vrijdag 23 augustus 2013

Oostenrijk

Dit jaar ging onze vakantie door in Oostenrijk. Vraag me geen rationeel beslissingsproces waarom we Zwitserland achter ons hebben gelaten. Er zit zoiets in een mens dat je "toch" (altijd een waarschuwingssignaal, dat woordje "toch") eens ergens anders naartoe moet, en omdat afstand een belangrijk criterium was, werd het Oostenrijk. De Zugspitze regio, om precies te zijn: Nog minder ver en toch in Oostenrijk is niet gemakkelijk, dus...

Maar we hebben er helemaal geen spijt van! Het is moeilijk te zeggen waarom, want ik blijf vinden dat Zwitserland een paar enorme troeven heeft. Dichterbij, dus, maar vooral: veel hogere bergen, besneeuwde toppen (die hebben wij dit jaar niet gezien) veel meer meren, nog veel meer georganiseerd om van punt A naar punt B te komen via een heel brede waaier aan mogelijkheden, waarvan er nooit één vertraging heeft. Het is duurder, maar in het algemeen krijg je ook meer terug. En "zo mooi, dat ik me voelde alsof ik in een postkaart rond liep".

En toch, en toch... Die Zugspitze regio is ook een prachtige streek, ook zonder sneeuwtoppen. Een hoop bergen van hoog in de 2000 meter, prachtige alpenweiden, een paar meertjes, de huisjes met bruine balken en witte muren en overal bloembakken... is het de atmosfeer? Voelde het minder aan dan die postkaart, en dus meer "levensecht"? Ik denk dat dat allemaal rationaliseringen zijn; tot mijn verbazing is Oostenrijk me minstens zo goed meegevallen als Zwitserland, en omdat ik niet weet waarom grabbel ik nu maar naar mogelijke "redenen".

Eén verschil is wel een reëel verschil. In Oostenrijk vonden we overal restaurants waarin je nu niet gastronomisch gaat eten (wat we toch al niet zoeken), maar waar wel die cultuur van rijkelijke boerenkost is bewaard gebleven; iets wat me in 2004 zo was tegengevallen toen ik nog eens in Süd Tirol was (het deel van de Duitstalige Alpen dat sinds een kleine eeuw deel is van Italië). En dus veel Hausplatte en Gemischtes vom Grill, en Wurstel mit Pommes Frites voor de kindjes, en natuurlijk glaasjes wijn en veel ijsjes, op terrasjes of binnen in stemmige Stuben... Het is niet om het eten en drinken dat ik op reis ga, maar het voelde aan als een soort ontbrekend puzzelstukje; een kroon op het werk. Nu herinner ik me van ooit enkele dagen in Genève dat je daar heel interessante restaurants kon gaan bezoeken, maar de Zwitserse bergdorpjes lijken mij wat dat betreft een uitzondering op mijn regel dat je meer betaalt om meer te krijgen. Ze zijn peperduur, en je krijgt van geen kanten wat je in Oostenrijk krijgt.

En dus loop ik nu rond met het gevoel dat ik eerder opnieuw naar Oostenrijk zal gaan, dan naar Italiaans of Zwitsers Tirool. Ik kan niet zeggen dat het er completer was, maar dat was wel hoe het aanvoelde.

Geen opmerkingen: