Ik had niet verwacht in een boek van Alastair Reynolds 100 bladzijden te lezen voor ik het teleurgesteld zou wegleggen. Reynolds, dat is science fiction, en aangezien ik al verschillende boeken van hem had gelezen trok een bezoek aan zijn soort universa - met technologische en economische ontwikkelingen, of contacten en conflicten tussen interstellaire beschavingen - me wel aan.
Dat was wat Pushing Ice ook beloofde. Er was een economie van het zonnestelsel, en ruimteschepen in de buitenste regionen op zoek naar grondstoffen voor de centrale delen. Eén van die schepen betrapt een ruimteschip van onbekende afkomst op een soort (voor zover ik weet) observatie van de mensheid, en zo zouden we terechtkomen in allerlei ideeën, verpakt in een goed verhaal, over de mogelijke plaats van een toekomstige mensheid in de melkweg.
Daarom bleef ik lang nadat ik de scènes uit het achtervolgende schip als “vervelend” begon te herkennen doorbijten. “Vervelend”, dat betekent bij mij dat de vraag in me opkomt: waarom lees ik dit; waarom steek ik hier mijn zeer schaarse vrije tijd in?
Vaak is me overkomen dat het antwoord was: omdat je uiteindelijk een verhaal aantreft dat je doet nadenken, dat je inzichten of misschien zelfs inspiratie bezorgt, en dat tegelijk ontspannend is, en wie weet zelfs mooi, of ontroerend, of grappig.
Maar Pushing Ice bleef maar gaan over de gebeurtenissen in dat ene schip, en van al de andere beloftes kreeg je maar niets te zien. Nu blonken Reynolds vorige boeken niet uit in interessante karakters waar je kon mee meeleven, of waarvan de ontwikkeling of de relaties bijzonder interessant waren. Dus bij gebrek aan wijdse vergezichten van kosmologische, of astronomische, of galactisch-politieke aard bleven die bladzijden gebeurtenissen en conversaties alleen maar vervelen, en de belofte begon te verbleken en doofde na 100 bladzijden helemaal uit - en ik klapte het boek zuchtend dicht. Als Reynolds niet zo’n grote naam was geweest had ik de symptomen na 20 bladzijden herkend...
Een smakenkwestie, natuurlijk! Ik kan me perfect voorstellen dat iemand het een heerlijk boek vindt en toch een goed mens is! Ik denk evenwel dat er een verband bestaat tussen wat mijn soort “cerebraal" type verwacht van een boek, en wat meer “observerende” verkenners van de wereld verwachten van hun tijdsbesteding. Je ziet ze opfleuren tijdens natuurwandelingen, tussen de vergezichten afgewisseld met besloten hoekjes, de aangelegde tuinen en de paden door de weilanden, of de bossen en de oevers van rivieren. Ze vinden een totaalperspectief dat maakt dat ze aan het einde van de dag dat heerlijk gevoel overhouden aan hun wandeling, en ze vinden bovendien een afwisseling van details die elk op zich bijna de inspanning waard maken. De belevenis speelt zich dus op meerdere schalen tegelijk af: van het microscopische bestuderen van een bloem via het uitkijken over een bergweide tot de totaalbeleving. Elk van die schalen is interessant, je doet het voor elk van die schalen apart en tegelijk nog eens voor de relaties tussen elk van die schalen.
Precies die structuur is waar ik ook naar op zoek ben, niet in de reële wereld, maar wel in de soort verhalen die ik lees. Neem Jack Vance, de Duivelsprinsen. De mensheid is verspreid over de sterren, er zijn diverse beschaafde werelden, en er zijn de werelden aan een buitenkant die er meer als de Wild West uitziet. Hoe verhouden die zich tot elkaar - economisch, politiek, militair...? Op een andere schaal zijn er die verschillende planeten zelf, met hun hoofdsteden en plattelandsgebieden, hun ondernemers, ambtenaren, obers en oplichters; en hun geschiedenissen, hun culturen, hun denkers en hun narren. En omdat Vance de schrijver is die hij nu eenmaal is weet hij dat allemaal tot leven te brengen tot je niet kan wachten om de hoofdpersoon aan zijn queeste te zien beginnen, en jij weer nieuwe perspectieven ontdekt.
Die structuur blijft doorwerken op de kleinste schaal, wanneer je tegen zonsondergang samen met de held staat te mijmeren aan de kusten van één of andere oceaan, terwijl over de stranden de lampen beginnen op te flakkeren en het bruisen van het water doet denken aan al die andere kusten op al die andere werelden waarover hij al heeft staan uitkijken – en hij zich weemoedig afvraagt waarom hij het allemaal doet.
En was een deel van de aantrekkingskracht van Tolkiens Lord of the Rings niet het meeleven met enkele Hobbitpsychologieën, via de posities van Tovenaars als Gandalf en Saruman tot het uitbreken van een oorlog die van enorme machten als Elrond, Minas Tirith, Rohan, Gandalf en Aragorn kleine spelers in een weids geheel maakte? Is dat ook niet de structuur van [wat ik als] een interessante boekenwinkel [beschouw]? Je kan er verdwalen in heelder secties over geschiedenis, of filosofie, of wetenschap, of vele andere. Binnen al die secties surf je door de verschillende subcategorieën, en grijp je eenmaal een boek vast dan opent zich daarin weer een compleet nieuw universum om eindeloos in rond te kuieren.
Dat soort structuur heb ik vaak teruggevonden in verschillende boeken van Reynolds. Er waren zeker ook dingen die ik liever anders had gezien. Het feit dat er geen sneller dan licht voorkomt, bijvoorbeeld, of één van zijn zeldzame karakters waarmee je een beetje kon meeleven maar die halverwege het boek vermoord wordt, of hoe hij heelder steden of zelfs planeten uitwerkt, om ze vervolgens achteloos te laten vernietigen door een vijandige mogendheid. Maar er waren ook die wisselende hoeken en kanten, perspectieven en details, ideeën en vergezichten. Allemaal dingen die ik na 100 bladzijden in Pushing Ice bleef missen. En dus heb ik het geïrriteerd onuitgelezen in de kast gezet. Wie zich herkent in mijn soort smaak kan ik het echt niet aanbevelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten