vrijdag 30 april 2010

De cuisson is goed

Weet jij wat een cuisson is? Ik wist het niet, en hoewel ik stilaan door de dodelijke combinatie van een televisiesoap en een game ben ingepalmd met het programma "Mijn Restaurant" weet ik het nog altijd niet. Maar geregeld is de cuisson goed, en één ding is duidelijk: als de cuisson goed is, dan is de rest ook goed.

Het programma vertoont verschillende attracties. Eén daarvan is Peter Goossens, het wrevelig kookgenie dat het gespartel van de zeer begaafde maar onervaren acolieten fronsend gadeslaat.
"Waddisda voor iets" snauwt hij een beduusde chef toe, "hebde gijda geproefd? Da kan toch niet da gij da zelf geproefd hebt?". Het gerecht dat er in mijn ogen een hemelse creatie uitziet blijkt het culinair equivalent van een portie radioactieve vis te zijn, vers per ossewagen aangevoerd uit Massilia. De bediening trekt op niets, de atmosfeer zou je doen verlangen naar een grafkelder, de keuken ligt te dicht bij de zaal en de zaal ligt te ver van de keuken. En het personeel...

Al een paar keer heb ik gedacht dat ze mij er ergens tussen hadden moeten zetten, als komische noot. Proberen vijf volle minuten lang nergens in de weg te lopen, niemand te hinderen en niets stuk te maken: dat is de uitdaging, of zoiets. In ieder geval, personeel dat zich lichtjaren voorbij mijn niveau bevindt staat hij te bekijken met het gezicht waarmee de leden van de Inquisitie destijds Galileï bekeken.

Mooie momenten geeft het wanneer dit karakter de confrontatie aangaat met een andere van mijn favorieten: Jeroen. Dat heeft niets te maken met het feit dat Jeroen in Mechelen zit. Jeroen is gewoon helemaal mijn type. Hij weet alles; voor zover de anderen ook iets weten weet Jeroen het beter en de hele wereld moet het weten, op papier zetten, en tekenen, en als er iets fout gaat is het de schuld van de rest van de wereld. Al mijn sympathie, dus, een kerel naar mijn hart, en ik wéét dat het leven voor Jeroen niet altijd gemakkelijk zal zijn. En verder heeft hij een sympathieke kop, een lief lief, en als er kindjes in zijn restaurant zitten doet hij zijn best om hun potje er ook leuk te laten uitzien: heel goede cuisson, die Jeroen.

Maar als Peter Goossens met deze potentiële rivaal geconfronteerd wordt, dan is het kot te klein. Zijn haren gaan overeind staan en hij beent door de keuken met de passen van een alfamannetje dat door de ondergeschikten niet genoeg respect is betoond.
"Is dat hoe uw keuken erbij ligt" bijt hij de kandidaat toe, "zijde gij nie beschaamd? Wa staat daddier te doen? En da, waddisda?" Bij het volgende tafereel dat de ogen van de Meester confronteert gaan de hemelsluizen helemaal open. In wanhoop grijpt de quasi-Nobelprijswinnaar in de kreeftologie een borstel en doet dan maar zelf de afwas. OK, hij deed het met opzet voor het effect, natuurlijk, maar het werkt. "Ik weet het" stamelt de zo trotse Jeroen bij de volgende schampere opmerking van Goossens. Maar daarmee kan je een man die blokken gehard graniet als klompjes klei kan doen afdruipen niet vermurwen.
"Natuurlijk weet ge het, ge weet immers alles!" klonk het van boven de afwas. Eén brok cuisson, die Goossens.

Op mij, niet gehinderd dus door ook maar het geringste inzicht in het onderwerp, komt het spel intussen over als een quasi gelopen race. Het restaurant in Genk steekt er klaarblijkelijk met kop en schouders bovenuit. Ze is nog maar 22, die Lucie, maar bij eenparigheid hebben de critici al opgemerkt dat ze een zeldzaam inzicht heeft, en ideeën, en techniek en nog een paar dingen die werkelijk belangrijk zijn. Alleen stijl, dat mist ze, als je ziet dat ze haar afwashulp afblaft dat het mens in tranen haar ontslag indient en ze haar boom van een keukenhulp met al haar 50 kilo reduceert tot een wriemelend hoopje nagerecht. Maar haar cuisson is goed, van dat meiske! Binnen 20 jaar is ze een nieuwe Peter Goossens.

Wat het programma zo dramatisch maakt is dat er afvallers zijn. Het Mechelse restaurant is één van de twee mogelijke verliezers van volgende week - en als ik terugdenk aan de sippe gezichtjes waarmee die mensen naar al het werk keken dat ze hadden gedaan, en hoe het zou voelen om de deur achter zich vast te draaien: vreselijk. Maar kan je nu die twee sympathieke knollen uit Aalst toewensen dat zij er uit vliegen? De ene was er echt van gedaan dat zij op de nominatie stonden, en de ander pakte een spons en droogde zijn ingebeelde tranen af en sprak "stop met bleiten en doe voort". De kunst van zo'n scène is dat je dat moet kunnen. Als je iemand als ik dat soort dingen zou zien doen is het volgende dat je te zien krijgt dat de ander de plaats, het tijdstip en de wapens van zijn keuze opgeeft. Maar in het restaurant van Aalst zie je alleen maar twee keien die er voor gaan tot de laatste snik, allerlei tegenslagen afdoen met een energieke kwinkslag en... Ja, ik houd mijn hart vast voor het restaurantje van Jeroen.

Verder is er nog Kristof in Nieuwpoort. Een kerel die met een rustige glimlach naar het leven kijkt, maar die op een al even rustige manier serieus uit zijn humeur kan zijn: en dan voel je het tot in de huiskamer. Hij komt heel professioneel over, als je dat laatste definiëert als iemand die kalm blijft als de rest paniekeert. Maar of hij het zal kunnen bolwerken tegen het overwicht uit Genk: wie ben ik om het te weten, maar het zou me verwonderen.

En dan is er nog Halle. Twee jongens voor wie de kwaliteit "lief" duidelijk een belangrijke rol speelt in het leven. Toch moet je soms het staal achter het zachte uiterlijk zien. Toen Ludo een hamer op zijn kop kreeg en vervolgens duizelend en met barstende hoofdpijn gewoon verder schilderde zag je wat voor vlees je werkelijk in de kuip hebt. Een fantastisch duo, die twee, een uitstekende cuisson, en het is weeral hetzelfde verhaal. Je gunt ze zo hard hun restaurant waarvoor ze zo hun best doen en waarvoor ze op die weinige tijd al zoveel gewerkt hebben. Maar de wereld is nu eenmaal hard, en als Lucie en Jimmy werkelijk het toptalent zijn dat ze toch al een tijdje lijken te zijn, dan zal er wel niet veel aan te doen zijn.

Kijk, op zo'n moment heb ik er toch nog spijt van een obscuur blogske te zijn. Binnenkort komen ze misschien op het idee een stel bloggers te laten meedoen en de campagne tot het internet uit te breiden. Maar neem ze eens kwalijk dat ze dan wel de grote bloggers zullen uitkiezen. Ah, die cuisson... Je hebt het of je hebt het niet...

woensdag 28 april 2010

Wat een verschil een paar maanden maken...


Herinner je je nog die spectaculaire sneeuwman die in de maand januari in onze tuin stond? Hier stond hij:

http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2010/01/als-je-me-ooit-had-verteld.html

Op de foto zie je links van de sneeuwman en de haag, een eind verder de tuin in de takken en twijgen van twee winterkale bomen. En verder gaf de post aanleiding tot weemoedige beschouwingen over hoe snel het donker werd, en hoe we nog maar een paar maand geleden... zomeravonden... Enzovoort.

En kijk dan nog maar eens goed naar die kale twijgen en doe er nog eens enkele maanden bij, en...

Mooi, hé?

dinsdag 27 april 2010

En wat zullen de Franstalige Brusselaars dan doen?

Bij de vorige communautaire post (1) schreef lezer Serge, die zichzelf situeerde als "Franstalige Brusselaar", als commentaar dat hij het alvast met één ding eens was. De Franstalige Brusselaars (we kunnen natuurlijk niet voor allemaal spreken) zitten zeer zeker niet te wachten op een Franstalige staat geregeerd door de Waalse PS. Maar tegelijk lijkt het er ook op dat ze wel vinden dat zij in de culturele kwestie gelijk hebben. Nu, dat hoeft niets te verbazen. Als wij denken dat wij de goeden zijn, en zij de slechten, dan kunnen we er alle begrip voor hebben dat zij hetzelfde denken, maar dan omgekeerd. Zolang iedereen maar goed erkent dat wij ook nog gelijk hebben is er niets aan de hand.

Intussen moet je je met dat in het achterhoofd nog eens inbeelden dat je zelf een geboren Franstalige Brusselaar was. Zonder ironie, dat is moeilijker dan het lijkt; ik probeer het geregeld zelf, en zolang je nog niet ook denkt dat de Vlamingen een bende achterl- oeps, ik bedoel, "overdreven standpunten hanteren", is het je nog niet gelukt. Maar eens het je toch lukt: vraag je je dan eens af hoe de toekomst er nu uitziet.

Laten we mijn vorige post als axioma nemen, en aannemen dat "het" zal veranderen. Bijvoorbeeld, er komt een splitsing omdat één van beide partijen (de Vlamingen) zich zo benadeeld voelen door de toestand, dat ze gewoon opstappen. Ik signaleer eens temeer dat we nog altijd ook de Vlaamse klachten zouden kunnen serieus nemen, maar in afwachting dat het zover komt: beeld je nu die splitsing in. Wat gaan die Franstalige Brusselaars nu doen?

In eerste instantie verwacht je dat ze een deel van Franstalig België zullen willen worden. Nu kan je je natuurlijk inbeelden dat wij, Vlamingen, dan Brussel omsingelen en een operatie Sarajevo beginnen, maar laten we even serieus blijven. Veel interessanter is te bedenken dat die Brusselaars niet zitten te wachten op een land dat gedomineerd worden door de Waalse PS. Dus misschien eens naar het alternatief kijken? Zit je nu beduusd en met open mond te kijken naar de "mogelijkheid" dat ze willen aansluiten bij Vlaanderen?

Maar waarom zou dat zo absurd zijn? Al wat daarvoor moet gebeuren is dat Vlaanderen er als staat minder onaantrekkelijk uitziet dan de Waalse PS-staat.

Ik wil op dit punt voorzichtig suggereren dat "er minder onaantrekkelijk uitzien dan de Waalse PS" er niet echt als een hopeloos onoverkomelijke opdracht uitziet.

OK, met plannen om Brussel in te palmen en de stad met geweld ethnisch te zuiveren zullen we er niet komen. (Gewoon eisen dat ze de Vlaamske Lee-oew kunnen zingen kan volstaan.) Maar zou het nu zo ongelofelijk dwaas zijn om te erkennen wat je in alle andere varianten ook zal moeten erkennen, namelijk dat Brussel een grotendeels Franstalige stad is? Dus nu wonen we in een Nederlandstalig land waarin zich uit eigen vrije wil ook nog een grotendeels Franstalige stad bevindt. Iedereen die om het even waar elders in Vlaanderen wil komen wonen is ook welkom - maar de administratie, het onderwijs, de openbare diensten en vele andere zijn er vanzelfsprekend, natuurlijk, evident en uiteraard Nederlands. En dat je daarnaast die ene, grote Franstalige stad met een (grotendeels) Franstalige administratie op je grondgebied hebt: dat is toch niet iets waar wij te klein voor zijn?

Nu, we zouden er natuurlijk toch te klein voor kunnen zijn. In dat geval eindig je met de toestand waarin zelfs de Waalse PS betere landgenoten zullen lijken dan wij - en dan is dat wat er met Brussel zal gebeuren. Eerlijk gezegd zou ik dat niet bepaald een compliment vinden. En bovendien lijkt het me nergens voor nodig.

maandag 26 april 2010

Financiële markten: een "zero-sum game"?

Op zondag (25 april 2,010) schreef iemand in een commentaar bij een post op het blog van Geert Noels dat de markten een zero sum game zijn:

http://www.econoshock.be/2010/zwarte-zwanen-vliegen-nog-rond/

De technische term "zer0 sum game" slaat op een spel waarbij de winst van de ene speler gecompenseerd wordt door de verliezen van de andere speler. Bijvoorbeeld, als ik een aandeel koop aan de prijs van een 1 euro per aandeel, en de prijs stijgt naar 1.40, dan heb ik 40 cent per aandeel winst. Maar de persoon die mij die aandelen heeft verkocht aan 40 boekt nu een verlies van 40 cent, en er is geen cent toegevoegde waarde gecreëerd.

En dat heeft beslist iets plausibels, maar toch heb ik er een probleem mee. Dat probleem heb ik op mijn beurt in een commentaartje gepost, en hoewel er enige reactie op kwam heb ik niet het gevoel dat we bij de essentie kwamen, hoewel mijn vraag er nochtans wel duidelijk bij stond. Daarom post ik de tekst van mijn commentaar hier ook maar even. Ziedaar:


@ N&N: “Een zaak is zeker de markt mag men beschouwen als een zero sum game”

Laat ik dit even aannemen. En verder neem ik ook even een stukje neo-liberale theorie aan: de lonen in een economische sector tenderen naar de toegevoegde waarde die van de werknemers afkomstig is (1).

Welnu, een beetje bank heeft al snel een honderdtal werknemers in de markten in dienst. Een tamelijk grote bank heeft er al snel meerdere honderden. Bij de grote jongens in London, NY, etc loopt het in de duizenden. Hardnekkige geruchten zeggen dat een job in de financiële markten niet slecht betaald is. De totale loonkost van de sector “financiële markten” bedraagt dus een aardig pakje werknemers (100,000?) maal een aardig pakketje euro’s (gemiddeld 10,000 per maand? Zeg dat ze bruto 5,000 per maand verdienen en een bonus van één jaarsalaris krijgen: ik denk niet dat mijn gok in orde van grootte absurd is.)

Dus ik zie een maandelijkse kost van 1 miljard euro per maand… Voor een sector die een zero-sum is; met andere woorden géén toegevoegde waarde oplevert.

Ik moet concluderen dat OFWEL de markten geen toegevoegde waarde hebben en dat dan de neo-liberale theorie fout is, OFWEL dat de neo-liberale theorie klopt en dat dan de markten wèl toegevoegde waarde leveren.

(Het zou erg ver voeren voor een commentaar bij een blogpost, maar op het niveau van mijn opinie; ikzelf denk dat de markten wel degelijk een hoop toegevoegde waarde leveren.)

—————————–
(1) Immers, als de lonen hoger (blijven) liggen betaalt die sector teveel, en lijden ze constant verlies, en vermits “wat niet kàn blijven duren ook niet zàl blijven duren… etcetera.
Terwijl, als de lonen lager (blijven) liggen er (“uitbuitings”)winsten worden gerealizeerd, wat in een vrije, kapitalistische markt nieuwe kapitalisten zal aantrekken die ook die winsten willen boeken, wat hen per vraag en aanbod zal verplichten hogere lonen te betalen, en dat zal blijven gebeuren tot de lonen zo hoog zijn dat er geen extra winsten meer te rapen zijn.

zondag 25 april 2010

Het zàl niet blijven zoals het is

Als ik temidden van de verstomming om de Belgische politieke crisis - als die Grieken eens wisten met wat voor problemen wij hier af te rekenen hebben, ze zouden wel ophouden met zeuren over hun bagatellen - eens terug blader naar mijn posts over BHV van destijds, dan hoef ik niet ontevreden te zijn.

Die posts dateren van de tweede helft van 2,007 en dat is dus ook alweer stilaan drie jaar geleden. Het beeld dat me van destijds meest is bijgebleven is de kop van Maingain die profeteerde van "nous, on a le temps", toen de Vlamingen met eenvoudige stemming de splitsing van BHV doorduwden. Het merkwaardige is: iedereen wéét hoe vlug het leven vooruitgaat, maar niemand houdt er ooit rekening mee. Dus, terwijl Maingain de tijd heeft zijn we weldra alweer drie jaar later: en de vraag is, hoe ziet de toestand er nu uit?

Nu herinner ik me dat ik destijds het probleem van de Vlamingen als volgt in twee had gedeeld. Aan de ene kant zaten we met de enige socialistische partij van de wereld, omdat alle andere socialistische partijen door hun kiezers werden afgerekend, en dus met het verloop van de tijd en gezien de resultaten geleidelijk worden weggestemd. Maar in België zijn de socialisten die falen met het geld van de belastingbetaler geen socialisten die door die belastingbetaler kunnen weggestemd worden. De belastingbetaler zit immers in Vlaanderen, terwijl de potverterende socialisten in Wallonië aan de macht worden gestemd (1).

Naast dat "economisch probleem" hadden we aan de andere kant het "cultureel probleem". Dat probleem was dat Franstalige Brusselaars - goed opgeleid, kosmopolitisch, gesofisticeerd... - vaak een even grote afkeer van de PS hebben als wijzelf (2). Alleen vinden die dan weer met een nogal... uimmmm... "opvallende" vanzelfsprekendheid dat het heel normaal is als de Franse cultuur blijkbaar steeds nieuwe territoria inpalmt. En in feite hebben ze een punt. Grotere culturen - puur kwantitatief - hebben nu eenmaal de neiging kleinere culturen in te lijven, al was het maar dat de ingelijfden daarmee toegang krijgen tot veel meer literatuur, wetenschap, filosofie, enzovoort als in hun eigen cultuur. Ik weet zeker dat heel veel Vlamingen, als ze "aan de andere kant" geboren waren, er precies hetzelfde over zouden denken.

Maar daarom hoeven we er nog niet mee akkoord te gaan. Ik weet ook zeker dat heel veel Franstaligen een heel andere opinie zouden hebben als ze hun hele leven Vlamingen waren geweest. Dan zouden ze ineens niet langer van mening zijn dat we nu eenmaal in één land leven; dat bijgevolg iedereen mag staan en wonen war hij wil en er de taal spreken die hij wil, en dat de culturele consequenties daarvan van geen belang zijn.

En we raken meteen ook de kern van de gebeurtenissen. De Vlaming hoort dat allemaal en begrijpt heel goed dat die Franstalige Brusselse liberaal de facto denkt dat "het" alleen maar zal ophouden indien we in twee verschillende staten zouden leven: zodat Vlaanderen doodeenvoudig iedereen kan toelaten, maar niet langer op enkele generaties tijd zijn bestuurstaal zou moeten aanpassen. Het komt er op neer dat we net van onze potentiële anti-PS bondgenoot vernomen hebben dat het enige dat onze beide (zowel economisch als cultureel) problemen kan oplossen de splitsing van de staat België is.

Dat is dus wat de Vlamingen heel goed gehoord, en begrepen hebben. Ik blijf denken dat we best dat bondgenootschap zouden willen aangaan, maar dan niet langer onder condities waarin we een soort voortdurende sluipende invasie ondergaan. En omgekeerd, als die sluipende invasie de prijs is voor het bondgenootschap, dan denk ik dat je niet verwonderd hoeft te zijn als het bondgenootschap, èn de staat, dreigen opgeblazen te worden.

In mijn opinie was dat de betekenis van die BHV stemming van drie jaar geleden. Het ging veel minder om de spliting zelf, dan om een grote gongslag. Als de verblufte vraag was "hey wat bezielt ineens die Vlamingen met die BHV stemming?", dan was mijn antwoord: het was een heel grote oproep om te beseffen dat er iets moest veranderen in de attitudes, omdat het anders slecht zou gaan aflopen. En als de verblufte vraag vandaag is "hey wat bezielt ineens die Vlamingen met deze regeringscrisis?" dan is het antwoord precies hetzelfde. Het antwoord is nog steeds dat je kan doorgaan met de voortdurende strategie van "alles blijft zoals het is" (ook wel met "non" gesymboliseerd), maar dat er nu voor de tweede keer op de gong is geslagen. Het zal niet blijven zoals het is. Ik ben ervan overtuigd dat, mits enig stilstaan bij de dingen hierboven, er nog heel veel ruimte is voor een onderhandelde en gecontroleerde verandering. Maar wie na twee gongslagen nog denkt dat het probleem wel vanzelf zal weggaan... I wish you good luck.

---------------------------
(1) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/05/no-taxation-without-representation.html
(2) http://speelsmaarserieus.blogspot.com/2007/11/vergeet-guust-niet.html