woensdag 22 mei 2013

Economie en Kosmologie (en dus ook Filosofie)

Beeld je eens in dat je als Babyloniër of Assyriër 's nachts naar de sterrenhemel staat te kijken. Wat je te zien krijgt zijn al die sterren die allemaal samen rond jou heen draaien; precies zoals overdag de zon. En dus moet je geen genie zijn om te zien: de Aarde staat stil, en alles beweegt daar rond.

Met een paar kleine uitzonderingen, wel. Als ik het boek van Smolin dat ik aan het lezen ben (1) tenminste goed begrepen heb, beschrijven de planeten helemaal geen fraaie cirkel rond de Aarde, en ze beschrijven zelfs geen ruwe vorm, maar hun baan vormt niet eens een gesloten lus. Totale chaos, dus. Ze volgen banen waarin ze doorgaans vooruit gaan, maar soms ook weer achteruit, en dan toch weer naar voor, alles in de grootst mogelijke onregelmatigheid.

En de uitdaging is: verzin nu maar eens een wereldbeeld dat uitlegt hoe dat kan. Begin maar!

Beeld je ook even in dat je op een atletiekpiste aan het lopen bent op een binnenbaan. Dat is de Aarde. Een eindje voor je uit loopt iemand anders, een beetje sneller dan jij: en dat is Mars. Als je je snelheid niet vergelijkt met die van hem, maar wel met het tijdstip waarmee jullie over de eindstreep komen - een halve piste, en dus twee bochten verder - dan zal je merken dat hij in vergelijking met jou een aantal vreemde bewegingen lijkt te maken. Op een recht stuk loopt hij van je weg: hij is immers sneller. Maar wanneer jullie in de bocht komen lijkt hij zich ten opzichte van jou ineens weer naar achteren te bewegen. Pas als je weer op een recht stuk bent zal hij je weer inhalen.

Moraal van het verhaal: om een wereldbeeld te verzinnen waarin Mars die eigenaardige bewegingen maakt moet je beseffen dat de Aarde zelf ook beweegt; namelijk zich net zoals Mars in een baan rond de Zon (en dus dat Mars niet rond de Aarde cirkelt) bevindt. Je moet beseffen dat onze baan dichter bij de Zon zit dan Mars, en verder ook nog eens rekening houden met het feit dat de Aarde om haar eigen as wentelt. En toch beweegt ze, zeg dat wel.

Om vervolgens ook nog eens uit te rekenen dat dat allemaal door de zwaartekracht wordt bijeen gehouden heb je nog een hoop meer nodig. Newton, om het in één woord te zeggen; een heel nieuwe wiskunde, een inzicht dat toelaat berekeningen te maken voor één ster met daarrond één hemellichaam, alsof er daarnaast helemaal geen andere planeten waren. Het feit dat dat lukt is ook nog eens te wijten aan een soort toeval. Het "n-body problem" is de naam van het feit dat je wel uitstekend banen kan uitrekenen van één satelliet rond één ster, maar dat dat niet lukt zodra er meer dan twee lichamen in het spel zijn .Gelukkig zijn vanuit het standpunt van ons zonnestelsel alle andere planeten zo miniem, dat je het kan berekenen alsof er negen individuele planeten rond één zon cirkelen.

Het verhaal zit vol voorbeelden van hoe het allemaal werkt omdat je er in slaagt, door waarnemingen, door inzichten, door berekeningen, en door stom toeval, uit een veel groter geheel een bepaald deel te isoleren, en dat uit te drukken in de mathematische termen die zo goed werken in voorspelbaarheid, of technologie. Maar - steeds voor zover ik het boek van Smolin goed begrepen heb - dat werkt niet als je probeert er mee aan kosmologie te doen, eerder dan aan astronomie. Kosmologie probeert immers na te denken over het hele universum, en als je dat behandelt met technieken uit een wereld die leeft van het feit dat je juist stukken geïsoleerd hebt, dan krijg je heel vreemde effecten. Zoals de vraag "welk verschil zou het gemaakt hebben als het hele universum tien minuten later was ontstaan?", bijvoorbeeld.

Ik vind dat een deel van onze problemen uit de economie eenzelfde logica vertonen. Een "markt", bijvoorbeeld, dat is iets dat we zo vanzelfsprekend vinden dat we er niet meer bij stilstaan, wanneer we eens een transactie doen, zoals aardappelen kopen. Die ene ruil, mijn geld tegen jouw goederen, het ziet er allemaal zo simpel uit, en het is allemaal zo netjes optelbaar. Maar nog los van alle voorwaarden die nodig zijn omdat allemaal te laten werken is er het feit dat al die deelnemers er moeten zijn. In een economie waarin iedereen krom ligt om net niet van honger te sterven is een berg goudstukken precies even veel waard (namelijk niets) als wanneer je er in een vergeten kerker bovenop van honger ligt te sterven. Goud, of alles wat we "geld" noemen, lijkt waarde te hebben, omdat heel die economie daar "hidden in plain sight" zo onzichtbaar achter ligt. En als er eens plotseling iets misgaat op het niveau van die economie zelf, dan loopt iedereen met gezichten van opperste verwondering zich af te vragen: "waar is het geld naartoe?" (2).

Maar dat geld is heus nergens naartoe, hoor! Het zijn nog altijd diezelfde op zich volstrekt waardeloze stukjes papier of klompjes glimmend metaal. Ze leken alleen maar zo waardevol omdat je er die economie gewoon maar bij bedacht, zonder te checken of die er wel echt was.

Zo op het eerste zicht is dat ook waar je de "spaarparadox" moet zoeken. "Sparen", dat kan je doen door minder uit te geven. En dat maakt op zijn beurt dat je ofwel meer inkomen overhoudt, ofwel bestaande schulden afbouwt; of desnoods minder snel opbouwt. En dat is allemaal heel puik: het maakt dat je kan investeren, en dat genereert op zijn beurt extra inkomen, of minder kosten, je kent dat.

Maar dat werkt allemaal alleen maar als er op de achtergrond een economie draait die door jouw individuele beslissing te sparen niet beïnvloed wordt. Tegen die achtergrond die even onveranderlijk is als de vaste sterren voorbij de planeten mag je inderdaad sparen zoveel je wil, en met nog wat samengestelde interest (3) erbij eindig je misschien wel steenrijk! Terwijl als die economie nu eens niet zo onveranderlijk daar was? Zie je het voor je, dat in een economie met haar heel weinig deelnemers, jouw beslissing om geld niet uit te geven een grote impact heeft op het leven van de persoon die zijn goederen niet aan jou kan verkopen (en dus op zijn beurt niet kan... etc)? Of bij uitbreiding, dat de gezamenlijke beslissing van heel veel spelers, ook in een heel grote economie, om allemaal tegelijk te "sparen" een grote impact heeft op de totale vraag van die economie? Bijvoorbeeld tot het punt dat niemand nog wil investeren, en iedereen uit onzekerheid alleen maar nog meer wil sparen? Vicieuze cirkel... Geluid van een vallend zwaar lichaam... BOEM! Zomaar opeens is datzelfde sparen dat per Calvinistische filosofie zomaar het kapitalisme had uitgevonden nu integendeel de motor die het kamikazevliegtuig de grond inboort.

Veel mensen hebben het er enorm moeilijk mee om dat onder ogen te zien. Misschien moeten ze een voorbeeld nemen aan de kosmologie?

-------------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2013/05/drie-fasen-westerse-kosmologie.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2009/01/ijslandse-kroon-waar-is-het-geld.html
(3) http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/02/dingen-die-iedereen-zou-moeten-weten.html

Geen opmerkingen: