donderdag 9 februari 2006

Het "geheim van de steden" en... Samengestelde Interest!

Ooit, ergens, eens, heb ik gelezen dat in de economie van het oude Griekenland de landbouw nog zo doorslaggevend was, dat het afstraalde op de relatieve sociale posities van de mensen in de samenleving. Dus (in de twee lijnen die hier haalbaar zijn) sociaal prestige en invloed had je als landeigenaar, of een andere variant op "landbouwer". Wie moest leven van handwerk (of, zoals ik denk te weten bij de Romeinen: van handel) was iemand waar sociaal op werd neergekeken.

Terwijl in de steden van het middeleeuwse Europa handwerklieden en handelaars gerespecteerde en invloedrijke burgers waren. Dus is dat verschil wellicht een kandidaat om "het geheim van de steden" te helpen verklaren? Daarvoor moeten we ons afvragen waarom handwerklieden die sociaal prestige genieten bron zouden zijn van vooruitgang, en handwerklieden onder een landbouwaristocratie, of een massieve Chinese keizer, niet.

Laten we proberen te raden. Zeg: de handwerker die zich lid voelt van een hopeloze klasse doet zijn werk om van te leven, vindt er weinig eer in en doet minder inspanningen om dagelijkse kleine verbeteringen aan te brengen. Terwijl de werknemer van de middeleeuwse nijverheid die trots wel voelde, hetgeen zich vertaalde in precies die dagdagelijkse, voortdurende verbeteringen. (Let wel, met geschiedenis heeft dit niets te maken, het is puur raden. In werkelijkheid is de kleinschalige maar voortdurende inventiviteit van de middeleeuwer een waarnemingsfeit, en hebben we daar niet echt een theorie voor.)

Maar stel dat we dit perspectief serieus nemen als hypothese: sociale factoren verklaren dus de middeleeuwse "voortdurende inventiviteit". Stelt dat dan eigenlijk iets voor als verklaring? Kan een serie kleine verbeteringen zich vertalen in het soort take-off dat de landen van "het Westen" na enkele eeuwen zo'n voorsprong deed nemen op al de rest? Op het eerste zicht is dat veel gevraagd, en moeten we eigenlijk op zoek naar de middeleeuwse Newton of Archimedes; op zoek naar een "grote knal" model voor dat soort monumentale veranderingen. Zoals “het klimaat” van de vorige post over dit onderwerp; of wellicht de “militante mentaliteit”.

Maar hier komt een oude bekende ons te hulp. De Samengestelde Interest! ( http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html )

Beschouw één of andere middeleeuwse nijverheid, die als energiebron waterkracht heeft, opgewekt door een watermolen. En stel dat de "voortdurende inventiviteit van de middeleeuwer" niets meer voorstelt dan één (1) kleine verbetering per jaar (!), die het rendement doet toenemen met niet meer dan één (1) percent...

... dan weet de lezer van dit blog dat een watermolen die in het jaar 1,000 een waarde 100 vertegenwoordigt, in het jaar 1070 een waarde 200 meebrengt...
... en in het jaar 1140 praten we al over een waarde 400...
... en in het jaar 1210 praten wel al over een waarde 800...
... en de volgende relevante getallen in het lijstje zijn 1,600; 3,200; 6,400 en 12,800 (het laatste in het jaar 1490).

Of een factor 128, op een half millennium!

Kortom, de theorie van de zelfs héél bescheiden, maar voortdurende verbetering kan ruim, zeer ruim, het effect dat we zoeken verklaren. Dat is natuurlijk iets heel anders dan beweren dat deze theorie het verschijnsel ook werkelijk verklaart. Maar wie Samengestelde Interest onderschat, maakt zelfs geen kans op het idee te komen dat de hypothese best eens juist zou kunnen zijn.

Geen opmerkingen: