zaterdag 20 juli 2013

Longontsteking, met complicaties

Voor er paniek uitbreekt, momenteel is de koorts weer gezakt, intussen tot 36.9, zonder koortsremmers (maar met antibiotica, natuurlijk), dus momenteel geen paniek.

Maar kleuter Simon was nog maar pas ontslagen uit het ziekenhuis, toen zijn temperatuur alweer naar 39 graden ging, en sinds vorige maandag ligt hij opnieuw aan een baxter. Het blijkt dat er water in zijn longen zit, niet veel, te weinig om te draineren zelfs, maar de vlek blijft stabiel. En dalende koorts (en een oplevend kind) is erg fijn, maar de vorige week daalde de koorts ook en leefde hij ook op, en toch, baxter, enzovoort.

Vandaag was ik even aan het praten met een erg kindvriendelijke pediater, die me desgevraagd vertelde, als je dit voor hebt wanneer er geen antibiotica is, dan ben je hem kwijt. Ik probeerde nog van "maar je leest in die oude boeken toch altijd van hoe er 'de beslissende crisis' komt, en hoe sommige hoofdpersonages er dan nog doorkomen, maar andere niet?". Wel, in dit geval niet, dus, het is een bacteriële infectie, en die was blijkbaar voldoende hevig om zeker te weten: dik een halve eeuw geleden was hij er al niet meer.

En dat heeft iets ontzettend verkillends.

Leve de antibiotica - en alleen de mama's en papa's zelf staan nog even stil bij het feit dat complicaties wel degelijk bestaan, en dat ook de antibiotica wel eens steken laten vallen. Maar je voelt ook dat niemand in dat ziekenhuis of in onze omgeving daar met ernstig bezorgde gezichten op staat te kijken.

Een scène van vele decennia geleden komt in me op. Een nonkel heeft een zoontje verloren aan een ongelukkige val, zes jaar oud. We bezoeken het opgebaarde kind, en zoals daar en toen de gewoonte was beschrijven we met de duim een kruisje op zijn voorhoofd. Ik weet nog hoe ik als kind, niet veel ouder dan hij, dacht: hoe koud hij aanvoelt, en zo wit hij er uitziet. En hij lag daar zo mooi, iedereen had altijd gezegd wat een mooi kindje hij wel was, en toen zei de papa, nat van de tranen boven dat bedje "het is juist alsof hij slaapt".

En inderdaad, mijn hele leven is me bijgebleven hoe die ouders het niet zullen geloofd hebben, dat hij niet even later weer opstaat en met zijn autootjes gaat spelen.

Ik zit te kijken naar kleutertje Simon; hij slaapt. Het is ochtend, en ik denk terug aan de nonkel die destijds ook naar zijn zoontje keek en bij zichzelf zei: hij slaapt. Dadelijk wordt hij wakker en gaat hij recht zitten. Anders dan destijds opent kleutertje Simon zijn oogjes, hij herkent me en zet zijn bekende brede grijns op. Even later zit hij met zijn autootjes te spelen. Zijn chocomelkske is al op.

Geen opmerkingen: