"Papa", zegt scholiertje Sarah ernstig, terwijl ze met aandachtige oogjes een wijsvinger ongeveer halverwege mijn neus zet, "weet jij dat je een dikk-..."
Elf jaar is ze nu, volgend jaar gaat ze naar de humaniora, er is in feite best wel wat veranderd sinds het hier ging over "peuter Sarah" en "kleuter Sarah", enzovoort...
"Oppassen, hoor!" zegt papa waarschuwend, "héél, héél voorzichtig zijn! Jij gaat hier niet zeggen dat ik een dikke neus heb, of dat gaat hier niet goed aflopen!".
Scholiertje Sarah zegt niets. Haar oogjes reiken naar de horizon, op haar gezichtje verschijnt de ietwat dromerige uitdrukking die we heel goed kennen. Zelf kijk ik altijd zuur en nors wanneer ik in een filosofische bui ben, maar goed, bij geruchte kijk ik altijd zuur en nors. Hoe dan ook, scholiertje Sarah kent haar papa al wel een beetje, en ze weet dat er nu iets van haar verwacht wordt. Zeker nadat ik haar had verteld van de gouden munt waar "250 voor Christus" op was gedrukt, en zij, met het diepe stemmetje die ze voor dat soort gelegenheden reserveert, meteen de oplossing gaf.
"Nee hoor", zei ze toen met nog altijd die aandachtige blik en het gezicht van een dokter die een diagnose aan het stellen is, "hier (tikt met haar vinger net onder mijn voorhoofd) is je neus in feite heel smal. Maar hier... (glijdt met haar vinger weer over de neus naar beneden, nog steeds met dat stalen gezicht) wordt hij wel heel wat breder huhhuhhuhhuhhuhhu...!"
Die breed openbrekende glimlach, die glunderende oogjes... Nee, er is in feite nog niet zo heel veel veranderd, sinds de beste dagen van Bonifaaz... (1)
---------------------------------------
(1) quasi op de kop af elf jaar geleden al... http://speelsmaarserieus.blogspot.be/2006/04/bonifaaz.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten