet bedenken dat niet alleen de gunstige omstandigheden een rol spelen, maar ook de vraag wat je ermee aanvangt.

------------------------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/het-geheim-van-de-steden.html
EN http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/het-geheim-van-de-steden-en.html
(2) http://www.j-bradford-delong.net/pdf_files/Princes.pdf

zondag 6 augustus 2006

Hoe Weten de Vogels...?

Vaak hoor je vragen als “hoe weten die vogels hoe ze hun nest moeten maken?” Of deze: “Hoe weten die spinnen hoe ze die ingewikkelde webben moeten maken?” Het lijkt miraculeus dat dingen die zo nauwkeurig juist moeten zijn toch gemaakt worden door dieren, waarvan er enkele bij zijn die we echt niet van bijzonder veel verstand verdenken.

Dit is natuurlijk niets anders dan “het eeuwig misverstand”(1). Het is precies dezelfde vraag als “hoe weten mensen dat ze moeten reageren op de snoezige oogjes van baby’s?”. Het punt is dat ze dat helemaal niet weten, maar dat ze het gewoon doen. Ze doen dat gedreven door een bepaalde emotie, en het “eeuwig misverstand” is dat sommige mensen een uiteenzetting in termen van “natuurlijke selectie” (2) verwarren met de uitspraak “deze emotie is niets anders dan (...)”. Terwijl ze echt, hoogstpersoonlijk, kunnen getuigen dat ze niet eerst een berekening hebben gemaakt om aantallen nakomelingen te maximalizeren.

Op dezelfde manier weten vogels niet hoe ze nesten moeten maken en spinnen weten niet hoe ze een web moeten weven: ze doen het gewoon. We kunnen wel in termen van “natuurlijke selectie” verklaren hoe het komt dat vogels zich gedragen alsof ze weten hoe ze een nest moeten bouwen. Of hoe het komt dat mensen een emotie voelen wanneer ze de grote ronde oogjes van een baby zien (3).

Neem aan dat het bouwen van een nest bestaat uit een hele serie kleine stapjes, die gecodeerd zitten in erfelijk materiaal. Noem het “een gen voor”, als dat soort vereenvoudiging je helpt. Er is dan een gen voor het aanhalen van stro, en één om stro bij elkaar te leggen, en één om het te vlechten, en/of het met leem te verstevigen, enzovoort. Neem aan dat die instructies erfelijk zijn, en dat er kleine variaties op mogelijk zijn, en dat er combinaties van instructies zijn die betere (of minder slechte) nesten opleveren dan andere combinaties.

(Dit is overigens wel een manier om het verhaal op een abstract gemaakte manier te vertellen, maar de “aanname” dat er “genen” zijn voor deelcomponentjes, die alleen wanneer ze samen vallen (en dus tot samenvallend geheel geëvolueerd zijn) is absoluut niet uit de lucht gegrepen. Voorbeelden uit de levende natuur zijn te vinden in de titels onder noot (4).)

Maar wat zou de betekenis van de term “een beter nest” zijn, als het niet was dat het hielp bij het grootbrengen van de kuikens? Met andere woorden, dat het helpt aantallen kuikens te maximalizeren? Maar in dat geval, en als die instructies ook nog erfelijk zijn, vertalen kleine variaties in het genetisch materiaal (die de nesten beter maken) zich in meer nakomelingen, zodat die eenzelfde erfelijke basis hebben, zodat zij op hun beurt ook meer nakomelingen krijgen... En met de generaties hebben minder en minder vogels de minder goede set instructies. Terwijl op de nieuwe set natuurlijk ook weer variatie plaatsvindt, en het hele proces herhaalt zich: natuurlijke selectie is ook nog cumulatief (cfr. nogmaals voetnoot 2).

En zo functioneert het verstrijken van de tijd als een zeef: de vogels hebben een set instructies om kleine dingen te doen, die almaar beter de functie van nest vervullen; en wel omdat zij die de set niet hebben met de tijd minder en minder nakomelingen hebben, zodat er met de tijd van die exemplaren minder en minder overblijven.

Aan het einde van een lange rit maken vogels zeer geavanceerde nesten, en op het juiste moment van het jaar, en spinnen weven zeer geavanceerde webben, en ze weten van geen kanten hoe dat moet; ze doen het gewoon: misschien voelen ze wel een emotie zoals een mens die de grote ronde oogjes van een baby ziet? En betekent dat nu dat ze berekeningen maken om hun aantallen nakomelingen te maximalizeren? Natuurlijk maken ze die berekeningen niet: ze zijn enkel de erfgenamen van die individuen die het gedrag hebben vertoond dat hun nakomelingen heeft gemaximalizeerd. Terwijl de berekeningen alleen maar dienen om ons, die proberen het proces en het resultaat te begrijpen, bij dat begrijpen te helpen.

----------------------------------------------------

(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/08/evolutietheorie-het-eeuwig-misverstand.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/03/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten-3.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/ik-vraag-me-iets-af.html
(4) Dawkins, The Selfish Gene, 1976 (1989), hoofdstuk 4
EN Ridley, The Origins of Virtue, London, 1996, hoofdstuk 1

zaterdag 5 augustus 2006

Dat Marshallplan, altijd dat Marshallplan...

Maanden geleden had ik het hier over het "Marshallplan voor Wallonië":

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/een-marshallplan-voor-walloni.html

Het idee was: Het Marshallplan diende om een (a) geruïneerd Europa er weer bovenop te helpen door (b) massale financiële transfers die er (c) voor konden zorgen dat iedereen weer aan het werk werd gezet. En zo geschiedde.

Dus, concludeerde mijn post, er is al een geruïneerd Wallonië, en er zijn al massale financiële transfers, dus is het enige dat nog rest dat ze nu ook nog aan het werk gaan. En dus kondigde ik, zes maanden geleden, af dat het Marshallplan voor Wallonië van start mocht gaan, en dat ze vanaf die dag zouden beginnen werken.

Eilacie! Onze bewindsman Didier Reynders, heeft door de pers laten vaststellen dat er nog niets van te zien valt. Dus ik herhaal het nog een keer, in zeer simpel Vlaams, dat volgens de regel "geen Vlaams, geen transfers" voor iedereen begrijpelijk is.

(a) Er is een geruïneerde economie
(b) Er zijn massale financiële transfers
(c) Maar toch komt het niet van de grond

(Vergeet vooral niet item (c) van het echte Marshallplan te vergelijken met item (c) van het Waalse Marshallplan.)

Simpel, nietwaar? Dat is toch allemaal heel gewoon Nederlands; dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Maar wacht, misschien helpt het als ik er aan toevoeg: "et pour les Francophones, la même chose!"

-----------------------------------------------------
PS: er was ook nog:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/over-dat-marshallplan.html

vrijdag 4 augustus 2006

Een Kwestie van Perspectief

(Het volgende is een stukje dat ik al eens eerder op een nieuwsgroep van Usenet heb gezet. Omdat ik het nog altijd interessant vind lijkt het me wel iets voor hier ook.)

In een artikel uit 1947 (1) werpt Arnold Toynbee een blik op het Eurazië van het jaar 1,500, en ziet een brede waaier aan verschillende beschavingen. En het interessante is, ze denken allemaal, stuk voor stuk, dat alleen zij een "beschaving" zijn, en dat alle anderen alleen maar een bende omhooggevallen barbaren zijn.

Nu zou daar in een aantal gevallen iets voor te zeggen zijn. China, bijvoorbeeld, vertoont in 1,500 een historische continuiteit die door niemand zelfs maar in de verte benaderd wordt, en een peil van wetenschap en technologie dat hoogstens hier en daar een vergelijkbaar niveau haalt. In vergelijking daarmee zien de pretenties van de erfgenaam van het Romeinse Rijk - via het gevallen Byzantium inmiddels in het Orthodox Christendom van Moscovië terechtgekomen - of van de Islam, heersers over een strook beschaving van de Atlantische kust tot de grenzen van het Chinese keizerrijk, er bescheidener uit. Maar in vergelijking met een stel echte omhooggevallen barbaren steken ze er kilometers bovenuit. Voorbeelden van die omhooggevallen barbaren zijn er in Japan. Ja, het tart de verbeelding, maar deze late, zeer late erfgenamen van een Chinese politieke cultuur en een Indische spirituele cultuur beelden zich werkelijk in een superieur volk te zijn, dat al de anderen met gemak in zijn zak steekt.

En hou je vast, maar aan het andere extreem van het continent loopt er een stel nog grotere slachtoffers van ingebeelde grootheid rond! Hahaha, de Europeanen die 15 eeuwen geleden, toen bijna iedereen al millennia beschaving achter zich had, voor de eerste keer een glimp van Juul Cesar te zien kregen, dachten werkelijk dat zij, en niemand anders, enzovoort: hahahahaha!

Maar lo en behold, er gaan een dikke 400 jaar voorbij, en wie staat daar, inmiddels in zijn eentje, nog steeds hetzelfde deuntje te zingen - stomweg omdat ze alle anderen van het toneel heben geveegd? Dat zijn diezelfde Europeanen waar we zo hard om gelachen hebben! Dat geeft een warm en aangenaam gevoel, nietwaar? Zo door de feiten in het gelijk te worden gesteld, als dat geen materiaal voor een kaskraker is!

Maar wacht. Als het voorbijgaan van 400 jaar goed genoeg is om het bewijs van de superioriteit van de Westerse Beschaving te leveren, dan moet hetzelfde gelden voor het voorbijgaan van 500, en van 600 en 700 jaar. Wat is de kans dat de Europeanen (en hun Amerikaanse erfgenamen) ook na 500 en 600 en 700 jaar zoveel pret beleven?

Toynbee denkt, note bene: in 1947, alle reden te hebben om te denken dat het lachen ook de Westerlingen zal vergaan. En Toynbee zou Toynbee niet geweest zijn, als hij er niet bij dacht dat religie de sleutel van de verdere geschiedenis zou zijn. Zoals de Grieks-Romeinse beschaving het uiteindelijk niet volhield tegenover het réveil van de onderworpen Perzische en Mesopotaamse culturen, omdat de spirituele inhoud van hun polytheïsme het niet kon bolwerken tegen de nieuwe religies, zo vertoont ook het Westen een spirituele leegte die niet kan worden opgevuld door technologische superioriteit (voor zolang die duurt). En Toynbee houdt, in 1947, zijn hart vast.

Eigenlijk, denkt Toynbee, zijn het niet zozeer de weerlegde aanspraken van alle anderen die zo pathetisch zijn, maar wel het feit dat er één is die het nog altijd niet gesnapt heeft. Eigenlijk is de enige vraag hoe lang het zal duren, en onder welke vorm het zal gebeuren, voor het Westen ook de les leert die alle andere beschavingen inmiddels geleerd hebben.

Wel, een halve eeuw later maakt Samuel Huntington furore met een boek (2) dat serieus aan het denken zet. Nog steeds is het Westen in een positie om eens goed te lachen met iedereen die ooit gedacht heeft dat één of andere niet-Westerse beschaving eigenlijk de "echte" beschaving was. Maar er zijn twee principes die in het licht van Toynbees profetieën extra weerklank krijgen. De eerste is de titel van een paragraaf: "la revanche de Dieu". Wie, o wie, had in onze tijden van secularizatie (hey, we zijn aan het terugblikken op de Westerse zelfgenoegzaamheid uit de periode 1947 - 1996) verwacht hoe sterk de wederopstanding van de religies had kunnen zijn? En het tweede principe tweede is wat Samuelson "modernization is not Westernization" noemt. Japan, China, India, Maleisië en vele andere, ze zijn allemaal het levende bewijs dat andere beschavingen de Westerse technologie kunnen overnemen - en vervolgens versterkt en verfrist uit de schok van de botsing kunnen tevoorschijn komen.

Toynbee, op één van de hoogtepunten van de positie van het Westen, bepleit een vorm van bescheidenheid. Hoe sneller het Westen ook begrijpt wat iedereen al lang begrepen heeft, namelijk dat er niet zoiets bestaat als een definitieve overwinning van de ene beschaving op alle andere, hoe beter. Hoe sneller het Westen ook begrijpt wat alle anderen al lang begrepen hebben, namelijk dat er 500 of 600 of 700 jaar na het jaar 1,500 alleen zal onderhandeld worden over de relatieve positie van iedereen, ook van het Westen, in het samenleven op de planeet, hoe beter. En daar lijkt Samuelson het op zijn manier ook wel mee eens te zijn.

-----------------------------------------------------------------------
(1) Toynbee, The Unification of the World and the Change of Historical Perspective, in Civilization on Trial, 1949, hoofdstuk 5
(2) Huntington, The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order, 1996.

donderdag 3 augustus 2006

Een belastingbetaler wil weten (deel 2)

Zes maand geleden vroeg dit blog zich af (1) waarom we de Belgische staatsschuld niet voorzien van een vaste rente op vijftig (50!) jaar. De rente op 50 jaar stond toen ergens tussen de 3.90 en de 4.00 percent. Dat “voorzien” is zeer gemakkelijk. We kunnen zeer eenvoudig op de staatsschuld een zogenaamde "swap" afsluiten. We nemen gewoon een deel van de schuld die een kortlopende termijn heeft. Iedereen weet dat die "kortlopende" schuld niet binnen enkele maanden kan terugbetaald worden. Al wat er zal gebeuren is dat de staat op vervaldag nieuw geld ontleent om de vervallen schuld te betalen. En dus betaalt de staat bij elke vervaldag de rente die geldig is voor de volgende periode, en als die rente intussen zou gestegen zijn, dan stijgen ook de kosten voor de staat.

Maar met een swap kan de staat afspreken met de markt dat die markt voor alle volgende periodes die nieuwe rentevoet gewoon zal terugbetalen. In ruil moet de staat zich verplichten om elke periode een vaste rente te betalen, en de swap is niets anders dan de manier om nu al af te spreken wat die vaste rente zal zijn. Zes maand geleden zou die afspraak geweest zijn dat het net geen 4% was. Dus kon de staat zichzelf garanderen dat ze vijftig jaar lang (!) niet meer of minder zou betalen dan 4% (en eigenlijk zelf eerder 3.90%).

Natuurlijk, de kortlopende schuld draagt zelf een andere rentevoet dan de langlopende, en die was zes maand geleden 2.50%. Dus iedereen die zes maand geleden mijn voorstel uitvoerde begon ermee een schuld van 2.50% te vervangen door een schuld van 4%; en 1.5% percent extra op een groot bedrag (zoals een aanzienlijk deel van de staatsschuld) is een hele slok op de borrel. De vraag is of die extra kost opweegt tegen het voordeel, dat 4% op dat moment wel een stuk meer is dan de korte rente van 2.50%, maar in de komende vijftig jaar de toestand gemakkelijk heel anders kan zijn.

Drie maand later, begin mei, was de rente op drie maand geen 2.50% meer, maar 2.86%. De staat, voor zover die geen vaste rente heeft afgesproken, herfinancierde dus zijn schuld aan 2.86%. Het verschil met de 4% die ik zou betaald hebben is teruggelopen tot 1.14%; een kost die ik had aanvaard om voor 49 jaar en drie kwartalen zeker te zijn dat ik nooit meer dan 4% zal moeten betalen. Overigens stond de rente op 50 jaar op dat moment 4.45%. Iedereen die alsnog mijn voorstel wilde uitvoeren zou al een halve percent meer moeten betalen dan in februari - en dat 49 jaar en drie kwartalen lang!

Vandaag staat die langlopende rente nog steeds ongeveer 4.45%, maar de drie maand kost nu 3.17%. Het verschil met de 50 jaar die ik zes maand geleden zou betalen is nu nog 0.83%. Dat is nog steeds heel veel, maar dat is al aanzienlijk minder dan de 1.50% die het slechts zes maand geleden was. Het begint er al heel redelijk uit te zien om dat te betalen, maar wel zeker te zijn dat het nooit meer dan 4% kan worden - en dat nog 49 jaar en zes maanden lang.

Dit gaat overigens nauwelijks over een "ik had gelijk"; want tot vandaag zou mijn voorstel bakken geld kosten. Maar ik vraag me wel af of het zo absurd is om deze kost te betalen. Het verhaal geeft me immers geen "gelijk", maar illustreert wel dat dat "gelijk" er gemakkelijk alsnog kan komen. Als de drie maand van 2.50 naar 3.17 kan stijgen, dan kan die ook nog veel verder stijgen; en zodra we boven de vier uitkomen is het de staat, en dus de belastingbetaler, die betaalt.

En dàt is waar het me om te doen is. Is het mogelijk dat politici dit soort dingen niet doen, omdat ze liever enkele maanden, en hopelijk zelfs enkele jaren, korte termijn rentes betalen, omdat die er op dat moment veel beter uitzien dan lange termijn rentes? Zouden bewindslieden zo kortzichtig kunnen zijn dat ze de mogelijk veel duurdere kosten van de toekomst maar hun beloop laten, omdat ze niet binnen vijf of binnen twintig jaar, maar wel binnen enkele maanden moeten herkozen worden? Een geval van "après nous le déluge"... zo kortzichtig kunnen moderne politici toch niet zijn?

-----------------------------------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/een-belastingbetaler-wil-weten.html

woensdag 2 augustus 2006

Alfamannetjes...

Vandaag meldt het nieuws dat er een "bijzondere kamercommissie" zal bijeengeroepen worden, om te debatteren over het Midden Oosten. De reporter vraagt aan het alfamannetje (de voorzitter van de commissie) wat deze commissie kan opleveren. Het alfamannetje verdrinkt de luisteraar in uitwijdingen over het belang van België, als huisvestingsland van de Europese Commissie, of de Nato, of wat het ook was waar hij achter wegkroop. Kortom, zowel de reporter als het alfamannetje weten zeer goed dat deze commissie volstrekt niets zal opleveren. En dus bleef de vraag waarom al die mensen daarvoor van vakantie moesten terugkeren, gewoon hangen.

Maar ik kan er wel op antwoorden! De werkelijke reden waarom deze bijzondere commisie moet bijeengeroepen worden, is dat het een hoop alfamannetjes de gelegenheid geeft om gewichtig te doen, met hun armen te zwaaien en decibels te produceren en (in algemene termen) de indruk te hebben dat ze in het centrum van de belangstelling staan. Die indruk wordt vervolgens versterkt wanneer ze zichzelf door de radio geïnterviewd horen, en de cirkel sluit zich wanneer ze de volgende dag zichzelf in de krant zien staan. Een perfecte oefening in onbelangrijkheid, gehuld in de mantel van overbodigheid, maar opgesierd door de attitudes van de artificiële gewichtigheid.

Ja, zo verzint het alfamannetje op de radio nog snel, in plaats van je af te vragen wat deze commissie kan opleveren, moeten we ons misschien eens afvragen of we ("we"!) wel kunnen zwijgen bij de gebeurtenissen. En daarop is het antwoord simpel. Natuurlijk kunnen we daarbij zwijgen, omdat zwijgen soms gewoon past, of omdat het spreken vanaf een niveau van onbetekendheid alleen maar irritant is, of omdat een hele hoop mensen, die zichzelf (vaak minder ten onrechte) eveneens Zeer Belangrijk vinden, ook zwijgen; kwestie van het gekakel niet nog te verergeren.

Bijvoorbeeld, er zijn in de wereld steden van veel meer dan de 10 miljoen inwoners van België. Er zijn steden die ook groter zijn dan de oppervlakte van België; Tokyo bijvoorbeeld, of Los Angeles. Indien we even België zien voor wat het eigenlijk is, een grote en zelfs vrij belangrijke stad in de Europese Unie, dan zouden we onszelf een hoop genante vertoningen besparen. Noch de burgemeester, noch de schepenen zouden op het idee komen dat uitgerekend hun stem toch moet gehoord worden (gevolgd door de enscenering van de "bijzondere kamercommissie", het radionieuws en de kranten van de volgende dag), en als bonus zouden narren als Flahaut niet langer minister van Defensie zijn, want steden hebben geen defensie: alweer zoals België, dus.

Maar dat is allemaal niet wat het alfamannetje wilde horen. Het alfamannetje wéét natuurlijk dat het juiste antwoord op de vraag welk nut die bijzondere kamercommissie kan hebben "volstrekt niets" is. En dus verandert hij de vraag of ze moeten spreken snel in de vraag of ze eigenlijk wel kunnen zwijgen - en hoopt dat niemand opmerkt dat het antwoord op die vraag (vanzelfsprekend) een hartsgrondig "ja, natuurlijk" is.

dinsdag 1 augustus 2006

Evolutietheorie: Het "Eeuwig Misverstand"

Een tijdje geleden schreef ik over hoe allerlei kenmerken, zoals snoezige oogjes bij baby’s, maar ook gedrag, zoals gevoeligheid voor snoezige oogjes bij baby’s, geëvolueerde kenmerken zijn, rechtstreeks terug te voeren op het proces van “Natuurlijke Selectie” (1). Toch geeft geeft dat soort inzichten in dagelijkse gesprekken aanleiding tot steeds terugkerende problemen. Ik herinner me als de dag van gisteren dat een mevrouw die pas moeder was geworden – een situatie waarin ik me vele jaren later nog veel beter in kan verplaatsen – heel rustig, heel nuchter, opmerkte dat zij helemaal niet al die gevoelens en gedragingen vertoonde “om haar kansen op nakomelingschap te maximalizeren”, maar dat het doodeenvoudig ging om dingen die ze werkelijk voelde voor die baby.

Het was die rustige toon die me zwaar aan het denken zette – veel mensen reageren hier juist heel emotioneel op. Maar ik verdenk haar er al heel mijn leven van dat ze veel slimmer is dan ik. En dus volstond het niet meer om dat allemaal glimlachend af te wimpelen als de reactie van iemand die nooit het concept “natuurlijke selectie” heeft bekeken – laat staan er over nagedacht – en dus “blijft steken” in een “naieve” opvatting over hoe de realiteit er uitziet. Het punt waar we allemaal samen moeten proberen te komen – het punt waar hobbyfilosofen hun zelfgenoegzaam-superieure toontje laten vallen, en waar luciede mensen die zich gewoon nooit voor de evolutietheorie hebben geïnteresseerd zich realizeren dat ze iets gemist hebben – is het punt waar we ons realizeren dat beide inzichten tegelijk waar zijn. Met andere woorden, dat we hier hoogstens met een schijnbare tegenstelling te maken hebben. En dat kan als volgt.

Op het niveau van onze dagdagelijkse waarnemingen is het een simpel feit dat we een hoop dingen doen zonder dat we er ook maar één berekening laten voorafgaan, laat staan dat we aan probabiliteitscalculus gaan doen om aantallen nakomelingen te maximalizeren. Op het niveau van de evolutietheorie is het even waar dat een (historisch) verklaringsmodel van een hoop van dat soort gedrag (bijvoorbeeld: reageren op de snoezige oogjes van de baby's) waterdicht terug te voeren is op precies die maximalizeren van het aantal nakomelingen. En het inzicht dat we nodig hebben om die twee te verzoenen is een inzicht dat in de negentiende eeuw al door Nietzsche is geformuleerd (2): “dat de bestaansoorzaak van een ding en de uiteindelijke nuttigheid ervan in een systeem van doeleinden, toto coelo uiteenliggen”.

Of, in mensentaal uit de 21ste eeuw uitgedrukt, er is een hemelsbreed verschil tussen de (historisch gegroeide) reden waarom iets bestaat, en de manier waarop het (in de huidige wereld) gebruikt wordt. Er is een hemelsbreed verschil tussen de manier waarop het bezit van handen met vier vingers en een opponeerbare duim, vele, vele generaties lang geselecteerd is tussen de toppen van de bomen, en de manier waarop die handen vandaag gebruikt worden om, bijvoorbeeld, piano te spelen, of op het toetsenbord van een computer te tokkelen. En dus is het tegelijk waar dat de reden waarom we op het toetsenbord van een computer of een piano kunnen tokkelen het feit is dat (destijds) zeer bedreven handen nodig waren om niet uit de bomen te vallen (tenminste niet voordat er voldoende nakomelingen waren gemaakt), terwijl de reden waarom we (vandaag) op een piano tokkelen niets te maken heeft met het vermijden dat we uit de bomen vallen.

En zo is het analoog ook waar dat de reden waarom we gevoelig zijn voor de snoezige oogjes van babies het feit is dat wie niet gevoelig was voor die snoezige oogjes van (zeer kwetsbare) baby’s destijds minder baby’s had, of zag volwassen worden, zodat er, generatie na generatie, minder individuen waren die niet gevoelig waren voor die snoezige oogjes, en na voldoende tijd zijn veel mensen gevoelig voor die snoezige oogjes.

En als die mensen dan vandaag die gevoeligheid ervaren, dan is dat vanzelfsprekend niet omdat ze een berekening aan het maken zijn over hoe ze hun aantallen nakomelingen moeten maximalizeren. Ze zijn alleen maar de erfgenamen van reeksen generaties van individuen die gemiddeld gevoeliger waren voor snoezige oogjes van baby’s, en die als onbedoeld gevolg daarvan relatief veel genetisch materiaal in de huidige generaties hebben doen terechtkomen. Een deel van dat genetisch materiaal draagt bij tot de gevoeligheid voor snoezige oogjes van baby’s.

Zo is het tegelijk waar dat die gevoeligheid, op het niveau van historische verklaring, voortkomt uit het maximalizeren van aantallen nakomelingen, en dat moeders die vandaag reageren op snoezige oogjes van baby’s dat niet doen omdat ze berekeningen aan het maken waren. Ze zijn gewoon gevoelig voor snoezige oogjes van baby’s.

Analoge redeneringen kan je opzetten voor een heel brede waaier van menselijke kenmerken. De reden waarom ogen zijn ontstaan was niet omdat ze enkele miljarden later zulke nuttige instrumenten als onze ogen zouden worden, maar omdat het destijds hielp als je (in het vroegste stadium) het verschil tussen licht en donker kon onderscheiden, en (in een volgend stadium) daarbij ook nog kon focussen, en (in diverse volgende stadia) ook nog allerlei andere kenmerken verwierf, en op het einde heb je ogen waarvan je zou kunnen beweren dat ze zijn ontstaan opdat wij ermee zouden kunnen zien. En zo kan je hetzelfde doen voor machogedrag, of ethisch inzicht, of intelligentie, of samenwerking, en vele, vele andere.

En telkens zal je dat “eeuwig misverstand” zien opdagen. Telkens zal je zien dat mensen, die (als ze niet zonder meer van kwade wil zijn, bijvoorbeeld wegens religieuze bevooroordeeldheid) opwerpen dat ze helemààl geen berekeningen aan het maken waren, en dat ze toch tot het resultaat kwamen dat ik, in mijn tomeloze zucht tot reductionisme, maar weer eens aan “natuurlijke selectie” had toegeschreven.

Een “eeuwig misverstand”, dus, de deelnemers aan dit gesprek praten gewoon naast elkaar. Een betere formulering zou zijn “we gedragen ons alsof we voortdurend bezig waren berekeningen te maken die ons vertellen hoe we aantallen nakomelingen konden maximalizeren, niet omdat we die berekeningen ook werkelijk maken, maar omdat we de genetische erfgenamen zijn van die individuen die zich gedroegen alsof ze zelf die berekeningen hadden gemaakt, en er zich naar hadden gedragen, ook al maakten ze die in werkelijkheid al evenmin als wij dat doen”.

Maar zeg nu zelf; wie zou dàt tot het einde aanhoren?
-----------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/06/ik-vraag-me-iets-af.html
(2) Nietzsche, Genealogie der Moraal, Tweede Essay, nr. 12