zondag 5 februari 2006

Popper vs. Marx

Dezer dagen en weken passeren enkele klassiekers van de epistemologie (de tak van de filosofie die de kennistheorie omvat) mijn revue. Dit waren de helden van mijn studententijd... Momenteel is Poppers “The Open Society and its Enemies” aan de beurt. Mijn oog viel op iets dat je ongeveer “het signatuur van de meester”, zou kunnen noemen; één van die typische kenmerken waaraan je de auteur in kwestie bijna kan herkennen.

In casu is het één van die korte, glasheldere, simpele opmerkingen, bedriegelijk op het triviale af, die tegelijk voor hun doelwit zo dodelijk in hun eenvoud zijn. Dat doelwit was de historische filosofie van Marx. In deze filosofie lagen de toekomstige contouren van de geschiedenis al grotendeels vast, en vermits de bijhorende moeilijkheden en crisissen onvermijdelijk waren, was het beste dat we konden doen “de geboortepijnen verminderen”.

Dus schaarde Marx zich aan de zijde van de arbeidersklasse, waarvan “op wetenschappelijke basis” was uitgemaakt dat zij de klasse van de toekomst waren. En hoewel dat voor veel Marxisten niets anders was dan een soort opportunisme (kies de kant van de overwinnaar) was dat volgens Popper bij Marx niet zo. Marx was werkelijk verontwaardigd om de levensomstandigheden van de arbeiders in de vroege negentiende eeuw, Marx dacht werkelijk dat het niet kon, mocht, en zou blijven duren, en Marx probeerde werkelijk het einde van die omstandigheden dichterbij te brengen.

Maar ethisch correct betekent nog niet logisch correct. Want wat is eigenlijk het verschil met het (afgekeurde) recht van de sterkste; “might is right”? In een filosofie als die van Hegel, waar (uitgerekend) in het tijdperk van Hegel zelf de staat de hoogste ontwikkeling van het menselijk kunnen vertegenwoordigde, was er geen enkele instantie die nog kritische afstand kon nemen van wat die staat allemaal uitspookte. De moraal zelf zou immers de uitdrukking zijn van die hoogste ontwikkeling, en dus van de staat zelf – en de deur naar allerlei totalitarismen stond rekwijd open.

Maar als de moraal niet langer de uitdrukking is van de machthebbers van vandaag, maar wel van de (beweerde) machthebbers van morgen? Dan volstaat het te pontificeren wat de hoogste ontwikkeling van het menselijk kunnen morgen zal zijn, en iedereen die het anders ziet kan zijn ticket naar het heropvoedingskamp verwachten. Precies zoals ook gebeurd is. En dus was er geen wezenlijk verschil tussen het recht van de sterkste en de moraal van de (beweerde) toekomstige sterkste, en overigens ook niet met het morele conservatisme dat een verleden superioriteit predikt.

Simpel, maar bonjour.

Geen opmerkingen: